lijcmccn "Ttieuw*- en ^MtUnüMabivor
No. 1578.
Woensdaar 4 Januari 1911.
20' Jaarg
FEUILLETON.
""ontwaakt.
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijK 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAN te Breskens.
Frankrijk.
Inzonderheid is Parijs weer opgeschud
door de schrikkelijke tijdingeen vlieg
ongeluk, twee dooden. En de tragische
bijzonderheden van den dood van twee
jonge slachtoffers Laffont en Pola wer
den met zenuwachtigen haast gelezen.
Het was na vele dagen van mist en
regen Woensdagmorgen zeer koud en
droog weer. Maar er was veel wind,
een verraderlijke wind, die met rukken
door de stad joeg.
Als het maar eenigszins goed weer is,
zoo kondigden reeds verscheidene dagen
de bladen in hun sportrubrieken aan,
zullen in verschillende vliegkampen van
Frankrijk een aantal vliegers opstijgen,
om nog naar de prijzen te dingen, die
aan het eind van het jaar definitief toe
gowezen zullen worden.
De Groote Prijs van de Fransche
Automobiel Club stond door zijn bedrag
bovenaan in de belangstelling. Daarna
den Michelin-beker f (12,500) voor den
vlieger, die den grootsten afstand aflegde,
zonder te landen, voor 1 Januari 1911.
De Groote Prijs van de Automobiel-
Club had nog meer spanningwekkends.
Eerstens hadden de laatste pogingen,
die gedaan waren den Parijs—Brussel
Parijs met passagier te vliegen, nog
eons in het licht gestold welk een bui
tengewoon moeilijke en tegelijk gevaar
lijke opgave hier gesteld was.
Vervolgens kwam er voor de Fran-
schen dit bij, dat op het oogenblik nog
steeds een buitenlander, een vreemde
ling de eenige was, die dit zware en
stoute stuk had kunnen volbrengen. En
ofschoon die vreemdeling duchtig door
chicanes vervolgd was, bleef hij niette
min rog steeds de eenige, die in aan
merking kwam voor den prijs. Dit
denkbeeld heeft sommigen Franschen
sportjournalisten, in de laatste helft
-van deze maand soms wonderlijke din
gen in de pen gegeven ze wilden de
Fransche mededingers vooral opzweepen
om het toch te beproeven en tot dat
doel versmaadden ze niet om Wijnma-
len's schitterende verrichting zooveel
mogelijk te verkleinen. Een zeer aan
zienlijk sportjournalist schreef zelfs kort
geleden in een bitter artikel, dat de
Fransche vliegers moest uittarten, dat
Wijnmalen's verrichting in October maar
kinderspel was.
Hebben deze chauvinistische sportre
dacteuren niet eenige verantwoordelijk
heid in het schrikkelijk, ongeluk van
heden Zou zonder het ware opjagen,
dat zij in de laatste tijden, ondanks het
ongunstige seizoen, toegepast hebben,
de ongelukkige Laffont bij een zoo ver
raderlijken wind opgestegen zijn en zich
zelf en zijn vriend, voor de oogen van
diens vrouw ten doode gedoemd hebben
Arme jonge kerels! In een huivering-
wekkenden val zijn zij uit de wolken
neergestort. De rilling en beklemmende
ontroering der enkele toeschouwers van
het drama gaat over de wereld en diep
bewogen ontbloot men alom het hoofd
voor deze nieuwe slachtoffers van de
vermetelste aller menschelijke vindingen.
Portugal.
Een telegram uit Lissabon aan de
„Times" meldt, dat de regeering een
besluit heeft uitgevaardigd volgens het
welk de voormalige wet, die beleedigin-
gen tegen de Kroon strafbaar stelde
toepasselijk is op de beleediging tegen
de Republiek. De president zal onschend
baar zijn. Elke beweging tot omwer
ping van de Republiek of herstel van
de monarchie zal als hoogverraad wor
den beschouwd en streng worden ge
straft.
Officieel geen quaestie dus van samen
zweringen, van koningsgezinden maar
toch blijkbaar wel eenige vrees, welke
deze maatregelen voorschrijft, nu de
toestand van kwaad tot erger wordt,
leger en vloot zijn niet te vertrouwen
en men nooit kan weten of niet een
tegenomwenteling der ontevredenen is
te wachten, die zich dan wellicht weer
van een monarchie alle heil voorstellen,
al behoeft niet koning Manuel de nieuwe
koning te zijn.
Wjj hechten wel is waar nog niet
onmiddellijk waarde aan geruchten over
Spaansche tusschenkomst ten gunste
van den hertog van Oporto, maar geheel
onmogelijk is het niet, dat de ontevre
denen aan den hertog denken.
Het bedoelde bericht luidt, dat de
Spaansche regeeriug een gewapende tus
schenkomst voorbereidt, om den hertog
van Oporto op den Portugeeschen troon
te brengen. Talrijke Spaansche troepen
zouden worden verzameld aan de Por-
tugeesche grens.
Dat de toestand slecht is, schijnt
zeker, en dat het tot een uitbarsting
zal komen, niet onmogelijk.
