IIII I S k n S I II i; courant. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. ¥WfisiSS. No. 1328: 17" Jaarg. Buitenland. Binnenland. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.02" en voor Amerika 0.82" bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Dit bind verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond bij den uitgever C. IllltfJIlV te Rreakrns. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Een conflict. Nederland is in een conflict gowik- keld. Onder deszolfs bezittingen behoort mede het eiland Curasao, als onderdeel van de kleine Antillen, in de Caribische Zee, benoorden de Ziiid-Amerikaansehe republieken, o. a. Venezuela. Als bevriende mogendheid van dio republiek is in hare residentie als go- zant gevestigd, de heer De Reus. De zen nu, is door den president. Castro het verblijf in Caracas ontzegd, tenge volge natuurlijk van een opgekomen ge schil tusschon die Republiek en Neder land. Waarin nu dit geschil bestaat is niet gemakkelijk te zeggen. Men behoort dus als leek in de di plomatie, en als buitenstaander van de zaken zeer voorzichtig te zijn in zijn oordeel. Te meer omdat de telegrafische ge meenschap mot Vonezuela zeer gebrek kig is. De minister van buitenlandsche za ken, in de Eerste Kamer over het ge schil gevraagd, kon nog niets positiefs antwoorden, doch meende te moeten gissen, dat do rechtstreeksche aanleiding van het geschil, enkel een misverstand van persoonlijken aard was tusschen on zen gezant en de Venezolaansche régee- ring. Tot recht verstand der zaak diene, dat in een brief aan „Dou en Trou" werd geschreven over president Castro en zijne regeering, aan de wijze waarop zulks geschiedde, vermoedelijk de presi dent aanstoot hoeft genomen. Vroeger zijn door een Venezolaansch portie-vaartuig twee Nederlandsche sche pen aangehouden. De mededeelingen in den beginne van de omstandigheden waaronder dit plaats vond, zijn gebleken niet juist overeen te stemmen met de werkelijkheid. Wel zijn de schepen aangehouden, docli de brievenpost is niet geschonden, terwijl de aanhouding heeft plaats ge had in open zee, zoodat er ook weer niet moet worden gedacht aan eene aan houding in Nederlandsche bezittingen water. Maar deze zaak is nog in nador onderzoek. Of er verband bestaat tusschen een en ander, zal ook nog moeten blijken. Men heeft dus af te wachten. Maar de minister wees er met ernst op, dat eenerzijds onze nationale eer, anderzijds groote materioële belangen in de waagschaal liggen. En de regoering zou al haar streven er oprichten om het onmisbare verband tusschen die twee te behouden, zóo, dat niet het eene voor het andere werd op geofferd. Maar „in geval van onvermijdelijke noodzadelijkhoid" zou bij de Regeering „en ongetwijfeld bij u allen", voegde de Minister or aan toe, sprekend tot de Eerste Kamer, doch tevens tot het gan- eche land „do eerste het zwaarst moeten wegen". De bijvalsbetuigingen, die op deze van waardigheid, nuchterheid, soberheid en kracht getuigende woorden volgde, toon de dat de Minister aHen uit het hart had gesproken. Men zou misschien kunnen wonschen, dat de „materieele belangen" nog wat meer op den achter grond waren gehouden, dat ze niet als aanvankelijk gelijkwichtig met de natio nale eer waren genoemd. Maar daarmee heeft de Minister mis schien juist een stuk van den Holland- schen volksaard weergegeven en zeker gesproken in den geest van Oud-Hol land, waarin „de negotie" in buiten landsche aangelegenheden altijd een voorname plaats innam. Ons land kan dus met kalme gerust heid de Regeering haar moeilijke taak laten vervullen. Eenige aandrang op den Minister, hetzij in de richting van voorzichtigheid, hetzij in die van kracht, is blijkelijk overbodig. Di dergelijke onaangename quaesties is het een groot geluk wanneer men de natie den indruk kan geven, dat er aan 't hoofd van Buitenlandsche Zaken ie mand staat, dien men met vol vertrou wen ongestoord aan 't werk kan laten. TTfniV F rr^MTTTrflIITfiMfTriltllVT'MrgBBMaBMBaaMMIi 6RESKENS, 28 Juli 1908. Een relletje van belang was het Vrij dagavond alhier. Een automobiele zou met de avond boot meegaan. Maar de commissaris kon dit, blijkbaar met het oog op het uur, niet meer toestaan. De postkar zou, geladen, van do pon ton over de brug naar den wal worden gereden. Middelerwijl was de auto over de brug gekomen, van waaruit men meen de, dat een sein werd gegeven om haar op de boot te rijden. Toen kwam het critieke oogenblik, dat èn postkar èn auto elkaar tegemoet kwamen en geen van beiden kon en evenmin wilden uitwijken; de postkar niet omdat men als in rijksdienst zijnde meende de voorrang te hebben, waar voor alles wijken moest, en de auio niet omdat de inzittenden van oordeel waren dat, nu alles aan boord was, wat er zijn moest en haar was voorgegaan, het haar beurt was, te meer omdat de vracht reeds een uur te voren was be taald. Zoo kon een conflict niet uitblijven. En het is niet uitgebleven. De auto werd mot geweld terugge drongen. De politie kwam er aan te pas. Er vielen stompen on klappen, woedend over de teleurstelling, dat, riu Donderdag avond do auto niet meekon, thans weer moest achterblijven. Het gedrag der automobilisten en die der zwakke