ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
No. 1304.
Zaterdag 2 Mei 1908.
17' Jaarg
Eene groote opoffering.
Binnenland.
FEUILLETON.
+«-»—
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnemenj; lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
I)it blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond by den nitgever C. D1ELEMAN te Breskeus.
-i
Dhr Eekhout achtte het boter dat de
commissie de ongebruikte mandenfabriek,
die alleszins voor vervoer gunstig gele
gen is, zou nemen. Voor dit jaar zou
hij er voor stemmen. Aangenomen met
4 tegen 1 st., die van den heer Van
den Hemel.
Verder stelden B. en W. voor het
wekelijksch onderhoud van de schoollo
kalen niet meer bij abonnement aan
het hoofd der school op te dragen.
Na het overlijden van den heer Haan
is dit verricht door P. J. Hol-Merk,
die aanbiedt dit te doen voor ƒ55.—
van 1 Mei tot 31 Dec.
Dhr de Glopper achtte het wenschelijk,
ieder die daarvoor in aanmerking
wenschte te komen, in de gelegenheid
te stellen. Er is in den laatsten tjjd
wel eens geklaagd over de kachels,
maar dat is geen bewijs, dat vroeger
daartoe geen reden was immers uit
den aard der zaak zoo gauw klagen
tegenover het hoofd der school.
Dhr Eekhout heeft laatst de school
eens bezocht, maar de netheid viel hem
op.
Goedgevonden werd eene inschrijving
te openen.
Tengevolge van het overlijden der
pachters J. Dirks en Bujjsse werd het
verzoek der borgen om de weide- en
landpacht over te nemen, ingewilligd.
Mede werd in plaats van wijlen laatst
genoemde tot lid van het algemeen arm
bestuur benoemd H. Matthys met 4st.,
tegen 1 op E. Cuelenaere.
Daarna werd de zitting gesloten.
De heer W. F. Druijvesteijn, inge
nieur 2e klasse bij den Rijks-Waterstaat
te Vlissingen, die met 1 Aug, wordt
bevorderd tot ingenieur le klasse, wordt
op genoemden datum naar Haarlem over
geplaatst.
Tot vice-consul van Engeland te
BRESKENS. I Mei 1908.
Blijkens de briefw.sseling van de red.
van de M. C. aan haren correspondent
te Breskens noemt zij onze opmerking
over den naam van iemand die reeds 3
jaren is overleden als candidaat voor de
Staten voor Sluis, kleingeestig, omdat
ieder verstandig mensch denkt aan een
schrijffout.
We willen daartegenover stellen, dat
we het nonchalanche blijven noemen en
nu zeker, wijl blijkt dat het bericht af
komstig is van den correspondent te
Breskens, van wien, zijnde een onder
wijzer, minstens genomen, redelijk mag
verwacht worden dat hij met den naam
van zijn burgemeester en zijn schoolop
ziener bekend is.
Maar de red. neemt de schrijffout zel
ve voor hare rekening en verklaart zich
dus mede nonchalant door de fout, die
velen geërgerd heeft, niet te herstellen.
Door haar minachtende bejegening der
opmerking bederft ze in dezen meer,
dan ze door eene ronde erkenning recht
had laten wedervaren.
Bij de Dinsdagavond gehouden her
veiling van het woonhuis bewoond ge
weest door de wed. Abr. Risseeuw al
hier werd kooper de heer M. W. Berro-
voets te Jaarsveld voor ƒ2800.—.
De tentoonstelling van de Zeeuw-
sche Landbouw Maatschappij zal gehou
den worden op Vrijdag 12 Juni a.s. op
eene weide van den heer I. J. van Hou-
te te Oostburg. Woensdag 10 Juni sa
menkomst van het Hoofdbestuur en
Donderdag 11 Juni algemoene vergade
ring.
Aardenburg. Vervolg en slot Gemeente
raad.
Het onderhoud van het Ruiterskwar-
10.
