It K K S k K S 4 IIK
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
I» ïsrUl uit Mssistl-Polm.
No. 1391.
\%8°
mm
Zaterdag 6 Maart 1909.
Huiten land.
Binnenland.
FEUILLETON.
cA
<5,
-%■
j s
2, -ffl eg !g
V
<3 O S
i f p .-'
S-. o
J10 >a
v <3, v c»
v
u> 2.»7
Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor Belgiö ƒ0.625 en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Bit lilad verschijnt elkeii BiiiKiiasr- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELIDIA.M te Breshens.
mwifliwaaa. jmmatmts*
Het behoeft nauwelijks gezegd, dat
ie Europeesche politiek voor tietoogen-
ilik wordt behetrscht door het Baikari-
iraagstuk, waarin Servië de hoofdrol
peelt.
Het heeft geruimen tijd gesteund op
iusland de ontvangst van den wel wat
lolzinnigen kroonprins van Servië in St.
'etersburg gaf daaraan ruimschoots
oedsel.
Het eigenaardige voorstel van Rus-
and in zake Tuikije en Bulgarije stel
len we de vorige week in het licht en
lit schijnt nu op eens van het tooneel
e zijn verdwenen.
Rusland heeft getracht het water
roebel te maken en daarin te kunnen
visschen.
Maar nu is daarop eens weder eene
iwenking gekomen in Ruslands houding.
En men schrijft die verandering toe
lan den invloed van Frankrijk.
Werkelijk staat do republiek voor het
ogenblik aan de spits der bewondering
iver hare aan den dag gelegde en met
S' acces bekroonde diplomatie.
Van Oostenrijksche en Duitsche zijde
tomen dienaangaande de meest vleiend
rriendelijke beschouwingen over de no-
>ele vredestichtster Frankrijk en het is
noeilijk een Duitsch blad in handen te
trijgen, waarin niet een roerend woord
iver het samengaan in het Oosten van
Frankrijk en Duitschland gesproken
wordt.
Als men zich tot de best ingelichte
Duitsche personen te Parijs wendt en
weet te doen spreken, krijgt men de
volgende voorstelling der zaken, die een
vrij duidelijke verklaring is van de hou
ding op dit oogenblik van de groote
Duitsche persdien wij, Duitschers en
Oostenrijkers, op het oogenblik. aan
Frankrijk toezwaaien, zijn er niet. Maar
die kunnen komen wij verwachten ze.
Wij hebben niet stil gezeten. Bijzon
derlijk de Oostenrijksche gezant te Pa
rijs, de heer von Kevenhüller-Metsch,
heeft erg zijn best gedaan de laatste
maanden. En wij meenen redenen te
hebben op Frankrijks bemoeiingen in
onzen geest te kunnen rekenen. Voor
eerst hebben wij geen gelegenheid voor
bij laten gaan om Frankrijk er op te
wijzen, dat in de Oostersche zaken zijn
belangen veel meer overeenkwamen met
de Duitsche, dan met de Slavische en
de Engelsche belangen verder hebben
wij Frankrijk er op gewezen, hoe het
als geldschieter groot nadeel zou heb
ben van een oorlog en dat het Slavische
optreden veel oorlogszuchtiger was dan
het Duitsche. En dan, het voornaamste
punt en het voor Frankrijk tastbare
bewijs van zijn voordeel om met de
Duitschers samen te gaan de Fransch-
Duitsche overeenstemming over Marok
ko. Dit is de eerste zoete vrucht uit
de Oostersche verwikkelingen geplukt
en het valt moeilijk te ontkennen, dat
het zoete hier vooral voor Frankrijk is,
daar het een grooten hinderpaal uit den
weg geruimd krijgt, zonder iets van
beteekenis af te staan. Wij meenen
dus op goede bemoeiingen ten onzen
opzichte van Fransche zijde te mogen
rekenen.
Een ook te Parijs duidelijk uitgedrukt
Duitsch streven dus om Frankrijk van
de op het oogenblik nauw vereende En
gelsche en Russische politiek los te
krijgen. Wat is het standpunt van de
Fransche regeering hier tegenover? Het
zekerst was in dezen zich tot de be
voegde en geautoriseerde personen aan
het ministerie van buitenlandsche zaken
te wenden. Ik heb daar op mijn vra
gen het volgende antwoord gekregen
„Gij kunt vooreerst met volkomen ze
kerheid zeggen, dat Frankrijk in de
Oost Europeesche zaken niets zal doon
zonder volkomen overeenstemming met
Engeland en Rusland. Frankrijk wordt
op het oogenblik in de Duitsche en
Oostenrijksche pers met lof overladen.
Ik heb persoonlijk, alzoo drukte zich ie
mand voorzichtig uit tegen de Parijsche
correspondent der N. R. Crt., den in
druk, dat deze loftuitingen voorname
lijk op eenige Fransche krantenartikelen
berusten. Dit neemt niet weg, dat wij
er ons over kunnen verheugen, zonder
ze nochtans te overschatten.
De Staatscourant van 17 Februari j.l.
bevat het Koninklijk Besluit van 29
Januari j.l., houdende o.m. de intrek
king der art. 8 en 9 van onze spaar-
bankwet.
-I-®-!—«I
82.
