ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. Bgh mM lil Rissi: No. 1352. Woensdag 21 October 1908. Buitenland. Binnenland. FEUILLETON. 18e Jaitrg. IS II i: S k E S IIE COURANT. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Ad verten tiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIEEEMAiV te Itreshcus. Er zal dan over de Balkan-Kwestie eene pnferentie gehouden worden. Als er tin de groote verandering bijna niet neer gedacht wordt, of als èr misschien veer andere belangrijke kwesties in aan- pcht zijn of zich mochten hebben afge wikkeld, zal op de gebeurtenissen in let Oosten het officiéele Cachet worden |edrukt „made in Europa." Zoo'n afloop behoeft nu niet zoo sterk e verwonderen. Groote honden blaffen vei, maar bijten niet, althans elkaar iiot, en zeker niet als ze zouden moe- en doen om een keffertje. Men kan gerust aannemen, dat de oor- bgsbui wel is afgedreven. Want het nzinnige optreden van den 21-jarigen .roonprins van Servië zal op de mogend- leden wol van geen anderen invloed ijn dan een suizend windje. Trouwens, er zijn belangen in het pel die meetellen en zeer zwaar we en. We bedoelen de financieels. Hoewel niet in de eerste plaats van elang, telt het nogthans mee dat Frank- ijk in de 6 pCt Bulgaarsche leening inet 30 millioen francs zit Van meer gewicht is de leening uit ransch kapitaal van 102 millioen francs. Toog daar aan toe die van 100 millioen an 1904 en van 145 millioen van 1907, an wordt dit een cijfer, dat door een lolzinnige oorlog zoo maar niet te grab- >el mag worden gegooid, en dat Frank- ijk voor zijne burgers, die hot leeuwen- loei in deze leeningen hebben, moet rachten te verhoedon dat er oorlog :omt. Met deze belangen in de Turks-che inanciën houden die van anderen gelij ken tred. En het is in hoofdzaak luitschland, dat daarbij betrokken is. De Duitsche Bank wordt dan ook niet ten onrechte genoemd de tusschcnper- soon van Turkije en het Duitsche volk. Noemen we de Anatolische spoorweg, die met Duitsch kapitaal is gebouwd, de Orient Railway, de Turksche staatsle ningen on tal van Ottomaansche onder nemingen, dan baart het stellig geen verwondering dat, behalve Frankrijk, ookDuitschlander ten nauwste bij betrok ken is om de troebelen in den Balkan in der minne te doen oplossen, in plaats van door wapengeweld een wellicht lang- durigon, zeer nadeeligen en bovondien succes-loozen krijg uit te lokken. En nu de conferentie. Do Russische minister van buitenlandsche zaken heeft zeer ernstige besprekingen gehad eerst met zijn ambtgenoot van Frankrijk en daarna met dien van Engeland. En die onderhandelingen hebben ge leid tot eene volmaakte overeenstem ming van het programma der to hou den conferentie. De hoofdgedachte er van moet zijn, dat Turkije voor zijne af brokkeling eene vergoeding moet ontvangen. Maar tevens ook voor de veranderde binnenlandsche toestand, welks stelsel inderdaad een hechte grondslag mag ge noemd worden voor den vrede in dien zuid-oosthoek in het bijzonder en voor die van Europa in het algemeen. De onafhankelijkheid van Bulgarije zal worden erkendniettemin zal de financiëele aangelegenheid en do inbe slagneming van den spoorweg nader moeten worden geregeld. De inlijving van Bosnië en Herzego- wina wenscht men onaangetast te la ten, daar Turkije ten dezen in de ont ruiming van Oostenrijksche troepen No- vipasar voldoende schadeloosstelling heeft verkregen. Of dit programma nu in alle deelen zal worden beaamd door het Drievoudig Verbond Duitschland, Oostenrijk en Ita lië zal natuurlijk moeten worden afge wacht. Het is echter te voorzien dat de af wikkeling wel een vreedzaam verloop zal hebben. Op den keper beschouwd is eigenlijk niets onbehoorlijk gebeurd. Dat Bulgarije zich onaf hankelijk heeft verklaard, is heusch niet zoo opzienba rend, omdat tal van handelingen reeds den vorm van een onaf hankelijken Staat hadden. Zonder dat de Sultan ooit er in is ge kend, verklaarde het oorlog aan en sloot vrede met Servië, ging het politieke en handelsverdragen aan met de groote mogendheden, onderhield het zelfs di plomatieke vertegenwoordigers aan en kele der Europeesche hoven, en zond vorst Ferdinand zelfstandig vertegen woordigers naar de Haagsche Vredes conferentie. Waar dit alles toegelaten zonder eenig verzet zelfs, is eene erkenning van die onafhankelijkheid als 't waro niet meer dan natuurlijk. Er is deze week in do Tweede Ka mer een debat gevoerd, naar aanleiding van eene interpellatie van den heer Troelstra, over de bestrijding van de werkloosheid. Van verschillende zijden werd er aan gedrongen op hulp van Staatswege. Zoo werd aangeprezen door den heer Van Kol, werkverschaffing, door den heer Van Wichen ontginning van dat deel der duinstreek dat niet voor zee wering is bestemd, door den heer Pas toors verbod van fabrieksarbeid voor vrouwen en kinderen, terwijl de heer Reijne bevaarmaking van de Maas en drooglegging van de Zuiderzee aanprees. Deze afgevaardigde meende bovendien, dat, aangezien de werkloosheid voorna melijk in de groote steden heerscht en veroorzaakt wordt door den trek daar heen van het platteland, die trok moest worden gestuit. Voorwaar een eigen aardig middel. Het meest afkeurenswaardig stelsel werd aan do hand gedaan door den heer Treub, die een