IIIIE S k E N S CII15 C O U1Ï A i\ T.
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
Ee» vertaal til Rissiscl-Polei.
No. 1436.
Woensdag 18 Augustus 1909.
18° Jaaru;
Buitenland.
FEUILLETON.
Abonnement per P maanden Ü.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 0.82'' bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Hit lilud verschijnt eiken IMnsduir- en Vrijdagavond hij den uitgever C. DIEMitlAX te Rreskeng.
De staatkundige hemel ziet er nu niet
beelemaal onbewolkt uit. Die. Kreten,
zer-kwestie zou tusschen Turkije en Grie
kenland wel eens op een worstelpartij
kunnen uitloopen.
Immers in de jongste nota der Turk-
sche Porte aan Griekenland wordt de
formeele verklaring van Griekenland
verlangd dat het geen eerzuchtige be
doelingen ten aanzien van Kreta heeft.
Ook wil de Porte dat de van de lijsten
van het Grieksche leger geschrapte of
ficieren van Kreta zullen worden terug
geroepen Voorts eischt Turkije de
bondige verzekering dat de Grieksche
consuls in het Turksche Rijk «zich niet
meer met groot-Grieksche propaganda
zullen inlaten.
't Ziet er wel wat onheilspellend uit.
En zoo'n uitwasje in het Oosten van
Europa is nooit te vertrouwen omdat
er samensmeltingen van belangen nooit
zijn uitgesloten.
Herinneren we, aan de hand van
iemand die op Kreta de toestanden
heeft mee gemaakt, aan het najaar van
1908 toon de crisis in het oosten in
het leven werd geroepen door een drie
tal staatsgrepen.
Oostenrijk lijfde Bosnië in, Bulgarije
verklaarde zich onafhankelijk en Kreta
verklaarde zich vereenigd met Grieken
land. Den 7den October 1908 werd
door het Kretenzer parlement de pro
clamatie ten gunste van Griekenland
uitgevaardigd. Na die proclamatie heeft
de hooge commissaris, zich niet meer
op het eiland vertoond. De regeering
legde haar ambt neer en de in buiten
gewone zitting bijeengeroepen Kamer-
koos uit de verschillende partij-leiders
een uitvoerend comité, dat opdracht
kreeg het eiland in naam van den
Griekschen Koning te besturen en de
totdusver geldende Kretenzer wetten
slechts in zooverre toe te passen als
ze niet met de wetten van Griekenland
in strijd waren. De proclamatie werd
ter kennis gebracht van de consuls der
beschermende mogendheden en den 28en
October 1908 antwoordden deze laatsten
dat vereeniging van Kreta mot Grieken
land afhankelijk was van de toestem
ming der mogendheden, die verplich
tingen hadden aangegaan tegenover
Turkije.
Verder verklaarden de mogendheden,
dat zij de bespreking der kwestie met
Turkije in welwillende overweging zou
den nemen, als de orde op het eiland
gehandhaafd werd en als de veiligheid
der Mohammedaansche bevolking werd
gewaarborgd. De verzekering dier wel
willendheid werd in Juli 1909 herhaald.
Aan de door de mogendheden gestel
de eischen, hebben de Kretenzers vol
daan.
De Kretenzers beschouwen als eerste
bewijs van de „welwillende overweging"
het terugtrekken der Europeesche troe
pen van het eiland. Is die stap niet
een half-ambtelijke erkenning van den
huidigen bestaanden toestand Welnu,
deze is Grieksch. Bestuur en rechtspraak
geschieden in naam van den Griekschen
Koning. Alle ambtenaren hebben den
eed van trouw aan koning George af
gelegd. Sinds October 1908 dragen de
postzegels de beeltenis van den Griek
schen Koning. Het offlcieele blad en
alle ambtelijke stukken dragen het op
schrift „Koninkrijk Griekenland". Ten
slotte is het huidige uitvoerend comité
door de consuls der beschermende mo
gendheden als de wettige regeering van
het eiland behandeld.
Er zou desnoods een financiëele over
eenkomst met Griekenland gesloten
kunnen worden. Het argument van
Turkije, dat verlies van Kreta een
noodlottige uitwerking zou hebben voor
het Turksche gezag op de andore eilan
den van den archipel, moet een onbe
teekenend voorwendsel geacht worden,
waarmee men te Konstantinopel niet
eens zal zijn.
Het is een dwaze poging van Turkije
de gedurende de 12 jaren (1897 1909)
door den wil van Europa verworven
rechten van Kreta thans van nul en
geener waarde te willen verklaren.
Griekenland, maakt door zijn correcte
houding een oorlog met Turkije onmo
gelijk. Mocht Turkije toch Griekenland
op 't lijf vallen, dan zou een mogelijke
strategische overwinning der Turken
door een diplomatieke nederlaag gevolgd
worden. De dreigementen der jong-
Turken hebben ook niet ten doel Grie
kenland of Kreta bang te maken zij
willen slechts invloed oefenen op de be
schermende mogendheden, 't Is Tur-
kije's eigen belang zijn barsche houding
te laten varen. Dat zou kunnen ge
schieden op een wijze, die de waardig
heid van Turkije niet te kort doet. De
stem van het verstand zal ten laatste
moeten zegevieren. Een oorlog met
Griekenland is onmogelijk, de herove
ring van het eiland zou niet worden
toegelaten. En al wilden de mogend
heden het toelaten, Turkije zou toch
niet in staat zijn een oorlog op Kreta
te voeren. Het land is bergachtig als
Montenegro en wordt bewoond door een
dapper en krijgshaftig volk.