Niettemin, ging hij voort, ge kunt
wel gelijk hebben. De Elbestreek we
melt van Russen. Waarom weet ik
tiet, evenmin als ik begrijp, waarom de
Ie, oude gewoonte, om Italië tot re
creatieoord te kiezen, bij onze landslie
den gaandeweg in onbruik is geraakt.
Zelfs mijn eigen vader heeft het land,
Waar de citroenen bloeien, den rug toe-
Is het waar, Boris, dat hij zijn
mooie villa te Sorrento heeft verkocht?
vroegte kleine gravin Vera de Berg.
3oe jammer! riep zij uit, toen zij het
levestigend hoofdknikje van den gewon
den officier had ongemerkt. Hij had
den blik afgewend van het lachende
meisje, tlat nu al haar aandacht scheen
te bepalen, op een groot, vierkant, stee-
nen gebouw, aan den voet van het ter
ras, waarop de door haar bewoonde vil
la was gelegen. Het huis lag als be
graven tusschen hooge booraen en be
sloten tusschen een stevigen steenen
muur, die huis en tuin in een driehoek
omvatte.
Vijftien jaren van zwaren dienst had
den den lachenden, jongensachtigen lui
tenant, het troetelkind van zijn regiment,
veranderd in een man, die zoowel aan
het Hof, als in het leger bekend stond,
als een der kranigste officieren. Bezaaid
met litteekens droeg zijn gelaat die
eigenaardige uitdrukking, die het ken
merk schijnt te zijn van den dienst te
velde.
Ik zal gravin Xenia nog heden
vragen, naar hetgeen zij van de zaak
weet. Misschien kan zij mij zeggen,
wat ik zoo gaarne zou willen weten.
Zoo peinsde hij, terwijl Vera hem in-
tusschen uitvoerig vertelde, hoe gene
raal Milutin zijn villa te Sorrento voor
de wintermaanden ten gebruike. had
aangeboden aan haar mama, en hoe
jammer zij het nu vond, dat het land
goed eensklaps verkocht was.
Ik verlang zoo naar Italië pruilde
het kind van sneeuw en ijs. Thuis is
alles zoo veranderd, sedert Eensklaps
brak zij af, want zij had de bevallige
gedaante harer moeder ontdekt, in den
diepsten rouw gekleed, die op hen toe
trad.
De vijftien jaren, sinds generaal Vas-
sili Milutin den Weichsel had verlaten,
om zijn diensten te gaan wijden aan
den oorlog in de Aralsteppen, hadden
heel wat verandering teweeg gebracht
in de schitterende Cercles van War
schau. Opgeroepen, om dienst te doen
als zijns vaders vertrouwden stafofficier,
woonde Boris Milutin de inlijving van
Polen, bij het Russische Rijk, in 1867,
Die artt. schrijven voor dat de inleg
ger, na eiken inleg van f25.— of hoo-
ger, van den Directeur der Rijkspost
spaarbank binnen een bepaalden tijd
moet ontvangen: eene kennisgeving dat
die inleg ten zijnen bame bij die in
stelling is geboekt, en dat hij zich, bij
de ontvangst van dat stuk, moet ver
zekeren of de inschrijving in zijn boek
je daarmede overeenstemt.
Bedoeld besluit treedt reeds binnen
enkele dagen in werking, en dus wor
den de kennisgevingen weldra afgeschaft.
Deze afschaffing houdt oorzakelijk ver
band met de invoering van nieuwe con
trole-maatregelen, waardoor de kennis
gevingen overbodig zijn geworden.
8RESKENS, 5 Maart 1909.
Bij de gehouden voorjaarspremiekeu-
ringen in het Kanton Oostburg, zijn de
navolgende paarden bekroond
Tweejarige merries. Aanhoudingsbij:
dragen van f80. en zilveren medaille.
Flora van J. van der Meulen-Braijn-
zeel te Sluis, Elize van J. de Bruijckere
te id., Emmeline d' Heijst van J. B. Be-
cu-de Hullu te Groede, Fanny en Mina
van Aug. de Rijcke te Eede, Mirache
en Martha de Knocke van P. Lanoye te
Aardenburg, Mina van Ch Buyck te
Retranchement, Keppe van P. B. de
Backere te St. Kruis, Martha van J. v.
d. Vijver te Sluis, Lotte van A. W.
Verplanke-Risseeuw te Zuidzande.
Tweejarige hengsten. Aanhoudings-
bijdragen van f80.— en zilv. medaille.
Bismarck en Latleur van A. Moggré
niet bij. Op de grafheuvels, te midden
der zwijgende Poolsche wouden, waar
de slachtoffers van den onvoldoend voor
bereiden opstand van 1803 hun laatsten
slaap sliepen, groeide het gras. De
laatste verwachtingen der patriotten
waren in rook opgegaan door de dage
lijks strenger wordende bestuursmaat
regelen der Russen. Polen was tot rust
gebracht en de groote landgoederen der
oude edellieden waren thans alle in han
den van Russen. Litthauen en Oud-
Polen waren door militaire spoorwegen
doorsneden, waardoor het den Czaar
thans mogelijk was zijn troepenmacht
naar het land van een buitenlandschen
vijand te verplaatsen, zonder zijn gren
zen te ontblooten. Polen was Rusland's
bolwerk geworden.
Maar ook anderen, dan de ter slacht
bank gevoerde Polen, sliepen dien slaap,
die geen ontwaken kent
(Wordt vervolgd.)