Binnenland.
Gemengd,
aangewezen.
Daar is de eisch om allereerst een
goode woningstatistiek, voor men aan
het onbewoonbaar verklaren ging. Op
dat niet eenerzijds den huiseigenaren
noodeloos schade werd toegebracht en
anderzijds de menschen uit hun slechte
woningen de straat op werden gejaagd.
Zeer uitvoerige gegevens omtrent den
woningtoestand wil de commissie als
basis zien voor het ingrijpend optreden
der overheid. Niet de willekeurige keu
ze van onverantwoordelijke ambtenaren
of de toevallige aangifte door den een
of anderen gezondheidsmaniac.
De resultaten van zoo'n statistiek acht
de commissie onontbeerlijk om te voor
komen, dat de verbetering der volks
huisvesting tot vermeerdering der dak-
loozen leidt zooals thans.
Nog wordt er op gewezen, dat de ge
meentebesturen moeten beschikken over
een voor zijn taak berekend bouw- en
woningtoezicht. Wat thans ontbreekt.
En ten slotte wordt schadeloosstelling
bepleit aan de eigenaars van onbewoon
baar verklaarde woningen, waardoor dan
de bevoegdheid der gemeentebesturen in
deze moet omgezet worden in verplich
ting.
BRESKENS, 18 Aug. 1908.
Te Goes brak in den nacht van
Zaterdag op Zondag te ongeveer half
éen, aan den Stationsweg, in het café
„Tivoli", een hevige brand uit.
Het vuur kwam aan in een bijgebouw
tje, maar spoedig was ook het hoofd
gebouw aangetast. De brandweer was
spoedig ter plaatse en weldra gaven mo
torspuit en handspuiten water.
Eene groote massa nieuwsgierigen
stroomden toe, doch werden door de
brandwacht op een afstand gehouden.
Niettegenstaande de brandweer met
alle kracht werkte, kon het brandende
perceel niet gered worden. Een nabij
liggend gebouw moest doorloopend nat
worden gehouden.
Yan het café is niet veel overgeble
ven en ook van den inboedel is slechts
weinig gered.
Assurantie dekt de schade.
De oorzaak van den brand is onbe
kend.
In de smederij der Kon. Mij. „De
Schelde" te Vlissingen had een werk
man de onvoorzichtigheid een revolver
mede te brengen op zijn werk. Toen hij
dit wapen aan een ander toonde, er te
vens een patroon inbrengende, ging het
schot afhet kogeltje trof den werk
man L. in het onderlijf. De verwonding
is niet van ernstigen aard.
Blijkens het jaarverslag der ge
meente Vlissingen bedroeg daar de be
volking op 31 Dec. jl. 20.774 zielen.
In de laatste 25 jaren is de bevolking
met ongeveer 80 pCt. vermeerderd.
Op 31 December 1883 bestond de be
volking uit 11.494 zielen; in 1893 uit
15219 en in 1903 uit 19139.
School- en Kerknieuws.
Op 1 November a.s. hoopt de heer ds
P. J. Roscam Abbing, pred. bij de Ned.
Herv. Gem. te Middelburg zijn 40jarig
ambtsjubilé te vieren.
Ger. Kerk. Bedankt voor Hoek K.
Oussoren te Baarland.
terug naar de altijd geopende hallen
van vermaak aan de Seine. De lokstem
van de meermin Parijs was hem te sterk
geweesthaar belotte te zoet om te
weigeren. En de dagen zijner dwaze
jonkheid keerden terug, toen hij, als een
rijk Poolsch edelman met open armen
ontvangen, opnieuw het middelpunt werd
van het jonge, elegante Parijs.
(Wordt vervolgd
De bemanning van de verongeluk
te Scheveningsche bom SCH 218 kwam
Vrijdag per stoomboot uit Engeland te
Rotterdam aan.
Een der opvarenden deelde, volgens
het „Vad". het volgende mede
Zaterdagnacht 2 uur werden zij 100
mijlen van Grimsby aan de vleet lig
gende, door den Engelschen stoomtraw
ler Grimsby 231 aan den achtersteven
ingevaren, juist toen de bemanning op
dek was geroepen, om de vleet in te
halen.
De aanvaring geschiedde door onop
lettendheid van den Engelschen schip
per en was zoo hevig, dat het achter
stuk met een gedeelte van het dek er
werd uitgesneden en de bom dadelijk
zinkende was.
De bemanning der bom kapte dade
lijk den tros van hun boot en sprongen
er haastig in, ook de scheepsjongen, en
konden geen stuk van hun kleeren en
uitrusting bergen. Zij schreeuwden den
stoomtrawler aan, welke keerde en de
bemanning van de bom opnam. Daar
na werd de Scheveningsche vleet door
de Engelschen binnengehaald. Er werd
nog getracht de bom, die tusschen wa
ter en wind drijvende bleef, op sleep
touw te nemen, doch door het breken
der trossen liet men haar met Grimsby
in 't gezicht aan haar lot over.
