Binnenland. 390 Staatsloterij. Handelsberichten. &.f,II ui Adveïtentiëii. twee jongens Een flinke jongen intrede in het kerkgebouw deed. Het 150 leden tellende koor van de Koninklijke zangvereeniging Excelsior, hief, terwijl alle genoodigden en verdere aanwezigen zich eerbiedig van de zetels verhieven, het loflied gezang 2 1, (wij ze Ps. 36) aan Den Hoogen God alleen zij eer Elk kniel' voor Hem aanbiddend neer, Elk moet Hem dank bewijzen. Ja Hem, die ons zoo eindloos goed Verzorgt en in gevaar behoedt, Moet al het schepsel prijzen. Heft aan Heft aan roemt Zijn Gena Hij sloeg ons mededoogend ga, Hij schonk ons Zijn bescherming. Zingt dan den hoogen God ter eer I Aanbidt Hem 1 buigt u dankend neer, Looft God 1 looft Zijn ontferming. Onder dit indrukwekkend gezang schreed de Vorstelijke stoet, gekomen langs een doorgang, verkregen deels door afschieting van de vestibule met wanden, bekleed met stoffen, en gedeeltelijk door rijen gewassen de kerkruimte binnen. Thans nam de gewichtige plechtig heid een aanvang. De waarnemende Hofprediker, dr J, H. Gerretsen, riep van den kansel allen aanwezigen een hartelijk welkom toe. In het bijzonder richtte zijn weleerw. zich tot de Vorstelijke ouders, de Ko ningin-Moeder en de Groot-Hertogin- Moeder. Hij begon er op te wijzen, dat wij niet tegenwoordig zijn om een toespraak aan te hooren, maar om te doopen. Om dit te kunnen doen moeten wij evenwel zijn voorbereid. Deze voorbereiding is het doel van het korte woord dat hij thans naar aanleiding van Lucas VII, vs. 15b, waar wij lezenEn Hij (n.l. Jezus) gaf hem zijne moeder, ging uitspreken. Vooraf werd eerst gezongen nog Ps. 103 1 en 2 (Loof, loof den Heer mijn ziel, enz.) Daarna sprak dr Gerretsen in hoofd zaak aldus Het tekstwoord is ontleend aan de bekende geschiedenis van de opwekking van den jongeling te Naïn. Schijnbaar heeft deze geschiedenis niets met deze doopplechtigheid te maken. Doch dit is slechts schijn. Immers is de doopi wanneer wij acht geven op de oude gewoonte der onderdompeling, een be graven worden met Christus. Zoo wil len wij heden onze Prinses Juliana met Christus begraven, opdat Zij met Hem moge worden opgewekt in een nieuw leven. Nauwer met den doop is evenwel dit tekstwoord zelf verbonden. De Heer geeft den jongeling aan Zijn moeder Hierin ligt opgesloten, dat het kind door de opwekking uit den dood des Heeren eigendom geworden is. En juist hieraan, dat onze kinderen des Heeren zijn, komt ons de doop her inneren, gelijk dit in het algemeen de grondwaarheid der Reformatie is, dat wij, zooals wij zijn, des Heeren eigen dom zijn. Deze gedachteonze Kinderen zijn des Heeren eigendom, geeft ons rust. Allerlei gevaren omringen onze kinde ren, niet het minst die van Vor sten. Welk een troost, te wetenzij behooren den Almachtigeo Heiland toe. De Heer gaf het Kipd aan zijn goe der. Zij ontving hem levend van Hein terug. Zoo ontvangen ook de ouders hun Kind van den Heer terug, nadat zij het Hem met den doop hebben gegeven, maar anders, rijker, begenadigd. Nog eenmaal keeren wij terug tot ons tekstwoordDe Heer geeft het Kind aan de moeder, d. i. Hij vertrouwt het der moeder toe. Dichter nog dan de vader staat het kind bij de moeder. In de handen der moeder legt Hij voor een goed deel het werk der opvoeding neer. Wat zouden wij zijn zonder onze moeder? Wat zou onze Prins Willem zijn geweest zonder