ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4£ DISTRICT.
16
En verbaal til Eassb-Poleo.
No. 1377.
Zaterdag 16 Januari 1909.
I8e Jaan
FEUILLETON.
IIRESKENSCIIG COÜRA
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 0.82s bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Bit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C BIELEMiV te Breskeus.
Men zal zich herinneren dat laatst in
ons nummer een ingezonden stukje voor
kwam waarin enkele lijnen werden aan
gegeven waarlangs ons gemeentebestuur
ziJh diende te bewegen.
Zoo hier en daar is dat schrijven nog
al gunstig opgenomen.
Nu heeft het uiten van klachten steeds
deze verdienste, dat ze spoedig aanhan
gers vinden.
Maar daaruit mag nog niet geconclu
deerd worden dat ze niet voor eene
andere opvatting vatbaar zouden zijn.
Wijl tot dusver niemand de pen daartoe
scheen op te nemen, willen we dat
schrijven nader beschouwen, te gereeder
omdat mede nog éene tirade was ge
wijd aan ons persoonlijk adres.
Doch daarover nader.
Allereerst kwam de geachte schrijver,
na eene korte beschouwing over het
voorstel van het Dagelijksch Bestuur
tot het verleenen van een subsidie
aan de Stoomtram-Maatschappij Bres-
kens-Maldeghem voor een lijn Bres-
kens-Terneuzen, tot de slotsom, dat de
aanneming van dit voorstel onverant
woordelijk zou zijn van deze arme ge
meente, te meer daar er voor haar in
eigen midden nog zooveel te doen is.
Als we nu zeggen, dat we in dezen
de meening van den Schrijver niet dee-
len, dan wil dit niet bedoelen, dat we
een pleit zullen leveren ten bate van de
stoomtram, alsof haar wel en wee van
dat subsidie zou afhangen, maar willen
het tegenstrijdige aantoonen van wat in
dat stukje „een donkere wolk" de zaak
nog meer duister maakte.
De geachte schrijver stelde het voor
beeld dat, als in onze gemeente een fa
briek wordt opgericht, dit wel in het
belang der gemeente is, doch daarmede
geenszins gerechtvaardigd zou zijn het
verleenen van een gemeentelijk subsidie
aan zoo'n tak van nijverheid.
Nu, daaraan twijfelt niemand.
Toch zijn de zaken niet hetzelfde.
Wat we reeds vroeger opmerkten, dat
als de tram in 't leven geroepen was om
bij voorhand te zien dat ze onmogelijk
kan rendeeren, dit stellig een dwaas
heid genoemd zouzyn in hoofdzaak door
hen die op de tram al aardig wat af te
dingen hebben gehad nu ze floreert,
maar dat alles neemt niet weg, dat,
waar zoo'n middel van vervoer is, en
in onze streek bij voorkeur, het alge
meen belang daarbij onafwijsbaar
is betrokken. Behalve de geheele
streek die ze doorsnijdt, is vooral onze
gemeente daarvan het sprekend bewijs.
Doch we zouden afdwalen.
Deze zijsprong was echter noodig,om
te kunnen aantoonen het verschil van
een algemeen belang ontstaan door een
algemeen e zaak en van dat door
een fabriek teweeggebracht, hetwelk
toch altijd maar een rechtstreeksch b e-
perkt belang geeft.
Het is ons bekend dat de afwijzing
door onzen raad van een seortgelijk
verzoek door de IJzend. St. tr. mij.,
jammer is gevonden, al had men nog
zoon gering bedrag gevoteerd bij wijze
van sympathie met hot plan der ver
binding naar het vijfde district.
We weten echter stellig dat die af
wijzing niet voortsproot uit antipathie,
maar louter uit de onmogelijkheid om
iets te kunnen afstaan voor eene zaak
waarbij dc gemeente gansch niet was
geïnteresseerd, en mede met het oog op
de nu aangehouden aanvraag, waarbij
het belang der ingezetenen wèl betrok
ken is.
Het toestaan van een subsidie noemt
de Schr. een donkere wolk, voorname
lijk omdat de gemeente arm is, en om
dat er zoovoel te doen is.
