wordt, is er feest. En soms zoodanig,
dat men niet meer weet wat de groot
ste aantrekkelijkheid van deze dagen is.
Maar enfin, het gaat den landbouwer
goed, en er is uit dien hoofde meer aan
leiding tot feestbetoon dan enkele jaren
terug, toen men niettemin toch ock
dapper feest vierde bij een kwijnende
landbouw-nij verheid.
Zoo is op het marktplein als muziek
tempel verrezen de prachtvolle tribune,
die in Sept. jl. dienst deed als verblijf
plaats in de open lucht van het Ko
ninklijk Echtpaar bij H.D. bezoek aan
Zeeland.
En het zeer ruime beurslokaal zag or
eveneens netjes gestoffeerd uit. Een
voudig, maar smaakvol, in overeenstem
ming met den ernst van hare bestem
ming als vergaderplaats van Algemoene
Vergadering. Behalve dat ze zich hier
toe bijzonder leende wegens hare ruim
te, deed zij dit in de eerste plaats als
het brandpunt van den handel der voort
brengselen van den landbouw om wie
men nu hoogtij vierde.
Woensdagavond is de rij der feeste
lijkheden aangevangen met een concert
van de Oostliurgsche fanfaren tijdens
het Hoofdbestuur in vergadering was,
na door den Gemeenteraad ten stadhui-
ze te zijn verwelkomd.
Gisterenmorgen te 10 uur ving do al-
gemeene vergadering aan onder preside-
um van den heer mr P. C. J. Henne
quin.
De heer mr Hennequin opende de
druk bezochte algemeene vergadering
met een woord van welkom aan den
heer Commissaris der Koningin, die op
zoo verschillende wijzen belang heeft
gesteld in het wel en wee van den land
bouw, aan den heer mr de Casembroot
als vertegenwoordiger van het Gedepu
teerd College, eveneens aan do verschil
lende autoriteiten van den landbouw,
gemeentebestuur van Oostburg en alle
aanwezige leden der Maatschappij.
Aan het overzicht van den toestand
der Maatschappij besprak de voorzitLer
allereerst dat het aantal leden sints een
tiental jaren aanmerkelijk is toegeno
men het steeg immers van 2210 tot.
8000.
Het landbouw-onderwijs breidde zich
gestadig uitthans telt Zeeland 30
winter-cursussen met een 250-tal leer
lingen.
Spr. stond er even bij stil dat dit
hulpmiddel zoo uitstekend werkte, stond
hij ook het idee voor om jongens uit
den arbeiderstand op te zoeken tot
deelneming aan die cursussen, o\ertuigd
er van dat dit onderwijs veel meer nut
afwerpt dan sommige vakken der lagere
school.
De cursussen ter bevordering van de
paardenkennis, tot voor eenigen tijd
onbekend, tellen nu reeds in een 10 tal
dergelijke lessen met een 140 leerlin
gen.
Die in het hoefbeslag werpen voort
durend hun nut af.
De veehouderij heeft door voordrach
ten tal van verbeteringen ondervonden.
Er is een groote zucht en ambitie naar
ontwikkeling.
De paardenfokkerij, die aanzienlijke
bron van inkomsten, tracht aan het
Zeeuwsche paard een wereldnaam te
verzekeren.
De varkensfokkerij, schapenfokkerij
zijn alle onderdeelen die naar verbetering
streven, zoo mode die der geiten als
het pluimvee.
De zuivel-industrie breidt zich hoe
langer zoo meer uit, en het is ontegen
zeggelijk, dat de tegenwoordige zuivel-
consulent, dhr Zwagerman zich vasten
voet heeft weten te vei schaffen in de
verschillende deelen van Zeeland, en
wiens werk zich mede zoodanig uitbreidt,
dat weldra een tweede hulp noodig zal
blijken.
De markten hadden een gunstig ver
loop de proefvelden hebben veler be
langstelling, de landbouw-werktuigen
worden veelzins gebruikt, de kunstmest
stoffen vinden gretig hun weg in de
aarde, en ontegenzeggelijk komt den
alg. secretaris als de wegbereider voor
de vele opgerichte vereenigingen een
eeresaluut toe, de tentoonstellingen
blijven, hoe ook op eenvoudige leest
geschoeid, altijd de belangstelling trek
ken.
