Binnenland.
6RESKENS, 31 Juli 1908.
Aardenburg, 30 Juli. De gemeenteraad
kwam hedenmorgen in voltallige zitting
bijeen.
De notulen werden gelezen en goed
gekeurd en de ingekomen stukken kwa
men onder de punten van behandeling
V°De rekeningen over 1907 van het
Burger-Weeshuis, van het -Gasthuis en
van de gemeente werden aangeboden
en zullen bij de leden ter inzage rond-
gaBurg. en Weth. vroegen machtiging
om f 100 af te schrijven uit de onvoor
ziene uitgaven en over te schrijven op
onderhoud fonteinen, plantsoenen enz.
moet wegens aanschaffing van plantsoen
enz. de toegestane gelden ad f250 met
f28.28 zijn overschreden.
De heer Vorsterman van Oyen ver
klaarde zich hier terstond tegen Met
het aanvragen der gelden bij het over
schrijden staat men steeds voor een vol
dongen feit. En zoolang B. en W. met
te voren den raad in een tekort ken
nen vóór men het uitgeeft, zal hij tegen
elke zoodanige post stemmen.
Voor zoodanige handelwijze beriep hij
zich op wat onder letter s van artikel
179 der gemeentewet wordt begrepen,
nl het behoorlijk voorbereiden van al
hetgeen in den Baad ter overwegingen
beslissing moet worden gebracht. Op
de wijze waarop dit hier geschiedt,
noemde hij het eene onbehoorlijke voor
bereiding, waarbij de Raad zich maar
moet laten gebruiken om ja en amen
te zeggen op alles wat hem onverwachts
wordt opgedragen. Telkens zal bij op
komen tegen de wijze waarop de zaken
hier beheerd worden en mocht het niet
helpen, dan zal hij zich wenden tot Ged.
Staten.
De heeren Van Oyen en Reepmaker
stemden tegen de overschrijving.
Een gelijksoortige aanvrage tot een
bedrag van f200, wijl wegens herstelling
der ouderwijzerswoning f215..>6-' was
uitgegeven, hoewel slechts f150 op de
begrooting voorkwam, terwijl voor water-
onderzoek f25 wordt geraamd en
voor andere kleine herstellingen, be
nevens schoonmaken enz. der school
een tekort wordt begroot van f65. ont
moette dezelfde bedenkingen, en bij de
stemming verklaarden dezelfde heeren
zich er tegen evenwel met deze reser
ve dat de heer Van Oyen met was
tegen het toestaan der gelden voor het
geen nog noodig was.
Ingevolge de bedenkingen tegen en
kele artikelen van de verordening rege
lende de onderwijzers-jaarwedden, besloot
de raad het verhoogen der jaarwedde
voor de akten r en r bis omvattende
landbouw- en tuinkunde te doen ver
vallen omdat dit onderwijs met behoort
tot den omvang van het leerplanom
de vakken m, n en p zijnde Duitsch,
Engelsch en Wiskunde niet voor ver
hooging van jaarwedde der onderwijzeis
van bijstand in aanmerking te doen
komen, wijl dit speciaal aan het hoofd
is opgedragen om de regeling in eene
vacature, waarvan men aanvankelijk de
belooning ponds-ponds-gewijze bepaalde,
voor meerdere uren dan de gewone in
dien in de vacature met tijdelijk kan
worden voorzien, voor elk gegeven ge
val afzonderlijk te behandelen om geene
afzonderlijke regeling te treffen vooreen
onderwijzer met verplichte hoofdakte,
omdat in geen geval in uitzicht is, dat
het aantal leerlingen dit noodzakelijk
zal maken, daar nu feitelijk reeds een
kracht te veel is. f„
Voor de raad de voordracht opmaakte
waaruit de Comm. der Koningin 2 zet
ters voor de dir. belastingen zal benoe
men, deed de heer Van Oyen eene
eigenaardige ontboezeming. De aftr.
zetters waren de heeren J. A. Boogaaul
Sr en J. J. Eekhout.
