ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
Eens EBlflcrlsls uit ïroBEer flapn.
No. 1282.
Woensdag 12 Februari 1908.
17® Jaarg.
Buitenland.
Binnenland.
FEUILLETON.
1IKËSKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ,/0.62D en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Oit blad verschijnt eiken Dinsdag-- en Vrijdagavond bij den uitgever O. DIELENASi te Breskens.
Woensdag heeft in het havencomplex
van Antwerpen een brand gewoed, die
vreeselijke gevolgen had kunnen hebben,
welke echter gekeerd zijn, dank zij het
krachtig optreden van de brandweer.
De brand werd veroorzaakt door een
benzine-ontplotfing op het terrein van
de naphta-fabriek van de American Pe
troleum Company, gelegen aan de Pe-
troleum-pier.
De naphtafabriek bestaat uit twee
magazijnen en 4 tanks, alle vier inge
sloten door een aarden wal en verder
door een gemetselden muur met zinken
platen, ten einde het voortloopen van
petroleum te beletten en aldus het ge
vaar van verspreiding van brand tot
een minimum te herleiden.
Alle voorzorgen zijn overigens eiken
dag genomen om dit gevaar af te we
ren. Drie van deze tanks liggen, op
een rij, gelijkloopend met en op 300
meters afstand van de kaai, de vierde
ligt iets meer naar achter.
Men was nu bezig met het vullen
van een dezer ketels met benzine, uit
het aan de pier gemeerde s.s. „Ameri
can", waaruit de benzine met buizen
naar den ketel werd gevoerd.
Naast den tank of ketel, die op dit
oogenblik reeds 4000 vaten benzine in
hield en nagenoeg gevuld was, stond
een werkman, belast met het geven
van het signaal, of men stoppen moest
of met vullen voortgaan.
Het was te 7.40 u. Alles was in or
de en het werk had zijn regelmatig ver
loop, toen eensklaps met verschrikkelijk
geweld, de ketel ontplofte.
Het deksel van den ketel werd tot
op een ontzaglijke hoogte in de lucht
geslingerd. Een klein stuk er van is
op 100 meters van de plaats der ont
ploffing teruggevallen en een meter diep
in den grond gedrongen.
Wat het grootste deel betreft, het is
spoorloos verdwenen. Is het in de Schel
de gevallen of elders Niemand weet
het.
Dat is des te zonderlinger daar deze
tanks van 12 meters hoogte, een door
snede van 10 meters hebben, zoodat de
bedekking nogal groote afmetingen heeft.
De luchtverplaatsing, door de ontplof
fing verwekt, was zoo geweldig, dat in
de twee magazijnen al de ruiten verbrij
zeld werden en de aan den arbeid zijnde
werklieden iu een onbeschrijfelijke pa
niek de vlucht namen, gelukkig zonder
dat er iemand gewond werd. De spie
gelruit van een op de kaai voorbijrij
dend tramrijtuig werd totaal in gruis
geslagen.
Dadelijk werd het alarm gegeven en
kwam de brandwacht der American Pe
troleum Comp. toegesneld, met de stoom
spuit dezer instelling, die 12.000 liters
water per minuut kan geven, maar on
gelukkigerwijze had deze spuit een klein
defect, waardoor zij niet onmiddellijk in
werking kon worden gesteld. Weidia
sloegen de vlammen hemelhoog op uit
den tank, terwijl de zwarte rookkolom
door de geheele stad zichtbaar was.
Onmiddellijk werden alle toevoerbui
zen van den Petroleum-pier afgesloten
en kort daarop kwam de brandweer met
een automobielspuit en 2 stoomspuiten
ter plaatse.
Aan het blusschen van den tank viel
niet te denken, zoodat de brandweer er
zich uitsluitend toe bepalen kon de na
burige tanks en ketels te beveiligen,
wat haar volkomen gelukte. Om half-
elf was de ketel tot op 3 meters van
den grond uitgebrand en waren de wan
den tot op die diepte gloeiend rood.
Geen enkel ongeval aan menschen is
te betreuren, maar de materieele schade
wordt op 30 a 40.000 francs geschat.
In den namiddag zakten, door de groo
te hitte, de wanden van den tank in
en om 3 uur was deze geheel uitge
brand
Bij leden van gemeentebesturen en
ambtenaren van gemeenten heeft groote
ongerustheid gewekt het antwoord van
de regeering aan het Kamerlid Van De-
dem, dat als „krijgsman in werkelijken
dijnst" moet beschouwd worden ieder
militie- en landweerplichtige die herha
lingsoefeningen of inspectie maakt.
De gemeentewet verbiedt aan burge
meester, secretaris, ontvanger, ambtena
ren van den burgerlijken stand en leden
van don raad om te zijn „krijgsman in
werkelijken dienst". Reeds dus het ma
ken van de jaarlijksche inspectie voor
militie of landweer doet volgens de re-
geeringsopvatting voor de betrokkenen
het raadslidmaatschap verliezen, het ge
meenteambt verloren gaan. De land-
weerdienst duurt tot 35jarigen leeftijd.
