ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
MiWlii MswI-PÉn.
No. 1310.
Zaterdag 23 'Mei 1908.
17e Jaarg.
Buitenland.
FEUILLETON.
RRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAN te Breskens.
Het „als iemand verve reizen doet, kan
hij veel verhalen" zit diep in het mensch-
dom gegrift. Behalve „veel verhalen"
heeft het reizen ook een verdere strek
king gekregen. Het is niet alleen nieuws
gierigheid, die de zucht naar reizen en
trekken heeft doen ontstaan, maar ook
kwam daarbij het zaken-doen op den
voorgrond.
Het vele heen en weer-reizen dat
hoe langer zoo meer is doordrongen tot
vorsten en autoriteiten heeft niet zel
den een toenadering bij gespannen ver
houdingen tot ondergrond.
Tusschen Duitschland en Engeland heb
ben die wederzijdsche bezoeken nu al
eengen tijd plaats. En werkelijk de ge
spannen toestand is er wel wat op ver
beterd.
Nu weer zijn de burgemeesters van
een 150 Zuid-Duitsche plaatsen in Lon
den op visite, waar zij worden gevierd
door de stedelijke autoriteiten, de regee
ring en ook dooi- den Koning. Heusch,
zulke bezoeken schijnen er op berekend
om de toestanden tusschen Engeland en
Duitschland te verbeteren.
En van uit Frankrijk wilde men het
zelfde probeereu ten opzichte van Duitsch
land, wier gespannen verhouding wel
aan het luwen is, maar alles behalve is
zooals zij zou kunnen wezen. Zoo zou
den in Augustus een aantal Fransche
burgemeesters naar Duitschland komen,
maar dat voornemen is afgelast, na de
minder aangename bejegening waaraan
studenten, die in Duitschland zijn ge
weest, in Parijs hebben bloot gestaan.
Met Frankrijk en Engeland schiet de
verstandhouding beter op. Zoo wordt
te Londen thans een groote Fransch-
Engelsche tentoonstelling gehouden, die
enorm bezoek zal trekken. Dat schijnt bij
Duitschland wel wat te steken. En nu
heeft Duitschland het voorstel opgewor
pen om deze tentoonstelling mettertijd
te verplaatsen naar Berlijn.
Het Fransche comité verklaart zich
beslist als tegenstander van dit denk
beeld. Trouwens dat is niet te verwon
deren. De tentoonstelling sluit in Oc
tober. Alsdan is het geëxposeerde alles
behalve frisch meer, en als het in Duitsch
land moest tentoongesteld worden als
beeld van wat de Fransche nijverheid
kan voortbrengen, dan zou dit ongetwij
feld niet de indruk maken, die men met
eene expositie beoogt en geenszins zou
strooken met Frankrijks bedoeling in
zake de Duitsche concurrentie.
Wellicht komt er later toch eene
Fransche industrie-tentoonst 'I ng, lou
ter voor Berlijn georganiseerd.
In België bereidt men z.ch ernstig
voor op den grooten stembusstrijd die
Zondag zal uitgevochten worden bij de
vernieuwing van de helft der leden van
de Kamer en den Senaat. De Katho
lieke partij is reeds gedurende 24 achter
eenvolgende jaren aan het bewind.
De Kamer bestaat uit 166 leden,
waarvan er 89 tot de Katholieke partij
behooren en het restant tot verschillen
de nuances.
Het gaat in Oostenrijk Hongarije ten
zeerste tegen Duitschland. Te Praag
werd o.a. 'een vergadering gehouden
van do nationale partij, die uitliep op
eene anti-Duitsche betooging. Alras
voegden zich daarbij tal van andere
elementen, zoodat de menigte weldra
uit een 4000 personen bestond. Onder
het uiten van ijselijke kreten trokken
ze naar het postkantoor. Het nieuwe
Duitsche theater werd danig met steenen
gebombardeerd. De politie, die alle
moeite had de betoogers uiteen te drij
ven, werd, behalve op een hagel van
steenen, bovendien nog op revolverscho
ten onthaald.