Hij had vette haren die half in een'
vuilen zakdoek verborgen waren, een
plat achteroverliggend voorhoofd, onbe
schaamde oogen, vooruitstekendo oog
beenderen, een groote en grijnzende
mond, eene ruwe borst, uitgedroogde
ledematen en eene loodkleurige huid
dit was Marat. Charlotte vermeed
het om hem bij het binnentreden aan
te zien, bang dat zij door dien blik het
afgrijzen verraden zou, dat hij haar in
boezemde.
Zij bleef met neergeslagen oogen bij
de badknip staan, totdat Marat haar
omtrent den toestand van Normandie
zou ondervragen. Hare antwoorden wa
ren kort, terwijl zij daaraan een' zin en
eene beteekenis gaf, die geschikt waren
om de vermoedelijke vrees van den
volksleider te overwinnen. Vervolgens
vroeg hij haar de namen van de afge-
tier en het verloren kastje werd weder
opgedragen aan Suwijn voor ƒ150.
Ingevolge diverse verzoe.nn om een
strook gronds in erfpacht v erd na lang
durige besprekingen besloten aan de
aanpalende bewoners een strook grond
ter breedte van D/j M. gratis af te
staan voor uitweg, 12 M. aan Eekhout
voor het bouwen van huizen en 20
M. aan A. de Schaepmeester a 2 ets
per M2. bestemd voor een bierbrouwerij.
Dhr Reepmaker stemde tegen.
Ingevolge een wenk van Ged. Staten
werden de reiskosten der sollicitanten
voor hoofd der school ten bedrage van
54. niet uit de onvoorziene uitgaven,
waaruit ze reeds waren gevoteerd, be
streden, maar uit den post onderwijs.
Verder stelden B. en W. voor, zulks
naar aanleiding van de gerezen klachten,
dat oude en gebrekkige menschen de
vele treden van het stadhuis moeielijk
of niet kunnen beklimmen, een ander
stemlokaal aan te wijzen.
Dhr de Glopper zeide dat dit een
voorstel was van de meerderheid van
het collego, want dat de minderheid,
gevormd door hem, hier tegen is. We
beschikken hier over een raadzaal. Zoo
ruim als men zich maar denken kan,
en het beklimmen der treden moge wat
moeilijk zijn, men moet bedenken, dat,
als men oud wordt op den duur alles
moet afleggen.
Door het schoollokaal daarvoor te
bestemmen, zal dit stoornis geven aan
het onderwijs of men moet vacantie
verleenen, wat toch ook weer niet
wenschelijk is met het oog op de
leerplichtwet.
Dhr Wijffels had een 10-tal namen
aangeteekend van personen die hoogst
bezwaarlijk op de trappen konden.
Enkele leden gaven te kennen dat de
opgenoemde personen geenszins allen
kunnen aangemerkt worden dat zij niet
boven zouden kunnen komen stemmen.
Dhr. Eekhout kon er zich ook gansch
niet mede vereenigen hij vond dat de;
school eerder aanstoot zoude geven, ter
wijl men hier volmaakt vrij is. Waar
om vraagt men dan niet liever het Volks-,
huis Zelf zit hij nu niet in het stem
bureau, en daarom zal hij er voor dit-i
maal voor stemmen.
Doch maakt hij zelve deel uit van
het stembureau dan was hy er beslist
tegen.
Het zal hem benieuwen of de stem-
opnemers, die nu toevallig beide afwezig
zijn, er wel genoegen mee zullen
nemen.
Dhr de Glopper zeide, dat daarvan
geen sprake kan zijn. Het stemlokaal
wordt aangewezen en daarmee uit.
Inmiddels werd het schoollokaal als
zoodanig aangewezen met 4 tegen 1 St.,
die van dhr de Glopper.
Ter goedkeuring werd aangeboden de;
rekening der Gezondheidscommissie.
Dhr de Glopper gaf in overwegingj
dat de Commissie in plaats van aan
IJzendijke, de bijlagen der rekening ook
eens ter inzage te zenden aan Aardenburg.
Aan B. en W. werd toestemming
verleend tot de verpachting van het
grasgewas, en wel ter hunner beoor-,
deeling voor 1 of voor 3 jaren, naar
gelang van den prijs.
