liinsknsnii: courant, ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. 1 nit Rossi No. 1358. Woensdag 11 November 1908. Hui ten land. FEUILLETON. 18e JaiHV Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uilgever C. DIEtillH.4> te Breskens. Na de eenigszins hoopvolle tij ding, dat de toestand van burge meester Gerritsen vooruitgaande was, hetgeen nog werd versterkt door de nadere berichten, dat de behande lende geneeskundigen het gevaar zoo goed als geweken achtten, verspreid de zich Zondagmorgen op het aller onverwachts de treurmare, dat de heer Gerritsen na eene plotselinge ongunstige ziekte wending, was over leden. Geboren den 25 Juli 1854 te Amersfoort, bereikte hij den ouder dom van ruim 54 jaren. Op 8 December 1879 werd de heer Geritsen benoemd tot burge meester dezer gemeente en op 7 Ja nuari 1880 aanvaardde hij deze be trekking, onder een alles behalve rooskleurigen toestand, daar de ge meente geducht had geleden onder en verdeeld was door familie- en partij-twisten. Met krachtige hand en groote zelf standigheid heeft hij het bestuur on zer gemeente geleid, en gedreven door de zucht naar vooruitgang heeft Breskens werkelijk zeer veel aan den ontslapene te danken. Wie Breskens kende een 25 jaar geleden en het vergelijkt met thans, staat verbaasd over het enorme ver keer, dat nu hier plaats heeft. Onmiskenbaar heeft de vooruit ziende blik en de energie van den heer Gerritsen daaraan een hoogst belangrijke stoot gegeven. Dat de zakelijke toepassing van zijn vooruitstrevende begrippen in de praktijk ook aan andere gemeen ten is ten goede gekomen, wie zal het, ten spijt van de soms aan min achting grenzende bejegening, kun nen ontkennen. Behalve dat onze gemeente van de totstandkoming van de tram ge profiteerd heeft, is ze ook innerlijk wel gevaren bij het bestuur van den heer Gerritsen. En dat de ingezetenen, we kun nen wel zeggen, schier zonder on derscheid, zich daar dankbaar voor hebben willen toonen, is wel spon taan gebleken bij de viering van zijn 25 jarig ambtsjubileum als burge meester op 7 Januari 1905. Het staat ons nog levendig voor den geest, hoe de heer Gerritsen op de toespraak bij die gelegenheid, ge houden door den wethouder Weijk- man, de toenmalige jubilaris ant woordde, dat hij, terugziende op die 25 jaren, maar al te zeer merkte hoeveel men nog had kunnen en willen doen, doch opnieuw de mede werking van den Raad inriep, om als goed Bressiaander de tekortko- komingcn in te halen, en zoo samen werkende nog veel te kunnen doen dat aan Breskens ten goede kon ko men. En bij de aanbieding van het hul-' deblijk der ingezetenen dankte hij daarvoor ten diepste geroerd, hoopte er een nuttig gebruik van te kunnen maken, doch tevens om daaruit dik wijls te worden opgeroepen tot het verstrekken van raad en daad aan ieder die hem daar om zou komen vragen, en die hij nog lang wenscb- te te geven, om kon het zijn, nog zijn gouden jubilé te vieren. Helaas, het heeft niet zoo mogen zijn. Een koststondige, doch hard nekkige ziekte heeft aan dit immer werkzame leven al te spoedig een einde gemaakt. Zijn heengaan zal in de verschil lende betrekkingen waarin hij ten al- gemeenen nutte arbeidde, diep wor den gevoeld Men weet dat in onze gemeente belangrijke zaken in voor bereiding zijn, in welke zijne voor lichting en doorstastheid noode zul len gemist worden. Is het waar, dat hij niet dermate mocht deelen in de volksgunst, als hij dat met zijne algemeene ontwik keling en pratische zin verdiende, het kan gelegen hebben aan zijn optreden, dat niet altijd even zoet sappig, noch minder vleiend, maar desniettemin goed gemeend was. En moge daaruit een soort van hardheid zijn opgemaakt, het was meer toe te schrijven aan 'n hem niet begrijpen, die des te gewilliger voed sel gaf aan zijne mindere populari teit, als daaraan langs verschillende wegen afbreuk werd gedaan. Met de monschelijke gebreken, waaraan niemand ontkomt, was de heer Gerritsen een energiek man, die stellig voor de plaats en voor de streek onzer inwoning nog van groot nut had kunnen zijn. De overledene was bovendien nog schoolopziener in het arrondissement Vlissingen, voorzitter der waterkee- ring van het calamiteus waterschap Oud en Jong Brekens, president Com missaris van de Stoomtrammaat schappij Breskens, Maldeghem en plaatsvervangend Kantonrechter in Kanton Oostburg. Bij de groote gebeurtenissen die voor een wijle de Eurcpeesche politiek heb ben