ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT No. 1303. Woensdag 29 April 1908. 17° Jaarg. Buitenland. Binnenland".- FEUILLETON. Eene groote opoffering. BRESKENSCHE COURANT. post voor Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per door het geheele rijk 0.55, voor Belgié ƒ0.625 en Amerika ƒ0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAV te Breskens. Op allerlei wijzen wordt getracht zekerheid te verkrijgen omtrent de betere verstandhouding tusschen Frankrijk en Duitschland. Geen poging wordt nage laten om dit te bewerkstelligen. Óm zich van de stemming in de hoogere kringen te vergewissen, heeft een groot Fransch blad zijn correspon dent te Berlijn opgedragen gezaghebben de personen aldaar te informeeren om trent de pogingen tot toenadering tus schen beide landen. Bijna eenstemmig waren hunne uitlatingen, n. 1. zich in toenadering te verheugen, maar voorop stellende, dat er eerst dan kans op succes was, indien deze pogingen werden ondersteund door een Fransch comité. Dat is van de Duitschor begrijpelijk. Er zijn overeenkomsten tot stand gekomen, die, naar de wateren welke ze omvatten, Noord- en Oostzee-verdra- gen heeten en waarbij de onschendbaar heid van de kleine lauden om die zeeën wordt gewaarborgd tegen de mogelijke inslok-politiek die door de groote mo gendheden eveneens door die wateren bespoeld, op een goeden dag zoude kunnen worden toegepast. Men heelt het immers niet onder stoelen of banken gestoken, dat Duitsch land meermalen werd verdacht op een gegeven oogenblik Nederland te willen inpalmen. Die verdenking is nu afge wend. Want ook Nederlandsch onschen- baarheid is door het Noordzee-verdrag verzekerd. De onzijdigheid van België is reeds bij vroegere verdragen gewaar borgd. Noorwegen's positie is laatst bij de afscheiding van Zweden hernieuwd. En in Zweden heeft het Oostzee-ver- drag geruststelling gebracht, omdat men daar niet ten volle vertrouwde op de belofte van Rusland dat het in geen geval uitbreiding van grondgebied be geerde in de richting van Zweden. Behalve dat deze verdragen eene op luchting zjjn voor de kleinere landen, is het dit ook voor den Europeeschen vrede, nu de afgunst de grootere mo gendheden getemperd is. De jonge Koning Manuel van Portugal gaat steeds voort met zich het vertrouwen des volks te veroveren, door alle over dadige luxe aan het hof, waardoor de civiele lijst oftewel de jaarwedde van den vorst wordt opgevoerd, te vermin deren. Nu weer is een staaltje van die zelf opoffering openbaar gewo'den, die in derdaad er op wijst om zich meer en meer te schikken naar ce stem des volks. Tijdens de regeering namelijk van don vermoorden Koning Carlos werden de diverse Kroonjuweelen verpand aan den Staat tegenover de meerdere uitgaven die de Koning had. Thans is door de republikeinsche partij het bericht verspreid dat van die Kroonjuweelen ten bate van des Konirigs schulden voor 3'/2 millioen francs waren verdwenen. En bij onderzoek moet de waarheid van deze bewering gebleken zijn. Nu heeft de nieuwe koning dit be drag voor zijne rekening genomen om aan do schatkist terug te betalen. En heusch heel zijn optreden, en nu ook weer deze opoffering wekt ten goede. Ook de verkiezingen voor de volks vertegenwoordiging die men had gedacht een zeer republikeinsch aanzien te heb ben, vielen buiten verwachting ten gun ste der monarchistische regeering uit. Nogtans is men bevreesd voor een aanslag op het leven van den Koning als hij zich voor de eerste maal in het openbaar zal vertoonen bij de opening van de nieuwe Kamer. Voor dezo gelegenheid wordteen pant ser-automobiel gebouwd, waarin de ko ning zal plaats nemen. Daarenboven zullen de soldaten in drie rijen langs den weg geplaatst worden, dien de ko ning moet nemen. De processies, die gehouden worden, worden begeleid door soldaten met ge laden geweren. Er worden veel troepen in de hoofdstad samengetrokken. De koning zal eerst na de opening der Cortes, in het begin van Mei, den eed op de Grondwet zweren. Te Aken is een apotheker tot 6 maan den gevangenisstraf en 1000 mark boete veroordeeld wegens het smokkelen van saccharine over de Duitsche grens, van Vaals (Limburg) uit. Hij liet de saccha rine door vi'ouwen, die haar mannen eten gingen brengen, meenemen. Een der smokkelende vrouwen kreeg 20 mark boetede anderen waren niet komen opdagen. Een koetsier, die zich door een Hollander had laten bewegen 800 pond saccharine over de grens te brengen, kreeg zes weken gevangenis straf. De toestand aan de Perzische grens wordt hoe langer hoe meer onrustbarend vanwege de rooftochten. Er hebben zich niet minder dan een 3500 man vereenigd. De tegen hen uitgezonden Russische troepen zijn veel te gering in aantal en hebben dringend versterking noodig. Dinsdag zijn dan ook reeds kozakken en artillerie uit Eriwan en Jelisawetpol vertrokken. Te Tifüs werd een krijgs raad gehouden, waarbij het volgende werd medegedeeldVolgens de ont vangen berichten hebben de Russische troepen na een reeks kleine schermutse lingen de Russische grens van roovers gezuiverd en dezen daarbij een verlies van 75 man toegebracht. De telegra fische verbinding met Perzië is gestremd, het geheele