mm* m bvwkntléM. r ONTWAAKT. No. 1562. Woensdag 9 November 1910. 20" Jaarg, ÏS. FEUILLETON- Abonnement per maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. in- en Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den nitgever C. DIELEMAN te Breskens. ie. De Eerste Kamer-zetel. Nauwelijks heeft een der afgevaardig de voor Zeeland ter Eerste Kamer, jhr. K. A. Godin de Beaufort als zooda nig, wegens ongesteldheid, ontslag ge nomen, of Zelandia is reeds aan het speculeeren op den buit. Het maakt bij deze vacature aan spraak voor de katholieken op den open gevallen zetel, omdat deze geloofsgenoo- ten een vierde van Zeelands bevolking uitmaken. Als men naar dien maatstaf de onder linge verdeeling dor betrekkingen wil meten, dan zou men tot zoodanige pro porties komen, dat Zelandia thans aller minst reden heeft zich voor hare partij- genooten miskend te achten. Immers, te beginnen met het eerste college in de provincie, telt men in de Qedeputeerde Staten twee katholieken. Dst is op de zes leden een derde en doe reeds meer dan een vierde. En tegenover het aantal afgevaardig den in de Staten, wordt de verhouding nog minder gunstig, want dan staat hun aantal als 1 tot 6, zoodat, lettende op de verdeeling naar verhouding hunne aanspraak zich inderdaad maar tot 1 vertegenwoordiger zou kunnen uitstrek ken. Evenwel, we kunnen deze logica laten rusten men weet beter dat Zelandia wel zal oppassen niet van zich af te rekenen. Wie zich herinnert, dat dit blad in Oct. 1903 bjj eene Staten-verkiezing in het district Hulst schreef, dat de partij zetels dienen gered, ten koste van liberale en anti-revolutionaire tegen-can- didaten, kan eenigszins begrijpen, dat de verdeeling haar koud laat, voor zoo ver haar eigen partijbelang daarmee niet in strijd komt. Het is toch immers aan de hand van die uitspraak onaannemelijk, dat de ac tie van dit voorjaar ten gunste van den anti rev. mr Dieleman iets anders be doelde, dan diens partij wakker te hou den voor de vier katholieke zetels, bij de kort daarop gevolgde periodieke Sta ten-verkiezing. Maar dit nu verder buiten beschou wing latende, eigenen wij ons evenveel vrijheid toe de stille gedachtengang van Zelandia nader te ontwikkelen, als zij hare berekening maakt. Want zij maakt evenmin eene bere kening zonder bedoeling, als dat zij eene bedoeling heeft zonder berekening. Welnu, dan wil 't ons voorkomen, dat zij met de haars inziens billijke partij-berekening een der haren uit de buurt op het oog heeft om naar de Eer ste Kamer af te vaardigen. Als de anti rev. naif genoeg zijn om het parool van den hoofdleider hunner partij te verloochenen en Zeeland tot een half-antirev. provincie terug te bren gen, dan zou er in het district Hulst een Staten-zetel open komen, en een al leszins geschikte gelegenheid zijn om dezen door een uitgeworpen Staten-lid te doen bezetten. Dat de coalitie-vrienden voor de on derlinge verdeeling van de betrekkingen, zelve verantwoordelijk zijn, is te begrij pen, maar of over de geheele lijn die bil lijkheid zoo zal worden ingezien, als Zelandia dat voorstelt, nemen we voor alsnog niet aan. Inmiddels zullen de resultaten der onderhandelingen zich spoedig genoeg openbaren, want in de tweede openbare vergadering der Staten, half November, zal wel in de vacature moeten worden voorzien. Ratten-verdelging. In menig opzicht heeft het raensch- dom een zwaren strijd te voeren tegen de ratten-plaag. Meer nog dan men weet, zijn de rat ten gevaarlijk wegens de overbrenging van besmettelijke en doodelijke ziekten. Zoo is een viertal dorpelingen van het Engelsche graafschap Suffolk aan een pestziekte overleden, waarvan de doode lijke kiemen door ratten waren overge bracht. Sedert wordt tegen ongedierte een verdelgingsoorlog gevoerd, waaraan niet alleen de plaatselijke overheden maar letterlijk alle burgers met woede deel nemen, de laatsten ongetwijfeld ook tot de rattenslachting aangespoord door een belooning, meerendeels een stuiver per rat. Deze verwoestende, daarom door alle boeren gehate, doch nu ook door allen als gevaarlijk voor den mensch be schouwde knaagdieren, worden thans bij -duizenden daags [in Suffolk verdelgd en op allerlei manier. Talloozen wor den vergiftigd, veelal in hun holen, m< t vergiftigde lekkernijtjes, tallooze andei e gedood op