ISIIISknS(lli; COURANT.
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
1 VBP
133
81
sslscli-Polen.
No. 1360.
Woensdag 18 November 1908.
18e Jaar
Buitenland.
FEUILLETON.
Uil
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor Belgie ƒ0.625 en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
jrT Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit bluii verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEJI.4.V te Breskens.
De groote gebeurtenis voor Duitschland
voorbij. In den Rijksdag is de be-
.ngrijke interpellatie gehouden over de
:herpe uitlatingen van den Keizer, die
loor eon Engelsch blad zijn gepubli-
lerd.
Er zjjn naar het hoofd van den keizer
ier harde waarheden geslingerd, en
st Duitsche volk heeft de gelegenheid
ingegrepen om zich op ernstige en
[aardige wijze te doen gelden en om
|s 't ware zonder revolutie een keer-
int te brengen in de parlementaire
itwikkeling, die voor een zeer ontwik-
ild en hoog beschaafd volk op den duur
lontbeerlijk is.
Immers de rijkskanselier heeft hot
idperk van de alleen heerschappij,
it zelfs voor den Sultan van Turkije
rbij is, mode voor Duitschland afge-
iten door zijne verklaring, dat als de
iizer van zjjn macht gebruik maakte,
eene wijze, die de Rijkskanselier,
keurde, noch hij, noch eenig opvolger
irvoor de verantwoordelijkheid zouaan-
ffltlen.
Zeker, het is nog niet het parlemen-
:ire stelsel van Nederland en Engeland
it is nog niet geheel ons systeem van
inistorieele verantwoordelijkheid, maar
is een groote pas in de goede rich-
Want het parlementaire stelsel,
ir kanseliers, die mannen van karak-
zijn, toegepast, zal beletten dat
lieuw in het Duitsche parlement de
soon en de daden van den Keizer
Jitiseerd zullen worden niet alleen,
lar zoo scherp veroordeeld als nu ge-
hiedde. En dit moet, zoo voor dynas-
als volk, vermeden worden. In No
rland zou het onmogelijk zijn dat do
soverein dus over den hekel gehaald
ordt en het zal een goed iets zijn
voor Duitschland en zijn Keizer, die al
leen het welzijn en de grootheid van
zijn volk beoogt, dat het ook daar on
mogelijk worde gemaakt, door echte
ministerieele verantwoordelijkheid.
Beschaafde volken willen niet langer
aan één man, één heerscher, hoe schit
terend zijn gaven, hoe groot zijn toe
wijding aan zijn land ook zij, de alleen
heerschappij geven over binnenlandsche
en buitenlandsche zaken.
Bovendien is die taak te zwaar voor
éen paar schouders, een hoofd en hart.
Wat in Duitschland plaats greep, toont
opnieuw welke volkomen noodelooze
risico's een souverein dus loopt.
Men gelooft zijn oogen niet als men
in de Duitsche dagbladen leost hoe open
hartig en scherp de woorden en daden
des Keizers afgekeurd werden, zonder
dat de voorzitter iemand tot de orde
riep, zonder er van gekwetste Majesteit
gerept werd.
Doch tevens moet erkend, dat het de
bat door alle partijen, ook door de so
cialisten, met waardigheid en en zelfbe
dwang gevoerd werd.
Veel van wat besproken werd, gaat
in do eerste plaats of uitsluitend hot
Duitsche volk aan.
Maar het debat als een geheel is van
groot belang voor ieder, die als wij een
krachtig en geëerd Duitschland wen-
schen te zien.
Door waarborgen te verkrijgen tegen
het persoonlijk régimo wint het Duitsch
volk aan kracht en waardigheid. En
een aanvang is nu gemaakt met het
verkrijgen van deze waarborgen.
En wat deze waarborgen zijn werd
namens de Jong-Turken zoo treffend
uitgedrukt in de Times van 4 Augusut,
toen een der leiders schreef, dat het
menschelijke vernuft tot nu toe geen
middel heeft bedacht om de macht van
een alleen heerscher vte controleeren,
|1
Ij Ik zal voor haar waken, mompel-
Iibij, en niemand daarginds, zal ooit
(ten Neen, niet ParijsItalië,
Hij wierp zich op zijn legerstede,
jalchohol had voor een oogenblik zijn
ftustzijn verdoofd en den angel der
ibaamte, die zijn borst had gewond,
o prikkel ontnomen.
