Binnenland.
389-le Staatsloterij.
Gemengd,
letten op het bedrag van het subsidie
dan wel op de steun zelve waardoor
men het belang erkent.
Voor persoonlijke zaken kan toch geen
ondersteuning aan de gemeenschappelij
ke kas worden gevraagd.
Dat weet iederde schr. erkent dat
ook. En het was daarom dat we zei
den dat, als het leggen van een kost
bare weg uitsluitend moet geschieden
ten bate van de persoonlijke industrie
in den Achterweg, dit eene bevoorrech
ting zou zijn, én als schr. nu beweert
dat voor een tramlijn die het algemeen
belang kart* bevorderen, geen subsidie
mag gegeven worden, dit zeker niet mag
in dei% Arm van een kostbare weg
voor de particuliere nijverheid.
Dat wil niet zeggen, en we herhalen
't ten overvloede, dat die weg niet
verbeterd dient te worden. Integen
deel. Dat zal blijkbaar nog wel kunnen
zonder bezwaar van de gemeentekas.
Want de schr. maakte eene vermoe
delijke rekening, die als ze niet over
schat is, een basis kan worden voor de
gemeente, waarop zij vrij veilig kan bou
wen. Als schr. besomt dat er door de
nijverheid in den Achterweg alleen
meer dan 25 duizend gulden 's jaars
aan werk- en voerloonen in de gemeen
te blijft hangen, dan wil het ons toe
schijnen dat het belastbaar inkomen zuo
van hen die het verdienen, als van hen
die dit laten verdienen, vrij wat hooger
moot gesteld worden dan nu blijkbaar
geschiedt, en ruimschoots de rente kan
vertegenwoordigen aan wat de verhar
ding van den Achterweg kan kosten.
Zoo zouden we spoediger aan het eind
der lijdensgeschiedenis zijn, nu er zoo
al geen officieële, dan toch een officieu-
se bron is aangewezen, in elk geval noo-
dig voor deze te doene uitgave.
SKESKENS, 16 Februari 1909.
Aardenburg. Vervolg en slot van den
Gemeenteraad,
t Het Dag. Bestuur wenschte in prin
cipe uitgemaakt te zien of men de be
strating met de trottoirs zal doortrek
ken tot aan de Wed. de Meijer.
Alvorens daarvoor te beslissen vroeg
de heer van Oyen inzage van het pro
ces verbaal der onderhandsche aanbeste
ding van de gelegde bestrating. Nadat
daarvan lezing was gegeven kwam hij
er ten derden male op terug dat de ge
meente met de tegels bedrogen was,
doordat ze minder wogen dan ze vol
gens het ten raadhuize aanwezige en
in het bestek bepaalde monster moes
ten wegen, en dunner waren. De be
wering van dhr de Glopper die bij de
aanwijs niet tegenwoordig was, dat door
de deskundige te dier gelegenheid zou
zijn gezegd dat van het monster mocbf
worden afgeweken, wordt gelogenstraft
door den burgemeester, door wethouder
Wijffels en door sommigen die wel bij
den aanwijs waren. Van de afwijking
van het bestek is in het niet geregis
treerde proces-verbaal geen melding ge
maakt. Het is volstrekt geen waardige
manier waarop met de gemeente-flnan-
ciën wordt omgesprongen.
Dhr de Glopper ontzegde den heer
van Oyen het recht om aldus te spre
ken. Hij hield andermaal vol dat de
deskundige de mededeeling bij den aan
wijs wel tér dege heeft gedaan, en dat
het eene kleine omissie van den des
kundige was geen melding er van te
hebben gemaakt.
Zoo werd de discussie, die geheel neer
kwam op die welke vroeger reeds te
dezer zake plaats vond, geruimen tijd
voort.
De omissie van den deskundige werd
scherp gelaakt door de heeren van Oyen
en Reepmaker, die dit verzuim betref
fende een 10000 K.G. minder gewicht
aan cement etc. Diet aanbevelenswaar
dig vonden.
Eerstgenoemde zou deze zaak bij Ged.
Staten doen onderzoeken omdat ze niet
te verdedigen is.