gemeentelijke werkloo- zen-belast.ing van do werkgevers in de industrie zou willen heffen. De algemeeno toestand en de alge meens verhouding, zooals die tegen woordig bestaat tusschen personeel en werkgever werd aardig geschetst door den heer Lobman. Hij erkende dat de werklieden zich in bepaalde vakken te recht vereenigd h 'bben om van den werkgever het hoog ste loon te bedingen. Maar is er in die vakken dan ook iemand werkloos, dan moeten de werkenden in dat vak hem onderhouden. Dat is een gezonde toestand. Maar men drijft de loonen op, men spreekt van het loon dat den arbeider toekomt en wio het loon niet ontvangt, heet uitgezogen te worden. Dit alles is mooi voor den knappen en krachtigen werkman. Aan allen kan de werkgever het hooge loon niet uit- keeron omdat hij het risico van het be drijf heeft te dragen. Vroeger kon men bij weinig werk laag loon geven. Te genwoordig heet dat uitzuigen en vele werkloozen weigeren te werkon onder het loon van den normalen tijd. Door dien tegenstand van de arbeiders wordt de tegenzin om industrie aan te pak ken zeer gering. Velen worden nu on derwijzers en ambtenaren. De nationa le arbeid wordt er echter niet beter van en ook velen die anders arbeiders zou den zijn geworden, gaan nu dezen weg uit. Zij gaan in rijks- en gemeente- +®I— 14. Door welk duister geheim kunnon leze beide mannen tot elkander zijn ;ebracht 1 dacht Cecile met plotselingen schrik. Vage vrees, dat haar echtge noot vernederende toezeggingen had ge daan, om zijn schuldeischer tevreden te illen, deed haar met Poolschen trots e teedere lippen ten bloede bijten. Ik al h^m redden, prevelde zij. Mijn echt enoot zal geen gift aannemen uit de anden van den vijand zijns lands! ellicbt zouden haar vorstelijke bloed erwanten bereid zijn haar bij te staan, 'et hoofd van haar geslacht hid wclis- aar zijn land voor altijd moeten ont vluchten, naar lichaam en geest gebro ken in den vreeselyken doodstrijd van '31, maar zijn zonden zouden wellicht kunnen en willen helpen. Mijn laatsten bunder gronds, mijn laatste goudstuk, wil ik geven, om Etiènne vrij te ma ken, aldus sprak zij tot zichzelf. En dan zullen wij tezamen heengaan en trachten een nieuw leven te beginnen, terwille van Marguerite 1 De ongelukkige vrouw liet- zich lijde lijk de plaats aanwijzen, voor haar be stemd, tusschen twee dicht bij elkander gegroeide eiken. Vassili Milutin plaat ste zich voor haar op post. Zijn ge weer in de hand en extra-patronen naast zich, wachtte hij, op één knie steunen de, de komst af van het opgeschrikte wild. Verwijderde hallo's en de nader bij komende stemmen der drijvers trof fen nog slechts flauwtjes hun oor. Min stens een mijl ver, in het kreupelhout verborgen, waren de eerste menschen. Een gevoel van onrust bekroop plotse ling Cecile's gemoed. Het is waar, de etiquette schreef voor, dat zij hot ge leide van haar hoogen gast niet mocht weigeren maar toch, zij wenschte zich mijlen ver. De plicht van haar echtge noot bracht mede, dat hij over de ge heele linie het oog liet gaan. Ook dat was waar. Met een nog vaag, doch sterker wor dend gevoel van mistrouwen zag zij neer op den man, die daar aan haar voeten geknield lag. De stilte van het woud omringde hen, de bladeren der boomen ritselden onder de liefkoozing van den morgenwind, de doordringende geur van verwelkte bloe men en verdroogde bladeren vervulde alles in het rond en de stralen van de ochtendzon glinsterden op de met dauw beparelde grassprietjes. Alles sprak van zielerust en zielevrede, maar de zenuw achtige overspanning der laatste dagen en de ontdekking, die zij meende te hebben gedaan, hielden haar in onrust en gejaagdheid. Met saamgevouwen han den beschouwde zij de mannelijk, schoo- ne figuur van den vijandelijken soldaat, gelijk hij daar lag geknield, luisterende en met arendsoog den omtrek bespie dende. Een tweede geweer, evenzeer geladen, lag gereed aan zijn zijde en een ruiterpistool was bovendien binnen zijn bereik. Nog nooit, gedurende de dagen van zijn verblijf te Nimovitch, had de Russische generaal het gewaagd de oogen tot haar op te slaan, met zooveel vuri ge, onbewimpelde hartstocht als thans. Cecile had het hoofd afgewend, om den blik te richten naar de plaats, van waar een schot had weerklonken en toen had zij de oogen van den Rus al weder ontmoet. Zij ontstelde, maar het was te laat 1 Zij waren ver van de anderen verwijderd, begraven in het Volhynisch woud. Waar zou zij de hulp moeten zoeken Wie zou haar bijstaan? Eensklaps deed zij een paar stappen voorwaarts en greep het ruitorpistool van den generaal. Met ernstig-vragen- den blik zag hij haar aan, toen zij met vluggen tred weder haar plaats hernam. Wees toch voorzichtig met dat pistool, mevrouw 1 fluisterde hij met schorre stem, toen hij zag, dat haar blanke vinger den trekker omspande. Ik ben de dochter van een soldaat 1 gaf zij fluisterend tin antwoord, want zelfs op dit oogenblik herinnerde zij zich, dat een luid gesproken woord, of het waaien van een zakdoek, voldoen de kon zijn, om het opgejaagde wild terug te drijven en de jacht te doen mislukken. Met inspanning van al haar krachten trachtte zij haar vrees te ver bergen achter het masker van trots. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1908 | | pagina 1