ONTWAAKT.
No. 1582.
Woensdag 18 Januari 1911.
20e Jaarg
&8
Buitenland.
FEUILLETON.
Abonnement per maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijK 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
-Ö6-
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt clben Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. bltI,KJIi\ te Breskens.
De Belgische Consul te Brugge
schrijft in „Handelsberichten"
De suikerindustrie is, zooals bekend,
een der belangrijkste takken van nij
verheid in België en neemt dan ook op
oeconomisch gebied een voorname plaats
in. Het verdient de aandacht, dat van
de Belgische suikerproductie slechts 29
pet. in het binnenland wordt verbruikt.,
terwijl het overige voor uitvoor is be
stemd.
In 1910 waren ongeveer 100 suiker
fabrieken in België in werking waarvan
de voornaamste zijn gevestigd in de
lïesbaye, Henegouwen, Wualsch Bra
bant en het noorden van de provincie
Namen.
Volgens inlichtingen, verkregen uit.de
verschillende contra dor suikerprocductie,
was de beetwortelenoogst in 1910 voor-
deelig. In de Hesbaye leverden de goe
de landerijen 35,000 K G. beetwortelen
per Heet. op, terwijl het suikergehalte
gemiddeld 16l/2 pet. bedroeg in 1909
bedroeg de productie per Heet. gemid
deld slechts 27,000 K.G. en het suiker
gehalte 15 pet. De oogst was welis
waar niet overal zoo groot als in de
Hesbaye zoo was bijv. in Vlaanderen
de productie geringer dan in eerstge
noemde provincie, doch in elk geval
grooter dan in 1909. In Henegouwen
bedroeg de gemiddelde productie per
Heet. 27,000 K.G., tegen 28,000 K.G. in
1909.
In eenigo streken tusschen Erquelli-
nes en Doornik echter, waar de fabrie-
kon bijzonder talrijk zijn, heeft men tot
30,000 K.G. geoogst. Ook het suiker
gehalte toont een aanmerkolijken voor
uitgang, aangezien het in 1909 gemid
deld slechts 14U, pet. en in 1910 16 pet
bedroeg.
In het algemeen kunnen de uitkom
sten van de beetwortelcultuur zeer vol
doende worden geacht. Er valt echter
op te merken, dat het zaad tegen fr.
1.60 h fr. 2, moest worden gekocht, ter
wijl de gewone prijs slechts fr. 1,20
bedraagt.
De contracten van 1910 zijn gesloten
op basis van fr. 27 50 a fr. 28 per 14 pet.
en per 1000 K.G. beetwortelen, naar de
fabriek gebracht, terwijl de prijzen in
1909 3 a Bll2 franc lager waron.
Was dus het verslagjaar voor de ver
bouwers van beetwortelen bevredigend,
voor de suikerfabrikanten was dit niet
het geval. Velen van hen hebben door
de daling der suikerprijzen, voortvloeien
de uit de ovorproducie, verliezen gele
den. Men meent echter voor den vol
genden oogst eon daling van de prijzen
der beetwortelen en een beperking van
don aanplant te mogen verwachten.
Hierdoor zou het evenwicht tusschen
pioductie en verbruik hersteld worden.
Nogmaals is in Frankrijk het
hoofd van een misdadiger onder de guil
lotine gevallen. De terechtstelling van
Favier, die indertijd den kassiersbedien-
de Thain met hamerslagen vermooidde,
lokte duizenden naar Rijssel en de her
bergen maakten goede zaken. Monsieur
do Paris, de beul Deibier, werd bij aan
komst met zijn moortuig toegejuicht.
De weduwe van den vermoorde moet
toen zij zijn komst vernam, uitgeroepen
hebben „En zoo is er dan toch nog
recht in de wereld 1 Als er eenige
troost bestaat voor mijn vreeselijk on
geluk is het dit." Zij was niet bij de
terdoodbrenging tegenwoordig, maar dat
behoefde ook niet: „Ik weet nu dat
mijn arme man gewroken is," zeide zij,
„dat is mij voldoende."
De vader en de beide zoons van den
vermoorde kregen op hun verzoek drie
kaarten om de wraakoefening bij te wo
nen. Plaatsen aan de vensters, uitzien
de op het plein bij de gevangenis waren
duur verhuurd: eene verdieping voor
1200 frs.
Favier die tot op het laatst op gratie
gehoopt had toonde geen ontroeriDg toen
hij naar bet schavot werd geleid.
In een oogwenk was alles voorbij.
Die terechtstelling heeft steeds in het
openbaar plaats.
Er is reeds heel wat tegen de bar-
baarschheid dier openbaarheid geschre
ven, zonder gevolg tot dusver. Wel tracht
men, door voor het uur der terechtstel
ling een nachtelijk of heel vroeg morgen
uur te kiezen, den toeloop van nieuws
gierigen zooveel mogelijk te beperken.
Zoo is ook Favier des morgens te ze
ven uur onthoofd. Toch was de belang
stelling van de Rijselaars groot.