Ook voor het Duitsche gymnasium
werd eene betooging gehouden en de
ruiten van het gebouw ingewèrpen.
Thans werd een 15-tal robellen ge
arresteerd.
In Innsbrück is het, zij het dan ook
uit staatkundig oogpunt, ook al niet
rustig de oproerige studenten hebben
er vele ruiten gebombardeerd, terwijl in
vele andere plaatsen het al evenmin rus
tig is.
In het hospitaal Sinte Walburge te
Antwerpen was een kind opgenomen
waarvoor de dokter een warm bad had
voorgeschreven. Een pleegzuster legde
het kind in de badkuip, opende de
warmwaterkraan, doch niet die voor
koud water en verwijderde zich daarop.
Andere verpleegsters snelden eerst latei-
toe op het jammerlijke schreien van het
kind, dat door het heete water zoodanig
was gebrand dat het, ondanks alle
moeite die de geneesheeren nog aan
wendden om het te redden, denzelfden
dag aan de gevolgen overleed.
Tegen de schuldige pleegzuster is een
strafvervolging ingesteld ofschoon de
directie van het hospitaal nog alle moei
te deed om dit te voorkomen en het
voor te stellen, alsof de dood aan ande
re oorzaken moest worden toegeschre
ven. De dokter weigerde echter beslist
eene verklaring in dien geest af te ge
ven.
Met het Grieksche stoomschip „Mo-
raitis" zijn 1266 landverhuizers uit New-
York teruggekeerd, waarvan er 692 te
Napels en 574 in den Piraeus landden.
Allen stonden de honger en ellende,
die zij in het land van den dollar had
den geleden, op het gelaat te lezen.
Bleek en met holle oogen boden zij,
die-krachtig, moedig en vol hoop over
de wereldzee getrokken waren, een treu-
rigen aanblik. Duizenden zijn, volgens
hun zeggen, nog broodeloos daar ginds
en zien met verlangen naar een gele
genheid uit om terug te keeren. Op
reis stierven 2 Italianen en een Griek,
30 mensehen, die in.den Piraeus land
den, werden ernstig ziek uit het tus-
schendek gehaald en 4 daarvan hadden
nog slechts enkele dagen te leven en
konden nauwelijks nog ontscheept wor
den.
De afgevaardigde Godnef, een invloed
rijk lid der 'Octobristenpartij, zag Maan
dag in een straat te Petersburg, dat een
politie agent een man uit het volk op
gruwelijke wijze mishandelde en had
toen de ongehoorde driestheid het slacht
offer naar zijn naam te viagen. De ver
toornde politie-agent verzocht den
vreemdeling dan ook zich niet metzjjn
„ambtelijke handelingen" te bemoeien
en gelastte hem mede te gaan naar 't
politiebureau. De heer Godnef verklaar
de daartoe geen lust te hebben en Bl
ock niet het nut van in te ziet u
toonde den agent zijn kaart als a e-
vaardigde.
De man der wet had echter zijn ei
gen opvattingen omtrent de onschend
baarheid di r afgevaardigden; hij ver
klaarde althans „maling" te hebben aan
de kaart en riep eenige huismeesters
te hulp om den afgevaardigde naar het
bureau te brengen.
De officier, die daar den dienst had,
beloofde, nadat de heer Godnef zijn we
dervaren verhaald had, een streng on
derzoek en hergaf den heer Godnef de
vrijheid.
Uit het ingestelde onderzoek is ge
bleken, dat de agent zijn eigen broeder
zoo had toegetakeld, omdat deze een
3.
Haastig en met saamgeperste lippen
doorschreed hij de ruimte, die den groo
ten oostelijken vleugel van den weste
lijken scheidde. Daar lagen de vertrek
ken, eertijds bewoond door de lang ver
geten koningen van Polen daar was de
hooge, kille Senaatzaal en de verlaten
Kamer van Afgevaardigden. Ginds doem
de de holle ruimte op van de reusach
tige troonzaal en somber weerklonken
de voetstappen der mannen, die mot
snellen tred zich voortspoedden naar
den westelijken vleugel, waar het Rus
sisch hoofdkwartier gevestigd was. Bij
elke deur van het reusachtig gebouw
stonden twee kozakken met uitgetrok
ken sabels, die eerbiedig de voorbijgaan-
den groetten.