Naar aanleiding van een ingekomen
verzoek van de Commissie tot werk-)
verschaffing om vlas te bergen in het.
brandspuithnis stelden B. en W. voor
dit verzoek in te willigen, mits de
commissie de verhoogde brand-premie
die dit tengevolge heeft zelve betaalt..
Het bedrag is 2.80.
Aangezien niet zoozeer het brand-;
spuithuis, dan wel het arrestanten
lokaal in gebruik is genomen, werd het
bezwaar geopperd, ingeval er eens 2
gevangenen tegelijk zijn.
vaardigden die naar Caen gevlucht wa
ren zij zeide hem die voor en hij schreef
ze optoen ze op het papier stonden
zeide hij, als iemand die zeker van zijn
zaak is: „Het is goed, binnen acht
dagen zullen allen het schavot beklim
men. Even alsof Charlotte nog eene
laatste misdaad had afgewacht om tot
het besluit te komen van hem te tref
fen, haalde zij bij deze woorden den
dolk uit haren boezem en stak dien met
eene bovennatuurlijke kracht den boos
wicht tot aan het hecht in het hart.
Met diezelfde beweging trok zij den
bebloeden dolk ook weder uit het li
chaam van haar slachtoffer terug en
liet dien aan hare voeten vallen.
Help mij, lieve vriendin help mij
riep Marat, en viel op hetzelfde oogen-
blik in zwijm. Bij de kreten van den
vermoorde stortten Albertine, de meid
en Laurent Basse tegelijk in de kamer
zij vingen in hunne armen den sterven
den Marat op. Charlotte stond onbe
wegelijk en als versteend door hare
daad, achter het gordijn van het raam.
De doorschijnendheid der stof liet, met
behulp der laatste zonnestralen, den
omtrek van haar lichaam zien. De knecht
wapent zich met een stoel, geeft haar
een' slecht gerichten slag op het hoofd
en werpt haar aldus op den grond.
Marats bijzit trapt haar, stampvoeten
de van woede. Door het leven bij dit
tooneel en door het geschreeuw der bei
de vrouwen, komen de bewoners van
hetzelfde huis aanloopen, de voorbijgan
gers blijven op straat staan, komen
naar boven, vullen de woning, de plaats
en weldra de geheele straat en vragen
met uitzinnige kreten om hun den moor
denaar toe te werpen, om op diens lijk
den dood van don afgod des volks te
wreken. De soldaten van de naastbij-
gelegene wacht en nationale garden ko
men aanrennen, en daardoor wordt on
der al die beweging de orde een weinig
hersteld. Geneesheeren komen en trach
ten het bloed te stelpenhet rood ge-
verwde water doet het schijnen alsof
het monster in een bad van bloed ge
storven is; men draagt slechts een lijk
daaruit op het bed.
Charlotte was van zelve opgestaan
twee soldaten hielden hare armen krui
selings over elkander, in afwachting van
touwen om haar de handen te binden.
De rei bajonetten die haar omringde
weerhield nauwelijks de menigte die
zich ieder oogenblik op haar wilde wer
pen om haar te verscheuren. Gebaren,
krampachtige vuisten, stokken en sabels,
bedreigden haar met een duizendvoudi-
gen dood. De bijzit van Marat rukte
zich nu en dan los van de vrouwen die
haar wilden troosten, wierp zich dan op
Charlotte en begon daarna op nieuw te
snikken. Een dweepzieke Jacobijn, Lang-
lois genaamd en Paruikenmaker van
beroep, had het bebloede mes opgeraapt
en hield eene lijkrede op den vermoor
de. Hij brak zijne uitboezemingen en
lofuitingen af door wraakzuchtige geba
ren, waardoor hij telkens den dolk in
het hart van de moordenares scheen te
willen steken. Charlotte, die zich reeds
vereenzelvigd had met het denkbeeld
van den marteldood, beschouwde met
starenden en als versteenden blik al die
beweging, al die gebaren, al die handen
en wapenen van zoo nabij tegen haar
opgeheven.
(Wordt vervolgd.)'