Zaterdag iv.
ALCEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOu.
NIEUW LEVEN.
PEUIH.KTON.
Eu varhaal nil Rnsslscü-Polen-
Ismneniaiid.
No. 1401.
BBESKENSCDB
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door bet geheele rijk 0.55, voor België /0.62^ en voor
Amerika 0.82r' bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met
gewone regel meer 5 cents. Groote ie
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag-
middag te twee ure.
Hit lilart verschijnt elhcii Dinsdag- en Vrijdagavond itij den uiigever te lirtsskcits.
Uit hoofde van het
Paaschfeest verschijnt a.s.
linsdagavond de Breskensche Cou-
ant niet.
DE UITGEVER.
De christenheid staat andermaal ge
reed een harer hooge feesten te vieren
Het is het belangrijkste feit. de gewich
tigste gebeurtenis in de geschiedenis
van het Christendom, die in het Paasch
feest herdacht wordt.
Immers, de opstanding uit de dnoden
wordt gevierd als de overwinning van
bet leven op deu dood.
De opstanding is de volmaking van
het christelijk leven want zonder op
standing is het christendom een doode
latter.
Gelijk de christenwereld door de op
standing eene verjongings-, eeno ver-
kwikkingskuur heeft ondergaan, zoo ook
is in de natuur een nieuw leven ge
wekt.
De donkere dagen hebben den strijd
togen het meer koesterende zonlicht,
dat door donkore wolken was omhuld,
opgegeven. De naakte volden en dorre
boomen beginnen allengs te groenen.
Het gure weder maakt plaats voor eon
zachtere lentetijd, kortom de natuur
herleeft, de mensch ademt vrijer, en het
is hem alsof hij uit de kluisters is vrij
gemaakt.
Wat een heerlijke overeenstemming
vindt men in de opstanding van den
Heiland en de opwekking van nieuw
leven.
Ohristus, de man van smarte, die den
beker des lijdens tot den bodem gele
digd had en zooals het ons beschreven
wordt, gebeden had om dezen drinkbe
ker, die ten boorde toe gov uld was, weg
te nemen, is ons het volmaakte beeld
der dienende liefde, waarvoor Hij zelf
Zijn eigen bloed en leven gaf.
Do donkerheid, die Hij te gemoet
ging en de strijd tegen logen en mis
kenning was zoo zwaar, dat naar men-
schelijk verstand geen uitweg mogelijk
was.
Door den dood des kruises onlviel
der menschheid alles, en scheen het
nacht te zullen blijven.
Als de gure wintertijd door felle stor
men wordt aangekondigd, en ons niets
dan naakte velden en dorre twijgen
doet aanschouwen, maar tevens in de
stulpen der armen bezorgdheid en ge
brek doet ontstaan, dan xuaakt zich
een weo gevoel van ons meester. De
natuur, die als 't ware van zijn dood
slaap slaapt, lovert ons het beeld dor
duisternis, als waarin de wereld voor
ruim achttien eeuwen was gedompeld,
toen „het is volbracht" van de heilige
lippen van den Gekruisigde werden ge
hoord en een stikdonkere duisternis
over de aarde heerschte.
De ziel des menschen, die huiverig
wordt bij het aanschouwen der duister
nis, en die aangegrepen wordt bij do
l-®-!-—
92.
Het scheen den strengen man, ginds
in de dalen van het Oeralgebergte, dat
zij, die hij beminde en verloor, nader
tot hem gebracht moest worden door
zijn verbond met de beminnelijke vrouw,
die haar gekend had in haar betoove-
rende lieftalligheid, als de ster van het
feest, waarop hij haar het eerst mocht
ontmoeten. Vassili Milutin wist, dat
alle vrouwen met achting opzien tot
den man, die trouw weet lief te hebben,
en vaak was hem dit ook gebleken uit
Xonia's brieven, die thans zijn eenigen
troost waren in do eenzaamheid zijner
bergen, wanneer zij hem schreef over
en pleitte voor haar, die verre was.
- Hoe lief heeft haar gehad hoe
trouw, hoe innig lief! fluisterde vaak
gravin Xenia en dan bad zij voor hem
af, dat eindelijk rust mocht worden ge
geven aan die gefolterde ziel, die in
eenzaamheid verkwijnde. Zij wist wel,
dat in deze vreemde, vreemde wereld
zoo vaak een scheidsmuur wordt opge
worpen tusschen harten, die als voor
elkander schijnen te zijn geschapen en
dat de liofdesterren, die het krachtigst
en trouwst schijnen, zoo dikwijls verre
blijven. Zij volgen hun banen, onver
poosd en werpen hun zilveren schijnsel,
door den grauwen nacht, doch blijven
gescheiden, voor altijd gescheiden, door
den onoverbrugbaren afgrond van het
onmogelijke.
