Binnenland.
opzicht de krachtigste en meest vooruit
strevende. Het zou van beide zijden
belachelijk zijn elkander te lijf te gaan
en eikaars ontwikkeling tegen te hou
den. Beide staten hebben een groot-
sche, historische taak te vervullen en
de geschiedschrijvers van de toekomst
zullen, daarvan ben ik stellig overtuigd,
oordeelen, dat beide volken zich voor
die taak berekend hebben betoond".
Het uitgestelde bezoek van den Duit-
schen keizer aan onze koningin, heeft
thans jl. Vrijdag plaats gehad.
Precies te 11 uur was het keizerlijk
stoomschip aan de handelshaven te Ara-
sterdam gemeerd, de statiebrug neerge
laten en begaf Prins Hendrik zich aan
boord om den keizer te begroeten, waar
toe de keizer zich boven aan de statie-
brug had begeven. Kort daarop daal
den keizer en prins de trap af en had
een hartelijke ontmoeting tusschen de
keizer en Koningin plaats, die vriende
lijk lachend op den keizer toetrad.
De keizer vatte hierop de hand der
Keningin en bracht dio evon aan den
mond, waarna H. M. verschillende hoog-
waardigheidsbekleeders aan den hoogen
gast voorstelde.
Onmiddellijk daarop noodigde H. M.
den keizer uit om de eerewacht van ma
rinematrozen to inspecteeren, die daar
aan terstond gevolg gaf.
Vervolgens had in den salon van het
gebouw de algemeene voorstelling van
hof-officianten en aanwezige militaire
en civiele autoriteiten plaats, waarmede
ongeveer 20 minuten in beslag werden
genomen.
Toen kwamen de rijtuigen weer voor.
De keizer nam naast de Koningin plaats
terwijl de Prins op de voorbank plaats
nam.
Het weder, dat van 10 uur af druilig
was, werd nu bepaald slecht, daar een
vrij zware regen viel, waarvoor de Hoo-
ge Bezoekers zich wapenden door on
doordringbare opperkleeren.
In matigen draf ging nu de stoet
langs den voorgeschreven weg, door dui
zenden en nog eens duizenden met lui
de kreten begroet en verwelkomd.
Ongeveer halftwaalf was men aan het
Paleis gekomen, waar een dubbele eere
wacht der grenadiers de posten om het
Paleis had betrokken, en welks muziek
kapel het Wilhelmus.bii a^nkpmeto'^Qi-
Dadelijk na aankomst op het Paleis
verschenen de Koningin, Prins Hendrik
met hun gast op het balcon om de toe
juichingen der menigte militair saluee-
rend en groetend te beantwoorden.
Na in den namiddag aan verschillen
de inrichtingen bezoeken te hebben af
gelegd werd naar het paleis terugge
keerd had in den avond in de schitte
rend verlichte en met bloemen en plan
ten luisterrijk versierde Groote zaal het
gala-diner plaats.
H. M. de Koningin, die in een avond
toilet van witte zijde gekleed was en
daarbij een schitterende collier en dia
deem droog, nam aan tafel plaats naast
Z. M. den keizer, die groot admiraals
uniform droeg.
Links van den keizer zat Z. K. H. de
Prins der Nederlanden, dragende het
groot uniform van Duitsch generaal.
In den aanvang van het diner ver
hief zich de Koningin van haar zetel en
sprak de volgende rede uit in de Fran-
sche taal
„Sire, ik voel mij zeer gelukkig he
den Uwe Majesteit in mijne hoofdstad
welkom te mogen heeten.
Ik beschouw dit bezoek als een ver
nieuwd en groot bewijs van uwe waar
devolle vriendschap voor mij en mijn
volk, en het is mij een behoefte u de
verzekering te geven dat deze gevoelens
ten hoogste worden op prijs gesteld.
In Uwe Majesteit begroeten wij den
Monarch die trouw is aan de traditie en
de roemrijke historie welke tusschen
onze huizen duurzame banden heeft ge
knoopt, banden die dateeren uit den tijd
van onzen gemeenschappelijken voorva
der, Fi ederik Hendrik, wiens dochter de
echtgenoote werd van den grooten keur
vorst uit het doorluchtige huis der Ho-
henzollërns, en wiens schoon standbeeld,
dank zij de edelmoedigheid van Uwe
Majesteit, het paleis zal versieren, dat
te zijner nagedachtenis wordt opgericht.
Wij bewonderen den hoogstaanden
politieken zin van Uwe Majesteit, Uwe
wijsheid als souverein en Uw edelmoe
dig vredelievend streven- waarmee Gij
tracht naar het edele doel, dat Gij U
voorstelt bij het verzekeren van de
welvaart en het geluk der volkeren.
Mij gclukwenschende met de zoo ge
lukkige betrekkingen, welke tusschen
onze- beide huizen en onze beide landen
bestaan, voel ik mij overtuigd dat, zoo
mogelijk, deze banden nog versterkt zul
len worden. Ik drink de gezondheid
tusschen de huizen Oranje en Hohen-
zollern.
