BRESKENSIIE COURANT, h ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. Esi vertol uil Rossis No. 1309. 17* Jaarg. Buitenland. Binnenland. FEUILLETON. 31 Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 0.82r' bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den nitjrever O. DIELEM.O te Breskens. Weenen, de hoofdstad van Oostenrijk, heeft, gelijk wo laatst meldden, dat het zou doen, feest gevierd, ter eere van het 60-jarig regeerings-jubileum van Kei zer Frans Jozef. Weliswaar zullen die zestig jaar eerst om zijn op 2 December, want hij besteeg den keizerlijken troon op 2 Dec. 1848, doch deze verjaring heeft men, zeer te recht, in Oostenrijk tot een geheel ju beljaar willen maken. En zeo zijn de feestelijkheden reeds in Mei begonnen. Misschien heeft de Oostenrijksche kei zer bij deze plechtigheid ook wel een treurige gedachte niet kunnen onder drukken. Hij heeft ze thans weer voor zich gezien, de vorsten van de staten, die eenmaal door het trotsche Donau- rijk werden overheerscht, tot hij, lang de machtigste onder allen, uit den bond gesiooten word door het op den voor- grond tredende Pruisen. De voor Frans Jozef harde gebeurtenis dagteekent ech ter niet van gisteren zij is van '66, dus 42 jaar geleden - en de tijd heeft de bloedende wonde geheeld. Trouwens, dezelfde tijd heeft in het hart van den vorst nog zooveel andere wonden geslagen, dat hij door het nieu we leed wel het oude zal hebhen ver geten. De grijsaard van heden denkt allicht eens terug aan zijn jonge jaren en misschien heeft hij nog de woorden in 't geheugen, die hij sprak in de troon rede na den oorlog „Laten wij thans, sprak hij, nu wij een vredeswerk begin nen, een sluier werpen over een verle den, dat het rijk diepe wonden sloeg. Laten wij de lessen ter harte nemen, die het ons heeft gegeven maar laten wij ook met onverminderden moed de kracht scheppen om het rijk rust en welvaart naar binnen te geven, aanzien- en macht naar buiten. Dit programma heeft de keizer uit gevoerd, althans er altijd naar gestreefd. Zeker, het is hem daarbij niet altijd voor den wind gegaan en met het nood lot heeft hij vaak een bitteren strijd moeten voeren, maar een vredevorst is Frans Jozef steeds geweesteen vrede vorst, niettegenstaande de vele moeilijk heden, welke hij in het rijk zelf steeds heeft ontmoet, niettegenstaande de scherpe mededinging, welke Oostenrijk steeds buiten zijn grenzen heeft onder vonden. Wel heeft dan ook Oostenrijk in Europa nooit meer zijn overwegen den invloed van vroeger herwonnen, maar een mogendheid is het steeds ge bleven, die in aanzien staat. En dat heeft het te danken aan zijn ouden grij zen keizer. Dat hij steeds een vredevorst zou zijn, beloofden de woorden, welke bj in die zelfde troonrede uitsprak en gericht wa ren tot Duitschland „Door een gedachte aan wraakneming mogen wij ons niet laten leiden. Een edeler voldoening zullen wij verkrijgen, als het ons meer en meer gel ki, min achting en vijandschap in ac rting en vriendschap te veranderen". Dat heeft de keizer steeds voor oogen gehad, en daarom verdient hij de hem gebrachte hulde ten volle. Het heeft er allen schijn van, dat de sultan van Turkije Frankrijk den voet eons dwars wil zetten, zooals hij het onlangs Italië heeft gedaan. De zaak is nu in dit stadium, dat de Fransche ge zant in Constantinopel te kennen gege ven heeft, dat verdere onderhandelingen overbodig waren, en dat hij nu wach- de was op instructies van zijn regeering. Tot recht begrip van deze mededeeling volge hier een uiteenzetting van