MEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
No. 1446.
Woensdag 22 September 1909.
18e .Taarg.
3RESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 8 maanden ƒ0.50, franco^ per post
door het geheele rijK 0.55, voor Belgie ƒ0.625 en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden by boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentien van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond by den uitgever C. DIELEMAS te Breskens.
Onder een vrij goed gesternte ving
Zaterdag de tentoonstelling van wege
de Maatschappij van Ooft- en Tuinbouw
aan, die nu niet alleen in figuurlijken
zin maar ook in werkelijkheid hare ten
ten te Oostburg had opgeslagen.
Ongeveer half drie begaven de leden
van het bestuur en die der jury, die
jntusschen langen tijd hadden vergaderd
over de toekenning van de prijzen, het
geen met het oog op de groote concur
rentie in sommige afdeelingen lang geen
gemakkelijk werk bleek, benevens eenige
leden der Feestcommissie der Maat
schappij en corps naar het gemeente
huis, alwaar -de, we zouden kunnen
zeggen, jubileerende Maatschappij het
is immers dezer dagen 80 jaar geleden
dat zy te Schoondijke hare eerste ten
toonstelling hield door het Gemeen
tebestuur werd ontvangen.
De heer Gratama rekende het zich
een aangename taak, als voorzitter van
den raad der gemeente allen hartelijk
welkom te heeten te dezer plaatse, nu
het geldt een feest van Ooft- en Tuin
bouw. Eerlyk gezegd was het gemeente
bestuur aanvankelijk eenigszins bezwaard
met het denkbeeld nu weder in den zak
te moeten tasten, nu in den laatsten
tijd hier reeds zooveel feest is gevierd
Maar de voorstellen, hoewel ten deele
bezwaard die B. en W. aan den raad
deden werden niettemin in gunstige
stemming aanvaard, overtuigd als men
was, dat het hier een districts-feest
gold, dat doordrong tot in alle takken
der bevolking. Hij sprak de hoop uit,
dat het feest op waardige wijze mocht
worden gevierd en dat het begunstigd
mocht worden door onmisbaar goed we
der. Met den hartelijken wensch voor
den verderen bloei der Maatschappij,
besloot spr. zijne door allen toegejuichte
rede.
De heer Van Oyen bracht allereerst
als voorzitter van en namens de Maat
schappij zijnen welgemeenden dank voor
de ontvangst der Maatschappij heden
van wege het gemeentebestuur bereid,
een ontvangst waarvan men wist dat
ze, in aanmerking genomen de wijze
waarop Oostburg dat ten opzichte van
land- en tuinbouw-feesten gewoon is en
nergens verbeterd kan worden, ook thans
Weer op de meest aangename wijze
plaats heeft. Nogmaals dank voor die
ontvangst waarop hij in zijn openings
woord nader wenschte terug te komen.
Ook met dit woord stemden de aan
wezigen in, niet het minst met de dronk
die daarna door den burgemeester aan
de Maatschappij en door den heer Van
Oyen aan den burgemeester en aan den
eere-voorzitter, de oud burgemeester
Iz. van Houte, werd gewijd.
En thans werden de schreden gericht
naar het tentoonstellingsterrein, dat
wel is waar eenigszins afgelegen is,
doch welke gang ruimschoots vergoed
werd door de bijzonder gunstige ligging
en door de groote ruimte, die welwil
lend door den heer Iz. van Houte-Tromp
beschikbaar was gesteld, waardoor een
en ander op groote schaal, kon worden
ingericht.
Om nu te spreken van een heuvelach
tig terrein zou wellicht een al te weid-
sche uitdrukking zijn, maar toch is het
niet zóo vlak, dat men niet tegen som
mige afdeelingen aankijkt, en dat juist
brak het effene uitzicht en gaf aan het
geheel een aangename, rustige blik.
De tenten die in Zuidzande zulke goe
de diensten hadden bewezen waren ook
nu weer opgeslagen en bleken zoovele
inzendingen te bevatten dat ze alle ge
vuld waren. Onwillekeurig rijst de ge
dachte wel eens op of bij den omvang
dien deze tentoonstellingen nemen, ook
deze tenten wel in voldoende ruimte
zullen kunnen blyven voorzien.
Maar we spraken over het terrein.
Bij den ingang, alwaar een sierlijke
eerepoort in sprekende letters eene
stille hulde bracht aan de Maatschappij,
stond een tent die tal van werktuigen,
tuinmeubelen en dito versieringen, be
nevens de verzameling bloemen bevatte.
In de onmiddellijke nabyheid daarvan
was eene ververschingstent opgericht.
Langs hetzelfde pad kwam men by de
enorme groenten-verzameling om te ein
digen in de tent, waar het ooft het
oog boeide en het water u in den mond
deed komen.
Langs het met bruine biezen, gevormd
door een turfstrooisel-balastrude, afge
bakende breede pad gaven keurig uit
ziende bloemperken aan het geheel den
indruk van een smaakvolle aangelegde
tuin. Dat de heer Iz. Steenhart Pz.,
met dit tot in alle onderdeelen nauw
keurig uitgewerkte plan wederom alle
eer inlegde is als vanzelf sprekend.
De stilte van de hier tentoongesprei
de natuurpracht en deszelfs bijzondere
bezienswaardigheden werd af en toe
onderbroken door de tonen van den
„Apollo-god" wiens tempel zich op eene
groote open plek verhief.
