V v f il 1?
'a ii N 1 IS fy
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENT,EBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
A AI
No. 1207.
Zaterdag 21 December 1907.
17 Jaarg.
Buitenland.
Binnenland.
Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.626 en voor
Amerika 0.82'' bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiön van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond hij den nilgever C OIÜLEJIiS te Kreskens.
De statistieken over de vaartbeweging
en het verbruik va.n steen'kool in de
voornaamste landen van de wereld, die
in het jaarverslag van don Engelschen
„Board of Trade" zijn opgenomen, doen
zien dat 1906 een uitstekend jaar was
voor de nijverheid en beloven voor 1907
dat het even belangrijke cijfers zal ge
ven.
Eenigen tijd geleden kwam van het
Ministerie van Binnenlandsche Zaken
het bericht dat in 1906 de opbrengst
van de Britsche steenkolenmijnen 251
miilioen ton bedroeg. Dat is 15 milli-
oen ton meer dan ooit te voren bereikt
was.
Nu leest men dat in datzelfde jaar de
opbrengst van de Duitsche kolenmijnen
met ruim 15 miilioen ton vermeerderd
was en die van de Vereenigde Staten
met ongeveer 19 miilioen ton. Amerika
staat in dit opzicht met een opbrengst
van 370 miilioen ton aan het hooi'd van
alle landen, zooals trouwens vroeger of
later wel moest gebeuren. Bijna die
geheele hoeveelheid verbruikt het, zoo
als ook natuurlijk is, zelf.
Slechts tien miilioen ton werden uit
gevoerd terwijl de invoer l3/4 miilioen
tin bedrceg. Het is opmerkelijk dat
het Vereenigd Koninkrijk, de Veieenigde
Staten en Duitschland alle moer steen
kolen uit- dan invoeren.
De invoer in Engeland is bijzonder ge
ring, als gevolg van den grooten over
vloed van steenkolen die 't zelf voort
brengt en door het feit dat er nergens
betere soorten te vinden zijn.
In 1906 voerde Engeland 50 miilioen
ton uit, behalve de cokes, de „patent
fuel" en de steenkool voor de stoom
schepen, die in den buitonlandschen han
del worden gebruikt.
Duitschland had in 1906 togen een
uitvoer van bijna 26 miilioen ton, een
invoer van tien miilioen ton.
Daartegenover maakt Frankrijk, dat
18l/4 miilioen invoert en slechts D/4
miilioen invoert, een bijzondei slecht fi
guur.
'Dit groote tekort ig ontstaan door de
werkstakingen en het voortdurend groo-
ter worden van den uitvoer van Groot-
Brittanië en Duitschland is voor een
belangrijk Meel veroorzaakt door de be
hoefte van hun buurman
De reusachtige afmetingen die de
steenkolenhandel heeft aangenomen moet
noodzakelijk voeren tot beschouwingen
over de toekomst van dien handel, zogt
de Tribune. En het blad vervolgt dan:
Er kan wel eens gedacht zijn dat het
meer en meer voorkomend gebruik van
waterkracht tot opwekking van electri-
citeit in zekeren zin reeds de vermeer
dering van de steenkoolproductie zou
hebben tot staan gebracht.
In Noord-Amerika en in bergachtige
landen in Europa, zooals Noorwegen en
Zwitserland, wordt nu "reeds een groote
hoeveelheid electriciteit opgewekt door
natuurkrachten, waarvan een zeer be
langrijke vermindering van steenkoolge-
bruik het gevolg is. Toch heeft het
gebruik van deze nieuwe beweegkracht
nog geen zichtbaren invloed gehad op
do steenkoolproductie. Er zal nog wel
menig jaar voorbijgaan voordat goodkoo-
pe waterkracht een ernstige mededinger
van de stoommachine zal worden.
Er is ook geen enkel duidelijk teeken
van de uitputting van den steenkolen-
voorraad, ook niet in Groot-Brittannië,
zooals pessimisten reeds jaren geleden
hebben voorspeld.
De steenkolenvoorraad is natuurlijk
niet onuitputtelijk. En daar Engeland
een betrekkelijk klein land is, waar de
steenkolenmijnen veel stelselmatiger en
gedurende langer tijd zijn geëxploiteerd
dan in landen, die zijn voornaamste con
currenten op nijverheidsgebied zijn, is
er zonder twijfel reden te veronderstel
len dat de steenkolenvoorraad van En
geland het eerst uitgeput zal wezen.
Maar een dergelijke ramp is nog zeer
verwijderd, zooals de Centraal-commis-
sie heeft aangetoond. Het zou daarom
voor Engeland een overdreven zorg zijn
nu reeds zich ernstig bezig te houden
met hetgeen eerst over een eeuw of twee
gebeuren kan.
Lang daarvoor zullen de ingenieurs
zonder twijfel het middel hebben ont
dekt om op een gemakkelijker en voor-
deelige wijze de electriciteit op te wek
ken,. door de werking van bb en vloed
of den stroom van een gewone rivier en
om den electrischen stroom zonder ver
lies over groote afstanden over te bren
gen.
Deze vraagstukken zijn nog wel niet
opgelost, maar zij zijn niet onoplos
baar.
De noodzakelijkheid om de uitgebreide
Engelsche nijverheid te behouden, zal
alleen reeds een krachtige opsporing zijn
tot het zoeken naar die middelen. Het
vraagstuk in de toekomst om ander
werk le vinden voor de reusachtige be.
volking die nu in de kolenmijnen van
Engeland werkt op elke vijftig men-
schen is er éen mijnwerker moet wel
en terecht eenige ontsteltenis veroorza
ken.
Maar als de mijn-industrie werkelijk
gedoemd is om te verdwijnen in een ver
verwijderd tijdperk, dan zal dat toch
slochts geleidelijk gaan, zooals op ander
gebied eveneens verplaatsing van arbeid
heeft plaats gehad. Dit zijn echter be
schouwingen die geen angst moeten aan
jagen.
De vraagstukken die thans in Enge
land aan de orde zijn, zijn zoo ernstig
en zoo dringend, dat geen ernstig staats
man zich zal plagen met moeilijkheden
die zich in de volgende eeuwen in En
geland zullen kunnen voordoen.
Woensdag werd te" Middelburg aan
het gebouw van het provinciaal bestuur
van Zeeland aanbesteed
Het voltooien van de herstelling van
de beschoeiing van hot plankier aan de
oostzijde van de marine-buitenhaven te
Vlissingen en het uitvoeren van bijko-