IIRESknSI HF COURANT.
algemeen nieuws- en advertentieblad voor het voormalig 4e district.
No. 1413.
Woensdag 26 Mei 1909.
I8e Jaarg.
>1
Buitenland.
Binnenland.
FEUILLETON.
lil Torlaal iiil Rossisch-Pfllep.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België /0.62D en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit Iilad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond hij den uitgever C. DIELE.HAN te Breskeus.
De groote postbeambtenstaking in
Frankrijk die zou gevolgd worden door
eene algemeene werkstaking is op een
jammerlijk fiasco uitgeloopen.
Het eigenaardigste van dit geval is,
dat men zich op verschillende vergade
ringen eensgezind verklaarde met de
postbeambten, die eigenlijk niet meer in
staking waren en er reeds op bedacht
waren om hunne broeders-slachtoffers
der staking wat op de been te helpen
door hen een 100 tot 150 francs per
maand te geven van de 5 francs die elk
beambte op zijn maandsalaris zou laten
vallen.
Ook dat is dus weer in 't reine, voor
zoolang het duurt.
Het wordt vermakelijk de angst te
zien waarmede de Engelschen de lucht
beweging der Duitschers uagaan.
Zoo heeft het' rondzwerven van een
paar luchtschepen over Engeland, de
gemoederen aldaar bijzonder warm ge.
maakt. Het waren werkelijk lucht
schepen, die eene verkenning kwamen
houden van Engelands toestand. Men
had het snorren der motors gehoord en
wat dies meer zij.
En wat blijkt nu? dat de geheim
zinnige luchtschepen met hun lucht-
vaarders, zoeklichten, enz. werkelijk niet
anders dan papieren luchtballons zijn
geweest, in den langwerpigen vorm van
luchtschepen, met door een spiritusvlam
verhitte lucht omhoog geheven. Auto
mobielen, waaraan ze met een touw
verbonden bleven, trokken ze voort.
Het geraas van den motor, dat zoovelen
duidelijk hebben gehoord, kwam dus niet
uit de lucht, maar van de aarde. De
heele vertooning is een reclame geweest,
van een luchtbanden- of van een vleesch-
nat-fabrikant. Een speelgoed-handelaar
te Newport, in Monmouthshire, waar ook
een luchtschip is gezien, heeft erkend
Woensdagavond twee spiritus-luchtbal-
lons te hebben opgelaten.
Als nog een ander bewijs van de'
angst voor het Duitsche speciale gevaar
waaraan de Engelschen lijden, heeft het
lid van het Engelsche Lagerhuis Ashley
dezer dagen de regeering opmerkzaam
gemaakt op de kleine kanonnen die ve
le Duitsche koopvaardijschepen op En
geland voeren. Daarop schrijft de Keu
lenaar eenigszins satirisch Dat onze
luchtschepen op Engeland loeren en wij
met brullende machines onderaardsche
gangen naar Engeland graven, gelijk er
is beweerd, jzullen wij ontkennen zoo
lang men het niet bewezen heeft, maar
de kleine kanonnen, ja, daar komen wij
voor uit. Nu die eenmaal ontdekt zijn,
willon wij alles bekennen.
Ja, het is waar vervolgt het blad
niet alleen een deel, maar alle Duit
sche vrachtstoombooten zijn met kleine
kanonnen toegerust. En daar is het
heel bizonder mee gesteld. Gewone ka
nonnetjes zouden de Engelsche linie
schepen en kustbatterijen niet veel
kwaad kunnen, maar het zijn geen ge
wone kanonnen. Zij vuren niet als an
dere granaten en granaatkartetsen, maar
slingeren uit hun monden lange, dunne,
maar zeer sterke touwen. Het strijdt
werkelijk tegen alle volkenrecht, zooals
deze afschuwelijke uitvinding gebruikt
zal worden. Een eenvoudige, onschul
dig lijkende Duitsche koopvaarder
men heeft vooral kleine stoomvischvaar-
tuigen er toe bestemd nadert een
onergdenkende Engelsche Dreadnought
en vuurt zyn lyn af, die zich als een
htóso om den schoorsteen van het -En
gelsche linischip slingert.
Daardoor is het linieschip weerloos
gemaakt en de kleine stoomboot sleept
den machtigen reus zegevierend naar
een Duitsche oorlogshaven.
„Men zal wel beproeven de zaak zoo
voor te stellen alsof die kanonnetjes
alleen ten doel hebben, bij schipbreuk
met raketten reddingslijnen uit te werpen
maar wij laten die voorstelling los aan
gezien wij daarmede den scherpzinnigen
Sir Wilfrid Ashley toch niet vangen
kunnen." De Engelschen weten 't nu,
al hun linieschepen baten niets en
Duitschland zal heerschen over de baren
Een zeldzaam brutale treinberooving
wordt uit Spokane (Washington U. S. A.)
gemeld. Zes roovers sprongen op een
trein van de Great Northern, terwijl
deze in beweging was en maakten een
gedeelte van den trein van het overige
los, zoodat de wagens met de passagiers
onder aan de helling bleven staan, ter
wijl de locomotief en het postrijtuig
daartegen op reden. Boven aangekomen
het 'treinpersoneel hadden zij met
hun revolvers in bedwang - plunderden
zy het postrijtuig. Hun buit bedroeg
ongeveer 50.000 gulden. Ten slotte
dwongen zij den machinist alle remmen
los te maken, waarop de locomotief en
het postrijtuig met vervaarlijke snelheid
de helling afrendeu en beneden de daar
achtergelaten personenrijtuigen verbrij
zelden. De meeste reizigers hadden de
wagens reeds verlaten, maar niettemin
werden 32 hunner gewond, verscheidenen
zelfs doodelijk. De Great Northern looft
125.000 gulden uit voor de ontdekking
der daders.