Eene berekening van den Achterweg
komt mede op dat program.
Zou het den ,,sGhr. ook bekend zijn
dat de achterweg in zoo'n desulaten
toestand is gebracht juist sints door
dien weg een vervoer gaat dat wijst op
het centrum de nijverheid in onze ge
meente.
De groot-industrie en de groot-handel
van onze ingezetenen concentreert zich
daar schier geheel.
Als nu ten bate van een stoomtram-
lijn de gemeente geen subsidie mag ge
ven, in weerwil dat zoo'n verbinding in
het algemeen belang is, dan mag
de gemeente zeker die Achterweg niet
verharden op eene zoo kostbare wijze
als men dat bedoelt, omdat dit juist zou
zijn een bevorderen niet van het -alge
meen maar van het par i e r
belang, nl. dat van de aanpalende in-
dustriëelen en handelaars, dooF wier
zaken-uitbreiding de weg onbruikbaar
is geworden.
Maar dat wil niet zeggen dat die toe
stand zoo moet blijven. Integendeel.
We wilden alleen aantoonen, dat als de
schr. het eene krankzinnigenwerk zou
noemen, het andere volgens eigen rede
neering in nog sterker mate dit zou zijn.
Men dient zichzelf gelijk te blijven.
We willen dit betoog besluiten met
enkele cijfers te noemen.
De kosten van bestrating van den
achterweg met rioleering hebben we door
een deskundige eens hooren berekenen
op een ƒ4500. De le Zandstraat zou
dat dan ook wel kosten, en waarom
niet de 2e en 3e Zandstraat, Oesterput,
Boulevard, Papenrecht, het pad beneden
de zeedijk?
In elk geval met 10,000 komt
men niet toe. Doch nemen we dit cij
fer als basis, en dan mogen we aanne-
bien dat van dat uit de gemeentekas
ƒ2000 vloeit in de zakken der gemeen
tenaren uit werkloonen enz. stellen we
dat voor de verbetering van den achter
weg de belanghebbende handelaren, al
daar, gezamelijk 2000 per jaar meer
verdienste hebben dan kan do gemeente
daarvan 3 pCt. of 60 aan hoofdelijken
omslag hebben.
Mogelijk gaan dan ook nog eenige
aanpalende perceelen in waarde vooruit,
maar dat is louter particulier belang,
niet waar
Nemen we nu eens een oogenblik aan
dsfc de lijn Breskens -Neuzen wordt
aangelegd.
Zou dan van grond- en polderwer
kers, opzichters, ingenieurs en »wat niet
al, die gedurende enkele jaren aan den
aanleg van zoo'n tram bezig zyn niet
meer dan ƒ2500.- ii<Breskens, hetzij
eind of beginpunt,, blij ven hangen?
De aanvoer van materialen enz., die
toch zeker voor het deel tot aan den
Braakman via Breskens zouden moeten
komen, schatten we het voordeel voor
de gemeente op ƒ500 zeker wel niet te
hoog.
Tot zoover nog maar alleen de voor-
deelen tijdens den aanleg, waarbij van
de exploitatie wel kan gezwegen worden
doch laat ons om 'n cijfer te noemen
spreken van ƒ1000 per jaar of ƒ30
hoofdelijke omslag.
Dus voor ƒ10.000 aan straatkeien
ontvangt de gemeente
ƒ2000 aan werkloonen enz.
60 aan hoofdelijke omslag,
benevens het onderhoud.
Voor 2500 subsidie tram ontvangt
de gemeente
2500 aan werkloonen.
30 aan hoofdelijke omslag
en geen onderhoud.
De raad zou heusch hoogst onpractisch
handelen wanneer ze dat voorstel onder
K-tfrl—
68.
De zon zonk lager en lager het scheen
alsof de zee in een vloed van levend
goud was herschapen. Eindelijk vatte
Milutin moed, om het stilzwijgen te
verbreken. Koeriers en geheime agen
ten hadden in de laatste weken bericht
op bericht gebracht en nog geen uur
geleden had hij van graaf De Berg, te
Warschau, een cijfertelegram ontvangen,
waaruit hem maar al te duidelijk bleek,
dat hij weldra zou geroepen worden,
tot de taak, die hem wachtte.