Uit Londen wordt van Woensdag ge
meld, dat de vroegere Koning Manuel
gedurende vijf dagen te Londen heeft
vertoefd, waar hij inleen voornaam hotel
vele bekende en hooggeplaatste konings
gezinde Portugeezen heeft ontvangen,
voornamelijk oud-gezanten. De Konin
gin-Moeder zou er bij tegenwoordig ge
weest zijn.
Thans maakt een monarchistisch ge
zind blad te Lissabon een brief van
Koning Manuel openbaar, geschreven
toen hij na het uitbreken der revolutie
te Ericeira aan boord ging, en gericht
aan den eersten minister. Deze brief
is van den volgenden inhoud
„Waarde Teixeiro de Souza. Door den
drang der omstandigheden ben ik ge
noodzaakt met het jacht Amelie te ver
trekken. Ik ben en blijf Portugees. Ik
ben overtuigd dat ik altijd en onder al
le omstandigheden mijn plicht als Ko
ning heb gedaan en dat ik mijn harten
mijn leven in dienst van het land heb
gesteld. Ik hoop, dat degenen, die mijn
toewijding kennen, dit zullen bevestigen.
Geef aan dezen brief de grootst moge
lijke publiciteit".
Districts-ilieinvs.
Aan het postkantoor Breskens en
de, daaronder ressorteerende hulpkanto
ren, werd gedurende de maand Dec. in
de spaarbank ingelegd f 17497.67 te
rugbetaald f 5251.6712/.
24.
Hare droomerige, lustelooze oogen ont
moetten de mijne, doch schenen het
nauwelijks te weten. Ja ik was verplicht
het te bekennenmijne godin was uiterst
I ongevoelig, maar dan, hare schoonheid.
De edele, regelmatige trekken, de kifl-
1 derlijke, doch onberispelijk gevormde fi
guur, het lange bruine haar, en zelfs
deze vreemde, donkere oogen. Gewis,
geen vrouw ter wereld kon bij haar
vergeleken worden.
Bjj het afscheid nemen gaf zij mij de
hand een kleine, fraai-gevormde, zachte
hand. Ik kon mij nauwelijks weerhou
den om er mijne lippen op te drukken
- en haar te bekennen dat ik gedu
rende de laatste maanden aan hiiar, en
haar alléén gedacht hadmaar, zou
de zulk een handelwijze bij eene eerste
ontmoeting als eene onbescheidenheid
hebben kunnen worden aangemerkt, zij
zou dit gewis geweest zijn, nu Teresa
op haar bed lag, en niettegenstaande
hare pijnen, elk mijner bewegingen met
arendsoogen gadesloeg, bij gevolg kon
ik slechts mijn wensch uitdrukken om
haar ook verder van dienst te mogen
zijn, en ik verwijderde mij met eene
beleefde buiging.
Maar het ijs was gebroken, wij hadden
een handdruk gewisseld. Pauline en ik
waren geen vreemdelingen meer voor
elkander 1
De val van de oude Teresa, hoewel
hij niet zulke ernstige gevolgen had als
zij veinsde, noodzaakte haar toch ver
scheiden dagen hare kamer te houden.
Ik hoopte dat dit mij in staat zoude
stellen om mijne kennismaking met
hare meesteres te vernieuwen, maar
deze hoop werd slechts in geringe mate
verwezenlijkt. In de eerste dagen ver
liet Pauline, zoo ver ik wist, het huis
niet. Een enkele maal ontmoette ik
haar op de trap, en dan toonde ik mijn
groote belangstelling in den toestand
der oude vrouw, en hield haar zoodoen
de eenige oogenblikken „aan de praat".
Het kwam mij voor dat zij jammer
lijk schuw was, zoo schuw, dat het on
derhoud dat ik zoo gaarne gerekt zoude
hebben, al zeer spoedig zijn natuurlijken
dood stierf. Ik was niec verwaand ge
noeg om hare schuwheid en blooheid
aan dezelfde oorzaak toe te schrijven
die mij deed blozen en stamelen als ik
tot haar sprak.
Eindelijk zag ik haar op zekeren mor
gen, alléén het huis verlaten. Ik greep
mijn hoed en volgde haar. Zij wandelde
het plaveisel voor het huis op en neer.
Ik voegde mjj bij haar en bleef, na
mijne gewone informatie naar Teresa,
aan hare zijde. Ik moest immers een
poging doen om de zaken tusschen ons
op een beteren voet te brengen.
U zijt nog niet lang in Engeland
geweest, niet waar, Miss March vroeg
ik.
Eenigen tijd, eenige maanden, ant
woordde zij.
Ik zag u in de lente te Turijn, in
de kerk San Giovanni. Zij hief hare
oogen op, en keek mij met vreemdsoor
tige verwarde blikken aan.
U waart daar, op zekeren morgen
met uwe oude dienstbode, vervolgde ik.
Ja, wij gingeh daar dikwijls heen.
U is Engelsche, naar ik veronder
stel, uw naam is geenszins Italiaansch.
Mijn vader was een Ehgelschman.
Dat zeide zij, alsof zij er niet vol
doende zeker van was, of alsof het
haar geheel onverschillig liet.
(Wordt vervolgd.)