Daar om heen vereenigden zich de
verschillende autoriteiten en binnenin
nam het bestuur plaats, van waar de
heer van Oyen, als voorzitter, nadat de
laatste tonen uit de koperen keelen der
Oostburgsche „Harmonie" waren wegge
storven, den dames en heeren, leden
van het gemeentebestuur, van de Feest
commissie, van de Maatschappij, kortom
allen, met een stem die doordrong tot
in alle hoeken van het terrein, een har
telijk welkom toe te roepen op het voor
de maatschappij zoo heugelijk feest, dat
begonnen was onder begunstiging van
het heerlijkste weder.
Want heugelijk is weer dit feest,
waar we een drietal dagen voor ons
hebben, waarvan de verwachtingen
eenigszins hoog gespannen zijn, in aan
merking genomen, dat we op een groot
terrein zijn installeerd. Welnu, alles
laat zich aanzien dat ook deze tentoon
stelling lang zal blijven voortleven in
de gedachtenis,, en daarmee een voldoe
ning zal zijn voor al degenen, die door
samenwerking zoo'n schoon geheel
wrochten.
Ondanks het ongunstig weer en in
weerwil van het ongunstig seizoen is
de verzameling van het fruit eenig, ook
daarom, dat het in dit kleine hoekje
van Nederland, in onze nabijheid is ge
groeid en gekweekt. Werkelijk, deze
tentoonstelling kon aan de stoutste ver
wachtingen beantwoorden.
By de opening dezer tentoonstelling
achtte hij het van pas ook hare geschie
denis te herdenken en hen te huldigen,
die haar tot zoo'n trap van bloei wisten
te brengen als we thans aanschouwen.
Het was in 1878 dat te Oostburg drie
mannen samen er over spraken of het
niet mogelyk zou zijn, nu aan de land
bouw zooveel ten koste werd gelegd,
ook de tuinbouw tot meerderen voor
uitgang te brengen.
Van die drie was spr. nog de eenige
in levende mannen dier beide ontsla
penen waren Steenhart van Sohoondijke
en Rosendaal van Groede.
Dat drietal groeide aan tot 12 en
richtten de Maatschappij op die zich de
bevordering van ooft- en tuinbouw ten
doel stelde, onder leiding van een be
stuur, waarvan P. Steenhart voorzitter,
P. Rosendaal penningmeester en spr.
secretaris was.
In 1879, het volgende jaar dus, werd
te Schoondijke de eerste tentoonstelling
gehouden dat was een begin van het
leven onzer maatschappij. Ze was be
scheiden ingericht in een herbergzaal.
Daarna vond ze plaats in Aardenburg
en toen in Zuidzande, telkens in een
herberg, maar de uitbreiding nam toe,
dat ze daarna te Oostburg, Groede,
Sluis en IJzendijke en onpieuw in Schoon
dijke in de Schoollokalen werden ge
houden, en ook het ledental nam der
mate toe dat aan het bestuur de hee
ren I. Risseeuw te Zuidzande en Jac.
de Smit te Schoondijke werden toege
voegd.
In Aardenburg werd reeds gebruik
gemaakt van de schoone en ruime voor-
kerk en in Zuidzande moesten we zelfs
eene weide nemen, waarop een ruim
terrein de groote tenten werden ge
bouwd.
Thans verkeeren we weer in hetzelf
de geval en moest de toevlucht geno
men worden tot het terrein waarop we
ons nu bevinden en welwillend door
den heer Van Houte afgestaan, waar
door we in de gelegenheid zijn aan de
stoutste verwachtingen te beantwoorden.
Maar de Maatschappij heeft zich niet
alleen bepaald tot tentoonstellingen om
de eerzucht onder verschillende perso
nen op te wekken en een zucht te
scheppen om uit te muntenze heeft
méér gedaan ze heeft zich toegelegd op
de tuinbouwkunde en de fruitteelt en
ook een cursus in het snoeien in het le
ven geroepen. Immers er zijn net als
koks ook snoeiers, die wel lange en
kromme messen dragen, maar het zijn
niet altijd goede snoeiers. De maat
schappij heeft dit belang begrepen en
een 3-jarige cursus opgerichtniet een
wintercursus, in welke tijd er niet te
snoeien valt en dus ook niet practisch
kan gele/erd- worden, maar we hebben
de leerlingen gebracht bij den boom, en
wel met buitengewoon succes. In den
beginne lachte men ons uit met dezen
cursus en zelfs in ons hoogste provin
ciaal college noemde mijnheer Huvers
haar'een knoeicursus nu, wij zijn er
nog, maar Huvers is in den knoei ge
raakt.
Het rijk subsidieert onze cursus, en
ze heeft thans een omvang genomen
dat we er nu twee hebben. Het is
onze trots dat men onze leerlingen
gaarne ontvangt en dat de beste getui
genissen van hen ons be eiken.
De eerste eindigde in 1897 en aan de
tweede is thans als leeraar door het
rijk aangesteld Joh. Risseeuw, een der
leerlingen van de eerste cursus.
We kunnen nog met eere van dien
noemen Abr. Faro, te Middelburg, de
Vey te Nieuwvliet, Tellier io den Wil-
helminapolder. Noemen we nog van den
Bunder, Polderman, Van Usem, Ris
seeuw, waarvan er ook zijn in dienst
van anderen die ook d&ar met de groots