Had men tot dusver enkel H. M. de
Koningin als Beschermvrouw der maat
schappij, thans is ook Z. K. H. de Prins
als Beschermheer opgetreden, en spr.
sprak de hoop uit, dat zij lange jaren
als zoodanig mogen fungeeren.
Met den wensch dat ieder een paar
nuttige en gezellige dagen in Oostburg
zoude mogen doorbrengen, besloot de
voorzitter zijne meermalen door applaus
onderbroken rede.
De rekening der maatschappij werd
goedgekeurd in ontvang op /24075.941'2
uitgaaf 21523.30'
Alzoo een goed slot van 2552.64
Daarna leidde de heer G. A. Vorster-
man van Oyen de stelling in „de vrouw
in het landbouwbedrijf".
Na eene geschiedkundige inleiding over
den toestand van den landbouw in de
jaren 1870, die tot groote tevredenheid
leidde en alle wetenschappelijke ontwik
keling op dat gebied werd beschouwd
als eene geleerdheid, die onnoodig was.
Men was tevreden, de oogsten waren
zeer goed en de prijzen hoog, kortom,
men was slapende rijk geworden.
Maar daar kwam de reactiedoor
landverhuizing en sneller vervoer wer
den de markten overvoerd en daartegen
konden onze boeren niet concurreeren.
De Nederlandsche granen, die toen de
wereldmarkt beheerschten, werden meer
in de tweede, zelfs maar in do derde
plaats gevraagd.
Ook de zuivelproducten, die onge
ëvenaard werden, werden van de En-
gelsche markt verdrongen door Dene
marken.
Die achteruitgang gaf aanleiding dat
de hand aan den ploeg werd geslagen
om tot verbetering te komen. Die is
gekomen maar eerst na langen duur.
Er is een Nederlandsch Landbouw-eo
mité tot stand gekomen, dat door her
haalden aandrang heeft weten te be
werken, dat ook de belangstelling der
regeering werd gewekt.
De gansche ontwikkeling van dit
verbeteringproces mag als bekend wor
den verondersteld landbouw-onderwijs,
wintercursussen, zuivelindustrie, enz.
enz.
Maar bij al dien vooruitgang is niet
gelet op de verhouding die de vrouw
bij het gansche bedrijf heeft. Voor
allerlei vakken laat men de meisjes
leeren en hoe goed dit op zich zelf
is, de eenvoudige huishouding leeren ze
niet.
Langzamerhand is dat meer ontwaakt
in andere lauden, maar in ons land is
dat nog zeer minimum.
Daarom spoorde hij aan tot meerdere
deelneming aan het vereenigingsleven
door de vrouw, tot practische opleiding
indien zij in den boerenstand blijven.
De inleider mocht den welverdienden
dank van den voorzitter der vergadering
inoogsten.
Daarna besprak de heer M. Lucieer
de vraag in welk opzicht gebruik mocht
worden gemaakt van den vrijen dijk.
De aanleiding tot deze vraag was het
navolgende de verbinding tusschen Wes
telijk en Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
voor het verkeer per as is over den z.g.
vrijen dijk. De naam is echter een
scl ijn want het is gebleken, dat ze even
min vrij is alsdat Groenland groen is.
In Februari van dit jaar werd een 4-
tal karren waarin ruim 100 biggen wa
ren geladen aangehouden omdat ze, ge
bruik makonde van den Vrijen dijk over
Belgisch grondgebied waren gegaan en
dus feitelijk frauduleus van België in
Nederland invoerden.
Met de bekeuring schenen echter de
autoriteiten eenigszins verlegen te zitten,
wijl de vervoerders waren voorzien van
het vereischte bewijs van herkomst, af
gegeven door den burgemeester van
IJzendijke.
Maar de burgemeester van Philippine
zette door, op grond ervan dat degene
die bekeurd had, maar moest weten,
waarom hij 't had gedaan.