Zij kende het wel, het gouden zaad
van mannelijke toewijding, ontsproten
uit de kelken van den hartstocht, die
nog altijd zijn hart deed verlangen naar
die eene. Want het was maar al te
waar, dat Cecile Wizocka, in haar pro
test tegen een leven van laagheid, aan
I
gedachtenis aan het, lijden en sterven
van Christus, gevoelt behoefte aan licht
en koesteronde warmte.
Evenmin als de natuur in zijn dood-
staat blijven kan, evenmin kan de
mensch hij de duisternis volharden.
De duisternis week en het licht brak
door.
En als een lichtende star aan den
hemel staat ook ons land nieuw leven
te wachten.
De ure nadert, waarop naar elks ver
langen een Koningskind zal geboren
worden.
Het is als een speling van het toe
val, dat juist in deze dagen die blijde
verwachting in vervulling zal gaan.
Nieuw leven, nu de stille hóóp des
volkseene voortzetting te zien van de
dynastie der Oranje's, verwezenlijkt staat
to worden.
Dankbaar kan de mensch zich gestemd
gevoelen als de Paasctiklank „Vrede zij
u lieden" tot hem is doorgedrongen als
een blijde boodschap.
Vrede en liefde hebben Zijn garisclie
leven gekenmerkt, en tot op den hui-
digen-dag, is het „Vreest niet!" nog
even krachtig voor hen, die Hem belij-
dbn, niet maar in woorden en schijn
vroomheid, als ten tijde dat deze woor
den van Hem uitgingen.
Zal het Paaschfeest een waarlijk ge
zegend feest zijn, dan moet met volhar
ding gearbeid worden aan het groote
beginsel van waarheid, vrede en liefde,
maar dan ook is de overwinning op leu
gen, miskenning en verdrukking zeker
aan de zyde van hen, die Christus tot
hun voorbeeld nemen.
Profiteerende van het heerlijk voor-
jaarweder maakte H. M. de koningin
Dinsdagvoormiddag een wandeling van
nog ruim een half uur in de tuinen van
het koninklijk paleis.
Dinsdagochtend heeft de «Koningin,
alleen vergezeld van een hofdame, de
twee auto-ziekenwagens in oogenschouw
genomen, die in de Koninklijke stallen
gestald zijn, waar zo gisterenmiddag
den Prins in diens kwaliteit van voor
zitter van de Roode Kr uisvereeni^ing,
werden overgedragen.
Tot Zaterdagmiddag heeft H. M. de
Koningin nog dagelijks wandeltochten
in de minst-drukke stadsgedeelten ge
daan.
ÖRESKENS, 9 April 1909.
Bij kon. besl. is aan P. Haak, wedu
we van J. Z. de Buisonjd, hoofd eenor
openbare lagere school alhier, een pen
sioen verleend van ƒ345.
Woensdagavond werd door kerk
voogden der Ned. Herv. gemeente alhior
aanbesteed het onderhoud en de ver
nieuwing van kerk- en pastoriegebouw,
waarvoor werd ingeschreven door de
de zijde van een onteerden landverrader
der slavernij van schande slechts was
ontkomen, dcor de doornenkroon van
schuldige liefde zich op het hoofd te
drukken.
Haar edele natuur kon dien smaad
niet verduren en zij scheidde van den
man harer liefde, maar niet, dan oin
nog meer te lijden dan hij.
Zij heeft hem altijd waarlijk lief
gehad en ik geloof zeker, dat zij ook
nu nog naar zijn bijzijn smacht.
Gravin Xenia boog het hoofd en in
haar binnenste weerklonk een stil ge
bed, dat de wolken eindelijk mochten
worden weggevaagd en zij, die zoolang
gescheiden waren geweest, weder tot
elkander gebracht worden.
De sa lieren ring was haar het teeken
geweest, das Cecile nog steeds de her
innering bewaarde aan haar kortstondig
geluk en generaal Dournofs hoopvolle
brieven vervulden haar met nieuwen
ijver, om het pad der schoone ballingo
op te sporen.
Dournof, de trouwe, onvermoeido Dour-
noi had onlangs geschreven
„Ik heb, onder voorwendsel van dienst
zaken, onlangs een mijner stafoffleieren
naar Orenburg gezonden en heeft een
week lang gastvrijheid gevonden hij ge
neraal Milutin. Wat ik na de terug
komst van mijn boodschapper vernam,
maakt mij echter nog meer ongerust,
dan ik reeds was. Het is noodzakelijk,
dat hij aan zichzelf ontrukt worde en
dat kan niet anders ge euren, dan door
een voorval van beteekenis. Ik zie in,
dat hét nutteloos zou zijn, wanneer ik
mij hiertoe alleen aan het werk zette.
Mijn brave krijgsmakker zinkt dage
lijks dioper weg in zijn verdrietelijkhe
den, en wanneer gij en Boris niet hij
machte zijt, om hem op te heffen, dan
wanhoop ik aan hetgeen ik zou kunnen
tot stand brengen. (Wordt vervolgd.)