Itymm ctt ^bntUnüMüb mw
ie
No. 1601.
Zaterdag 26 Maart 1011.
20® Jaarg,
n.
Binnenland.
FEUILLETON.
ONTWAAKT.
■J' is
illend
pi nke
js al
oop
del.
3,
ER.
RTI
entei
tingi
oolci
j wiel
lot.or
'tens
iLige
3pe|
Abonnement per 8 maanden f 0.50, franco per post
door het geheele rijK 0.55, voor Belgie ƒ0.625 en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEIHAN te Breskens.
tmamwnnnw
Eene nieuwe partij.
r is, ter behartiging van de belangen
het platteland en van den land en
ibouw in het bijzonder een maand-
i verschenen, onder redactie van den
r P. Teunissen, de propagandist van
Landbouw-Onderlinge, waarmede in
ifdzaak wordt bedoeld te komen tot
agrarische partij.
'ot een partij, die in de allereerste
1^31 its zal opkomen voor de belangen
den boerenstand in 't bijzonder, en
van 't platteland in 't algemeen.
"ont Ie boerenstand is sterk genoeg en
ral als hjj gesteund wordt door de
plattelandsbewoners om zich
chtig te doen gelden in regeerings-
Wal geeft het of men al vergadert,
landbouwvraagstukken beziet, wen-
ien uitspreekt, als men geen macht
tit om stem uit te brongen als het
beslissen aankomt?
)e boerenstand moet hebben macht
bet parlement.
Zulk een macht is nooit te verkrijgen
de landbouwers over het geheele
d zich niet krachtig en algemeen
Miseerendoor die vakorganisatie
wikkelt zich gemakkelijk een verkie-
organisatie.
Er moet komen oen flinke groep van
lijkgezinden, die in de allereerste
ats het oog houden gericht op de
rheifing van den boerenstanddaar-
>r worden zij naar het parlement ge
iden.
Uu beteekent dit niet, dat deze man-
ii uitsluitend zich hebben te bemoeien
st landbouw-aangelegenhedenmaar
il in de allereerste plaats.
Daarom wordt er in de agrarische
on
<ïl>
RS.
Ide.
ff-
partij ook niet gevraagd naar de poli
tieke richting van de candidaten. On
der alle richtingen zijn uitstekende agra
riërs te vinden.
Het is dan ook niet de bedoeling een
verschuiving van de politieke richtingen
op het platteland te verkrijgenhet
wenscht alleen andere vertegenwoordi
gers, agrariërs. Daarom zal er dan ook
in de agrarische partij plaats zijn voor
aller, die den landbouw wenschen te
dienen.
Voor den gewonen politieker is er
evenwel geen plaats.
Nu moet men niet meenen, dat de
cirkel, waar binnen de werkzaamheden
van de agrarische partij liggen, te klein,
te eng zal zijn. Integendeelomdat
alle vraagstukken, het platteland rakend
en wat zijn er dat niet zeer vele
speciaal door de agrariërs zullen moeten
worden bekeken, zullen zij een zeer
uitgebreid arbeidsveld hebben.
„Voor de plattelandsbevolking op de
bres" dat is de leuze van de agrarische
partij, on daarom verwachten wij dan
ook allerwege sympathie.
Juist omdat het platteland in bijna
alles bij de steden achterstaat, daarom
heeft de agrarische partij handen vol
werk hierin ligt dan ook tevens het
goed recht van deze partij.
Uit den aard der zaak weet men niet
hoe de agrarische partij zich een weg
zal banenhoe zij groeien en zich ont
wikkelen zal. Dit zal geheel afhangen
van den landbouwstand zelf. Het is
een geheel nieuwe zaak, die haar eigen
pad moet vinden.
Maar dit pad zal wel gevonden wor
den, en al zou men ook in den beginne
een verkeerden weg inslaan of op een
zijpad geraken, men komt toch wel
op den hoofdweg.
Het pas-opgericht maandblad moet
de voorbereider zijn van de organisatie
van den boerenstand.
Debietrecht op tabak.
De Kamer van Arbeid voor de ta
baksindustrie te Rotterdam heeft een
adres gezonden aan de Tweede Kamer
der Staten Generaal, waarin te kennen
wordt gegeven, dat indien het wetsont
werp tot heffing van een debietrecht op
tabak tot wet zal worden verheven,
daardoor onmogelijk veel nadeel, schade
en bemoeiingen zal worden toegebracht
aan den tabakshandel, zoowel als de
industrie.
Voorts geeft de genoemde Kamer als
haar meening te kennen, dat voorts naar
het deskundig inzicht der Kamer allen,
die in eenigerlei betrekking staan tot
het tabaksvak in Nederland, dus zoo
wel fabrikanten als werklieden, winke
liers en andere tusschenpersonen, door
het heffen van een debietrecht op tabak
ernstig zullen worden getroffen, terwijl
daarenboven alle verbruikers van tabak,
in welken vorm ook, indirect belast
worden met een cijns op het vrijwel
schadelooze en goedkoope genotsmiddel,
dat thans in het tabaksverbruik voor
ons geheele volk is gelegen.
Ten slotte spreekt zij de vrees uit,
dat de geheele tabaksnijverheid door
dit wetsontwerp wordt bedreigd en zij
heeft zich ook tot taak geacht, er voor
te waken, dat haar bloeiende industrie
niet te gronde wordt gericht, althans
zeer gedrepesseerd worde, wijl zij daaruit
o.a. ook verwacht verslechtering der
arbeidsverhouding.
