Binnenland.
Gemengd.
handelaars een harde dobber hebben om
tegen de kapitaalkrachtige concurrentie
der groote exportfirma's op te werken
en eigenlijk alleen deze laatste goede
zaken maken.
Men heeft daarom het plan opgevat
om een eigen graanbank op te richten,
die zich uitsluitend ten doel zal stellen
om op goedkoopere wijze graan te be-
leenen. Het bedrijfskapitaal dezer bank
zal verkregen worden door deposito's
der schatkist, door deelneming van par
ticulieren en door uitgifte van obligation.
Men meldt dat Prinses Juliana zeer
voorspoedig blijft opgroeien, en dat het
eerste tandje Dinsdag is doorgekomen,
zonder dat de gezondheid der Prinses
daaronder ook maar in het minst gele
den heeft.
Maandagmorgen is het rijtuig,
waarin H. M. de Koningin en een hof
dame gezeten waren aan een groot ge
vaar ontsnapt. Ter hoogte van het ge
deelte Amersfoortsche weg, waar dit
gelijk loopt met de Kouinginnelaan, was
een draad van de telefoon geknapt en
hing tusschen de takken naar beneden
over den weg. De koetsier van H. M.
had dit niet bemerkt, tot hem plotse
ling de hoed van het hoofd werd gesla
gen.
Gelukkig had het rijtuig slechts een
geringe vaart en passeerde men juist
daar waar de draad het hoogst hing.
Was dit niet het geval geweest, .een
ernstig ongeluk met koetsier of paarden
zou zeker niet zijn uitgebleven.
BRESKENS, 17 September 1909.
Groede, 16 Sept. Alhier is aan het
strand Dinsdagavond een lijk aange
spoeld. Nadat de Burgemeester met
het feit in kennis was gesteld, werd het
per wagen naar het lijkenhuis op de
algemeene begraafplaats overgebracht.
Aangezien eenige dagen geleden in de
couranten geschreven was over het ver
drinken van een jongentje uit Vlissin-
gen, vermoedde men dat het aangespoel
de lijk dat van het aldaar verdronken
kind was.
Door den burgemeester werden Woens
dagmorgen zoo spoedig doenlijk, met
opgave van kenteekenen, telegrafisch
aan het Commissariaat van Politie te
Ylissingen inlichtingen gevraagd.
Reeds denzelfden namiddag meldde de
vader van het te Vlissingen verdronken
kind zich aan, die het lijk dan ook her
kende als te zijn van zijn negenjarig
zoontje Abraham Carel Everaers, .ver
dronken te Ylissingen 28 Augustus j.l.
Het stoffelijk overschot van het kind
is Donderdagmiddag op de algemeene
begraafplaats alhier ter aarde besteld.
Het was voor de diep bedroefde ou
ders een voldoening nog in de gelegen
heid te zijn geweest hun kind de laat
ste eer te bewijzen.
Te Hansweert is het magazij n van
de firma Ribbens, te Terneuzen, geheel
afgebrand.
Het pakhuis, tevens zeilmakerij, be
vatte vaten teer, pek en olie, zoodat
blusschen onmogelijk was.
Yerzekering dekt de schade.
Biervliet. Door de Koningin is aan
een werkman alhier ƒ40 geschonken
teneinde daarmede een nering te kunnen
beginnen met paard en kar.
De geneesheer verklaarde hem als
werkman ongeschikt.
De „Leeuw. Ct." maakt melding
van een zwaar onweder, dat zich Zon
dagnacht te ruim 3 uur boven Leeu
warden en omstreken ontlastte, verge
zeld van zware regenbuien. Van per
soonlijke ongelukken hoorde men niet
ook werd, voor zoover bekend geen ge
bouw door den bliksem getroffen. Te
Oudkerk werd een koe in de weide
doodgeslagen, terwijl een boom op een
erf werd vernield ook werd daar een
kelderruit verbrijzeld.
Dat het onweer ontzettend had ge
woed, bewees de verwarring onder het
vee in eene weide onder Birdaard. Som
mige dieren waren in de boordevolle
slooten gesprongen, doch werden gered.
Ook in de provincie Groningen moet
het dien nacht hevig gespookt hebben.
