ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT
No. 1245.
Zaterdag 5 October 1907.
I7e Jaarg,
Nederl. Indië.
buitenland.
iiRESknsnii; courant.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België /0.625 en voor
Amerika 0.82r' bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond bij den uitgrever C. DIELFJ4S te Breskens.
i.
De politieke hemel van Ned.-Indië ziet
er niet geheel helder uit. Er vertoonen
zich aan den einder wolkjes, die de
kustwachters met hun kijkers dienen te
blijven waarnemen.
Een aangekondigd onweer, dat uit
blijft, is 'n meevaller'n hu die ons
verrast, moet vermeden worden.
Niet van ons gaat er actie uit, maai
er zijn teekenen des tijds, die er op
wijzen, dat onze beide Aziatische groo
te buren bezig zijn zoo niet om de
bakens te verzetten dan toch te looden
en te peilen, ten einde te weten hoe
diep en waar de nieuwe bakens later
moeten gelegd worden. Sinds een groot
jaar ongeveer manifesteert zich de stille
voorbereiding van dingen, wier beteeke-
nis en omvang wij nog niet vermogen
te doorgronden.
Men voelt ons dankbaar op allerlei
wijzen aan den tand en dit rustige, haast
onmerkbare doen heeft natuurlijk in re-
geeringskringen de volle aandacht.
Wat is er dan aan de hand zult ge
vragen. Is er stille kracht in 't spel
Wordt er gespion neerd Och, laat mij
daar even bij stilstaan. De schrijver
gelooft niet dat er voor Chineezen of
Japanners heel veel meer te spionneeren
valt wat de ligging van onze „liniën"
betreft. Wij zijn op dat punt werkelijk
al te slof geweest. Zoodra iemand in
Indië zou meenen ergens een spion te
snappen, zou hij veel kans loopen het
mikpunt van de algemeene vroolijkheid
te worden. Men gelooft nu eenmaal niet
aan spionnen. "Veel eerder aan spoken,
hantoes, steenen-gooiers en geesten. Spi
onnen Kom nouhet is immers vol
le vrede Ze bestaan niet
Maar toch hebben indertijd Japansche
spionnen ijverig en ongestoord Java en
sommige havens van de B B. bereisd
(en vermoedelijk in kaart acht.)
Van Chineesche spionnagt zullen we
maar zwijgen; a' die heeft plaats ge
had, kon zij zóo gemakkelijk gebeuren,
dat we er toch niet gauw iets van zou
den gewaar worden.
Maar Japansche spionnen hadden we
toch wel in de gaten kunnen houden,
vooral ook, omdat zij, die een paar jaar
geleden het hartje van onze stellingen
op Java hebben rondgereisd, niet eens
een der Indische lingua franca kenden,
doch zich openlijk en bloot voor Japan
ners uitgaven.
In de Preanger waren zij afgestapt in
een 3e-rangs hotel. In de buurt daar
van zetelde een gepensionneerd officier
van het Ned. Ind. leger. Deze vindt de
heeren verdacht, wint handig informa
ties in en telephoneert naar den Olym
pus van het binnenl. bestuur.
Wat zijn dat voor kerels? Japan
ners Hm Zoo
Jawel, ik houd ze voor spionnen,
ze rijden den geheelen omtrek af.
Nou ja, en verder?
Ze nemen overal kiekjes van de
omstreken
Nou ja, enfin, dank U wel.
(Tweede dag. De B.B. man ver
waardigt zich den aanbrenger van het
nieuws op te bellen)„Apropos, wat zei
U gisteren ook. Japansche spionnen
waren er
Jawel, dat vermoed ik.
Maar waar logeeren ze dan
Ja, dat weet ik nu niet, wel heb
ben ze gisteren en eergisteren gelogeerd
in het X-hotel, misschien zijn ze er nog
wel.
Ja maar, in 't politic-rapport staat
toch niets van 't verblijf dier
Wel mogelijk, informeert u nog
maar eens.
(Derde dag, 's middags tegen een uur
of twee. Driftig telephoongeschel.) „Och,
zeg u mij eens, weet u ook waar die
kerels zitten, U weet wel
(na lichte en begrijpelijke verwonde
ring)
Ze waren van morgen al vertrok
ken en hun kiekjes zijn al vooruitge
stuurd. Voor karretjes betaalden ze 30
en 40 gulden per dag, maar nu zijn ze
gevlogen. (Belt af.)
Niet waar, als we zoo lankmoedig
zijn, zal er wel niet veel meer te spi-
onneereu zijn. Maar toch wijden de Ja
panners bij voorkomende gelegenheid
steeds de noodige aandacht aan ons.
Onlangs, bij 't bezoek der Japansche
oorlogsschepen, dreef een der officieren
z'n onschuldige nieuwsgierigheid zoover,
dat hij 's nachts het fort Antjol be
sloop. De man werd in z'n kraag ge
pakt en teruggebracht, zoo meldt het
Bat. N.bld.
Nu weer leest hij in de Java-Bodei
dat de majoor K. Yno Ue door het hart
van Java naar Buitenzorg is gereisd en
zijn vreemde gedragingen zoo zeer in
't oog liepen, dat men besloot hem in
't oog te doen houden.
Met het oog op het onarglistig optre
den onzer autoriteiten in het boven aan
gehaalde staaltje van slof heid in 't Ban-
doengsche ton toon gespreid, kan hij
zich niet goed vereenigen met hetgeen
de Java Bode er aan toevoegt nl. dat
men bij dit bericht goed zal doen te
bedenken „dat spionnenvrees in doze
gezegende oorden tot een soort ziekte is
geworden.
Hij wil het van harte hopen beter
tweemaal valsch alarm dan te laat uit
gerukt.
(Slot volgt.)
De Petit Parisien geeft onder voor
behoud het bericht van een Italiaansch
blad weder, volgens hetwelk de overhe
den te Marseille tot dusver geheim hiel
den, dat in het zee-lazaret aldaar ne
gen gevallen van pest in behandeling
zijn, waarvan er een hopeloos voorstaat
De ziekte zou naar Marseille gebracht
zijn door het van Klein Azië komend
stoomschip Arminia dat gedurende de
reis een aan de ziekte gestorven passa
gier overboord heeft moeten zetten.
Berichten van andere bladen melden,