Judas sliep.
Toeu de avond aanbrak weerklonk de
lote hal van de juichkreten der gas-
ii die, gerustgesteld ten opzichte van
lutin's gezondheidstoestand, met geest-
ft de overwinningen van den dag be
uken. Behalve groote zwakte en de
terheid van gedurende eenige weken
arm in een verband te moeten dra
had Milutin geenerlei nadeelig ge-
van den ruwen strijd met den beer
betreuren. Rust en overvloedige af-
Ping van het bloed had de koorts tot
gebracht. Het gestel van den
soldaat was bij uitstek was bij uitstek
krachtig gebleken; zijn levenskracht had
hem, met bewonderenswaardige snelheid,
den geweldigen schok doen te boven
komen. Een Russische dokter, in mili
tairen dienst, bijgestaan door een aan
tal helpers, had, zoodra hij te Nimo-
vitch was aangekomen, alle zorgen voor
den patient op zich genomen.
Cecile Wizocka had intusschen stil
en zonder opzien te baren haar weg
vervolgd. De uitwendige kalmte, die
zij zich eigen had gemaakt, tengevolge
van haar eenzaam leven, was door niets
gestoord geworden. Toch kon zij een
diepen zuc' t niet onderdrukken, toen
zij afscheid nam van de huiswaarts koe
rende dames, die, daar het bal, tenge
volge van de ongesteldheid van den ge
neraal, geen plaats zou hebben, met
spoed naar hun huisgoden terugkeerden.
Graaf Wizocki, op wiens gelaat een
vreemde rusteloosheid was te lezen, was
alleen uitgereden, om de van de jacht
terugkeerende edellieden welkom te hee-
ten. Hij had zijn vrouw aangetroffen
in de zuilengang van het slot, bezig
met haar plichten als gastvrouw, en hij
zoo afdoende als het parlementaire
stelsel.
En wat het Nederlandsche volk, üuitsch-
land's bevriende nabuur, zoo buitenge
woon verheugt, is dat op de meest on
miskenbare wijze eenstemmig door den
Rijksdag vriendschappelijke, vredelieven
de gezindheid jegens Engeland is ge
toond.
En het is de werkelijke gezindheid
van het Duitsche volk welke dus blijkt.
Geen zinsnede in het verslag van de
Daily Telegraph was zoo gevaarlijk en
onjuist tegelijk als die waarin een groot
doel van 's Keizers onderdanen vijandi
ge gezindheid jegens Engeland ten laste
gelegd werd.
Tal van Duitschers, ontkenden dit
steeds op de meest besliste wijze. Men
hoopt nu maar dat de Britsche midden
stand en hoogere stand dit zal gelieven
te gelooven. Want er bestaat in En
geland een soort anti-Duitsch gezind
heid. Wat nu geschied is moet die
verminderen. Want geen Engelschman
of hij moet gevoeld hebben dat de Kei
zer Engeland niet alleen niet vijandig,
maar zeer genegen is. Welke offers
bracht Z. M. om dat te bewjjzen, welke
gevaren liep Z. M. om dat te toonen I
Als de Britton en vooral de pers nu
slechts eveneens willen inzien dat de
Duitschers waarachtig geen oorlog met
Engeland wenschen dat ze veel te
wetenschappelijk onderlegd zijn om niet
te kunnen uitrekenen, dat zulk een oor
log in elk geval een bijna onherstelbaar
onheil zou zijn om niet voor beter dool
hunne krachten te sparen.
Wanneer de Eugelschen door wat
sinds 28 October plaats greep eindelijk
geleerd hebben dat Duitschland geen
oorlog mot Engeland wil, maar de Brit
ten genegen is, dan is deze Octoberor-
kaan een verfrisschihg en gezondheid-
brengende storm geweest dan wordt
er een nachtmerrie gewenteld van olken
Nederlander, die nu niet langer bevreesd
behoeft te zijn voor de ontzettonde mis
daad een oorlog tusschcn Engeland en
Duitschland.
