algemeen nieuws- en advertentieblad voor het voormalig 4e district.
in vertaal uit Rnscb-Pofc
No. 1444
Woensdag 15 September 1909.
18® Jaarg,
Buitenland.
FEUILLETON.
aste
be-
inde
JE.
Hen
ge-
en
ran
BRESKENSCHE COÜRANT,
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco| per post
door het geheele rijk 0.55, voor Belgie ƒ0.625 en voor
Amerika 0,825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentien van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitarever C. DIELFJtS te Breskens.
Het is begrijpelijk, dat de reis naar
Noordpool algemeens belangstelling
left gewekt.
Er is ook een strijd, en wel van hevi-
aard, ontstaan tusschen Cook en
eary, waarvan de eerste beweert ook
i eerste te zijn geweest, die de Noord-
jol ontdekte, terwijl de laatste deze
ir voor zich opeischt.
Naar dien Cook's aanteekeningen en
istrumenten berusten bij een metgezel
thans nog op ijsbergen in Noord-
roenland jaagt, en men dus wat ge
lild moet oefenen met de openbaar-
aking van die aanteekeningen, welke
ivens het bewijs zullen moeten leveren
an zijne bestreden bewering dat hij
9 eerste Pool-ontdekker is, heeft zijn
mcurrrent Peary in de drie grootste
luranten der wereld een relaas ge-
even van zijn reis.
Omtrent zijn ijsreis lezen we
De expeditie, die zich bij Kaap Colum-
ia aan de Noordkust van Grantland
p het zeeijs begaf voor den grooten
ledetocht, bestond uit Peary, Bartlett,
rof. Mac. Millan, dr Goodsell, Borup,
larvin en Henson. Bovendien gingen
ïee 17 Eskimo's 133 honden en 19
leden. De expeditie was in drie groe-
en ingedeeld. Bartlett leidde de voor-
oede, dan kwam de groep van Marvin
Borup, daarachter Peary met het
ros der deelnemers. Reeds den eersten
ag het woei een sneeuwstorm
eraakten eenige sleden onklaar en
moesten er Eskimo's terug naar Kaap
Columbia om uit het kampement aldaar,
dat Crane City was gedoopt, reserve
sleden te halen. Volgens het plan zou
de eerste groep (onder Bartlett) vooruit
gaan om door het ruwe ijs bij de kust
een pad te effenen voor de hoofd-colonne,
hetgeen ook geschiedde.
Den 16en Maart merkte Peary tot
zijn groot leedwezen, dat een van Mc.
Millan's voeten bevroren was. Dat was
al sinds 2 of 3 dagen het geval geweest,
maar Mc. Millan had het stil gehouden
iu de hoop, „dat het wel weer vanzelf
terecht zou komen". Doch toen Peary
den toestand van den voet had onder
zocht, begreep hij dat Mc. Millan niet
verder mee kon. Deze werd dus terug
gestuurd. Gelukkig waren Marvin en
Borup net den dag te voren zich met
hun honden bij de hoofdgroep komen
voegen, zoodat Peary honden en sleden
kon missen, om die met Mc. Millan te
rug te zenden. Borup en Marvin waren
namelijk teruggestuurd om nieuwe voor
raden brandstof en alcohol te gaan ha
len. Dien 16en (breedte of lengte wor
den niet aangeduid) werd een looding
uitgevoerd, die een bodemdiepte van
825 vadem aantoonde. Peary besloot
daaruit, dat hij den z.g. onderzee-drem
pel van de kust ql voorbij was.
Het moet ergens tusschen 84° en 85°
zijn geweestbij 84° gaf een looding
nog pas 110 vaam. Deze overgang van
kustzee in diepe zee komt ook tot uiting
in de geaardheid van het ijs aan de op
pervlakte. Ter plaatse van dien over
gang worden n.l. in den regel breede
open kanalen, door Peary „the big lead"
genoemd, aangetroffen. Het zee-ijs ten
noorden van „the big lead" drijft lang
zaam in oostelijke richting. Het ijs ten
zuiden er van ligt betrekkelijk vast ten
opzichte van de kust.
Peary had nu met de voorhoede, de
regeling getroffen, dat deze sliep als
de hoofdgroep marcheerde en omgekeerd.
Zoodoende was er steeds eenmaal per
dag contact tusschen die groepen. Als
de hoofdgroep, met de zwaarbepakte
sleden in het kamp van de voorhoede
kwam, trok die weer verder om den
weg te banen en te effenen.
Toen de expeditie het record van den
hertog der Abruzzen geslagen had, werd
Marvin naar de kust teruggestuurd.
Tot afscheid zeide Peary enkelBeste
kerel, pas goed op de jjsspleten. Dat
was 24 Maart. Maar zelfs die goede
raad heeft Marvin niet voor zijn nood
lot kunnen behoeden de jonge geleerde
is op den terugtocht verongelukt.
Yan de aanvankelijke deelnemers was
reeds vroeger dr Goodsell en later Borup
teruggestuurd.
Peary en zijn makkers zetten den
tocht over de drijvende ijsvelden voort
de omstandigheden waren gunstig, maar
de mistige atmosfeer bemoeilijkte het
schatten van afstanden. Den 25en Maart
werden dikke sneeuwlagen aangetroffen,
zóó dat zij alle spleten en kuilen in het
jjs als 't ware vulden. Hier kwam Pe
ary de voorhoede achterop; hij vond
Bartlett en de zijnen uitgeput, ja bijna
ontmoedigd. Maar hij wist hen weer
aan het werk te krijgen. Den volgen
den dag werd Bartlett opnieuw inge
haald door de hoofdgroep. Men trof
hem aan voor een breed open kanaal.