De kantonrechter te Ter Neuzen heeft
eene veroordeeling uitgesproken, doch
de rechtbank te Middelburg sprak de
bekeurden vrij.
De week volgende op de bekeuring
werden een zelfde aantal biggen op
gelijke wijze vervoerd en op een vraag
op den aldaar aanwezigen inspecteur de
belastingen wat te doen, gaf deze ten
antwoord gerust te kunnon doorrijden.
Sprekers bedoeling was dus de aan
dacht van het hoofdbestuur op Jdeze
kwestie te vestigen.
De heer De Vries, inspecteur der be
lastingen stelde den inleider gerust, dat
deze zaak geregeld was, en dat de vrij
dom van het gebruik van dien dijk al
tijd heeft bestaan en nog bestaat.
De gedane bekeuring was dan ook
niet geschied wegens het gebruik van
den Vrijen dijk en bedoelde dan ook
geeii belemmering in dat verkeer, maar
uit hoofde van den grooten toevoer van
Hollandsche biggen naar Frankrijk, moest
voorkomen worden dat biggen uit Bel
gië langs dien dijk ter sluiks werden
ingevoerd als om Hollandsche naar Frank
rijk te worden uitgevoerd.
Verder deed de heer C. Zwagerman
eenige mededeelingen over zijne be
moeiingen als zuivelconsulent, waarbij
hij naast verschillende schaduwzijden
die het zuivelbedrijf nog aankleven ook
op enkele lichtpunten kon wijzen.
In hoofdzaak besprak hij de boter-
bereiding op de boerderij. Dit belang
rijke onderdeel van de zuivelindustrie
is nog voor veel verbetering vatbaar,
zoowel wat de bereiding voornamelijk
bij het gebruik van centrifuges als de
handel betreft.
De veeverbetering gaat wel langzaam,
maar gaat toch vooruit. In elk geval
ligt in Zeeland nog een ruim arbeidsveld
ter bewerking.
De heer dr Hissink, directeur van het
rijks-landbouw-proefstation te Goes be
vestigde een en ander, door de mede-
deeling dat bij onderzoekingen meerma
len blijkt, dat aan de ontrooming van
melk niet de noodige zorg is besteed.
De heer Zwagerman had ni>g een
kleinigheid vergeten. Door een hande
laar te Middelburg wordt een preparaat
in den handel gebracht, dat geschikt
zou moeten zijn om zoet te kunnen
karnen.
Verpakt in een doosje bedraagt de
prijs f 10. bij een gewicht van onge
veer een ons. Maar men kan 't ook
wel voor f5.— bekomen. Bij een on
derzoek aan het rijks proefstation te
Hoorn bleek het gewoon keukenzout te
zijn. De inleider verzocht van deze me-
dedeeling in de plaatselijke bladen, en
zeker wel niet om met dit vernuftig
product een proef te nemen.
Eindelijk werd rapport uitgebracht
over de door vereeniging van oud leer
lingen der winter-landbouwschool in W.
Z.-Vl. uitgeschreven prijsvraag hoe men
het best een boerderij van 40 H. A. zou
drijven op klei- en op savelgrond.
Door voornoemde vereeniging was
voor de beste beantwoording van elk
der vragen f 50 uitgeloofd en de be
langstelling in dit vraagstuk was door
de afd. Oostburg dermate gaande ge
maakt, dat aan elke premie nog f 25
harerzijds werd toegevoegd.
De commissie van beoordeeling be
staande uit de heeren A. f. Leenhouts
te Zuidzande, J. de Feijtur te Ter
Neuzen, beide voorzitter van bovenge
noemde vereenigingen in W. en O. Z.
Vlaanderen en J. de Meijer, te Schoon-
dijke, als deskundige, verklaarde bij
monde van laatstgenoemde in een lijvig
rapport, dat, wie meenen mocht, dat
de niet onbelangrijke premies een prikkel
tot groote deelname zou geweest zijn,
zich bedrogen zou zien, daar slechts 3
beantwoordingen inkwamen.