Hij bracht in herinnering dat de heer
Bogaard destijds is gekozen met 4 te
gen 3 st. op het aftredend lid dhr J. J.
de Muijnk,en dat dit louter om per
soonlijke redenen was. Tot zoo'n exe
cutie zou hij niet willen meewerken
omdat dit een zeer verkeerd stelsel is,
als dit personen betreft, die hun func
tie uitnemend waarnemen, gelijk dit
met de Muijnk het geval was, die met
den heer Cransberg, nu van hier ver
trokken, en wien destijds een zelfde lot
trof, stellig de besten van het college
waren. Hij wilde dit even opmerken.
Vrij lakoniek merkte de heer van den
Hemel op, dat het een zelfde geval was
met de benoeming voor de schoolcom
missie, toen men Van der Stadt uitwierp,
maar dat was niet op éene lijn te stel
len meende dhr Van Oyen. Zelve had
hij niet op Van der Stadt gestemd, om
dat en men kan weten, dat hij zijne
meening niet onder stoelen of banken
steekt Van der Stadt, geen voorstan
der van de openbare school zijnde, des-
zelfs belangen ook niet kan behartigen.
Maar inmiddels had hij met geen
sterveling daarover gesproken.
De heer Van den Hemel was niet
tegen de Hondt, maar waarom dan niet
iemand anders van de Draaibrug geno
men, dan was die buurt toch vertegen
woordigd geweest.
En het antwoord, dat dhr Van Oyen
daarop gaf, n.l. dat vanuit de Draaibrug
door de gewijzigde regeling der school
uren, het geheele onderwijs in de war
had gestuurd, bleek opnieuw dat deze
uit het oog -verloor, dat een school
commissie krachtens de leerplichtwet
niet alleen voor het openbaar, maar
ook voor het bijzonder onderwijs geldig
is en dat daarom voorstanders van het
bijzonder onderwijs daarin evengoed op
hun plaats zijn als die van het open
baar.
Daarop ging de raad stemmen voor
de voordracht, waarop hij als le candi-
daten plaatste de attredenden Bogaard
en Eekhout, met algemeene stemmen.
Behalve dat als 2e candidaten de heeren
I. Maas en M. Beun er geenszins bij
eerste stemming noch met algemeene
stemmen kwamen, vroeg dhr de Glopper
aan den Secretaris wie de vorige maal
als 2e candidaat van Boogaard op de
voordracht had gestaan.
Maar neen, eerstens meende dhr Van
Oyen dat deze dit niet vragen mocht,
opperde hij er tweedens bezwaar tegen
dat die vraag aan den secretaris werd
gedaan. Door middel van den voorzit
ter werd toen de vraag beantwoord.
Onwillekeurig vroegen we ons af. of
het bezwaar van den heer Van Oyen
consequent doorgevoerd, niet medebracht,
dat niet hij, maar de voorzitter de vraag
tot den secretaris moest verbieden, maar
werkelijk, dat was slechts een kleinig
heid, een muggezifterij bij de Babylo
nische spraakverwarring, die toch wel
niet zal zijn toegelaten bij eene letter
lijke toepassing van het reglement van
orde, betrekkelijk het laatste punt der
agenda.
Burg. en Weth. vroegen machtiging
om te mogen beschikken over f500 van
de begrooting tot uitvoering van een
paar werkjes, namelijk tot herstelling
der bestrating van de marechaussee-ka
zerne en den molen, en voor zoover men
kan komen met de aanwezige materia
len ook nog enkele andere dringende
straatjes.
Maar dat vond dhr Van Oyen weer
gansch geen voorbereiding van zaken.
Hij vroeg, nu geen besluit te nemen,
alvorens men eene begrooting heeft die
precies de omschrijving der werken en
de berekening der kosten aanwijst, want
het is weer, zooals hij in den aanvang
had gezegd een onvoorbereid plan.
Dhr de Glopper moest er op wijzen
dat er voor de werken zelve geen be
sluit moest genomen worden, want dat
dit reeds lag opgesloten in dat der
geldleening.
Omdat evenwel de aanbesteding duur
der is uitgevallen, dan de geldleening
beliep, ontbrak het fonds ter uitvoering
van deze werkjes.