De expeditieleden bouwden nu sneeuw-
hutten en legden zich te ruste. Peary
werd echter plotseling uit den slaap
gewekt door het in beweging raken van
het ijs. Op slechts enkele meters af
stand van de hutten had zich een bree
de scheur geopenden het had niets
gescheeld of een van de honden span
nen was te water geraakt.
Een ander span was bijna onder ijs
blokken verpletterd.
Het ijs ten noorden van de spleet
welke zich had geopend dreef af naar
het westen, dat ten zuiden der spleet
en waarop de expeditie zich bevond,
naar het oosten. Peary schopte een
opening in de hutten waar de slededrij
vers sliepen en beval hun de sleden
voor het vertrek gereed te maken, ten
einde op het eerste gunstige oogenblik
de wijk te kunnen nemen. Ofschoon
het ijs nog lang in beweging bleef, sloot
de spleet zich tenslotte, en met snelheid
werd nu de overtocht uitgevoerdmaar
dikwijls moest de sledenkaravaan over
ijs gaan, dat zoo dun was, dat het zich
boog onder het gewicht van menschen
en dieren. Echter werd op eenige ki
lometers verder naar het noorden dik
ker ijs bereikt, waarover de sleden snel
vooruit komen konden.
Den 28en Maart, voor het eerst sinds
de karavaan Kaap Columbia had veria-
33.
Op elke bladzijde van het geschiedboek
er menschheid blinkt de liefde der
rouw in helderen glans uit, als een
'eerschijn van den hemel zelf, die haar
et aanzjjn gaf. En teeder en liefelijk,
f vertreden in het slijk, het hart der
rouw bljjft heerschen, door alle tijden
een.
Terwijl de Prometheus van den Oeral
zijn adelaarsnest ten prooi was aan
elfverwijt en hartstochtelijk verlangen,
at Boris Milutin met een bedrukt ge
lat in het boudoir van gravin Xenia
Berg, in haar ville te Weenen, en luis-
erde naar hetgeen zijn bekoorlijke
'riendin hem te zeggen had. Een waas
'an smart lag over het knappe gelaat
'an den officier verspreid, toen de gra
vin tot hem zeide
„Vraag mij niet, Boris, nu niet, om
den sluier op te heffen, die het verleden
van Marguerite Waldberg bedekt. Haar
ziel is blank als het edelweisz der
Alpen, wees daarvan zeker. Maar volg
mijn raad en neem thans nog geen be
sluit, dat u voor het leven zou binden.
Wij gaan donkere dagen tegemoet.
Luister eens, ging de dame voort en
haar stem klonk nog ernstiger dan te
voren. Marguerite is een engel en mjj
heeft zij waardig gekeurd om haar ver
trouwelinge te zijn. Maar toch weet
ik niets, en zijzelfs evenmin, omtrent
haar verleden, haar kindsheid. Met
driedubbele sloten is dit geheimzinnig
tijdperk van haar leven afgesloten. Al
leen kan ik u zeggen, dat de bankiers,
die haars vaders kapitaal beheeren,
haar hebben medegedeeld, dat het Rus
sische gouvernement voortgaat met het
uitbetalen van pensioen en wel tot een
bedrag als dat, waarop de dochter van
een generaal-majoor recht heeft. In
hun handen bevindt zich op het oogen
blik een er.orm bedrag aan geld en
waardepapieren. De toekomst van het
meisje is derhalve, materieel althans,
volkomen gewaarborgd. Maar de fami
lie-papieren, haar levensgeschiedenis, de
sleutel van het raadsel, berusten bij deu
Prior van het» Jasnagora klooster in
Polen. Een verzegeld schrijven van
haar vader heeft haar doen weten, dat
de Prior en na hem zijn opvolgers de
bewaarders zijn van de papieren en dat
onze Marguerite die schat zal kunnen
opeischen, wanneer zij vijfentwintig jaar
oud zal zijn geworden.
De rekeningen van den bankier wor
den elk jaar nagezien door een verte
genwoordiger van den Prior en alles
wat Marguerite verder mag ten deel
vallen wordt op gelijke wijze, tot aan
haar meerderjarigheid, beheerd.
Een vreemde, dolle geschiedenis,
dacht Boris. Het arme kind moet dus
bij voortduring blijven zuchten onder de
wolken van haar mysterieus verleden.
Ik begrijp het al 1 Generaal Michael
Waldberg was zonder twijfel een ijverig
Roomsch-Katholiek en heeft geen beter
middel geweten, om zijn geheim te be
waren, dan het toetevertrouwen aan de
hoede van een priester.
Boris had de laatste woorden halfluid
uitgesproken.
Ge hebt gelijk, gaf de dame op
zachten toon ten antwoord. Generaal
Waldberg heeft zonder twijfel het ver
leden en de toekomst van zijn kind op
die wijze willen verzekeren. Ge zult
dus moeten wachten, Boris, lachte z(j
treurig, tot Marguerite haar pelgrims
tocht naar Polen zal hebben volbracht,
alvorens haar over zekere zaken te
spreken, voegde zij er ondeugend bij.
(Wordt vervolgd.)