Om deze redenen acht zij zich geroe
pen, aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, ernstig te adviseeren het wets
ontwerp tot heffing van een debietrecht
op tabak, niet aan te nemen, in het
belang van de Nederlandsche tabaksin
dustrie en -handelin het belang van
alle daarbij geïnteresseerden en in het
belang van alle consumenten beslist
van de hand te wijzen.
Ook de hoofdbesturen van het neu
trale Verbond van Sigarenfabrikanten,
de beide Roomsch-Katholieke bonden
van Sigarenfabrikanten en de Vereeni-
ging van tabaks-kervers kwamen te
Utrecht bijeen, ter besprekiDg van het
wetsontwerp tot heffing van een debiet
recht op tabak. Alle ter conferentie
aanwezigen verklaarden zich eenstem
mig tegen het wetsontwerp.
In een vergadering, Maandag te De
venter gehouden, door sigarenhandelaars
uit Deventer, Zutfen en Apeldoorn, werd
een motie aangenomen, waarin de be
kende bezwaren tegen de invoering van
het debietrecht,op tabak werden uiteen
gezet en besloten werd de respectieve
afgevaardigden te verzoeken, er het
hunne toe te willen bijdragen, dit ont
werp niet tot wet te verheffen.
Breskens, 24 Maart 1911.
De heer Adr. van Male van Breskens
en J. de Zomer van IJzendijke zijn ter
beschikking gesteld van den Gouv.-gen.
van Ned.-Indië ten einde te worden be
noemd de eerste tot commies 3e klasse
bij den post, telegraaf- en telefoondienst
en de tweede tot onderwijzer 3e klasse
-HH-
Op zekeren morgen toen ik alleen in
lijn studeervertrek zat, werd mij ge-
igd, dat een heer mij wenschte te
ireken. Hij had zijn naam niet ge-
)emd, doch aan de dienstbode gelast
i zeggen, dat hij uit Genève kwam.
Macari trad de kamer binnen en
roette mij met gehuichelde vriendschap.
It gevoelde als bij ingeving, dat hij,
iottegenstaande zijnen hartelijken hand-
ruk, niet veel goeds met zijn bezoek
P het oog had. Doch, wat stoorde ik
nij daaraan 1 Ik had hem voor mijn
loeleinde noodig.
Ik beantwoordde zijn groet dus bijna
let dezelfde hartelijkheid, verzocht hem
Plaats te nemen, en schelde om wijnen
sigaren.
Gij ziet dat ik mijne gelofte ge
houden heb, Mr Vaughan, zeide hij glim
lachend.
Ja. Ik verwachtte niets anders.
Zijt gij reeds lang in Engeland
Slechts een paar dagen.
Hoe lang blijft gij hier?
Tot ik weder teruggeroepen word.
Het is ons daar ginds zeer slecht ge
gaan. Ik moet wachten tot de atmos
feer daar wat rustiger is.
Ik wierp een vragenden blik op
hem.
Ik dacht dat u mijn werkkring
hekend was, zeide hij.
Ik veronderstel dat gij samenzweer
der zijtik bedoel het woord niet tn
beleedigenden zin maar het is het eeni-
ge dat ik er voor kan vinden.
Juist. Samenzweerder, hervor
mer apostel der vrijheid, hoe gjj het
noemen wilt.
Maar, uw vaderland is immers reeds
voor eenige jaren vrij verklaard.
Maar andere landen zijn niet vrij.
Daar werk ik thans voor. Onze arme
vriend Ceneri deed hetzelfde, maar hij
heeft zijn laatste dagwerk verricht.
Is hij dood vroeg ik verschrikt.
Dood voor ons allen. Ik kan u
geen nadere bizonderheden geven maar
eenige weken nadat gij Genève verliet,
werd hij te St. Petersburg gevangen
genomen. Hij wachtte gedurende vele
maanden op zijn vonnis. Naar ik ver
neem is hot thans uitgesproken.
Welnu, wat is er met hem ge
beurd
Wat altijd gebeurt, onze arme
vriend bevindt zich op dit oogenblik
op weg naar Siberië, veroordeeld tot
twintig jaar dwangarbeid in de mijnen.
Hoewel ik Ceneri geenszins genegen
was, huiverde ik toen ik lot vernam.
En gij ontkwaamt vroeg ik.
Natuurlijkanders zou ik hier
niet zijn en uw zeer goeden sigaar roo-
ken en uw uitmuntenden wijn drinken.
De onverschillige wijze waarop hij
over het rampzalig oveischot van zijn
vriend sprak, walgde mij. Indien mij
het afgrijselijk scheen te moeten denken
dat de man slaven arbeid verrichtte in
de mijnen van Siberië, wat moest het
dan niet zijn voor zijn mede-samen
zweerder
En nu, Mr Vaughan, zeide hij
zal i met uw verlof tot onze aangele
genheden overgaan. Ik vrees dat ik u
verbazen zal.
Laat mij hooren wat gij te zeggen
hebc.
Voor alles moet ik u vragen wat
Ceneri u omtrent mij heeft medege
deeld
Niets dan uw naam.
(Wordt vervolgd.)