verkeer met handelskara vanen is opgehouden. Tui kije verdedigt op het bezette gebied zijn rechten en schuift troepen vooruit naar Urmia, die overal sterke wachtposten achter laten. De Koerden gaan geregeld voort met het vernielen van de telegrafische ver binding. Ten opzichte van de invallen der roovers op Russisch gebied is thans uitgemaakt, dat de Perzische grensbe volking gemeene zaak maakt met de roovers. In den krijsraad werd derhalve beslo ten, dat bijaldien weder een aanval op Russische troepen mocht voorkomen, de Russische troepen, wegens de volstrekte onmacht der Perzische regeering om de Russische belangen te verdedigen, de Perzische grens zullen overschrijden. Het Russische ministerie van buiten- landsche zaken heeft telegrafisch een zeer krachtig vertoog tot de Perzische regeering gericht en opheldering en vol doening geëischt. Door de aanhangige Visscherijwet wordt de regeling van de visscherij gescheiden van die der jacht. Het onbevoegd visschen in eens anders visch water zal worden straf baar gesteld als misdrijf. Regelingen op het gebied van de visscherij worden onttrokken aan de Provinciale besturen en over gebracht bij het Rijksbestuur. Voor het visschersbedrijf kan deze wettelijke regeling, die zeer veel aan algemeene maatregelen van bestuur overlaat, zeer goede gevolgen hebben. »-«-»— 9. De verhitting van zijn bloed scheen zijne ziel slechts nog meer in vuur te zetten. Zoowel op zijn bed als in zijn bad, hield hij niet op met schrijven, met lasteringen jegens zijne vijanden uit te braken, met de Conventie en de Jacobijnen op te hitsen. Beleedigd door het stilzwijgen der vergadering bij de ontvangst zijner brieven, had hij een nieuw stuk daarheen gezonden, waarin hjj der Conventie dreigde zich sterven de op het spreekgestoelte te laten bren gen, om de flauwhartigheid der verte genwoordigers te schande te maken en hun de noodige doodvonnissen op te ge ven. Vol van voorgevoel van zijn dood, scheen hij slechts te vreezen dat zijn laatste uur te spoedig zou slaan, om hem genoeg schuldigen te doen guillot- tineeren. Steeds begeeriger om te doo- den dan om te leven, haastte hij zich om zooveel mogelijk slachtoffers voor zich uit te zenden, als zoovele gijzelaars door het mes der guillottine aan de re volutie overgeleverd. De schrik, die van het huis van Marat uitging, trad er onder eene andere ge daante weder binnen, namelijk als de vrees voor moord. Zijne vrouw en zij ne vertrouwden meenden boven zijn hoofd even als zoo vele dolken te zien schitteren, als waarmede hij onophou delijk 300.000 burgers bedreigde. De toegang tot zijne woning was verboden, alsof het het paleis eens alleenheerschers was. Men liet slechts vertrouwde vrien den tot hem toe, of verklikkers, die vooruit aanbevolen en aan een streng onderzoek onderworpen waren. De lief de, het wantrouwen en de dweepzucht bewaakten te zamen zijn leven. Charlotte kende die hinderpalen niet, doch zij vermoedde diezij verliet haar rijtuig aan de overzijde der straat, tegen over het huis van Maratde avond was gevallen, vooral in deze wijk die door hooge huizen en nauwe straten donker der werd gemaakt. De portiersvrouw weigerde eerst om het jonge meisje te laten doorgaan de ze drong echter aan en was reeds eeni- ge treden hoog den trap opgeklommen, toen de vrouw van Marat op dit geraas de deur opende en aan de vreemdelin ge eveneens den toegang tot de woning weigerde. De kibbelarij tusschen die beide vrouwen, van welke de eene smeek te om haar bij den volksvriend toe te laten en de andere haar hardnekkig den toegang bleef weigeren, drong door tot Marat. Hij begreep aan halfverstane woorden dat de bezoekster, die vreem delinge was, van welke hij dien morgen twee brieven had ontvangen, en met eene gebiedende en sterke stem beval hij dat men haar binnen zou laten. Hetzij door jaloezie of wantrouwen, Albertine gehoorzaamde slechts met te genzin en brommende. Zij bracht het jonge meisje in de kamer waar Marat was en liet, toen zij het vertrek weder uitging, de deur openstaan om het min ste woord of de minste beweging van den zieke te kunnen hooren. Deze ka mer was slechts flauw verlichtMarat was in het bad. In die gedwongene lichaamsrust liet hij evenwel zijne ziel niet rusten. Eene sleGht geschaafde plank, die voor hem op de badkuip lag, was met dagbladen, geopende brieven en pas beschreven bladen papier bedekt. Hij hield eene pen in de hand, welker beweging de komst van het meisje had doen ophouden het stuk, waaraan hij bezig was, was een brief aan de Con ventie, om haar veroordeeling en vogel vrijverklaring voor de laatste Bourbons. Naast de badkuip stond, op een zwaar stuk eikenhout, eene looden inktkoker van het lompste maakseldit was de onzuivere bron, waaruit sints driejaren zooveel waanzinnigheid, zoovele beschul digingen, zooveel bloed was te voorschijn gekomen. Marat was in zijn bad slechts met een vuil en met inkt bespat laken bedekt; zijn hoofd, schouders en rech terarm staken uit het water. Niets in de trekken van dien man was geschikt om de blikken eener vrouw te verteede ren, of om haar to doen aarzelen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1908 | | pagina 1