sekse in het bijzonder, is veelgesteld als hoogst onhebbelijk. Van een en ander is rapport gedaan aan den burgemeester, met het gevolg, dat een nader onderzoek werd toege zegd, indien dezelfde reizigers weer naar over zouden gaan. Zaterdagmorgen verschenen zo weet op het tooneel. Op z'n onverwachts ontstond een ongekende drukte, waardoor iedereen uit zijn woning naar voren kwam. Daar kwamen in optocht twee maré- chausée's voor de auto, de reizigers daarachter gewandeld, terwijl het cor don werd gesloten door een derde maré chaussee en den gemeente-veldwachter, omstuwd door een massa volks. Voor het gemeentehuis hield de stoet stil. Weldra verscheen de burgemeester en trok het gezelschap binnen. Verschillende ooggetuigen van het geval van Vrijdagavond hebben achter eenvolgens verklaringen van het geval afgelegd totdat na een oponthoud van een anderhalf uur de geheele zaak, die als tot een onbegrensde affaire was op geblazen, uiteenspatte als een zeepbak Het gezelschap stelde een bedrag van ƒ50 ter beschikking van de algemeene armen en uit was de zaak. Met de boot van 10 uur kon het gezelschap zijne reis voortzetten. Zijn we goed ingelicht dan berust de geheele geschiedenis op niets anders dan op een taai-misverstand. KKUI 1,1.1 ION. 20. Het is mij niet mogelijk, peinsde de officier, toen hij do laatste woorden van zijn rapport aan den Grootvorst nog eens overdacht, het is mij niet mo gelijk dit afschuwelijk bedrijf iu alleon- derdeelen ten einde te brengeu. Wan neer Uw Hoogheid inderdaad verlangt het- wild in het net te lokken, dun is Graaf Wizocki de aangewezen man 1 Zoo luid hij geschreven en daarbij had hem het gelaat van den Poolschen edol- man, wien de speelschuld aan zijn Rus- sischen generaal blijkbaar als lood op de schouders drukte, duidelijk voor den geest gestaan. De vlugvoetige paarden der Circassi- sche renboden waren reeds vijftig mij len van Warschau verwijderd, vóór dat de groote stad ontwaakte uit haar droo- nuin en zich het t.ooverfeest van den vorigen avond weder herinnerde. Dat was geen droom geweest, doch hetaan- schouwtlijk beeld van datgene, wat geld en macht vermogen, ter opluistering van het oude, historische tooneel, van zooveel schitterende feesten, uit lang vervlogen dagen. Warschau had sinds langen tijd zoo veel luister niet te aanschouwen gekre gen en graaf de Berg, ofschoon hij moest bekennen, dat alleen Russische dabliel- hartigheid de eigenlijke gastvrouw van den avond was geweest, was tevreden over het welslagen van het grootsch festijn. Alles had zoo waar, zoo op recht geschenen de polsen van het le ven hadden zoo krachtig geklopt, bij den tooverglans der duizenden waslich ten en den hartstochtelijk teederen, schier betooverenden klank der natio nale wijzen! Precies te tien uur galoppeerde gene raal Vassili Milutin hot slotplein op, om het besproken onderhoud met den in spanning wachtenden Dournof te hou den. Ik heb een paar nieuwe paarden geprobeerd, majoor! riep hij vroolijk, toon hij vlug uit den zadel sprong. Maar wijselijk verzweeg hij, dat hij reeds een bezoek aan de stad gebracht had en dat het eigenlijk doel van zijn morgenrit geweest was om zijn visite kaartje af te geven aan het hotel, waar graaf Wizocki zijn intrek had genomen. Daar lag fijngevoölde attentie ten grond slag aan dit spoedig verrichten van een etiquetteplicht, maar ook had de ge dachte aan de bekoorlijke burchtvrouw het hare er toe bijgedragen, om den ge neraal tot zooveel spoed te nopen. Ik zal haar terugzien 1 had liet voortdurend gejubeld in zijn horst en het kwam hem voor, alsof' niets tor wereld in be langrijkheid kon wedijveren met de aan staande jachtpartij te Nimovitch. Gedurende het ontbijt, nu en dan on derbroken door nauwkeurige orders van zijn chef en door haastig overgebrachte rapporten van ijverig in de weer zijnde adjudanten, had generaal Vassili Milu tin een uitvoerige schets gegeven van het roemrucht geslacht, waaruit gravin Cecile Wizocki was ontsproten, en had hij aan zijn aandachtig luisterenden dischgenoot hot verhaal gedaan van haar romantisch huwelijk met Etienne Wizocki. Het paar was ten eenenmale on geschikt voor elkander, waarde majoor meende de generaal, terwijl hij langzaam zijn glas Rijnwijn ophiel en aan" den mond bracht. Maar gij hebt den graaf gezien, niet waar? Hij behoort tot een aanzienlijke familie en is op het oogen blik adelsmaarschalk van Volhynië. Ge decideerde prineipes iu de politiek heeft hij niet, en bovendien behoort hij tot die Poolsche edelen, die het grootste gedeelte van het jaar buitenslands ver toeven. Di den laatsten tijd is bij zeer impopulair geworden, omdat hij de 'plich ten, die op hem rusten, als hoofd van den Volhynischen adel, al zeer licht heeft opgevat. Ik heb mij bij dezen en genen zij ner bekenden naar hem geïnformeerd en het is mij gebleken, dat hij, zooals ik trouwens wel wist, tot dusver weinig anders heeft uitgevoerd, dan in het bub tenland rond te zwerven. Een poosje nadat liet hem gelukt was het schoon ste meisjo van geheel Polen tot zijn viouw te maken, bleef hij op zijn land goed en deed hij, wat hij behoorde te doen. (Wordt vervolgd-)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1908 | | pagina 1