Uwe Majesteit zij verzekerd, dat ik
telkens, wanneer ik den voet op Neder-
landschen bodem zet, met een zeer dank
baar hart het land aanschouw waarin
eens mijn voorvaderen leerden hun plicht
te doen tegenover het Vaderland.
Hier vandaan voerde de Groote Keur
vorst zijn gemalin mede. Hier had hij
geleerd voor zijn volk te werken.
De edele Keurvorstin heeft ons een
beeld nagelaten, dat nog thans in mijn
volk leeft, ook in de liederen, die wij 's
Zondags in de kerken zingen.
De spaarzaamheid en de iiefde tot den
arbeid van Frederik Wilhelm den Eer
sten zijn ook uit dit land afkomstig.
En daarom is mijn huis aan Neder
land en het huis van Oranje grooten
dank verschuldigd.
Het besef van dezen uit dankbaarheid
goboren schuld kan ik slechts uitdruk
king geven door er met mijn leven voor
borg te zijn, dat onze landen zich in
vrede zullen kunnen ontwikkelen.
Ik ben vast overtuigd dat ook de dag
van heden de banden, die onze Huizen
verbindon, vaster knoopen zal.
Ik weet dat ik éen ben met mijn land,
wanneer ik God vraag, dat Hij Uwe Ma
jesteit moge beschermen, zoo ook Uwer
Majesteits gezegende regeering en dat
onder die regeering het schoone Neder
land tot steeds hoogeren bloei moge ge
raken.
Aan Uwe Majesteit en aan Nederland
wijd ik mijn glas."
Mee daverend hoera werd de gloedvol
le redevoering van den keizer begroet.
Even na half tien nam de keizer van
zijn Koninklijke Gastvrouwe afscheid,
haar verzoekende hem niet verder dan
tot de voordeur van het Paleis uitgelei
de te doen. Alleen de Prins reed dan
ook met den keizer naar het Centraal
station.
Even voor tienen kwam de keizer voor
het itation aan, begaf zich naar de
wachtkamer, waar hij hartelijk afscheid
nam van do meeste autoriteiten, waar
op hij door Prins Hendrik tot aan de
keizerlijke wagon begeleid werd. De
keizer onderhield zich nog eenige oogen-
blikken zeer minzaam met onzen Prins,
drukte hem herhaaldelijk met warmte
de hand. Prins Hendrik lichtte de helm
van het hoofd en boog voor den Keizer,
die zich daarop in den salonwagen be
gaf en door het portier het gesprek voort-
snijdende lijnen zijn getrokken.
Voorts wordt medegedeeld, dat, in
verband met de uitbreiding van den
dienst der provinciale boot met 1 Janu
ari a. s. met ingang van dien datum,
de avondbestelling, weder ten 7.30 zal
plaats vinden.
De laatste post des avonds naar Groe-
de, zal mede, ingaande 1 Januari ten
7.15 vertrekken.
Bij de gisteren gehouden veiling
van een woonhuis alhier bewoond door
de wed. Joh. Jacobs werd koopcr de heer
Jac. Verschelling voor ƒ1450 en van de
2 woonhuisjes bewoond door de wed. F-
Monjé c.s. werd kooper de heer L. D.
Lagroe thans te Vlissingen voor ƒ710.
Verschenen is de dienstregeling
voor den Provincialen Stoombootdienst
op de Wester-Schelde voor de maanden
Januari en Febiuari 1908, waaruit blijkt
dat van af 1 Januari a.s. reeds de avond
boot is ingelegd
Maar er blijkt toch eene eigenaardige
verandering in den dienst te zijn geko
men. Immers, tot dusver vaart des
Zondagsmiddags de 12-uur-boot van
Vlissingen naar Breskens en omgekeerd.
In de nu verschenen Ijjst komt dio dienst
wel voor, maar worden des Zondags de
avonddiensten van Vlissingen naar Bres
kens en naar Ter Neuzen niet ge
maakt, terwijl de avonddienst naar Ter
Neuzen te 5.25 Gr. t. plaats heeft en
dus in correspondentie met de te 5.16
te Vlissingen aankomende sneltrein.
Te Aardenburg zal een nieuw post
kantoor verrijzen ter plaatse van de wo
ning van den banketbakker Cransberg,
wiens huis en Jrain voor dat doel door
het rijk zijn aangekocht.
IJzsndijke. Door den Kerkeraad der
Ned. Herv. Gem. alhier is toezegging
van beroep gedaan aan den heer A.
Carssens, cand. te Oirschot (N.-Br.)
Groede. De heer ds J. J. Homburg,
pred. bij de Ned. Herv. Gem. alhier,
heeft Zondagmorgen aan de gemeente
bekend gemaakt, dat hij voor de beroe
pen naar Borne en Oosterland had be
dankt.
Bij kon. besluit is benoemd tot
kantonrechter te Schoonhoven de heer
mr J. T. Sluis, griffier bij het kanton
gerecht te Middelburg, laatst hii dat lo