ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
Soi vertaal ilt Bassiscl-Polei.
No. 1430.
Woensdag 28 Juli 19ü9.
18® Jaarg.
Kuiten land.
FEUILLETON.
BRESKENSCIIE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België /0.62s en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Ad verten tiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit lilad verschijnt eiken Itinsdajr- en Vrijdasravond bij den uitsrever O. DIEUWAV te Breskeus.
Na een opmerkelijk langen duur van
het kabinet-Clemenceau heeft dit einde
lijk zijn ontslag aan den President aan
geboden.
De Kamer hield zich bezig met de
bespreking over het verslag der onder-
zoekingscommissie betreffende de mari
tieme aangelegenheden.
Picart, de minister van marine be
weerde dat, indien er in het verleden
fouten begaan zijn, deze toch te goeder
trouw zijn voorgevallen. In 't vervolg
zal de minister rekening houden met
sommige eischen. De Kamer zal voort
aan nauwkeurig in kennis worden ge
steld met de totale uitgave welke door
de marine gevorderd wordt. Br zal een
beroep worden gedaan op de concurren
tie bij de levering van stoomketels en
maritieme benoodigdheden.
Delca9sé kritiseerde de vlootpolitiek
der drie voorgaande ministers. Men
verspilde groote sommen gelds voor den
bouw van kleine schepen, en wanneer
men groote kruizers op stapel zette die
minder snelheid hadden dan de Engel-
sche of Duitsche schepen, veranderde
men aanhoudend de plannen.
Delcassé verweet ook aan de regeering,
dat zij de maatregelen, welke door de
admiraals ep commandanten der sche
pen voor noodzakelijk werden gehouden,
hadden verwaarloosd, deor welke maat
regel catastrofen als die der Jéna had
den kunnen vermeden worden. Daar
de regeering haai plicht had verwaas-
loosd moet de Kamer de noodige eischen
alvorens tot toestemming der gevraagde
vlootgelden over te gaan. Clementeau
verklaarde dat het heele ministerie zich
solidair houdt met den minister van
marine, en hij verwijt aan Delcassé te
durven spreken over zorgeloosheid, daar
hij, Delcassé, Frankrijk in de Algeciras-
kwestie geleid heeft.
Delcassé antwoordde hierop dat het
hem niet gegeven geweest is al dat ge
ne voor zijn vaderland te doen, wat hij
graag zou hebben willen doen. De pre
sident van den ministerraad was ambts
halve president van de enquête-com
missie voor de marine toen ik minister
was.
Clemenceau noemde de Algeciras-kwes-
tie de meest vernederende die Frank
rijk heeft ondergaan. Hierop weerklon
ken heftige protesten. Clemenceau ging
voort, zeggende dat hij dit gezegd heeft
omdat de ministers van oorlog en ma
rine destijds over deze quaestie onder
vraagd, antwoordden dat zij niet gereed
waren.
Daarna word in stemming gebracht
de voorrang van een motie van vertrou
wen die door Clemenceau was aanvaard.
Met 212 tegen 176 stemmen werd de
voorrang geweigerd.
De ministers verlieten daarna, Clemen
ceau voorop, de zaal onder applaus van
de oppossitie.
Daarna stelde de voorzitter de stem
ming over de motie zelve aan de orde,
die met groote meerderheid werd aan
genomen, waarna de Kamer tot Donder
dag werd verdaagd.
De afgevaardigden verlieten in druk
gesprek over het voorgevallene de zaal.
Onmiddellijk na de stemming verlie
ten de ministers het paleis Bourbon
om zich naar den president der repu
bliek te begeven, teneinde hun ontslag
aan te bieden.
Het gaat met Spanje in Noord-Afrika
alles behalve als van een leien dakje.
Integendeel bezorgen de Mooren hen
aardig wat werk en wordt de strijd
met eiken dag ernstiger en bloediger.
Niet alleen hebben de Mooren zich
door hun nederlaag van vorige week
Zondag op Maandag niet laten ontmoe
digen, maar zij zijn teruggekeerd met
grooter moed, in grooter aantal en taaier
volharding en zij hebben van den 20sten
tot den 21sten zoo vol doodsverachting
het kamp van generaal Marinas bestormd,
dat slechts een uiterste krachtsinspan
ning de nederlaag der Spanjaarden kon
verhoeden.
Reuter meldt uit Madrid de officieele
opgaven der verliezen, welke de troepen
van generaal Marinas in dezen laatsten
kamp hebben geleden en ook de ver
liezen teekenen de groote hardnekkig
heid en heftigheid van den strijd. Ter
wijl de Kabylenaanval van Zondag op
Maandag slechts een 40 Spaansche sol
daten door dood of verwonding buiten
gevecht stelde, vielen er in den strijd
van Woensdag 32 soldaten en een ka
pitein behalve de 59 zwaar en licht ge
wonde soldaten.
