ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
No. 1300. Woensdag 15 April 1908. 178 Jaarg.
Buitenland.
Binnenland.
EEUILLETON.
Eene groote opoffering.
BRESKENSCHE COURANT.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond by den uitgever C. DIELEMAV te Breskens.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
De algemeens verkiezingen in Portu
gal hebben op de meest besliste wijze
doen zien, dat het land ten eenen male
afkeerig is van de republikeinsche drij
verijen van eene kleine meerderheid
meer dan 120 zetels van de 155 zijn
door candidaten van de monarchistische
partijen bezet. De republikeinen slaag
den er in slechts 5, de aanhangers van
Franco 3 zetels te veroveren. Deze ver
kiezingen z\jn niet het minst belangrijk,
in verband met de vreeselijke tragedie
voor twee maanden te Lissabon.
De moord op Dom Carlos en den
kroonprins, zei men, was te wijten aan
iets, dat dieper lag dan de beweerde
politieke zonden des koningshet Por-
tugeesche volk wantrouwde volkomen
de monarchale instellingen. De repu
blikeinen te Lissabon en Oporto dachten
ook zoo. Zij beweerden, dat, als er
maar eenmaal vrije verkiezingen waren,
de monarchie wel gauw zou ophouden
te bestaan en Senhor Bernardino Ma-
chado zou zetelen op de plaats der Bra-
ganza's als eerste president der repu
bliek Portugal.
't Is anders geloopen, dan zij gedacht
hebben. Met eene overweldigende meer
derheid heeft het Portugeesche volk
partij gekozen voor de monarchie, voor
den jongen koning. Van te grooter be
lang is dit, ook voor de toekomst van
't land, omdat ditmaal, naar steeds ver
zekerd wordt, de verkiezingen in volko
men vrijheid geschied zijn, de regeering
zich er buiten heeft gehouden.
Wel heeft men van onlusten gehoord,
maar die zijn 't meest ontstaan, naar 't
schijnt, onder de mindere klassen, inde
slecht befaamde wijken. En 't heeft er
veel van, of het er in enkele gevallen
om te doen was te plunderen, te ste
len. Juwelierswinkels werden aangeval
len en in de beruchte buurten van Lis
sabon kwam het tot plunderingen.
Vijfhonderd personen werden gevan
gen genomen.
In Frankrijk is men opmerkzaam ge
worden op knoeierijen bij de vleeschle-
vering aan het leger, en nu gaat er bij
na geen dag voorbij, of er worden knoei
ers ontmaskerd. Tal van vervolgingen
zijn ingesteldde meeste rechtbanken
zijn van plan de schuldigen uiterst streng
te straffen. Te St. Dié is een slachter,
die kalfsvleesch verkocht had afkomstig
van een ziek beest, veroordeeld tot 3
maanden gevangenisstraf en 3000 francs
boete. De veekoopman, die het kalf had
geleverd, kreeg dezelfde straf. En de
veehouder, die eigenaar was geweest van
het kalf, kreeg maar éen maand minder
2 maanden en 1000 francs boete. Zelfs
de slagersjongen, die het vleesch had
weggebracht, kreeg een maand en 200
francs boete.
Er moet evenwel bij gezegd worden,
dat al die veroordeelingen voorwaarde
lijk hebben plaats gehad. Wanneer de
menschen zich nooit meer aan een der
gelijk feit schuldig maken, krijgen ze
geen gevangenisstraf. Evenwel als er
ook maar het minste op hen te zeggen
valt 1 De Fransche rechter blijkt voor
knoeiers met levensmiddelen niet malsch!
Bij het bouwen van een brug over
de Humboldthaven te Berlijn stortte een
kaaimuur in en kwam neer op een stel
ling, waarop 7 metselaars aan het werk
waren, die allen te water geraakten.
Twee daarvan zijn omgekomen, een door
verdrinking, de andere door schedelbreuk.
De overige werden gered, maar een hun-
der had verwondingen bekomen, die zijn
opname in het hospitaal noodzakelijk
maakten.
De brandstichtingen te Berlijn duren
nog altijd voort, ofschoon reeds meerde-
verdachten in handen der politie zijn.
Nadat het eenige dagen rustig was ge
weest, braken Woensdagmiddag weer,
kort na elkander, 5 branden uit, die al
le gelukkig nog in tijds gebluscht kon
den worden.
Alle kenteekenen waren voorhanden,
dat men hier weer met misdaad te doen
had, maar de brandstichters wisten te
ontkomen.
Het volgende schrijven is door Z. K.
H. Prins Hendrik toegezonden aan de
besturen der verschillende landbouw-
maatschappijen, landbouwvereen. enz.