beheerseht, zinken kleine, weinig boteekenende incidenten in het niet. Dat wil zeggen, ze hebben een ver loop dat weinig naar buiten treedt en 't waren binnen de muren van de dip- plomatie wordt afgehandeld. Men zou dat zeker hebben gedacht van het Casublancaincident tusschen Duitschland en Frankrijk, hetwelk al in vergetelheid was gedompeld en dat we weikelijk nog eens even moeten me- morceren om er de juisto beteekenis nog van te weten. Het is misschien een paar maanden geleden dat Duitschers, die hadden dienst genomen in het Fransehe leger in Ma rokko deserteerden. Die zijn door de Fransehe autoriteiten opgepakt en waar bij het wat hardhandig bij den Duit- schen consul moet zijn toegegaan. 50. De sterren waren nog niet in het westen verdwenen, toen Michael Moura- vieff, de man van ijzer, reeds in het bezit was van de geheime dépêches, hem door majoor Dournof van de naast- bijgelegen militaire post, veertig mij len van Nimovitch, toegezonden. Hij had ze gelezen, terwijl een Kainslach zijn sombere trekken had verlicht Een voor een hadden de Poolsche edelen zich naar de legerstede van den generaal begeven, om zich met eigen oogen van zijn toestand te overtuigen, alvorens zich gerustgesteld naar hun vortrekkon te begeven. Graaf Etienne had doorgedreven, dat op de beide vol gende dagen zou worden gejaagd, gelijk was bepaald, en dat de ziekte van den generaal geen wijziging zou brengen in het programma. Hij had gepleit met groote warmte en geheime beweegrede nen hadden overtuigingskracht geschon ken aan zijn woorden. Toen do gravin, alvorens zich voor dien nacht terug te trekken, zich over tuigd had, dat alles in de ziekenkamer naar wensch ging, had Vassillu Milutin eensklaps de oogen geopend en had zijn rechterhand haar niet weerstrevende vingers gegrepen. In zijn dwalende oogen had het koorts vuur geschitterd en hij had gelispeld als in den droomIk zal haar te Ni movitch ontmoeten Het werk, ja, het werk gaat door 1Ik moet opstaan 1 Zijn stem was toen krachti ger geworden, doch door pijn overmand, was hij weder in de kussens terugge zonken. Dournof 1had hij gemompeld, Dournof!Ja, naar Dournof!Spoe dig, dan Rijd, of je leven er van afhing! En toen had hij de oogen we der gesloten. Met vluggen, onhoorbaren tred had gravin Cecile haar boudoir bereikt. In de gulden dagen van haren echt, had Amor vaak die deuren met een schelmsch lachje gesloten die dagen waren nu voorbij, voor altijd Een zacht, gedempt licht verdreef de duisternis in het behagelijk vertrek, waar de stilte van den nacht door geen enkel geluid verbroken werd. Zij ontstelde toen zij aan de tafel haar echtgenoot vond, die met angst op het gelaat haar komst had afgewacht. Wat wenscht ge, Etienne? zeide zij kalm, terwijl een doodelijke bleek heid haar gelaat overtoog. Zij had een stoel gegrepen en zich tegenover hem geplaatst. Het groote jachtmes, waar mede Milutin de berin had gedood, lag dreigend tusschen hen in. Vertel mij eens, hoe zich do zaak heeft toegedragen zeide hij, terwijl zjjn oogen tevergeefs poogden te lezen in de hare. In de dagen van woleer zou haar vraag: „Wat wenscht ge, Etienne? een onmogelijkheid zijn geweest. Maar hijzelf had de muur, die hen scheidde, opgebouwd. Hijzelf had haar tot een zaamheid en afzondering gedoemd. Hij was het geweest, die den heiligen lief des-eed had geschonden en haar gemaakt had, tot hetgeen zij was geworden. Het meisje, dat eenmaal vertrouwend aan zijn arm hing en hem haar vurigste, roinste kussen had geschonken, dat meisje bestond niet meer. Haar liefde had hij onmeedoogend vermoord en maar al te wel gevoelde hij het nu, dat hij haar, dio eonmaal de donkere schadu wen van de Volhynische wildernissen voor hem tot plekjes vol zonneschijn en leven had gemaakt, voor goed had ver loren. Geen woord had ooit de bitter heid harer ziel vertolkt, maar met som bere vastberadenheid had het in haar binnenste gefluisterdNooit, nooit meerEn hij had het ervaren op de zen, in deze noodlottige, nachtelijke uren, dat het licht, dat eenmaal, zoo helder gloorde in haar hart, gloorde voor hem, was uitgebluscht,-voor altijd! Vooral- tijd Op ongedwongen wijze deed zij hem het verhaal der gebeurtenissen. Het was gemakkelijk voor den graaf, erva ren jager als hij was, te beseffen in welk doodsgevaar de generaal had ver keerd, toen het tweede geweer zijn dienst geweigerd had. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1908 | | pagina 1