Nu kan dat best uit de meerdere
opbrengst der boomen, dan hunne taxatie
was. B. en W. wagen dus alleen
machtiging om daarover te beschikken.
Neen, daartoe was nooit besloten, zei-
de dhr Van Oyen. Er was wol over
gesproken, zoo en zoo zullen we doen,
maar dat staat niet gelijk met een be
sluit. Hij eischte pertinent een raming
van kosten en omschrijving van het
werk.
Och kom, van die oude keien, meende
dhr de Glopper. Moet er ook nog een
teekening bij, dus vroeg hij ironisch, en
als in extase zeide dhr Van Oyen, ja,
waarachtig, zeker. B. en W. zijn het
nu al niet eens meer, hoe kan de raad
dan oordeelen. En is een werk van
f500 dan geene omschrijving waard. Hij
was sterk voor die werken, maar de
voorbereiding deugde nietdaartegen
kwam hij en zou hij blijven opkomen
hij weet 't, dat hij een lastpost is, waar
men in den raad maar jaknikkers het
nuttigst oordeelt, om bij verrassing voor
faits acclompi gesteld te worden.
Van verrassing kan geen sprake zijn,
als er eenmaal een besluit is genomen,
zooals in dit geval, verdedigde dhr de
Glopper het voorstel en de houding van
B. en W.
Werkelijk onverwacht verleende dhr
Van Oyen met de 6 overige leden aan
B. en W. de machtiging als boven om
schreven, doch uitsluitend omdat het
een nuttig werk betreft, niet om de
wijze waarop het was voorbereid.
Als dessert van de sterk gepeperde
menu-gerechten volgde een discussie,
waaraan bij wijlen alle leden deelnamen
en bijna op een Poolsche Landdag ge
leek, en waarbij allerminst het regle
ment van orde in acht werd genomen
om aan den voorzitter het woord te
vragen, zulks naar aanleiding der viaag
van den heer Reepmaker hoe het was
afgeloopen met de tegels van de trot
toirs.
Hebben we 't wel begrepen, dan moet
dhr Reepmaker in de vorige vergadering
reeds gewezen hebben op het vei schil
van de trottoir-steenen met het model
ten raadhuize berustende.
Dhr Wijffels trachtte hem gerust te
stellen door er op te wijzen, dat eigen
lijk de maat'van den heer Reepmaker
niet goed was geweest.
Maar dat was als olie in het vuur.
Dhr Van Oyen kwalificeerde het bestek
als een wassen neus, omdat 't eigenlijk
zoo wat nergens wordt opgevolgd. Met
die trottoirsteenen zijn B. en W. een
voudig buiten het bestek gegaan zonder
den Raad daarin te kennen, en dat, ter
wijl aan den heer Eekhout op diens na
drukkelijke vraag pertinent werd ver
klaard dat het bestek letterlijk zal wor
den opgevolgd.
Nu ja, dat wordt het ook, verklaai-
den zoowel de voorz. als dhr de Gloppei,
maar de trottoir-steenen is een force-
majeure, om de eenvoudige reden, dat
ze niet meer gemaakt worden zooals ter
dikte van het oorspronkelijk model, het
welk reeds van voor een paar jaren da
teert.
En heusch, zeide de voorz. het werk
wordt er gansch niet minder om, want
het is prachtig materieel.
Daar gaat de zaak niet om, dus
repliceerde dhr Van Oyen, het is maar
enkel de kwestie, dat men den raad er
niet in kent.
Dat kon ook moeilijk, meende dhr
de Glopper, want het is op de aanwij
zing, hoewel hij daar niet tegenwoordig
was, ook niet medegedeeld. Maar de
aannemers waren er van verwittigd.
Burg. en Weth. wisten het niet, zei
dhr Wijffels.
En de architect heeft verklaard het
hen te hebben gezegd, wierp dhr Reep
maker tegen.
Dhr de Glopper had bij de aanwijzing
tegenwoordig moeten zijn, daar is hij
wethouder voor, bracht dhr Van Oyen
in het midden.