Juliana van Stol berg Met eene korte herinnering aan een woord u t den Catechismus der Gere formeerde Gemeente te Londen, waar gezegd wordt, dat wij voor den doop vermaand worden den dood en de ver rijzenis van Christus in ons leven uit te drukken, besloot de voorganger zijn toespraak. Nu werd de jonggeboren Prinses op plechtstatige wijze het Godsgebouw bin nen geleid. De stoet waarmede Prinses Juliana ypp uit het koninklijk paleis, naar de kerk werd geleid, werd geopend door een eere-escorte jjjizaren, voorafgaande de gala-koets, waarin plants had geno men Hfirer Majesteits ceremoniemee&tüf, deze koets wprd gevolgd door die, waar in zaten de kameiimp)';?.n, bestemd om 4.e slippen van het dpopkleptf fp hou den, Dan eindelijk volgde het staatsie- rijtuig met H, K, H. de jonggeboren Prinses en de waarnemende grootmees teres, verpleegster der Prinses, mejuf frouw Van Persijn, Een spontaan gejuich ging uit de menigte op, toen de waarnemende grootmeestp- resse met de jonggeboren Prinses op het bordes verscheen en met Hr. Ms. groot meester en de verpleegster in de gouden koets plaats namen- Wederom werden door de eerewacht de geweren gepresen teerd en hief de kapel het Wilhelmus aan, ditmaal echter eenigszins gedempt. Dadelijk daarop zette de stoet zich in beweging, Jangs den reeds vermelden weg naar het kerkgebouw, en overal een blij gejuich en gewnif en hoera-ge- roep, dat telkens weer opnieuw losbrak en zich voortplantte, niet 't minst wan neer mevr. Groenix van Zoelen de jonge Prinses een weinig in de hoogte hield, zoodat de menigte haar beter kon zien. Na het einde van de toespraak van ds Gerretsen werd de Prinses met cere monieel ter zijde van den kansel geleid en stelden de opperceremonieraeester, de grootmeester en de ceremoniemees ter, zich ter rechter- en linkerzijde van de jonggeborene, terwijl de kamerhee- ren, houders van de slippen van het doopkleed, daarachter plaats namen. Na voorlezing van het doopsformulier had hierop de eigenlijk gezegde doops- handeling plaats. Met een diepe buiging voor H. M. de Koningin gaf de waarn. grootmeesteresse voornoemd, ons Prin sesje over aan Haar Moeder en was het treffende oogenblik aangebroken, waar op het onze veelgeliefde Vorstin door Godes goedheid gegeven was Haar met innig verlangen tegemoet gezien kind ten doop te mogen houden. Na het verrichten van den doop klonk plechtig en indrukwekkend door de kerk gewelven het gezang uit van Ps. 184 3, Dat 's Heeren Zegen op u daal, door allen, die van den doop getuige waren, het Vorstelijk kind toegezongen, en gaf eerst H. M. en daarna de Prins hun dochtertje een kus. Met dankgebed en het zingen van Ps. 105 24, werd do treffende plechtigheid besloten, terwijl, toen de Vorstelijke personen de kerk verlieten, de konink lijke zangvereeniging Excelsior nog zong een koraal van BachLooft den Heer den machtigen Koning der eere. Prinses Juliana werd in denzelfden statigen stoet naar het Paleis terug geleid. Eerst nadat alle Vorstelijke personen de Willemskerk hadden verlaten, maak ten de genoodigden en verdere aanwe zigen zich tot heengaan gereed, Hun vertrek had weder onder de tonen van orgelspel plaats. Na afloop der plechtigheid werd aan H. M. voor Prinses Juliana een sierlijk gebonden kerkboek aangeboden. BRESKENS, 8 Juni 1909. Met het oog op het bekend worden van den uitslag der verkiezingen, in den loop van