De schade aan boord wordt tusschen
ƒ7000 en ƒ8000 geschat.
op het kantoor der firma Copper
en Forman, diamant-handelaren te New-
York, kwamen 2 net gekleede heeren
en wenschten ruwe diamant te zien.
Terwijl een der firmanten hun verschei
dene steenen voorlegde en zij met hem
over den koop onderhandelden, liet een
der z.g. koopers voor een waarde van
25000 aan diamanten verdwijnen in
een verborgen zak van zijn overjas. De
koopman werd hiervan niets gewaar,
doch uit het aangrenzend vertrek had
een bediende, door den spiegel, den dief
stal zien plegeu. Hij snelde naar den
kapstok, nam een revolver uit zijn ias
en hield den beiden dieven het wapen
onder den neus, met de bedreiging dat
hij hen zou neerschieten, wanneer zij
zich verroerden.
Te voren had hij reeds een jongste
bediende uitgezonden om de politie te
halen, terwijl de 2 dieven, bang voor
hun huid, onbeweeglijk bleven zitten
totdat zij bemerkten dat de revolver
ongeladen was.
Toen sprongen zij onverwachts op,
wierpen den koopman en zijn bediende
op zij en snelden naar de deur, waar
zij echter den politieagenten in handen
vielen, die juist binnentraden.
Een brutaal stukje
Zondagnacht hoorde de dienstdoende
agent van de Spinhuissteeg, te Amster
dam, het geluid van rinkelend glas uit
de richting van den O. Z. Achterburg
wal.
Zich daarheen spoedende bemerkte
hij, dat bij perceel 189, twee huizen
van het hoofdbureau van politie ver
wijderd, een man bezig was iets uit de
étalage te ontvreemden.
De man, den politieagent ziende, zette
het op een loopen, waarop de agent op
zijn seinfluit blies.
De man, het Rusland over, de agent
en een inmiddels op het terrein ver
schenen fietsende agent hem achterna.
Twee bewoners van het Rusland, de
16-jarige E. Tolhuis en de heer H.
Lauer, assisteerden.
Nu holde de man den Kloveniersburg
wal op, kwam bij de Oudemanhuispoort
te struikelen, waarop weder een rinke
lend geluid werd gehoord.
Aan den fietsenden agent, die hem
intusschen bereikt had, gaf hij zich
over met de woorden„Arresteer mij
maar, ik kan niet verder."
Nu werd hij naar het bureau Spin
huissteeg gevoerd.
Bij onderzoek bleek, dat de man een
ruit had uitgesneden van den horloge
winkel der wed. J. De Weert en toen
uit de étalage, waarin twee glazenkast
jes met horloges, een ontvreemd had
waarin 15 nieuwe horloges ter waarde
van f 100.
Vóór eenige dagen had men op
het postkantoor te Gouda het ongeluk
de brandkast te laten dichtvallen, ter
wijl de sleutels daarin waren blijven
liggen.
Een geheelen dag lang waren smeden
bezig het slot te openen, wat echter
niet gelukte, zoodat men ten slotte het
bovengedeelte der brandkast er afhaalde.
Deze geschiedenis gaf vermoedellijk
een grappenmaker aanleiding een ad
vertentie te plaatsen, waarbij bekwame
inbrekers werden gevraagd, geschikt om
een oud-model brandkast te openen.
Te Buiksloot werden Zaterdagmid
dag twee broertjes van 5 en 6 jaar ver
mist.
Nasporingen der politie, ook in om
liggende gemeenten, mochten niet ba
ten.
Des avonds zou echter een vrouw al
daar boodschappen in Amsterdam doen,
toen zij op de Baggerterreinen bij het
Tolhuis om „moeder" hoorde schreeu
wen.
Het bleken de verdwaalde kinderen
te zijn.
Te Buiksloot had een vreemde heer
hen medegenomen, deze liet ze bij het
Tolhuis in den bagger baden, en had
hen toen aan hun lot overgelaten, zoo
dat ze, bijna onkenbaar door de mod
der, bij de ongeruste ouders werden
thuisgebracht.
Zaterdagmorgen waren twee met
selaars bezig met het zetten van een
scheidingsmuur aan de Hofstraat te
Dordrecht.
Een stellinghout schoof op zij en bei
den vielen, met het gevolg, dat M. waar
schijnlijk een rib gebroken en R. een
bloedende wond en een paar ontvellin
gen aan het hoofd bekwam.
Na verbonden te zijn, werden beiden
per vigelante naar hun woning ge
bracht.
Een fietsrijder te Gouda, gezeten
op een „huurkar", had Zondag een
slechten dag.
Hij kwam in den namiddag op de
Westhaven aldaar in zoodanige aanra
king met een automobiel, dat van zijn
gehuurd rijwiel niet veel overbleef.
Niettegenstaande zijn onbedrevenheid
in het wielrijden, wist hij toch bijtjjds
te ontsnappen aan het gevaar van zelf
aangereden te worden.
Blijkens ingesteld onderzoek ligt de
schuld geheel aan den wielrijder.