En dat, wie wederom meenen moGht,
dat de weinige deelname de kwaliteit
zou vergoeden, zich andermaal bedrogen
zou zien. Want terstond heeft de com
missie zich verplicht gezien een twee
tal op zijde te moeten leggen, zoodat
slechts een beantwoording in aanmer
king kon komen.
Hoewel de commissie tal van opmer
kingen maakte en het ontwerp hier en
daar nog voor wijziging vatbaar was,
werd nogtans de prijs toegekend aan L.
Rienks Lz. te Hornhuizen (prov. Gro
ningen.)
De voorzitter met genoegen consta-
teerende, dat dit de eerste maal is,
waarop de vereeniging van oud-leerlin
gen officiëel optreedt, zeide de vereen,
gaarne allen mogelijken steun toe.
En ten slotte dankto de commissaris
der Koningin, mr Dijckmeester, den
voorzitter yoor de welwillende woorden
van welkom tot hem gericht. Hij vond
het wel wat natuurlijk, dat iemand in
zijne positie te midden eener landbou
wende bevolking belangstelling toonde
in wat hun belang is. Met genoegen
had hij vernomen, dat thans definitief
was besloten tot de proefneming met
een 14-daagsch Landbouwblad, welke
onderneming hij het beste succes toe-
wenschte.
Ongezegd, dat het bemoedigend woord
van dezen hoogen magistraat met dave
rend applaus werd begroet.
En daarop werd de vergadering ge
sloten.
De hierdoor ingetreden pauze werd
gretig benut om zich te prepareeren op
den rijtoer, die in den namiddag aan
geboden door leden der afd. Oostburg. Op
den belommerden Zuidzandschen straat
weg stelde de stoet, uit niet minder
dan 78 rijtuigen bestaande, zich op.
Als een veelkleurig lint bewoog zich
de lange file van rijtuigen over Zuidzan
de naar Retranchement over de Sluis
der Wielingen naar het Cadzandsche
Badhuis.
Men had zich nergens onbetuigd ge
laten met de eer der passeering van
het hooge en groote gezelschap; geen
huisje langs den weg zoo klein of er
was een vlag uitgestoken of althans
voor vlaggentooi gezorgd. In de dor
pen zelve ook overal de vlag van de
huizen, van do kerktorens, van de molens,
aan de Wielingen was zelfs een sierlijke
eereboog opgericht met een „hulde aan
den landbouw", terwijl het badhuis in
vollen tooi was. Op het terras waren
rijk voorziene tafels aangerecht, waar
het stof uit de keel kon worden door
gespoeld met een keurige St. Emilion,
welwillend aangeboden door den alge-
meenen voorzitter, mr Hennequin, op
wiens volkomen herstel zijner gezond
heid menig glas werd geledigd.
Te half zes was de stoet te Oostburg
terug waar men zich weer gereed
maakte voor den gemeenschappelijken
maaltijd. De indruk, dien de gasten
uit andere deelen der provincie tijdens
den rijtoer van den stand der gewassen
verkregen, was inderdaad gunstig.
Het trok echter de aandacht, dat,
hoe meer men de eindpunten van het
land doortrok, alwaar de nieuwere
richting nog niet dermate is doorge
drongen, de gewassen gaandeweg onbe
langrijker waren.
Of dat nu een groote zeldzaamheid is,
laten we in het midden, maar in 't al
gemeen is het tegenwoordig stellig min
der gebruikelijk, dat men braakland
legt. Welnu op dien rit troffen we een
viertal partijtjes van dat ouderwetsche
systeem aan.
Bij den maaltijd in de beurs heeft het
niet aan toosten ontbroken ieder kreeg
wat, alles en nog wat werd bedacht,
ja, men verkeerde eenvoudig in een
wolk van huldebetoogingen.
Te half acht gaf de Stafmuziek van
Bergen op Zoom onder directie van den
heer A. Barbe, een uitgelezen concert,
dat door een dichte menschenmassa
met de meeste aandacht werd gevolgd.
Onder de liefelijke tonen der muziek
werd als 't ware Oostburg in slaap
gewiegd om zich voor te bereiden op
de belangrijkste der drie dagen, de
tentoonstelling.