Naar uit Hoogezand gemeld wordt, is
in dien nacht bij een hevige donderbui
te Kolham een koe in de weide dood
geslagen en zijn te Kleinemeer eenige
boomen getroffen. De hevige regen, die
den donder vergezelde, heeft den polder,
die pas weer droog gemalen was, weer
geheel blank gezet. Bij sommige land
bouwers moeten de aardappels geheel
door water overdekt zijn.
Een 20-jarige dienstbode te Mar
ken is in een wegsloot verdronken ge
vonden.
In een onbewaakt oogenblik is
een drie jarig knaapje te Wormer (N.H.)
in de breede sloot tegenover zijne wo
ning gevallen en later levenloos opge
haald.
Uit de Wijnhaven te Rotterdam
is opgevischt het in staat van ontbin
ding verkeerend lijk van een onbekend
man.
Te Dordrecht is het lijk van een
13-jarigen, sedert Zondag van de vorige
week vermiste jongen aan de Buiten-
walenvest uit de rivier opgevischt.
Te Maastricht viel een kindje van
ongeveer 2 jaar in een ketel met kokend
sodawater. Verbrand over het gansche
lichaam werd het arme kindje naar Cal-
variënberg overgebracht, alwaar het
eenige uren nadien aan zijne zeer ern
stige brandwonden overleed.
Burg. en Weth. van Amsterdam
maken bekend dat het verdachte geval
van cholera bij voortgezet bacteorolo-
gisch onderzoek inderdaad gebleken is
cholera asiatica te zijn geweest.
De vier personen uit de omgeving
van den overledene die Zaterdag in ob
servatie zijn genomen, zijn tot heden
gezond.
Een vrouw te Delft, wie de vorige
week door de Haagsche stoomtram
beide beenen werden afgereden is na
een smartelijk lijden aan hare wonden
overleden.
Aan een der politiebureaux'te Am
sterdam werd een jonge vrouw geleid,
die in de Koningstraat haar zeer jong
kind moedwillig op straat zou hebben
gegooid, waarom het publiek haar te
lijf wilde.
Te 's-Gravemeer (N.-Br.) reed gis
teravond de 20-jarige H. B. met zijn
fiets tegen een rijtuig aan. Hij werd
door voorbijgangers opgenomen en naar
zijn woning gebracht, waar hij na enkele
uren is overleden.
Bij het station Nieuwolda (Gron.)
is een bejaarde, gehuwde arbeider, L.,
uit Groningen, onder een locomotief
geraakt. Zijn borstkas werd ingodrukt.
De man is kort daarna overleden.
Een zeer treurig ongeval heeft
Dinsdagnacht plaats gehad in den Oppert
te Rotterdam, waarin gevestigd is de
winkelzaak in wild en gevogelte der
firma J. Sutherland en Pronk.
Op de eerste verdieping woonde Su
therland met vrouw en een 9-jarig doch
tertje. Des avonds tegen elf uur was
de vrouw met het kind naar bed ge
gaan, terwijl Sutherland nog wat in
den winkel bleef om administratieve
werkzaamheden te verrichten, nog een
paar brieven te schrijven, om die ver
volgens op de post te brengen.
Naar men vermoedt, heeft S. zich
bevonden in een houten loodsje, dienen
de tot berging van levend gevogelte,
welk loodsje staat op het plaatsje ach
ter de werkplaatst, toen op de een of
andere wijze in den aanwezigen voor
raad veeren en andere lichte stoffen
brand moet zijn ontstaan.
Althans toen juffrouw S. des nachts
tegen 3 uur wakker werd, miste zij
haar man. Zy schoof het raam open
om te zien, of hij in den Oppert was,
daarop ging zij terug om haar man be
neden te zoeken, en bemerkte toen, clat
de werkplaats achter den winkel in
brand stond.
De vrouw ijlde de straat op, luid roe
pende om hulp, en begaf zich naar een
politie post, waar juist een agent bin
nenkwam. Hij snelde met de vrouw
mee en zag wat er gaande was. De
brand woedde in een schuurtje en deed
de vlammen uitslaan aan drie zijden.
De agent waarschuwde per telefoon de
brandweer, en ging verder, na de deur,
die de werkplaatst met den winkel
verbindt, gesloten te hebben, op onder
zoek uit, inmiddels trachtende het vuur
te blusschen. Deze politieman brandde
zich daarbij deerlijk de beide handen.