H. M. de Koningin, profiteerende van
het schoone zomerweer, reed Zaterdag
middag voor het eerst na Hare be
valling uit.
flRESKENS, 25 Mei 1909.
In de Vrijdagnamiddag gehouden ver
gadering van ingelanden van Oud en
Jong Breskens werd tot Ontvanger-grif-
fier benoemd de heer H. J. Weijkman
Jacz. met 10 st.
Op de heeren P. H. G. Montenberg
no. 1 en L. J. Roggeband no. 3 dei-
aanbeveling, waren resp. 3 en 1 st. uit
gebracht.
Bij de op 22 Mei gehouden aan
besteding der onderhoudswerken dienst-
103.
Aan de deur zag Boris Milutin nog
eenmaal het lieve gelaat van het meis
je, in al zijn maagdelijken luister. Zij
trad op hem toe, drukte zijn handen en
stamelde een paar woorden van dank,
die den soldaat een hemel van zaligheid
deden smaken en hem als vastnagelden
°P den drempel harer woning. In al
lerijl keerde het meisje echter terug en
gaf aan haar verrast toegesnelde be
dienden de noodige bevelen, om alles
in gereedheid te brengen voor de komst
van den lijder. Boris Milutin liep nog
langen tijd in gedachten verdiept, onder
de wuivende takken der kastanjeboomen
heen en weder ën liet de koele nacht
wind om zijn gloeiende slapen spelen,
lang nog nadat het geratel der rijtuig
wielen was weggestorven en de be
zwijmde in zijn eigen vertrekken was
te ruste gelegd. Nog slechts enkele
lichten brandden in het grijze huis, doch
kolonel Milutin geloofde vast en zeker,
dat hij, op de gordijnen van een dei-
kamers, de afschaduwing van het engel
achtig wezen, dat zijn zinnen boeide,
kon bespeuren en nog altijd trilde in
zijn polsen haar dankbaar en hartelijk
gefluisterd „Goeden nacht 1"
Toen de ochtend aanbrak, kwam tevens
de kalmte terug in het felbewogen ge
moed van den jongen man en bedacht
hij, dat hij, ondanks het voorgevallene
in den schouwburg, ook thans nog zeer
weinig had ontsluierd van het duistere
geheim. In de dagbladen werd geen
melding gemaakt van het incident en
alleen met grooten ophef gewaagd van
het ongekend succes der groote tragé
dienne.
„Het is zonderling mompelde Boris,
toen hij den volgenden ochtend zijn
woning verliet, om zich naar Dresden
te begeven. Xenia en haar vroolijke
dochter waren nog geheel onder den
indruk der geniale vrouw, doch de gravin
sprak met geen enkel woord over haar
vermoedens. Innerlijk verontrust vroeg
zij zich af, wat Boris zoo haastig in
Dresden te zoeken mocht hebben en
telkens wéér zeide zij tot zichzelve
„Zou ik haar dan eindelijk hebben ge
vonden Ik kan mij bijna niet bedrie
gen. Zij moet het zijn. Maar toch, men
beweert, dat zij een Italiaansche is 1"
„Het doet mij leed, dat ik u hoege
naamd geen inlichtingen kan verstrekken,
omtrent den heer, dien wij gisterenavond
naar zijn woning hebben moeten doen
vervoeren," was het antwoord van den
welwillenden schouwburg-beambte, toen
kolonel Milutin dien ochtend zich aan
het loket had vervoegd, ten einde te
beproeven wellicht daaj- eenig licht te
zullen zien opgaan over zijn raadselach
tige buren. „Geen mensch schijnt hem
te kennen. De loge werd door een be
diende besteld en onze geneesheer heeft
niet naar den naam van zijn tijdelijken
patient geïnformeerd. De koetsier, die
hem reed, was zijn eigene. Maar ik
meen, dat hij een Rus is Wat echter
vreemd schijnt," aldus ging de man
voort, „is, dat zooeven een ander hier
is geweest, die mij gelijke vragen heeft
gedaan, als die u mij stelde. Hij drong
echter zoodanig aan, op hetgeen ik hem
niet zeggen kon, dat ik hem ten slotte
op minder vriendelijke wijze heb moeten
afschepen. Dresden is het geheele jaar
door vol vreemdelingen. Mij dunkt,
mijnheer, dat u beter succes zoudt hebben
wanneer ge u tot den Russischen consul
wendde, die zonder twijfel al zijn hier
verblijvende landgenooten, van eenige
beteekenis, moet kennen."
(Wordt vervolgd.)