En dat ik er niet was, daar had ik
mijn reden voor, repliceerde 4hr de
Gloppermaar hij begreep wel dat Van
Oyen hem deze beschuldiging naar het
hoofd wierp.
En zoo ging dat geruimen tijd heen
en weer, met een heftigheid, dat het op
een geregelde discussie gansch niet meet
geleek, wijl iedereen het voerde en er op
den duur geen touw meer aan vast te
knoopen was.
Het was eene verademing toen de
voorzitter na omvraag de vergadering
sloot.
I
Door deu Commissaris der Konin
gin is aan den heer H. W. Vollenhoven,
van Daalen te Sas van Gent, met in
gang van 29 dezer eervol ontslag ver
leend als lid der gezondheidscommissie,
zetel Ter Neuzen.
De persoon die verdacht werd van
den diefstal van de portemonnaie met
1.30 te Oadzand waarvan wij in ons
vorig nommer melding maakten, is door
de marechaussée's te Aardenburg aan
gehouden en naar Oostburg gebracht,
vanwaar hij na verhoor heden is over
gebracht naar Middelburg.
De verdachte was een Belg, komende
van Clercken.
Oostburg. I. T., werkman alhiei, is
heden gevankelijk naar Middelburg
overgebracht als verdacht van diefstal
van een som gelds ten nadeele van
P. G. te Oostburg.
De op 6 Juli j.l. verwonde J. Loh-
man, neemt zoodanig in genezing too,
dat hij volgende week hot Liefdehuis te
Oostburg, alwaar hij ter verpleging is
opgenomen, zal kunnen verlaten.
Hij zal geruimen tijd buiten staat
zijn gesteld zijn werk te verrichten.
Op het laatst van Maart ontving
de heer de Sutter, heerenboer te Wa
tervliet een dreigbrief waarin stond dat
hij aan het „Goed Leven" onder IJzen-
dijke, achter een boom, gemerkt met
een witten band, in een doos moest leg
gen 10.000 fr. Zoo hij dit niet deed,
zou zijn woning in de lucht vliegen.
De brief was te IJzendijke gepost.
Er werd een doos gelegd en de politie
uit België en Nederland hielden de
wacht, maar niemand kwam.
Later werden twee dergelijke brieven
beschreven aan den heer Lippens te
Moerbeke, om 1000 te leggen achter
een telegraafpaal, eveneens gemerkt
met een witten band en staande op den
weg tusschen IJzendijke Belgische grens.
Mocht daaraan niet voldaan worden,
dan zouden vier hofsteden in brand
gestoken worden en wanneer de heer L.
per automobiel reed, zou men hem in
de lucht laten vliegen.
Zaterdagmorgen werd per automobiel
een doosje op de bepaalde Plaats, ëe"
bracht en de politie stelde zich verdekt
op van 's morgens acht uur tot s avonds
Zoo kreeg men den draad in handen
en dat leidde tot de arrestatie van E.
V. en ook van zijn vader, beiden te
IJzendijke.
De laatste bleek echter spoedig ge
heel onschuldig te zijn.
Breskens, 31 Juli. Hedenmorgen kwam
de gemeenteraad in voltallige zitting bij
een.
Na lezing en goedkeuring van de no
tulen en mededeeling van ingekomen
stukken betreffende goedkeuring van ge
nomen raadsbesluiten, weid de gem.-
rekening over 1907 aangeboden in ont
vang op 13.113.71>/2 en in uitgaaf op
12.548.04 ze werd ter onderzoek ge
steld in handen van de heeren De Hul-
lu, Valk, Burek en Besemer.
Oninbaar verklaard werd een bedrag
van 79.46lM wegens Hoofd. Omslag
over 1907, en ƒ1.08 over 1906,/ 10.50
op de hondenbelasting en 39.58 school
gelden.
Op de voordracht voor zetters der
dir. bel. werden geplaatst de heeren
H. Weijkman, A. du Burck, beiden af
tredend, J.-de Hulster en J. de Hullu.
De schoolgeld verordening werd op
nieuw vastgesteld.
Aan het alg. burg. armbestuur werd
196 subsidie verleend.