B. en W. werden ten slotte gemach
tigd bestek, raming en teekening te la
ten opmaken van de doortrekking der
bestrating, maar zoowel dhr van Oyen
als dhr de Glopper wilden zich door
hunne stem tot niets definitiefs binden;
laatstgenoemde vond zelfs de uitvoering
overbodig tegenover het vele urgente
dat er in de gemeente te doen was.
Eindeljjk werd goedgevonden het weg
halen van het straatvuil niet meer door
den stadswerker te laten doen maar aan
te besteden aan iemand met ezel of
klein paard en kar.
Na afhandeling der agenda moest vol
gens voorspelling eene opzienbare inter
pellatie volgen van dhr Van Oyen.
Blijkbaar had menigeen er was heel
wat publiek aanwezig zich daarop
gespitst.
Evenwel was de heele interpellatie
en de bevredigende beantwoording Van
de daarin vervatte vragen n.l. naar en
kele instructies, die reeds vroeger wa
ren toegezegd, aanleiding tot een klim
mende vroolijkheid, dat een jolige Ka
merzitting er niets bij haalde.
Daar van B. en W. geen voorstel te
wachten was om aan de 2 onderwijze-
rsssen aan wier meerdere werkzaamhe
den al meermalen is herinnerd, eene
gratificatie toe te staan, stelde dhr Van
Oyen, echter noode voor, omdat het
mede zijp dochter betrof, elk 25 te
geven. Hierover zal in eene volgende
vergadffing beslist worden.
/JKen slotte zullen de heeren Van Oyen
en FReepmaker met den voorzitter de di
verse instrustie's ontwerpen en her
zien.
Daarna werd de zitting gesloten.
Schoondijke. In de vergadering van
hpt Ziekenfonds alhier, bleek dat op 1
Januari 1909 93 leden waren. 12 leden
traden toe en 2 vertrokken. Uitgekeerd
werd f529 in het afgeloopen jaar. Het
saldo bedraagt nu f 1645.115.
Twee bestuursleden ontvielen door
overlijden aan de vereeniging, n.l. J. de
Ligny en P. van Houte.
De voorzitter wijdde eenige waardee-
rende woorden aan de overledenen,
vooral wat de heer P. van Houte be
treft, dia mede-oprichter der vereeni
ging was en tot zijn dood toe penning
meester.
De heeren Iz. van Male en J. M.
Bruijnooge werden tot bestuursleden
gekozen.
De heer A. van Male werd tot eerste
penningmeester benoemd.
Aan het eind der vergadering nam
de heer Jac. Seen ontslag als bestuurs
lid.
School- en Kerknieuws
R. Kath. Kerk. Monseigneur P. Ley-
ten, bisschop van Breda, is ter gelegen
heid van zijn gouden priesterfeest be
noemd tot commandeur in de orde van
Oranje-Nassau.
Z. D. H. heeft door middel van ver
schillende liefdadige vareenigingen en
armbesturen een som van duizend guljj
den doen verdeelen onder de armen.
Ger. Kerk. Beroepen te Sliedrecht ds.
R. van de Kamp te Axel.
Collecte Zeeland.
Trekking van Vrijdag 12 Febr.
ƒ70.
8186 8879
NIETEN.
8186 8179 8846
Zondagmiddag heeft zich op den
Dam, achter 't Commandantshuis, te
Amsterdam een bloedig drama afge
speeld, dat twee slachtoffers eischte.
Omtrent vijf uur betrad een jonge
man met zijn meisje, het café van den
heer Mustert op den Dam.
Beiden zetten zich neer aan een ta
feltje in 't café. Spoedig daarop betrad
ook een vriend van hen, dansmeester
van beroep, 't café en voegde zich bij
de beide anderen.
Er ontsoond een gesprek tusschen het
drietal, waarbij bleek, dat beide jonge
mannen een oogje hadden op het meisje,
doch dat, ofschoon zij verkeering had
met den ander, de dansmeester toch het
hoogst in haar gunst stond aangesclfre-
ven.
De dansmeester schijnt dan ook nog
al zeker van zijn zaak geweest te zijn,
en liet zich, volgens ooggetuigen, uit,
op eene wijze, wel geschikt om den
toorn van zijn mededinger op te wek
ken.