Het vereischt geen uitvoerig betoog,
welke groote bezwaren de regeeringsop-
vatting kan opleveren, niet alleen voor
de betrokken raadsleden en ambtenaren,
maar ook voor de gemeenten.
Wetswijziging mag dus in dezen drin
gend noodzakelijk en spoedeischend hee-
ten.
BRESKENS, II Februari 1908-
Voor een talrijk gehoor hield Zater
dagavond kapitein Geill zijne aangekon
digde lezing over Volksweerbaarheid.
Duidelijk zette spr. uiteen de verschil
lende wijzen van schieten, toonde de
goede en de verkeerde standen aan, ook
in de verschillende schietvereenigingen,
een en ander door middel van lichtbeel
den aanschouwelijk voorgesteld, en wek
te tot meerdere deelname op aan de ge
legenheid om zich daarin te oefenen.
Aardenburg. Vervolg en slot van den
Gemeenteraad.
IV. Goedkeuring bestek en voor
waarden bestrating.
Dhr van Oyen had gevraagd eene tee-
kening te mugen ontvangen. Nu is er
eentje rondgezonden, dat 't dwarsprofiel
aangeeft, maar dat beteekent nietshij
had 't lengte-profiel willen hebben.
In de beschrijving van het werk komt
voor 200 M3 trottoirs, die naar het oor
deel der Directie in dezen B. en W.
- DOOR
H. M. C. VAN OOSTERZEE.
F8H-—
Boven uit die zakklep stak een pa
pier, dat in den loop van hot gesprek
op de tafel werd nedergelegd naast een
met gouden tressen en witte veder ver
sierd exemplaar van die smakelijke punt
hoedjes, welke later, dezelfde van vorm,
maar zonder sieraad, het eigenaardig
hoofddeksel der Hervormde predikanten
in ons vaderland geworden en tot in
onzen leeftijd toe gebleven zijn. Over
het beschreven kleed droeg onze man
een ander, mede paletvormig, maar wijd
openstaande, van zeer ruime mouwen
voorzien, uit welke kanten ondermou
wen, van echt Brusselsch werk als de
das, over de vingers afdaalden. Zyn
degen hing aan de achterzijde der ta
bouret, waarop hij zat, doch zijn lange
rotting met gouden knop had hij aan
de kamerdienaar afgegeven. De korte
broek deed het welgevormde zijner zij
ner kuiten uitkomen, en zijne voeten
staken in schoenen, van onderen voor
zien van hooge hakken, van boven van
gespen, waarop juweelen schitterden.
't Is een vreemde tongval, den En-
gelschman verradende, waarin die man
spreekt, terwijl de regent, altyd aan
zijne pen plukkende, met aandacht luis
tert. 't Schijnt wel als moet de gun
steling want dat hij zulks is, bewijst
reeds zijn zitten in tegenwoordigheid
van den hertog zijne geheele levens
geschiedenis verhalen, want Orleans wil
weten hoe de ontwerpen in dat gepruik-
te hoofd zijn gerijpt, met welke hij den
regent reeds meermalen heeft bezig ge
houden en voor welke hy ook nu ten
hove ontboden is.
Ik had, zoo verhaalde hij, te Lon
den reeds kennis gemaakt met de in
richting der bank, opgericht door ko
ning Willem III
Den persoonlijken tegenstander van
Lodewijk XIV, viel Orleans in met een
trek om den mond, die bitterheid met
welbehagen dooreenmengde.
Een tweegevecht, waarin ik mijne
partij nederlegde, drong mij tot de
vlucht. Te Amsterdam vond ik gele
genheid om op een handelskantoor te
komen, 't Was mij niet te doen om
loonik wilde de bank leeren kennen,
welker schatten die rijke republikeinen
hebben geborgen in de kelders onder
het raadhuis. Versta mij wel, heer.
Die schatten liggen daar in gemunt
goud en zilver, grootendeels echter in
baren. Zij liggen er onaangeroerd. Wat
maakt het, al lagen zij er niet? Ver
ondersteld, men nam tien baren weg,
zou er het crediet van de beroemde
Amsterdamsche wisselbank onder lijden?
Laat ons dit denkbeeld vasthouden, door
luchtig heerhet is de sleutel tot mijn
stelsel.
De regent wierp zijne pen op tafel,
boog zich ver voorover, legde zijne elle
bogen op het groene tafelkleed en keek,
het hoofd in de beide handen, den spre
ker met ingespannen aandacht aan.
Als de bank vertrouwen heeft, zoo
ging hij voort, doet het dus niets ter
zake of er evenveel geld in de kisten
der bank ligt als de omloopende bank
biljetten bedragen. Kan er minder zijn,
dan kan er ook veel minder zijn. Daar
van ga ik uit. Waarom is er geld voor
handen, of eigenlijk, want baren zyn
geen geld, waarom is er edel metaal
Omdat het bankpapier geld vertegen
woordigt dat wil zeggen, omdat het
bezit van een bankbiljet, b.v. van 1000
livres, mij een bewijs is, dat ik er het
geld voor aan de bank kan gaan haleni