ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. EneiicrlffiiTroepriait No. 1284. Woensdag 19 Februari 1908. 17e Jaarg. Buitenland. Binnenland. FEUILLETON. BRESKENSCHE COURANT. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te .twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdajr- en Vrijdagavond bi) den uitgever C. DIELEMAX te Breskens^ De Engelschman Mac Lean, die na maandenlange gevangenschap bij den Marokkaanschen rooverhoofdman Raisoe- li, in vrijheid is gesteld, deelde het vol gende over zijn verblijf in de bergen mede Toen Mac Lean, van enkele gewapen de mannen vergezeld, in de legerplaats van den roover kwam, deed deze eerst, alsof hij het volkomen eens was met den kaïd, die, zooals men weet, als be middelaar moest optreden, tusschen hem en den sultan van Marokko. Plotseling liet hij hem door een bende tot aan de tanden gewapende mannen omsingelen, die hem meesleepten naar den omtrek van Elkhmes, een woeste berg, waar nooit een Europeaan geweest is. Den volgenden dag, aldus de kaïd, zond Raisoeli me zijn secretaris, om me te vertéllen, dat ik zijn gevangene was. Ik werd bjjna krankzinnig van schaam te en schrik, want in plaats van den sultan te helpen, had ik den toestand nog erger gemaakt en mijn eigen regee ring in een moeilijke positie gebracht. Ik voelde neiging, een eind aan myn le ven te maken, doch van den anderen kant was ik er van overtuigd, dat de stammen de regeering zouden steunen, waar het mijn vryheid gold. De Moor- sche regeering zond dan ook onmiddel lijk een heilig man, die bij een ieder in hoog aanzien stond, doch Raisoeli wei gerde den Moeley-Taih te ontvan gen, en hij keerde onverrichterzake huis waarts, nadat hij me verzekerd had, dat ik, 'n christen, op zijn heiligen baard zou mogen spuwen, indien een enkele Moor iets bij Raisoeli zou kunnen uit werken. Toen men inzag, dat diplomatie in dezen niets hielp, stuurde de sultan sol daten. Raisoeli wilde, dat ik den Moo- ren het vechten zou verbieden en liet mij, toen er een slag geleverd werd, vlak in de buurt brengen, ten einde me, als hij zulks noodig oordeelde, voor de oogen der soldaten te kunnen dooden. Hierop besloot hij met een slechte behandeling te probeeren. Mijn muilezels had men mij al ontno men nu werden de enkele lieden, die me trouw bleven, ook nog van me weg gestuurd. Na een vermoeienden rit van zeven uren, liet men mij zonder eenig voedsel in de brandende zon liggen, en bedekte me bovendien met zware de kens. Raisoeli's bende bestaat uitslui tend uit bandieten, die de gevangenis ontvluchtten. Ze weten wat hun in hun land te wachten staat, en toonen daar om een wanhopigen moed. Ze zijn goed gewapend en vrij goede schutters. Daar Raisoeli vreesde, dat de nabu rige stammen zouden trachten den kaïd te bevrijden, liet hij hem op een nacht, in Moorsche kleedij gestoken, heimelijk op een rots brengen, die slechts door ge oefende klauteraars te bereiken was. Ik mocht niets meenemen, vertelt Mac Lean gedurende de twee eerste dagen kreeg ik niets dan een bruin broodje en wat waterde drie volgende dagen een gekookte kip en een paar harde eieren. Ik mocht me nauwelijks bewegen. Eiken nacht trokken we ver der, en eerst op den vijfden dag liet Raisoeli me naar Elkhmes terug brengen, waar ik met hooge koortsen aankwam. Dagenlang werd ik gemarteld, doch ik ben er trotsch op mijn pijnigers nooit getoond te hebben, hoe ik onder hun behandeling leed. Onderzoek van water in verband met ziek ten van het vee. De Directeur-Generaal van den Land bouw brengt het volgende ter kennis van belanghebbenden In den laatsten tijd heeft men aan de Ryksserum-inrichting herhaaldelijk de ervaring opgedaan, dat de waterverzor ging op tal van boerderijen nog veel te wenschen overlaat en dat aan het vee niet zelden water wordt verstrekt, het welk zeer verontreinigd is en de oor zaak kan zijn van verschillende ziekten. Ook kunnen door zulk water kiemen in de melk gebracht worden, die mede voor den mensch gevaarlijk zijn. Water, afkomstig o. a. uit putten of pompen van geringe diepte, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van veront reinigde slooten, beerputten, riolen, pri vaten, koestallen, begraafplaatsen van dieren of overblijfselen van dierlijken oorsprong, is dikwijls niet alleen scha delijk voor den mensch en voor de groo te huisdieren, welke laatste dagelijks groote hoeveelheden water tot zich ne men, maar inzonderheid ook voor kal veren en biggen. Ook moet men aannemen, dat het wa ter uit