ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4' DISTRICT. No. 1250. 17e Jaarg. Buitenland. 1 BBESKENSCIIfi COURANT, Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdasr- en Vrijdagsavond hij den uitsrever C. DIFXEMA.V te Rreskens. Mogelijk onder den invloed van de verkiezingen, is het in Rusland merk waardig stil geworden. Natuurlijk ko men nog wel enkele op zichzelf staande moorden voor, maar men is nu eenmaal gewoon geworden dergelijke dingen in het czarenrijk met een vergrootglas te bekijken. Maakten de bladen melding van alle moorden on diefstallen in Frankrijk, in Duitschland of Engeland begaan, dan zou allicht de overtuiging, dat het in die landen al heel onveilig moet zijn, zich evengoed opdringen als de meening, dat Rusland in het bloed baadt. 't Merkwaardig land, dat rijk van al ler Russenczaar 1 Ondanks alle schok ken, die het te doorstaan heeft gehad, -iiebben de politici in Europa en daar buiten steeds rekening met de in Pe tersburg heerschende meening moeten houden. Het is dan ook een erkend feit, dat de Russische staatslieden hun buitenlandsche collega's steeds de baas zijn gebleven. Dat hebben de Japan ners na het afsluiten van het vredes verdrag van Portsmouth ook ingezien 1 En nu, terwijl men omtrent de richting waarin het schip van staat gestuurd zal worden wat het binnenlandsch beheer betreft, nog in het duister tast, doen Oostenrijksche en Engelsche staatslieden hun best zich met de Russische te ver staan omtrent Balkan- en Centraal-Azi atische vraagstukken 1 Het lijdt dan ook geen twijfel, of de sultan van Turkije, die tot heden doof is gebleven voor de vertoogen van den Russischen gezant in zijn hoofdstad naar aanleiding van de schending van grond gebied van Perzië, zal uit kracht van de Russische diplomatie bakzeil moeten halen. Ook voor Rusland's prestige in Perzië is het gewonscht, dat naar bui ten niet de indruk worde gevestigd, dat de zieke man zich straffeloos tegen de regeering te Petersburg verzet. Wat nu den binnenlandschen toestand aangaat, de tot heden bekend gemaakte cijfers omtrent de verkiezingen van den tweeden graad zeggen de buitenstaan ders maar weinig, maar ter zake kun- digen weten te voorspellen, dat de der de doema in samenstelling weinig van de tweede verschillen zal. Maar er zal toch wel iets veranderd zijn. De ka- detten, die vroeger meer links dan rechts stonden, zijn aardig bezig een zwenking te maken, en niet onmogelijk is het, dat zij met de uiterst gematigde Octobris- ten een hechte centrumspartij vormen. Het is eigenlijk te hopen, want on omwonden heeft de regeering dezer da gen nog te verstaan gegeven, dat zij met een weerbarstige doema nooit of te nimmer zal kunnen opschieten. Treinroovers hebben bij nacht een be langrijken diefstal gepleegd in den snel trein van Montlucon naar Parijs, op den Orleans-spoorweg. Deze trein had om 2 uur na middernacht het station Mi- chel-sur-Orge verlaten, toen eensklaps de noodrem werd overgehaald. De trein stopte onmiddellijk en de hoofdconduc teur begaf zich naar de coupé, waarin geremd was. Daar was evenwel nie mand en toen hij langs den trein liep, zag hij 2 mannen, die uit den goederen wagen sprongen, waarin hij, de hoofd conducteur, zijn dienstcoupé had. Daar gekomen, zag hij dat eenige pakketten met geldswaarde er uit verdwenen wa ren. Zij bevatten de maandelijksche ontvangst, die de tusschenstations met dezen trein moesten meegeven naar de administratie te Parijs. Men trachtte nog de dieven na te zetten, maar dezen waren spoorloos verdwenen, terwijl de trein niet langer wachten mocht, zoo dat men van verdere vervolging moest afzien. Alles wijst er op, dat de dieven vroegere spoorwegambtenaren geweest moeten zijn, maar vorder weet men nog niets van hen. De tot stand koming van de voorloo- pige overeenkomst tusschen Oostenrijk en Hongarije, waardoor de band, die bei de'deelen der monarchie, zij het ook losjes, bijeenhoudt, wordt behouden, heeft de bezorgdheid van velen omtrent den gezondheidstoestand van keizer Frans Jozef niet kunnen wegnemen. De kei zer, die bijna 59 jaar geregeerd heeft en ruim 77 jaar oud is hij werd ge boren 18 Augustus 1830 en volgde zijn oom Ferdinand den 2en December 1848 op is sedert eenigen tijd ongesteld. Zijn krachtige, geharde natuur, die tot nog toe alle moreele en physieke kwa len overwon, schijnt langzamerhand min der 'veerkrachtig te worden de gevol gen van een verkoudheid verdwenen niet zoo snel als anders. Sedert een paar dagen moet de keizer zijn kamer .hou den maar de berichten uit Weenen melden, dat de toestand volstrekt niet onrustbarend is. Evenals altoos staat de keizer 's morgens óm 5 uur op en gaat hij aan zijn dagelijkschen arbeid. Hij onlvangt de liooge regeeringsamb- tenaren en behandelt alle hem toegezon den regeeringsstukken. Dat de berichten over 's keizers on gesteldheid in Oostenrijk en daarbuiten een diepen indruk maakten, is duidelijk voor ieder, die weet welk eon groote persoonlijke rol de keizer in de monar chie vervult. Hij is als het ware de band, die de ongelijksoortige eenheden bijeenhoudt, waaruit do monarchio is samengesteld. Van welken landaard, welk geloof, welke politieke overtuiging de onderdanen van keizer Frans Jozef ook mogen zijn zij zijn eensgezind waar het geldt liefde en vereering te toonen voor den monarch. Het Oosten rijksche parlement is tot dusver het eenige, waar de socialistische afgevaar digden met instemming en overtuiging deelnamen aan de huldebetooging voor den monarch, dien zij dankbaar zijn voor hetgeen hij deed om het kiesrecht in Oostenrijk, ondanks den tegenstand van den adel en van de conservatieve kringen, op breeder grondslag te vesti gen. „Zoolang ik leef, zal de monarchio het nog wel uithouden", zeido de keizer

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1907 | | pagina 1