Nog een andere nagalm kan hieraan
worden toegevoegd.
Het „Vaderland" heeft, naar aanlei
ding van wat in de laatste dagen om
trent de verhouding tusschen Keizer
Wilhelm en de Boeren is bekend ge
worden, in een artikel aanteekeningen
uit de nagelaten herinneringen van een
Hollandsch diplomaat gepubliceerd.
Na te hebben gezegd, dat het eene
groote fout in de Regeeringen na Ko
ning Willem III is geweest, dat zij het
hoofd van Staas in moeilijke omstan
digheden tot een persoonlijk optreden
bewogen, releveert het blad eerst de
moeite, die indertijd minister De Beau
fort deed om ten bate van de Boeren
iets gedaan te krijgen, pogingen die geen
resultaat hadden en eindigden met het
op aandrang van den minister persoon
lijk door de Koningin tot den Duitschen
Keizer gericht schrijven om ten bate
van Kruger te willen optreden, wat ech
ter niets uitwerkte. De minister had
dit jammer genoeg niet voorzien, anders
had hij natuurlijk zijn souverein dit
echec bespaard.
De rechterzijde is den minister daar
over hard gevallon, maar ondervond,
toen het ministerie aan de regeering
kwam, op haar beurt, hoe moeilijk hot
was iets voor de Boeren te doen. Na
hoogo onaangenaamheden tusschen den
minister van Buit. Zaken Van Lijnden
en dr. Kuyper, greep deze laatste zelf
in en zoo werden de bekende nota's
uitgevaardigd welke aan den weerstand
der Boeren den laatsten slag toebrach
ten.
De geschiedenis van Transvaal had
intusschen haar nasleep. De Keizer
had haar, met al de aangeboren gratie
van zijn ras, op hoffelijke wijze en for
meel vaarwel gezegd. Toen was hij,
door zjjn rijknecht gevolgd, in galop
weggereden, doch een oogenblik later
had hij den blik teruggewend, en ziende,
dat zij hem in peinzende houding na
staarde, had hij haar uit de verte en
met de hand nogmaals toegowuifd.
Het stormde en kookte in Cecile's
borst. Wat was het, dat haar als het
ware toefluisterde, dat onheil naderde
voor haar en haar huis? Daar klonk
geen vroolijke lach, geen muziek, geen
opwekkend woord in de ruime hallen
der vorstelijke huizinge. Een broedende
stilte hield alles in kluisters geklonken.
Zij wist, dat bij het krieken van den
dag de gasten van heden haar woning
zouden verlaten, om te scheiden, mis
schien voor altijd. Zij was voldoende
ingewijd in de vrijmetselarij der Pool-
sche patriotten, om te weten, dat de
vreemdeling, die gisteren zijn opwach
ting was komen maken en door de Pool-
sche edelen met ingenomenheid was
ontvangen, een loot van edelen Pool-
schen huize was, uit Parijs herwaarts
gekomen, als boodschapper van de pa
triotten in den vreemde.
De tijd nadert 1 prevelde zij, wel
dra zal de storm losbreken 1 En Etien-
ne Ofschoon haar vertrouwen in het
welslagen van den nieuw beraamden
opstand gering was, toch waren haar
gevoel van loyauteit en haar gehecht
heid aan de traditiën van haar geslacht
groot genoeg, om haar met vreude en
ter wille van de goede zaak, armoede
en ballingschap te doen wagen. In het
groote salon stond zij een. oogenblik
stil voor haar eigen portret, geschilderd
in haar blijde bruidsdagen, en gehoor
gevende aan een plotselingen inval,
plaatste zij zich daarop voor een spie
gel.
Zij beschouwde met aandacht haar
beeld van heden en vergeleek het met
het beeld van toen, zooals de kunste
naar het op doek had gebracht, getooid
met de rozen van geluk en zorgelooze
jeugd.
(Wordt vervogd.)