De bewapening is volkomen naar
eisch en de Kretenzers hebben alle
stategische punten. De aanvallers zou
den in elk geval ontzaglijke verliezen
lijden. Turkije heeft reeds vroeger bit
tere ervaringen opgedaan met Kreta.
Het weet, dat gevolgen van den drieja
rigen grooten opstand op Kreta in 1866
tot 1869 zich nog in den oorlog van
1878 terdege hebben doen voelen. Tur
kije zou 100,000 of 150,000 man noodig
hebben en hun operaties zouden zich
moeten beperken tot de steden. Want
nog nooit hebben Turksche troepen
Kreta in eigenlijken zin beheerscht. Zij
waren alleen meester in de steden en
aan de kust, maar niet in de gebergten
van het binnenland.
Het moet daarom vrijwel duidelijk
zijn dat thans de oplossing, die als de
eenig afdoende en de eenig mogelijke
beschouwen, hoogstens nog vertraagd
kan worden, maar op den duur onver
mijdelijk is. Want de beschermende
FO-t—«f-
125.
Alleen de gedempte stemmen van
den inspecteur en kolonel Milutin, die
bleven waken tot den ochtend, werden
bij tusschenpoozen vernomen. De in
specteur maakte zijn voorloopig rapport
gereed en vroeg daarbjj enkele inlich
tingen van Boris.
Ik veronderstel, dat wij hier te
doen hebben met de werkzaamheden
van het een of ander geheim genoot
schap, meende de plechtstatige politie
man, terwijl hij ijverig schreef. „Maar
ik wil u thans geen verdere vragen
stellen. Voor uzelf behoeft ge u niet
ongerust te maken. De man, dien gij
neerschoot, was blijkbaar de moordenaar
en verdiende derhalve niet beter.
Boris Milutin's geest was inmiddels
bezig, om de draden van het langver-
geten verleden te ontrafelen. Terwille
van Marguerite zou hij zwijgen van
hetgeen hij had ontdekt, zelfs tegenover
gravin Xenia. Maar mijn vader zal
het weten, aldus besloot hij. Hij was
tijdens de catastrofe in Polen en kent
haarfijn de intriges van die dagen. Hem
zal ik vragen 1
De eerste man, die het huis der
rouwe betrad, zoodra de zon de heuve's
van Loschwilz bescheen, was de grijze
geneesheer Abraham Cohn. De oude
man beefde, toen hij den blik sloeg op
den vermoorden man.
God van Jacob 1 prevelde hij. Ne
mesis is gekomenIn al zijn zonden
heeft hij, plotseling weggerukt, de groote
reis moeten aanvaarden op de duistere
Zee des Doods I Ik heb het gevreesd,
ik heb het gevreesd, want de bron,
waaruit zijn ziekte ontsproot was te
vinden in de dagen van het duister
verleden, en aan die ziekte moest hij
sterven. Ik wist het, ik wist het 1 De
bloedwrekers hebben zijn spoor gevon
den en linn dolk maar al te wei den
weg naar zijn hart 1 Zuchtend verliet
hij het sombere huis. Ter wille van
het schoone kind, dat hij had leeren
liefhebben en dat zoo vaak het lokkig
hoofd gebogen had onder zijn zegenende
handen, zou hij zwijgen, voor altijd
zwijgen, en het geheim der schande
met zich meden'emen in het graf.
De dag, die volgde op den nacht dei-
verschrikking, was een difg vol opge
wondenheid en koortsachtige drukte.
Alleen de duister gehouden kamer, in
de villa de Berg, waar Marguerito Wald-
berg in het gezelschap barer zorgvuldi
ge vriendinnen vertoefde, was stil en
vreedzaam. Niemand waagde het tot
de weenende weeze te spreken van de
vreeselijke wraakneming van het ge
heime genootschap.
Met de stiptheid van den soldaat had
Boris Milutin onverwijld een telegrafi
sche boodschap gezonden aan het ban
kiersbuis te Weenen. Hoe kiesch ook,
de omstandigheden leidden er toe, dat
zoowel Boris als gravin Xenia, eenigs-
zins bekend geraakten met de omstan
digheden van den overledene, althans
met zijn geheimzinnige verrichtingen
in de laatste jaren.
Zonderling zeer zonderling 1 had
Boris Milutin gepeinsd. „Een Russisch
generaal en een man van grooten rijk -
kom en toch heb ik nooit of nim
mer iets van hem vernomen.
Misschien was het een burgerlijke au
toriteit, met den rang van Excellentie
en heeft men hem hier, door die titu
latuur op oen dwaalspoor gebracht, tot
generaal gemaakt.
(Wordt vervolgd.)