Terwijl het een onmiskenbaar feit is,
dat in de laatste -jaren een opgewekt
leven valt waar te nemen onder de land
bouwers, waartoe inzonderheid de krach
tige ontwikkeling van het vereenigings-
leven heeft bijgedragen, valt toch moei
lijk te ontkennen, dat op het gebied van
't landbouwtentoonstellingswezen nog
veel is te verbeteren. Alhoewel door
de provinciale landbouwmaatschappijen
of hare afdeelingen meermalen belang
rijke tentoonstellingen zijn gehouden,
waarvan de gunstige invloed zich niet
zelden deed gevoelen ook buiten de gren
zen van de betrokken provincie of streek,
zoo heeft de ervaring, welke in het vo
rige jaar is opgedaan op de met zulk
een goeden uitslag bekroonde nationale
en internationale landbouwten^o instel
ling, te 's Gravenhage, duidelijk aan 't
licht gebracht, van hoe groote beteeke-
nis voor de ontwikkeling van den ge-
heelen Nederlandschen landbouw aldus
ingerichte tentoonstellingen kunnen zijn.
Zullen dergelijke tentoonstellingen, op
regelmatige tijden terugkeerende, aan
de Nederlandsche landbouwers de gele
genheid bieden, een overzicht te ver
krijgen van den stand van het bedrijf
op een bepaald oogenblik; zullen deze
inderdaad hun, zoowel uit een weten
schappelijk als uit een practisch oog
punt, tot leering strekken en den vreem
deling een beeld kunnen geven van wat
Nederland als exporteerend land op land
bouwgebied vermag, dan is het noodza
kelijk, ervoor te waken, dat de in het
afgeloopen jaar opgedane ervaring hiet
te loor ga en dat een organisatie in 't
leven worde geroepen, wier taak het o.
m. zal moeten Zijn, die tentoonstellin-
6.
Niemand weet wat er in die ziel om
ging toen zy zich bij haar ontwaken
weder alleen bevond, met het besluit
dat zij zich zoo vast voorgenomen had
te volbrengen. Zij stond op, kleedde
zich eenvoudig aan en ging naar Lauze
de Perret. De Yriend van Barbaroux
was in de Conventie. Zijne dochters
namen in zijne afwezigheid van de jon
ge vreemdelinge den aanbevelingsbrief
aanhij zou eerst des avonds thuis ko
men. Charlotte ging naar hare kamer
en bracht er den dag lezende, peinzen
de en biddende door. Om 6 uur ging
zij wederom naar Lauze do Perret toe.
De afgevaardigde zat aan tafel, doch
stond toch op en ontving haar zonder
getuigen in eene voorkamer. Charlotte
sprak hem van de dienst die zij van
zijne welwillendheid verwachtte en ver
zocht hem om haar bij den minister
van binnenlandsche zaken, Garat, te
brengen, om door zijne tegenwoordig
heid en zijn invloed het verzoek, dat zij
doen wilde, te ondersteunen. Dit ver
zoek was in de gedachten van Charlot
te slechts een voorwendsel om in aan
raking te komen met een van die Gi
rondijnen, voor wier zaak zij zich op
offerde, en om door dat onderhoud met
hem nog inlichtingen te verkrijgen, die
vastheid aan hare schreden en aan hare
hand zouden geven. Lauze de Perret,
die door zijne gasten teruggeroepen
werd, zeide dat hij haar dien dag niet
bij Garat kon brengen, maar dat hij
haar den volgenden morgen aan het lo
gement zou afhalen om haar naar het
Ministerie te vergezellen. Zij gaf hem
haren naam en haar adres op en wilde
zich verwijderendoch als ingenomen
door het eerlijke gelaat van dien man
en door de jeugd zijner dochters, zeide
zij
Vergun mij dat ik u een raad geef,
burger I verlaat de Conventie, gij kunt
er geen goed meer doenga naar Caen
en voeg u bij uwe ambtgenooten en
broeders.
Mijne plaats is te Parijs, antwoord
de de volksvertegenwoordiger, ik zal die
niet verlaten.
Gij begaat eene fout, sprak het
meisje met een beteekenisvollen en bij
na smeekenden aandranggeloof mij,
voegde zij er met eene zachtere stem
en sneller by, geloof mij, vlucht, vlucht
voor morgen avond, en zij ging heen,
zonder antwoord af te wachten.
Hare woorden werden door den afge
vaardigde opgevat als eene zinspeling
op het gevaar dat de mannen van zijne
partij te Parijs steeds bedreigdehij
kwam weder bij zijne vrienden aan den
maaltijd en vertelde dat het jonge meis
je, dat hij zoo even gesproken had, iets
vreemds en geheimzinnigs in hare hou
ding en woorden bezat, waarvan hij. ge
troffen was en hetwelk onwillekeurig
eerbied afperste, 's Avonds beval 'een
besluit van de Conventie om de papie
ren te verzegelen bij die afgevaardig
den, die men veronderstelde in verstand
houding met de 22 vluchtelingen te
staan j Lauze de Perret was daaronder;
niettegenstaande dat kwam hij toch den
volgenden morgen Charlotte afhalen en
bracht haar bij Garatdeze ontving
haar niet, want hij kon eerst 's avonds
om 8 uur audiëntie gevendit scheen
Lauze de Perret te ontmoedigen. Hij
stelde haar voor, dat zijne bescherming
voortaan eerder na- dan voordeelig voor
haar zou zijn, omdat hij onder vorden-
king stond, en dat hare pogingen vruch
teloos zouden zijn, aangezien zij geene
volmachten had. (Wordt vervolgd.)