Zijn praatzieke zoon, nog altijd ver
bonden aan den staf van den Goever-
neur-generaal, had hem in zijn brieven
tal van bizonderheden gemeld omtrent
een nieuwen veroveringstocht ln Azië,
door het Russische Goevernement be
raamd en, bovendien, iedere week brach
ten de Brindisibooten hem t^jd-wg van
een man van historische vermaardheid,
die met geduld en bekwaamheid een
duister net van Russische intrige spon
aan des Sultan's hof.
lederen dag kon de oproeping volgen.
En dan zou het te laat zijn 1 Wel wist
Milutin, dat de vrouw, aan wie hij de
schoonste dagen zijns levens dankte,
nooit te bewegen zou zijn de Russische
of Poolsche grenzen te overschrijden.
Want, ook al zou het droevig verleden
haar niet met geestenvinger daarvoor
gewaarschuwd hebben, dan toch zou de
overweging, dat zy thans geen recht
had op een wettigen naam, haar daar
van hebben teruggehouden. Milutin sid
derde wanneer hij bedacht, hoe hulpe
loos zy zou zijn, zonder hem en hoe
haar jong leven, te nauwernood aange
vangen, reeds was verwoest, op twee-
en-twintigjarigen leeftijd. Hij had op
alle wijzen getracht een middel te vin
den, ten einde haar naam te redden,
doch het was hem onmogelijk gebleken.
Want de nieuw-geboren generaal Mi
chael Waldberg genoot op opzichtige
wijze, zoowel te Konstantinopel als te
Kaïro de vruchten van zijn door schan
de gewonnen fortuin, en al mocht de
verrader wellicht nu en dan sidderen,
wanneer hij dacht aan zijn ten doode
gewond vaderland, het vergeten viel
hem zoo gemakkelijk. Zijn onschuldig
kind was veilig geborgen in een dier
stille kloosters van zuidelijk Frankrijk,
maar hijzelf had wijselijk besloten ver
re te blijven van zijn overigens zoozeer
geliefd Parys. Immers Parijs was nog
steeds het broeinest van Poolsche patri
ottische plannen. Wat nog gespaard
was gebleven van den Poolschen adel,
was daar bijeen. Weinig hadden zij
echter elkander te geven, weinig anders
dan hun onmachtige wraakzucht jegens
den Russischen overweldiger.
Michael Waldberg had derhalve zijn
donker verleden prijs gegeven aan de
vergetelheid en het land van de lotus
bloem en van de opgaande zou tot zijn
woonplaats verkoren. De Russische con
suls en zaakgelastigden zagen zich, hoe
zeer dan ook met weerzin, wel ver
plicht om zijn officiële geloofsbrieven te
eerbiedigen en hem te ontvangen met
een schijn van onderscheiding, waarop
zyn geheime diensten aan hun gouver
nement hem aanspraak deden maken.
Maar verder dan tot een officieële in
troductie waagde hij zich, hoewel het
leven in Egypte verlokkend genoeg was
en het hem licht viel om, gezeten op
de veranda van zijn huis aan de Shöu-
brah-promenade en genietende van de
zalige weelde der van balsemgeuren
zwangere nachten, zijn schaamtegevoel
het zwijgen op te leggen.
Wat Milutin betrelt, de wetenschap,
dat hij weldra zou worden weggeroepen
van haar zijde, om, in het verre Azië,
zijn talenten te wijden aan de eervolle
post, die zijn keizer voor hem had be
stemd, pijnigde hem zonder ophouden.
Want hij gevoelde maar al te wel, dat
hij niet bij machte zou zijn, om Cucilö
naar behooren te beschermen tegen den
ruwen greep der werkelijkheid. Hij durf
de er niet aan denken haar voor te stel
len hem te volgen, gelyk zij was, in de
schitterende eenzaamheid der Aziatische
steppen, ten prooi aan de speurende
blikken zijner officieren. Hoe zou hij
ooit in staat zijn haar teeder gevoel te
behoeden tegen het grievend leed, dat
daar haar deel zou en moest worden
(Wordt vervolgd,j