Heel vroeg in den avond begon de
strijd en eindigde pas om 6 uur 's mor
gens. Generaal Marinas was door een
Kabylenruiter van de aan Spanje trouw
gebleven stammen van den opmarsch
der vijandelijke Mooren verwittigd en
had derhalve zijn troepen gereed voor
den strjjd. De Kabylen rukten aan op
het tweede station van den mijnspoor-
weg met de duidelijke bedoeling om
generaal Marinas verbinding met de
voorposten te verbreken.
Tegelijkertijd stormden zij ook los op
den uitersten rechtervleugel, waar de
commandeerende luitenant zoo sterk in
het nauw werd gebracht dat hij slechts
door een stoutmoedigen uitval zijn po
sitie kon behouden.
Ook de generaals Peal en Imaz, die
de stationsstellingen te verdedigen had
den, kregen het kwaad en moesten de
hulp der artillerie inroepen, wolke toen
de opdringende Mooren tot stilstand en
wijken bracht.
De Mooren echter verloren den moed
niet, en pas in den morgen van den
volgenden dag slaagde generaal Marinas
er in, geholpen door de hem toegezon
den hulptroepen, de Kabylen voor goed
tot wijken te brengen.
Zwaar zijn de verliezen der Spanjaar
den, gelijk reeds gezegd, nog veel zwaar
der natuurlijk die der Mooren, doch in
dien generaal Marinas geen afdoende
versterking krijgt, ziet het er onrustba
rend uit. De Mooren schijnen ook nu
nog niet van plan den strjjd op te ge
ven. Een Reuter-telegram uit Melilla
F®-*—«-{■1
120.
„Ja 1 Ja 1" antwoordde een dof gebrom.
Het offer van een menschenleven was
aangenomen. De stembus werd opnieuw
geplaatst en in ademlooze stilte hoorde
men de stem achtei het scherm zeggen
„Trekt thans 1 Er zijn nog twee ge
kruiste loten in de urn 1»
Het was evenzoo doodstil in de zaal,
toen man na man voorbij de tafel gin
gen en een lot uit het bekkeneel namen,
maar een glans van wilde vreugde ver
lichtte het gelaat van den haveloozen
vrijwilliger, toen hij de handen drukte
van de beide door het lot aangewezenen,
die sprakeloos de gekruiste briefjes be
zagen, in hun bevende vingers.
Alweder vernam men de stem van
den verborgen leider: „Broeders, gaat
nu heen en laat de vier gekozenen al
leen blijven 1 Tot de volgende bijeen
komst 1 Vaartwel 1" Vóór nog de echo's
van de holle stem volkomen waren
weggestorven, was de vreemdsoortige
vergadering uiteengegaan. Maar ieder
had ernstig en met nadruk de handen
gedrukt der vier lotgenooten en gefluis
terd „Geen pardon 1 Den dood 1"
Dien avond laat trokken vier mannen
langs verschillende wegen, naar Dresden.
Op de tafel met het doodshoofd waren,
nadat de broeders vertrokken waren,
twee rollen blanke Napoleons neergelegd
en vier dolken van verschillenden vorm,
en de stem achter het scherm had ge
zegd
„Zoodra het weder volle maan zal
zijn, zullen wij uw berichten hier in
wachten. Gtf kent allen den chef te
Berlijn. Hij zal u in alles van dienst
zijn. Gaat, broeders 1"
Wanneer iemand op dien stormachti-
gen avond voor een oogenblik een schuil
plaats zou hebben gezocht in het cara-
bet van den Witten Adelaar, dan zou
hij daar niets verdachts hebben bespeurd.
Pratepd en drinkend had hij daar een
aantal personen gevonden, die echter
spoedig en als steelsgewljze een voor
een vertrokken, om in de duisternis
daar buiten te verdwijnen Door niets
zou hem echter verraden zijn, dat die
mannen zooeven het doodvonnis hadden
uitgesproken over Michael Waldberg.
Het was een paar dagen later, dat
Marguerite Waldberg omstreeks midder
nacht gewekt werd door een vreemd
gestommel in haar vaders kamer. De
slaap van het meisje was sinds langen
tijd onrustig geweest en in de weken,
die verloopen waren sedert zij het ge
waagd had de vraag, die voor haar een
levensvraag was, op de lippen te nemen,
had zij rust noch duur gehad. Zij had
gewacht tot al de toebereidselen voor
hun vertrek naar Amerika nagenoeg
gereed zouden zijn. En nu, zij wist
het, zij gevoelde het, nu zou zij den
grooten stap moeten wagen en Boris
Milutin persoonlijk haar dank gaan be
tuigen voor zijn ridderlijk gedrag. Heen
te gaan zonder hem de hand gereikt te
hebben, het zou haar onmogelijk zijn
geweest, zelfs ondanks het streng ver
bod haars vaders. Mysterie en verdriet
trof zij allerwegen aan haar jong leven
was doorweven van geheimzinnigheid.
Wat ging haar die Madame Mazzana
aan en toch, waarom had zij gehuiverd,
toen zij de tijding vernomen had, dat
de kunstenares plotseling Dresden had
verlaten, alle verbintenissen voor de
wintercampagne verbroken en haar villa
aan het Comomeer had betrokken.
(Wordt vervolgd.)