de ei genlijke quaestie. In het jaar 1896 werd een Fransche kolenmijn-maatschappij opgericht, die van een Turkschen onderdaan de con cessie voor de haven Songuldak en te vens voor de exploitatie van mijnen bin» nen het gebied der concessie verwierf. Eenige maanden geleden ging die con cessie over aan een nieuw Fransch syn dicaat. Toen dit nu tot den minister raad het verzoek richtte tot inschrijving der nieuwe concessionarissen, maakte de Turksche regeering bezwaren. Zij be weerde, dat de verkoop van de mijn- concessies aan het nieuwe syndicaat on geldig was, daar het contract niet door een keizerlijk irade was gesanctionneerd. Daaraan knoopte zij den eisch vast, dat al de concessies, zoowel die voor de kolenmijnen als voor de haven tegen behoorlijke betaling aan de Porte zou den worden teruggegeven. De bedoeling van de Porte was natuurlijk de winst gevende exploitatie van de zoo dicht bij de zee gelegen kolenmijnen weder in handen te krijgen, teneinde haar finan- cieelen toestand te verbeteren. De Fransche ambassadeur, die als pleitbezorger voor zijn landslieden optrad, verklaarde de juridische gronden, die de Porte aanvoerde, voor onhoudbaar. Feitelijk volgt ook uit de bepalingen van de in 1896 gesloten verdragen, dat wel de concessie voor de haven van Songuldak, maar niet die voor de mijnen teruggekocht kan worden. Tot dusverre nu had men gedacht, dat partijen, zoo zij het niet eens konden worden, de zaak aan een scheidsgerecht zouden onderwerpen volgens het jongste bericht echter moet men aannemen, dat de Fransche ambassadeur, de heer Constans, van een minnelijke schikking i niets wil weten, maar geraden heeft tot scherpere maatregelen tegen de Porte. Of Frankrijk nu het onlangs door Italië gegeven voorbeeld zal volgen en een eskadron naar de Turksche wateren zenden, is natuurlijk nog onbekend. Wel is de „Mouette" naar Songuldak gezonden, maar dit is alleen geschied, omdat aldaar bloedige vechtpartijen hadden plaats gehad tusschen Eransche mijnwerkers en Turksche matrozen, die zonder betaling kolen wilden halen uit de „keizerlijke" mijnen. Ingevolge het bepaalde in de regeling van het voorbereidend militair onder- richt, zal de aanmelding tot deelneming aan dit onderricht, dat kosteloos wordt verstrekt, moeten geschieden vóór den lsten Juni eerstkomende en wel a. in plaatsen waar Infanterie of Vesting-Artillerie in garnizoen ligt, bij den Commandeerende Officier der In-, fanterie of der Vestin-Artillerie i b. in de overige plaatsen bij den. Burgemeester der gemeente. j Bedoelde Commandeerende-Offlcieren en Burgemeesters zenden voor of op li Juli aan den Inspecteur der Infanterie' een staat in, vermeldende onder meert welke jongelieden zich tot deelneming[ hebben aangemeld. Vermits nu door genoemden Inspec-I teur na ontvangst van bedoelde staten,» alle verzoeken om alsnog tot het onder richt te worden toegelaten, zul' i( worden afgewezen, tenzij de bela -1 hebbenden kunnen aantoonen, dat £.j door verblijf in het buitenland of oml andere redenen onschuldig zijn aan te: late aanmelding, meenen we de jonge-» lieden, die aan het voorbereidend mili-- tair ondurricht wenschen deel te nemen, dat 1 October a.s. begint, nadrukkelijk; opmerkzaam te moeten maken, op de noodzakelijkheid zich daartoe vóór 1 'HBM' 2. Ik maak geen aanspraak op de hel derziendheid van het genie, en toch, de groote Napoleon zelf was blind, toen hij zijn armeën langs deze paden voerde, even blind als de eigenzinnige Wallen- stein voor Eger, of de menschenhatende Karei V in het EscuriaalWant