Zooals telkens wanneer de guillotine
gewerkt heeft, verheffen ook thans weer
verschillende bladen hun stem tegen de
openbaarheid van het lugubere schouw
spel. Figaro richtte zich Woensdag
morgen tot alle Kamerleden, met het
volgende
Wanneer u vanochtend wakker wordt,
mijneheeren, dan zult u zich bedenken,
en zoo noodig zal uw courant er u aan
herinneren, dat een moordenaar zoo
juist zijn schuld aan de maatschappij
geboet heeft. En ongetwijfeld zal uw
verbeeldingskracht in de loome behage
lijkheid dier lichte na-sluimering, die
aangenamer is dan de slaap, de omge
ving, waari i de terechtstelling plaats
heeft, voor u oproepen
De dag breekt aan, om zeven uur, in
een ijzigen misthuiverend staan gen
darmen en soldaten opgesteld voor de
gesloten deur van een gevangenis. Ach
ter hen een schreeuwerige menigte, die
zien wilvoor vensters vakerige gezich
ten, die wachten Op het kloine
plein de guillotine, een mand die
ook wachten. Daar rondheen de gewa
pende macht.
De gevangenisdeur gaat open zwarte
gedaanten omringen, ondersteunen een
witte gedaanteiets doodsbleeks, on
machtigs, dat een mensch was. Bijna
zoodra men de gedaante ziet, valt zij
op zijde; men hoort den doffen .slag van
een plank, die valtdan een tweede ge
luid... Dat is afgrijselijk en wie het
éen keer in de ooren klonk, hoort het
weken lang.
Is het wel noodzakelijk, dat een me
nigte zich van slaap berooft om dit ge
luid te hooren en deze dingen te zien
Neen, dat is noch noodzakelijk, noch
zedelijk, noch goed. En gij, mijne hee-
ren Kamerleden, denkt daar allen even
zoo over. Maar toch is men reeds vijf
tien jaar bezig u te vragen deze schan
delijke openbaarheid te verbieden en gij
doet dat niet.
Waarom? Dat weet gij niet eens.
Slaapt dus maar weer in, heeren 't
is bovendien nog maar zeven uur en
niemand verlangt er naar u op de been
te weten.
-s»—
:28.
Nu ik Toresa had omgekocht verheug
de ik mij op het vooruitzicht het gezel
schap van Pauline te kunnen genieten
zonder gestoord of gespionneerd te wor
den. De oude vrouw had mijn geld
aangenomen, en zou nu gewis haar best
doen om moer te oogsten Indien ik
van het meisje zelf verlof kon verwer
ven om dagelijks eenige uren in haar
gezelschap te mogen doorbrengen, be
hoefde ik niet te vreezen daarin door
Teresa verhinderd te worden. De om
koop-prijs was aanvaard, en hoewel ik
mij schaamde over het middel waartoe
ik mijne toevlucht had moeten nemen,
was mij dit toch gelukt.
Daar noodzakelijke bezighoden mij t^t
den volgenden avond van huis riepen,
was ik verplicht mijne poging tot na
dere kennismaking voorloopig uit te
stellen.
Toen ik eindelijk naar mijn logies in
Maida Vale terugkeerde, werd ik als
door den donder getroffen door het be
richt, dat mijne mede bewoonsters het
huis verlaten hadden. De hospita wist
niet waar zij heen gegaan waren. Tere
sa, die naar het scheen, altijd het gel
delijke beheer gevoerd had, had het door
haar verschuldigde betaald, en was met
hare jonge meesteres vertrokken. Meer
kon zij mij niet zeggen.
Ik wierp mij onder het verwenschen
der Italiaans.'he sluwheid, in mijn stoel
toen ik echter wat kalmer werd, keerde
de hoop in mij terug, dat Teresa wel
licht nog zoude schrijven of zelve ko
men. Ik had de begeerige blikken, die
zo op mijn geld geworpen had, nog niet
vergeten. Maar, de eene dag verliep na
den anderen, zonder tijding of boodschap.
Deze dagen bracht ik voor het grootste
gedeelte door met langs de straten te
wandelen, in de hoop mijn vluchtelin
gen weder te ontmoeten. Eerst nu ik
haar opnieuw verloren had, begreep ik
de hevigheid van mijn hartstocht. Ik
kon mijn verlangen om dat schoon ge
laat weer te zien onmogelijk beschrij
ven. En toch vreesde ik, dat de liefde
slechts van mijne zijde kwam. Indien
Pauline ook maar oen voorbijgaande ge
negenheid voor mij zoude gekoesterd
hebben, zoude zij mij niet op zulk een
geheimzinnige wijze hebben verlaten.
Maar, die genegenheid was nog te win
nen en ik was er zeker van, dat indien
hare liefde mij ontzegd word, ik nimmer
weder zou beminnen.
Ik zou nu wel naar mijn vroeger lo
gies in Walpolestreet zijn teruggekeerd,
indien ik niet gevreesd hadde Maida Va
le te verlaten, wijl dan Teresa, indien
zij haar woord mocht houden, mij niet
zoude vinden. Zoo verliepen er tien
eindelooze dagen maar toen ontving ik,
juist toen ik begon te wanhopen, een
brief.
Deze was in beschaafden Italiaanschen
stijl geschreven en onderteekend Manur 1
Ceneri. Hij bevatte eenvoudig het be
richt, dat de schrijver de eer zoude heb
ben mij dien middag te bezoeken.
Er werd met geen enkel woord mel
ding gemaakt omtrent de aanleiding tot
dit bezoek, doch ik begreep terstond
dat het in verhand stond met den wensch
van mijn hart. Dus had Teresa mij
niet- valsch behandeld. Pauline zou de
mijne worden. Ik wachtte met koortsig
ongeduld op de verschijning van dien
onbekenden Manuel Ceneri.
Eenige minuten over twaalven werd
hij aangediend en in mijn kamer gelaten.
(Wordt vervolgd.)