Verder gaande en zich omkeerende, zag
de agent by het schijnsel van de vlam
men het verbrande lichaam van S., dat
halverwege het trapje lag.
In matten gewikkeld droeg men het
slachtoffer naar den post aan de Galerij
waar een dokter den dood vaststelde.
De brand was des ochtens gebluscht.
De politie stelde zoo spoedig mogelijk
een uitgebreid onderzoek in naar de
oorzaak van den brand, wat door het
noodlottig verloop zeer moeilijk was.
De werkman, die de vorige week
te Zaandam een stuk hout op het
lichaam had gekregen en in het O. L.
Vrouwegasthuis te Amsterdam ter ver
pleging werd opgenomen, is thans over
leden.
Een Antwerpsch blad meldt dat
Dinsdagmorgen in de Kielwijk te Ant
werpen een vrouw aan cholera is over
leden.
Een dokter, die de doodsoorzaak vast
stelde, gaf last tot onmiddellijke ter-
aarde-bestelling van de doode. Het huis
werd gedesinfecteerd door de zorgen der
politie. Deze bewaakt het huis en houdA-
toezicht op de omringende huizen.
Het bericht verwekt te Antwerpen
levendige ontroering. Overigens is de
toestand aldaar veel verbeterd.
Op het quarantaine-station van Doel
en de omstreken van Lillo maakt eeD
der zieken het beter.
Te Doel worden door 6 artsen bezoe
ken aan boord der schepen gebracht.
Te Zelzaete en te Esschen is de hulp
van artsen ingeroepen om de vaartui
gen en treinen te onderzoeken.
Op den 18 Augustus kwam aan
de noordkust van het eiland Schouwen
aan de zoogenaamde Osse, een hert aan
zwemmen, die met behulp van een boot
door eenige dijkwerkers werd opgevan
gen en gestald in de schuur van een
dijkopzichter, aldaar tot tijd en wijle
soms belanghebbenden zich zouden aan
melden.
Het dier was wel erg schuw, maar
blijkbaar zoo vermoeid, dat de werklui
het ten slotte konden vermeesteren.
Opmerkelijk was het, dat eenige da
gen te voren bij St. Philipsland aan de
schorren van den Prins Hendrikpolder,
mede een hert was opgemerkt, dat even
wel direct vluchtte en, voor zoover be
kend, niet meer werd opgemerkt.
Thans wordt medegedeeld uit Duiven-
dijke, dat een schrijven is ontvangen
van den directeur van Artis, waarin
vermeld wordt, dat met de stoomboot
„Willem III", die op den hierboven ge
noemden datum te IJmuiden aankwam
voor den Amsterdamschèn Dierentuin
een hert aan boord moest zijn, dat even
wel verdwenen was. Ingeval de ver
dwijning op dien dag is opgemerkt aan
boord, dan ligt voor de hand, dat het
dier reeds in de Noordzee overboord is
gesprongen en, zoo schrijft men aan de
„Z. N.", dan moet dit geschied zyn op
de hoogte van het vuurschip Schouwen-
bank, daar het anders onmogelijk aan
de Osse in het Brouwershavensche gat
zou kunnen aangekomen zijn.
Zeer groot is dan toch reeds de af
stand die het dier zwemmend moet af
gelegd hebben en is het uithoudingsver
mogen om te zwemmen bij dit dier ver
bazend groot geweest.
In de „Hollandsche Lelie" zegt
freule De Savornin Lohman, dat, als zij
dochters had zij ze zou opvoeden tot
haar en tot haar eigen dienstboden
Dit klinkt in de ooren van de heden-
daagsche „ontwikkelde" (of wat daarvoor
wil doorgaan) dames schare, vrouwelijke
studenten enz., misschien heel „verne
derd". Maar ik voor mij kan met den
besten wil ter wereld niet inzien, dat
het kunnen bereiden van een lekker ge
kookt maal, het weten te beredden van
een huishouden, het de kunst verstaan
van een wasch helder en zaakkundig te
doen en te strijken, het keurig verstel
len van ondergoed, dat de wetenschap
van deze en aanverwante dingen, die
moeten gedaan worden, zooveel minder
waardig is dan, laat ons bijv. zeggen,
het postwissel-afschrijven, en aangetee-