Een zoontje van den heer Bos te
Krimpen aan de Lek had van den aan
legsteiger der Stoombootreederij op de
Lok zijn klomp te water laten val
len.
Zijn oudere broeder wilde de klomp
er nit halen, doch schoot van den stei
ger gelijk de rivier in.
De veerman P. van Namen was zoo
cordaat hem na te springen en had het
genoegen den jongeheer Bos nog intijds
te redden.
Een 5jarig jongetje te Gouda ge
raakte in het water achter de Visch-
markt aldaar.
Door den stroom was de knaap reeds
onder de brug aan de Gouwe gedreven.
Hij zou zeker verdronken zijn, indien
niet een zekere Koot zich gekleed te
water had begeven en het genoegen had
den knaap van den dood te redden.
Een 75jarige arbeider te Blij ham,
bezig zijnde met ploegen, is dood ach
ter den ploeg gevonden.
Een arbeider te Midwolda is f23
ontvreemd, welk bedrag de man verstopt
had in zijn bijenstal 1
Men meldt aan de O. H. Crt. uit
Haarlemmermeer
In onze vorige correspondentie schre
ven we het een en ander over zieke
varkens en nog wat. We schetsten
daarin hoe men zieke of soms gestor
ven varkens toch nog een weg weet te
doen vinden naar de tafel van den ste
deling, al mogen we niet verzwijgen,
dat het vleesch van den „knors" ook
wel gegeten wordt door de armere be
volking te plattenlande al is het dan
ook lang niet in die mate.
Doch al is 't vleesch zóo onbetrouw
baar, dat de arme drommel buiten er
niet aandurft, dan vindt het in de stad
toch nog wel een afnemer en brengt
daar nog wel zijn prijs op, anders kon
onmogelijk plaats vinden, wat ik hier
onder nog even vertellen wil en wat
mij door een geloofwaardig mensch voor
waarheid werd meegedeeld.
Een zoug was gestorven. Een knors
kocht het dier en verkocht het weer
aan een afnemer in Amsterdam.
Wat gebeurt Een vigilante verschijnt
bij den knors en het cadaver wordt
hiermede vervoerd. Wie zou in zoo'n
mooi rijtuig zoo'n transport verwach
ten Hoe de karbonades en worst
smaakten van dit materieel, meldt de
historie niet.
Misschien ontsnapt er den een of an
der wel een „bah" of een „ajakkes" als
hij dit leest.
Toe maar 1 vooral gij, stedeling, roep,
neen schreeuw net zoo lang bahtot
het doorklinkt in 's lands regeeringsza-
len en men daar maatregelen neemt, be
palingen schept, die aan de schandelijke
knorserij een einde maken. Want heusch,
het is zoo noodig, dat er een einde moet
komen aan dien handel in ziek vleesch.
Hij is van grooter omvang dan men
oppervlakkig meenen zou.
Niet alleen varkens, doch al ander
ziek, gestorven of omgekomen vee, wordt
door den knors opgekochtpaarden,
schapen, runderen enz.
Nog niet lang geleden waren we er
getuige van, hoe een paard, dateenigen
tijd ziek was geweest en stierf, verhuis
de naar de slachtplaats, o, ironie van
den knors! Hoe het vandaar zijn weg
gevonden heeft elders heen, weten we
niet, maar een knors, zoo schijnt het
wel, kan alles gebruikon en weet alles
weer af te zetten.
Is het niet vreemd, dat Amsterdam
vooral bij het volk bekend staat als al
les te slikken en dat ondanks alle maat
regelen die men tegen de vleeschsmok-
kelarij neemt.
Ons dunkt, dat er maar éen middel
is om een eind te maken aan dit wal
gelijk gedoe en wel dit, dat ook op het
platteland geen ons vleesch meer ver
kocht mag worden, zonder voorafgaan
de keuring.
Zeker we weten wel, dat dit spoedi
ger is neergeschreven dan uitgevoerd,
doch waar een wil is, is ook in dezen
wel een weg te vinden. Het geldt hier
een kostbaar bezitde gezondheid.
Een 3-jarig meisje, Sjoukje de Jong,
thuisbehoorende op een der scheepjes,
die er liggen in 't Verbindingskanaal
Damster— Boterdiep, was zoek. Angstig
liep de moeder op den weg den voorbij
gangers te vragen of ze het kleine wicht
ook hadden ontmoet. In het water naast
het scheepje had ze reeds gekeken, maar
gelukkig niets gezienze had trouwens
ook geen plons gehoord. Maar toen het
antwoord op haar vragen telkens en
telkens weer ontkennend was, toen kreeg
het vreeselijke vermoeden, dat de klei
ne toch in het water was gevallen, meer
en meer de overhand.
Radeloos riep zij de hulp der buren
in, want haar man was naar Winscho
ten, en smeekte of zij wilden meehelpen
zoeken.
Een buurman greep een scheepshaak
en dregde tusschen schip en wal en
niet lang daarna haalde deze de klei
ne op.
Onder hartverscheurend weeklagen
liefkoosde de moeder het lykje van haar