GEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. No. 1448. Woensdag 29 September 1909. 18e Jaarg, IBinnenland. FEUILLETON. 1 Eli RlSSl BRESKE\SCI1E COURANT, Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden by boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Advertentifin van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiên worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAN te Breskeus. IBinsdagochend 21 September wilde Bet ro r van de onderzeeër Hvalen van fe Zweedsche marine, die zich op 25 tolsche mijlen afstand van de Neder- blsche kust bevond, niet meer werken. Op last van den kapitein werd het anker itgeworpen met het voornemen, dat it schip ten anker zou blijven liggen, tóat het roer hersteld was. Immers ig men in, dat het moeilijk ging met n gebrek aan het roer zich naar de ven van den Hoek van Holland te geven. De commandant verlangde n sleepboot, teneinde het vaartuig Ïar den Hoek van Holland te sleepen. 1 den schipper van den Vlaardinger logger Alida werd gevraagd, of deze officier van de Hvalen aan boord e nemen, om hem te Hoek van lland aan wal te zetten, opdat die cier aldaar een sleepboot zou kunnen itellen. Op het bevestigend antwoord den schipper zond deze tegelijker een sloep om den officier af te m. De verzegelde koffer, waarmede luitenant ter zee aan boord van den kwam, bevatte kleeren van dien tier. Ie schipper van de Alida bood toen het Zweedsche vaartuig met zjjn il naar den Hoek van Holland te epen, teneinde nog vóór den nacht te komon. lp de vraag van den kapitein, hoe- 1 het sleeploon zou bedragen, ant- urdde de schipper, dat daarover de reeders moesten beslissen. Daar de com mandant nog vóór den nacht in de ha ven wilde zijn, accepteerde hij te wor den gesleept. Middelerwijl werden de reparatiön aan het roer bewerkstelligd, zoodat de kapi tein de voorwaarde stelde, dat hij de sleepboot kon gebruiken, totdat het roer zou zijn hersteld. Daar de wind ging liggen en de Alida in een slechten stroom kwam, stemde de commandant er in toe, dat de sleepboot voor anker ging liggen. Des avonds kwam het reserveroer gereed, maar het kon we gens de ingevallen duisternis niet ge steld worden, zoodat het den volgenden dag in volle zee geplaatst werd. Ter wijl daaraan gewerkt werd, begon de Alida te sleepen. Toen brak de tros, vermoedelijk tengevolge der beweging van het schip gedurende den nacht. Op de vraag van den schipper, of hij weer een tros zou zenden, antwoordde de ka pitein, dat dit niet meer noodig was, daar het roer hersteld was. Dit liet de commandant ook aan zijn officier weten met de mededeeling, dat hij gereed was om don volgenden dag te vertrekken. Den schipper werd 10 pond sterling aangeboden voor tijdverzuim. Omtrent de som durfde de schipper evenwel niet belissen buiten de rederij, waarop de kapitein door tusschenkomst van den luitenant liet weten, dat hij zich dan kon wenden tot den consul van Zweden in de eerstvolgende haven, en hij commandant zou rapporteeren aan het gezantschap te 's-Gravenhage dat dan de zaak verder wel zou regelen. Nadat de officier aan boord van de Hval was teruggekeerd, liet de commandant weten, dat hij tot vertrek gereed wasvóór dit kon plaats hebben verstreek er nog wel een uur door het manouvreeren met den gebroken tros. De kapitein van de Hval vertrok in de gedachte de haven van den Hoek van Holland te bereiken, maar toen hij de kust naderde, ontdekte hij, dat zijn schip zich bevond ten noorden van Scheveningen nabjj Katwijk (de Alida was. jet meer in het gezicht.) De kapitein vond het toen beter naar IJmuiden te gaan met eigen hulpmiddelen zonder sleepboot. Te &ll2 uur 's namiddags liep zijn vaartuig de haven van IJmuiden binnen. Na aankomst aldaar wilde de kapitein de reis voortzetten naar Amsterdam, teneinde ter reede aldaar het roer van zijn schip goed te doen herstellen en om van een goeden doortocht in het Kanaal zeker te zijn, vroeg hij den prijs voor het sleepen van IJmuiden naar Amsterdam. Dit werd met een sleep boot te IJmuiden overeengekomen voor 2 pond sterling. De boot sleepte tot de eerste sluizen en niet verder. In het bezit van een verlof van de Nederland- sche regeering om met het oorlogsschip alle Nederlandsche havens binnen te komen, vernam de commandant van den inmiddels aan boord gekomen Zweed- schen consul te IJmuiden, dat het ge bruik medebracht zich bij den comman dant van het fort te melden. Daar het reeds vier uur was, besloot de kapitein de voortzetting