Ga ik mijn ongenade tegemoet?
dacht de Berg, terwijl hij onwillekeurig
de vuisten balde. O, als het niet om
Xenia en Serge ware, hoe gaarne zou
ik dan de verst verwijderde post, de
geringste plaats uit handen van den
Czaar aannemen! Zijn oog dwaalde door
een der vensters, dat uitzicht gaf op de
Place Zamkowy. De Berg huiverde. Het
was hem toegeschenen, of de Poolsche
koningen, daarginds aan den wand, van
uit hun vergulde lijsten op hen hadden
neergeblikt, toen hij voorbij ging, ver
bolgen over de ontwijding van hun hei
ligdom, de burcht van het arme, in sla-
venboeien geklonken Polen. Het was
hem toegeschenen, of nieuwe legioenen
waren opgestaan van de slagvelden, ginds
buiten de wallen, en of duizend stem
men hem toeriepen, hoe eenmaal de
Poolsche banieren, tot in het hart van
Rusland hun glorie hadden gevierd.
Op de donkere wolken, die zich over
het veroordeeld Warschau hadden saam-
gepakt, teekende zich de weerschijn van
twintig duizend lichten af, als een som
beren gloed. Kon ik met eigen hand den
brand steken in dit vervloekte nest 1
siste de graaf. Vuur en zwaard voor
Polen! Vrede?.... Hal... De vrede
van het graf 1
Zijn streng, krijgshaftig gelaat hel
derde op, toen hij de zaal betrad, waar
zijn generaals dagelijks tezamen kwa
men, om de geheime orders in ontvangst
te nemen, die ten doel hadden de scha
kels te verbreken van den geheimzinni-
gen keten van verraad en samenzwe
ring, waardoor het Russisch Bestuur
voortdurend enger omspannen werd.
Laat hem binnenkomen was het
korte bevel van den man, wiens woord
alleen voldoende was, om het hoofd van
den fiersten Pool op het schavot te doen
vallen.
Een adjudant snelde toe, opende de
deur van een der zijvertrekken en een
officier trad binnen. Door de oponstaan-
de deur zag men een troep Kozakken
en donker uitziende Circassiërs, die mot
dolk, pistool en sabel gewapend, nieuws
gierige blikken wierpen op den binnen
tredende. De tulbanden der muzelman
nen, hun zilverkleurige patroontasschen
en eigenaardige nationale dracht, gaven
een woest aanzien aan die zonen der
bergen, wier onkreukbare "trouw hen
niettemin tot lijfwacht des keizers had
den doen verkiezen.
Ondanks de duidelijk waarneembare
sporen van den langen en vermóeienden
tocht, dien de koerier had afgelegd, viel
het niet te miskennen, dat hij kon bo
gen op bijzondere schoonheid en verfijn
de elegance. Na eerbiedig gegroet te
hebben, naderde hij den commandant en
overhandigde hem, diep buigende; eon
verzege'd schrijven
Van Zijn Keizerlijke Hoogheid den
Grootvorst 1
De laatste woorden waren onverstaan
baar geweest voor de adjudanten, die
op eerbiedigen afstand hadden postgevat.
De Berg's oogen schitterden toen hij,
na de envelop, die het zegel droeg van
's keizers geheim-secretaris, geopend te
hebben, met haastigen blik van den in
houd van het schrijven kennis nam.
Door een teeken gaf hij den boodschap
per te verstaan, dat deze aan zijn zijde
zou plaats nemen en loosde een diepe
zucht toen hij op een fluisterend gedane
vraag ten antwoord kreeg Binnen een
uur, Excellentie. Mij is opgedragen aan
de Alexanderbrug, aan gene zijde dor
rivier, te wachten.
(Wordt vervolgd.)