Ondertusschen werd nog al wat ver
teerd; bier en advocaat werd besteld en
gebruikt. Eindelijk, na een vrij lang
gekibbel, bekende het meisje, dat ze
meer hield van den dansmeester dan
van den ander.
Deze deed alsof hij zich van het
blauwtje, dat hij aldus opliep niets aan
trok, sprak spottend met den kellner
over zjjn liefdesaangelegenheden, en
vroeg ten slotte aan den kastelein, of
hij het goed vond, dat hij op de restau
ratiezaal boven een deuntje op de jjiano
ging spelen.
Inderdaad weerklonken spoedig de
tonen van de „Dollarprinses". Toen de
jongen van boven terbg kwam, moet
hij, volgens sommigen, dreigend gezegd
hebben, dat hij een scheermes in zijn
zak had.
Nadat den keiler was afgerekend ver
lieten het meisje en de afgewezen min
naar samen het café. Terwijl de dans
meester, het café ook verlatend, de rich
ting van de Warmoesstraat insloeg, be
gaven de twee anderen zich dwars over
den rijweg in de richting van de kran
tenkiosk bij het commandantshuis. Hal
verwege gekomen haalde de jonge man
plotseling een scheermes uit den broek
zak en bracht het meisje een diepe sne.
de in de rechterzijde van den hals toe,
vlak boven den col van do japon. Gil.
lend viel de ongelukkige op de straat
stgenen neer.
De jongeman stond een oogwenk als
versuft, hief toen het mes voor de
tweede maal op en sneed zichzelf in de
keel, ter hoogte van den Adamsappel.
Hij viel over het meisje heen, terwijl -
het bloed uit beide wonden, overvloedig
op de steenen vloeide. Zoo plotseling
gebeurde dit alles, dat het publiek een
oogwenk aarzelde hulp te verleenen.
De dader werd gevat.
Op weg naar het politiebureau zakte
hij door het vele bloedverlies ineen. Hij
werd daarop mede naar het Binnen
gasthuis vervoerd.
Bij het schaatsenrijden is Zaten
dagmiddag een löjarige jongen uit De
venter door het ijs gezakt en verdron
ken.
Iii den luxe trein van Berlijn naai
Oostende is dezer dagen een jongetje
geboren.
Te Verviers, waar de ooievaar zijn
komst al aangekondigd had, werd naar
Luik om een dokter geseind, en tus
schen Luik en Ans werd het aantal pas
sagiers met een vermeerderd.
Een 6-jarig knaapje heeft geheti
alleen van Leipzig via Vlissingen de
reis naar Londen gemaakt.
Het ventje had aan zijn jas een kaart
vermeldende het adres waar de knaa;
te Londen „besteld" moest worden ei
hij is dan ook, {dank zij de hulp van
medereizigers op zijn bestemming gear
riveerd.
Wederom is te Rotterdam eer
man aanherand.
Ruim twaalf uur Zaterdagnacht te-
een schipper zich langs den Westzee
dijk te Rotterdam huiswaarts. Ter hoog
te van het Park werd hij onverhoeds
aangevallen door drie mannen, die uil
tegenoverhestelde richting kwamen.
Zij wierpen den schipper tegen da
grond- Een pakte hem bij de keel e:
een ander bij de borst vast, terwijl
derde straatroover zijn zakken zou door
zoeken.
Op het hulpgeroep van den schippc
kwam een agent van politie «angel#
pen, De aanranders namen de vluclr.
maar een hunner, een scharenslijper
een man zonder vast woonverblijf, wei:
door den agent gegrepen. De schippei
was zoo door den schrik bevangen, da:
hij geen hulp aan den politieagent ka
verleenen. Ontstolen was hemtochnc:
niets.
De aangehouden scharenslijper is o(
het politie-bureau opgesloten en ee:
agent-majoor van politie heeft ook zij:
beide medepiichtigen aangehouden. F
zijn liedjeszangers die van scherpe mê
sen voorzien waren.
De drie aangehoudenen zijn recidivis
ten, een hunner werd reeds zeven male
veroordeeld.
Toen een werkman te Enscha
Zaterdagmiddag bezig was met het wei
graven van |een grooten berg bevrori
kolen, stortte deze eensklaps in.
De man werd hieronder geheel bedi