vijvers, poelen, slooten, beken of riviertjes, dat verontreinigd is door lijken van dieren of door afval van fa brieken, slachterijen, vilderijen of leer looierijen, noodlottige gevolgen kan heb ben voor dieren. Door zoodanig water sterven niet zel den visschen, wier lijken in nog meer dere mate het waterbederf bevorderen en de oorzaak kunnen zijn, dat de scha delijke eigenschappen van zulk water op betrekkelijk ver verwijderden afstand nog merkbaar zijn. Ten einde de waterhygiëne ten plat- telande te bevorderen en ziekten van het vee op te sporen of te voorkomen, wordt, ter voorlichting van de veehou ders, met ingang van 15 Februari, aan de Rijkssseruminrichting de gelegenheid opengesteld gratis onderzoekingen te la ten doen van water, hetwelk voor drink water van vee als anderszins bestemd is. Vanwege de Rijksseruminrichting zul len gedrukte aanwijzingen gegeven wor den met betrekking tot het verzamelen en opzenden van het voor onderzoek bestemde water en voorts gedrukte for mulieren verkrijgbaar worden gesteld, welke door de belanghebbenden behoor lijk ingevuld bij de inzendingen moeten worden overgelegd. Indien noodig, wordt vanwege de DOOR H. M. C. VAN OOSTERZEE. 6. De schrandere Schot, want dat was K Law beide, een Schot zoo wel als schran der, had Orleans op'de gevoeligste plek getroffen. Doch, wat Lodewijk met al zijn pralend despotisme niet durfde geld over het land doen stroomen en daardoor Frankrijk eene welvaart ver schaffen, in welke men zou zeggen hadde de koning dat gedaan, dan ware ons veel ellende gespaard gewurden en veel voorspoed jaren vroeger genoten wy hebben het aan Orleans te danken. Dit denkbeeld kittelde hem, doch zijne omzichtigheid deed hem alles nader on derzoeken. Eene uitgebreide memorie met tal van cijfers - en cyfers liegen niet, was de overtuiging van den her tog en van Law, beiden wiskundigen eerst uit den zak van den berekenaar op de tafel van den hertog overgegaan, ging van daar naar den stapel der over kruis gelegde papieren. En toen den volgenden 5den Mei de voorjaarszon het paleis te Versailles bescheen, werd het patent uitgevaardigd. Law werd daarbij gemachtigd tot het oprichten eener bank, die met een wezenlijk kapitaal van drie millioen, drie honderd duizend livres, spoedig daarna tot zes millioen vermeerderd, eene bank oprichtte, wel ker aandeelen elk eene waarde hadden van 500 livres, zoodat 12,000 zulke ac tiën werden uitgegeven. Die aandeelen of banknoten waren ten allen tijde be taalbaar. Hierby was evenwel eene voorwaarde gesteld, die, heeft Law haar geheel in hare strekking overzien, sterk spreekt voor zyne schranderheid. Zy bestond daarin, dat de betaling moest geschieden in zoodanig geld als tijdens de uitgifte was in omloop ge weest. Om dit in zynen omvang te begrypen, moet men zich herinneren, in welk een berooiden toestand zich des- tyds de openbare geldmiddelen in Frank- ryk bevonden. De kostbare oorlogen, door Lodewijk XIV gevoerd, hadden de schatkist ten bodem toe uitgeput en millioenen schuld doen ontstaan. Bij de wyze waarop de belastingen werden ge heven, drukten zy niet alleen schande- ïyk ongelyk, maar kwam slechts een be trekkelijk klein gedeelte waar het zijn moest; veel bleef aan de vingers van pachters en onderpachters kleven zoo dat het nog zoo dwaas niet was van den boer uit Provence, die bij zekere gelegenheid te Parijs moetende zijn, meteen zijne belasting by zich stak en met groote moeite gehoor by Lodewyk XVI kreeg, wien hij zijne 16 livres over reikte met de woorden: „Het is maar beter, dat ik het u zelf brenganders komt er toch' niet veel van terecht 1" De groote Colbert had het schip wel te roer kunnen houden zoolang hy het bewind der geldmiddelen had, maar hy kon noch de oorlogen keeren, noch de verspillingen van den koning beperken, noch de misbruiken in het beheer ge heel afsnijden, en onder alles wat de groote Lodewijk XIV den lande had achtergelaten, was de berooide toestand der financiën wel het allerellendigste. Dat was voor een gedeelte, naar een reeds in de middeleeuwen bij de vorsten bekend kunstje, op de innerlijke waarde van het geld, voor een gedeelte althans, gevonden. Het gemunte geld werd hoe langer zoo slechter en de livres werden bijna looden plaatjes. Het natuurlijke gevolg daarvan was, dat het oude geld hoog in waarde steeg, en daar nu Law's banknooten alleen in oud, goed geld be taalbaar waren, moesten die bankbiljet-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1908 | | pagina 1