stelselmatig ondernomen klopjachten, waarbij soms de diensten van fretten worden gebezigd. De om vangrijkste dezer klopjachten heeft in de rivier Deben plaats gevonden, toen hoog water honderden ratten uit hun oeverholen dreef. Doch dat de vergifti ging op groote schaal weieens haar ge varen kan hebben is te Bromeswell, bij Ipswich gebleken, waar dertien jonge fretten, welke samen een konijn veror berd hadden, spoedig na elkaar bdzwe- ken. Dat konijn kon door een besmette rat besmet zijn geworden, maar even goed vergiftigd door vergiftigd voedsel, dat voor ratten bestemd was. Vooralsnog blijven de krijgsverrichtin gen tegen de ratten in Suffolk beperkt, maar het is vrij zeker, dat zij spoedig zullen worden uitgebreid. Want vele schrandere ratten zullen wel, het drei gende gevaar inziende, over de grenzen van Suffolk uitgeweken zijn naar aan grenzende graafschappen, dan de pest- kiemen medenemende, zelf, of in de vlooien, waarmee zij altoos gezegend zijn. Zulke vlooien toch zijn, blijkens de ondervinding in Britsch-Indië opge daan, even goed bij machte ziektekiemen over te brengen als de ratten, waarop zij nestelen, niet alleen op den mensch, maar ook op andere dieren, bijv. katten, hazen, konijnen en misschien honden. Spoedig verwacht men een uitbreiding van den rattenoorlog tot de graafschap pen, welke aan Suffolk palen naderhand 8. Ik vernam het verscheuren van papier ®n rook dat dit verbrand werd. Ik hoorde hen een zwaar voorwerp van den foor opheffen, hoorde het wegwer pen van kleedingstukken, het klin ken van geld, ja zelfs het tikken van een horloge dat in mijne nabijheid op een tafel werd gelegd. Daarop gevoelde ik een koele luchtstroom, en begreep dat de deur geopend was geworden. Ik Ternam zware voetstappen op de trap, - als van mannen die een zwaren last naar beneden dragen, en ik huiverde toea ik bedacht waaruit die last bestaan meest. Vóór dat deze laatste taak volbracht was, had het weenen der vrouw opge houden, Het was eerst al zwakker ge worden, en thans hoorde ik het niet meer. Dit was een groote verlichting voor mijn overspannen zenuwen, maar nu pijnigde mij de gedachte, dat er wel licht twee slachtoffers in plaats van een mochten zijn. Hoewel minstens twee mannen dien last moesten hebben weggedragen, wist ik toch dat ik niet alleen was. Ik hoor de dat iemand zich met een onderdruk, ten zacht naast mij in een stoel liet vallen en giste dat die was achtergela ten om mij te bewaken. Ik verlangde sterk om te ontvluchten, of te ont waken en te bevinden dat dit alles slechts een verschrikkelijke droom was geweest. De overspanning of de nacht merrie werd ondragelijk, en ik zeide, zonder mijn hoofd om te wendenHoe lang moet ik nog te midden dezer af grijselijkheden vertoeven Ik hoorde dat de man zich in zijn stoel bewoog, doch hjj gaf geen antwoord. Mag ik niet heengaan smeekte ik, ik heb niets gezien. Zet mij waar gij wilt, op straat. Ik word krankzinnig als ik nog langer hier moet blijven. Weder geen antwoord. Ook ik zweeg. Inmiddels keerden de afwezig geweest zijnde mannen tot hun metgezel terug. Ik hoorde de deur achter hen dicht val len. Daarop begon het gefluister weder, en ik hoorde het ontkurken van een flesch en het klinken van glazen. Zij verfrischten zich zeker na hun werk der duisternis Plotseling ontwaarde ik een vreemd- soortigen geur, dien van den een of anderen medicijn. Er werd een hand op mijn schouder gelegd en men plaat ste een glas met eenige vloeistof gevuld tusschen mijne vingers. Drink, zei de stemde eenige die ik vernomen had. Ik wil niet, schreeuwde ik, het kan wel vergif zijn Ik hoorde een schorren lach, en Voel de een kouden metalen ring tegen mijn voorhoofd. Het is geen vergifhet is een slaapdrank en zal u geen letsel veroor zaken. Maar dit, en terwijl hij sprak, voelde ik de drukking van den kleinen ijzeren cirkeldit is geheel iets anders Kies! Ik ledigde het glas en was blijde toen ik voelde dat het pistool van mijn hoofd verwijderd werd. En nu, hernam de spreker, het ledige glas uit mijn hand nemende indien gij een verstandig man zjjt, dan zult gij, als gij morgen ont waakt, zeggen Ik ben beschonken geweest of ik heb gedroomd. Gij hebt ons gehoord doch niet gezienherinner u echter dat wij u kennen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1910 | | pagina 1