van de reis tot den vol genden morgen uit te stellen, te meer daar hij vernam, dat er ook een repa ratiedok te IJmuiden was. Den volgende dag 10 uur was alles hersteld, maar werd de reis nog eenige uron vertraagd, omdat de kapitein zijn rapport rfioest schrijven over het gebrek aan het roer en de bespreking met de Alida, in welk rapport gemeld werd, dat tros en touw aan den schipper moesten worden terugbetaald. Te 121/z uur namiddags was alles voor het vertrek gereed de consul nam aan boord afschoid, toen op hetzelfde oogenblik een automobiel kwam aanrij den met drie heeren, die op een bootje naast de Hval sprongen en vandaar zon der toestemming op de Hval overstap ten. Aan boord was het eerste woord van een der heeren„ik leg arrest op het schip." De kapitein liet door den consul weten, dat zij op een Zweedsch oorlogsschip waren en het dadelijk had den te verlaten. Mr Tideman, advocaat te Bloemen- daal en procureur der reederij, vroeg door bemiddeling van den consul met den kapitein te spreken. In het gesprek, dat daarna plaats vond, zeide de advo caat, dat hij handelde krachtens de Ne derlandsche wetten. De deurwaarder, die hem vergezelde, wees op zijn ambts penning aan het lint, haalde een papier uit zijn zak en toonde dat. De consul beduidde den commandant, dat het stuk de inbeslagneming van de Hval betee- kende. De kapitein merkte op, dat de +«-)•- wel het gelukkigste hart, als de 'rtste zielde diepste smart, als de zaligheid kunnen daar eqn "ilplaats vinden voor het spiedend •Ier wereld. ®n aardsch paradijs, mijmerde Mar- 'ite, toen de duenna plotseling te whyn trad uit een kronkelpad van 'uin. Een sprank van onverwacht tagen was in Mevrouw Albert's oog 'zen: "Di Mademoiselle, kom spoedig 1 zij het verraste meisje toe. Ma- Mazzana wacht u 1 Ginds bij de boomen 1 En de brengster der tijding wees op een kleinen koe- op een overhangend rotsblok ge- waaronder de saffieren wateren van het meer kabbelend en klaterend hun spel speelden. Geen sierlijker voetje had ooit de veerkrachtige zodepaden betreden, dan dat van de jonge Hebe, die thans vlug, met blozende wangen en het boofd vol vragen en gedachten, op de koepel toe trad. Zij dacht aan de vrouw, die haar moeder was en die zij nooit gekend had. Haar gestalte, zoo tenger, zoo bevallig, als die eener nimf van het klassieke Griekenland, was buigzaam en krachtig als dia van eenige Diana der Olympische dreven. In dit oogen blik dacht zij er slechts aan, het ge heim van haar leven te doorgronden, om Boris waardig te worden. Maar ook welde een gevoel van teederheid in haar boezem op, als zij dacht aan de onbekende hoedster harer prille jaren, die liefhebbende, slechts in den droom gekende vrouw, die oenmaal zich ge bukt had over haar met tranen besproeid wiegje. Het oogenblik was onvergete lijk. Van haar zou z(j hoorenvan haar zou zij eindelijk, eindelijk tijding vernemen 1 Zij staakte haar gang, toen zij eens klaps een vrouw ontwaarde, die stil en in gedachten verdiept, op het kalme, spiegel heldere water aan haar voet ne- derzag. De vreemde rees op van haar zetel, toen zjj het jonge meisjo gewaar werd en het hart van het jonge meisje klopte hoorbaar, toen de welluidende stem der dame zich liet hooren. Mijn kind, zeide zjj, en het kwam Marguerite voor, alsof zij engelenmuziek vernam, mijn kind, gij wildet mij spre ken, spreken over uzelf, kom 1 Die stem, die toon, die onvergelijkelijke aanminnigheid, waarover de koningin der kunst naar welgevallen en onbe wust van haar macht, kon beschikken, betooverden het jonge willoos boog onder haa «aJuia 4nf rri /-> Vi Zeg mij, wat gij van mij verlangt te weten, vervolgde de dame. Ik ken de droeve geschiedenis van uws vaders dood en daarom, lief kind, bespaar my het verhaal uwer jongste rampen. De spreekster had het gelaat ten deele afgewend en Marguerite Waldberg's oog kon dus een wijle in sprakelooze verbazing de aanminnige trekken, de vorstelijke schoonheid bewonderen van haar, die eenmaal de vrouw van Nimo- vitsch was. Het moederlooze kind wist niet, dat in den jagenden boezem dier bekoorlijke vrouw een hart klopte dat brandde van verlangen, om haar, het schuchtere meisje, te prangen in haar armen en haar te zeggen, dat zijzelve de moeder was, de langgezochte. Stamelend sprak Marguerite van haar jonge jaren, van haar moederlooze jeugd, van haar meisjesjaren in eenzaamheid en UofHawfillo loiHino 4AA»r»/»V»<n

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1909 | | pagina 1