de sterren volgen hun eeuwige in stilte en onverstoorbaar, en even blindelings volgt de mensch het hem toegewezen pad, onverschillig of ondergang of glorie het eindpunt zij. De Czaar heeft mijn laat ste rapport met misnoegen ontvangen en onvoldoende geoordeeld En toch, nóch door het toepassen van de uiter ste gestrengheid, nóch door het nauw- lettendst toezicht op bijeenkomsten en vergaderingen, nóch zelfs door een op milde en ruime schaal uitgeoefend stel sel van omkooping, heb ik het gewensch- te doel kunnen bereiken. Daar aan mijn voeten, in het krioelende nest War schau, daar liggen de gloeiende kolen van het vuur des verraads in geheim zinnige schuilhoeken te smeulen, en te eeniger tijd, als ik mij - Hij wendde het hoofd om, getroffen door het geluid van een naderenden hoefslag, en zag een officier te paard, die in wilden galop het terras opreed, in de richting van de groote uitvalpoort van het thans in een vesting herschapen paleis der Jagella- nen. De stoute ruiter werd op den voet gevolgd door een eskadron kozakken, wier slanke lansen bleekblauw glansden in het kristallijnen licht der sterren. Een koerierzuchtte de gouver neur-generaal, toen hij den marmeren zetel verliet waarop Sobieski tevergeefs zijn zorgen had trachten te bekampen, waarop August van Saksen had zit ten denken aan zijn schoone Aurora, die ver, ver weg wasen waarop Poni- atowsky, de welbeminde, gedroomd had van de machtige Semiramis, wier ge heimzinnige liefde hem gevoerd had op het pad der schande en naar Polen's ongelukstroon. Geheel in beslag genomen door zijn zwaarmoedige overpeinzingen keerde de man, wiens ijzeren hand het gedeemoe- digd Polen in naam van zijn meester, Alexander II, regeerde, op zijn schreden terug, om zich in zijn particulier kabi net te begeven. De omslachtige forma liteiten van een banquet, door zijn staf officieren gegeven, was hij ontvlucht, om verademing te zoeken op het terras en in de stilte van den middernacht. Niemand kan ik mijn vertrouwen schenken, mompelde hij. Alleen in de stilte van den nacht waag ik het te denken. Mijn brieven, mijn rapporten, mijn geheime maatregelen, niets schijnt verborgen te blijven voor die muitende honden daar beneden. Bij eiken voet stap stuit men op rasverschil en verra derlijke bedoelingen. Yan de driehon derd duizend menschen, die hier krioe len, zijn honderd duizend joden en hon derd vijftigduizend Polen, van den och tend tot den avond bezig met het sme den van verraad. Alleen de soldaten en de ambtenaren zijn vrienden van den Czaar, althans voor zoover zij niet door den glans van Poolsch geld en de bekoorlijkheid van Poolsche vrouwen-: oogen ontrouw geworden zijn aan hetl in hen gestelde vertrouwen. De graaf De Berg staakte zijn wan-. ing toen een adjudant haastig op- hem toetrad, salueerde en op fluisteren-, den toon rapporteerde „Een keizerlijk koerier is zooeven aangekomen met spoedorders". Alweder orders zonder zin beve-, len die niet uitvoerbaar zijnzuchtte; de Gouverneur-generaal, toen hij met verhaasten tred op zijn eigen vertrek ken toetrad. Er is maar éen weg, die tot een dragelijken toestand kan leiden en dia isvernietiging van alles wat kan her-» inneren aan Poolsche autonomie invoer ring van Russisch bestuur tot aan deri uitersten westelijken grens een nieuwq rij forten rondom Warschau met de vuur monden naar binnen gericht Geen glimlach plooide de lippen vanj den graaf bij dit snedig gezegde, heir( zoo onwillekeurig ontsnapt. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1908 | | pagina 1