den avond op Vrijdag 11 Juni a.s., zal het Rijkstelegraafkantoor alhier, op dien avond geopend zijn van 'f.8npm, ffip d?s avonds 10.30 of zoo veel langer als fl.oodig (p. Gisterenavond klom een kleine jongen yap dw werkman Maas nabij de Nieuwe Sluis, op d,e pchterstp yan twee aan elkander gekoppelde wagens, met def noodlottig gevolg dat hij er af viel, en een pjndyyeegs werd medegesle.ept, waardoor diepe, gapende wonden aan bet b.oofd, die door geneeskundige hulp moesten WQf#B yerbondep. er- De ontvangsten der Stoomtram- Maatschappij Breskens - Maldeghem heb ben bedragen over de maand Mei 1909 ƒ5866.24'/, en over Mei 1908 ƒ5107.86. Sedert 1 Januari 1909 ƒ27788.91 en over dat tijdvak 1908 /g6488.90'/2. - Als een bewijs van de ongekende duurte yan lucern, kan dienen, dat gis teren ten behoeye yan den heer Jans- sef)s te Oostbprg, jn den Bapr^nde- poider, onder Groede, eene partij Je sneê verkocht fcegeB /9f tot 102 por gemel. Door den heer W. A. Dekker van Hoofdplaat is te Utrecht met goed ge. volg het candidaats-examen 2e gedeelte godgeleerdheid afgelegd, Een man te Amsterdam die se dert 4 jaren blind is kroeg de vorige week een neusbloeding en later een toe val. Na bijgemaakt te zijn had de man het gezicht terug gekregen. Te Losser is een knaapje in een pot met kokende soep gevallen en aan de bekomen brandwonden overleden. Te Jubbega (Fr.) is een Sjarig meisje in de Schoterlandsche Compag nonsvaart verdronken. Te Oude Pekela kwam een bank werker in de fabriek Aastroom met een machine in aanraking. De man is na de bekomen verwon dingen aan de gevolgen overleden. I Collectie Zeeland. Trekking Vrijdag 4 Juni. 100 4327 9873 ƒ70. 3649 3661 4308 4380 7168 718 9936 9979 18868 NIETEN. 889 1310 8635 3657 3658 428 4291 4300 4363 4368 4372 63» 6416 6426 6487 6492 7138 711: 990( 7144 7147 7216 7242 7252 9964 13878 13900 16437 1842' Trekking van Maandag 7 Juni, ƒ70, 1311 1323 3059 3671 4262 543 5454 6880 6409 6465 7220 987 9895 9901 13884 13899 18410 NIETEN. 885 893 4274 4294 4817 436! 4373 6405 6413 6427 6433 646! 6491 7135 7148 7183 7190 721! 7228 7225 7247 9891 9917 9921 9932 9962 13863 13864 18876 16481 16449 16450 16458 18417 Rotterdam 7 Juni. Tarwe, per 100 K.G. f 12.a f]3. Rogge, H.L. f 6.75 a f 6,50 Haver per 100 K.G, f 8,25 a f 8,75 Wintergerst f 8.50 a f 8.75 Blauwe erwten fll.ptj k f 13.- Bruine bopnpn p, H. f 11.a f i S, - Witte boonen f 13.00 a f 1 B.Oö ZepBwscftp bruine uien f 2.40 a f 2.60 Strppgple f g.2& g f 2.3j Klein (ajles p. 60 K.G)f 3-50 q f f.- Aardapp. Z. blapwe f 3.00 a f 3.3J ,t pigen-heimers f g.OQ a f 2.80 V epmarbt, Koejen en Ossen 32 tot 36 g., Kal- yerpn 40 tot 55 c„ Schapen 19 tot 20 p„ Lammeren 24 tot 25 c„ Varkens 2S tot 24 ct., id. voor export 22 a 23 0, alles per '/3 K.G, Koers van het geld, België 100 fr, f47.42 a f47,85 Eng. 1 pd. St. f 11.98 af 12.07 N-Am. 1 Dollar f2.45 Hoogwatergetij Breskens. DAGEN. voorm. nam, Woensdag 9 Juni- 5.07 5.31 Donderdag 10 6.20 6.44 Vrijdag 11 7.27 7.51 IMp» Bï de heriJk der ge' wichten te Breskens is een gewicht van 10 Kilogram achter gebleven. De rechtmatige eigenaar kan dit te gen betaling der advertentiekosten te rug bekomen bij den Gem.-Veldwachter P. OCKÉ. TERSTOND gevraagd bjj I. VAN MELLE, Breskens. benoodigd bij A. I. VAN MELLE, Brood- en Suikerbakker, Breskens.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1909 | | pagina 2