Gemengd. boord en bakboord aangetreden beman ning had gehouden, en dadelijk daarna verliet het oorlogsschip de haven, ter wijl uit de menigte op de havendam- men samengeschoold een blij gejuich opging. Het was voor een watertocht een uitgezochte dag. De :zee leek 'n rivier, zoo kalm was ze en toch was er een noordwestelijk briesje, dat wat verkoeling bracht tegen de voor September nog fel van een strakblauwen hemel stralende zon. Even buiten de pieren, tot op het uiterste eind waarvan nieuwsgierigen waren gewandeld en gefietst, lag het trotsche pantserdekschip „Noord-Bra bant" te wachten met de drie torpedo booten G 5, 7 en 8 in de nabijheid, ter wijl tusschen die schepen in een dun mastje, nauwelijks zichtbaar boven 't water en een streepje schuim de plaats aanduidde, waar zich onder water be woog Hr Ms. onderzeesche torpedoboot No 1. Nu eens zijn grijzen rug en torenkop boven water heffend als om even uit te blazen, dan weer wegduikend in de gol ven, dartelde het dingske, dat men nau welijks meer een vaartuig durft noe men, om de grootere schepen heen, ter wijl de andere torpedobooten dreigend op haar aanvoeren om dan vlakbij te wenden en voorbij te schieten, draaide de Noord-Brabant langzaam om en om, steeds aan de vlugge zwarte aanvallers haar dreigend scherpe steven met de barsche kanongaten toonend. Ook de Piet Hein kreeg een torpedo- aanval te doorstaan. Achter elkaar voe ren de G B, 7 en 8 om het witte pant serschip heen, dat dan de aanvallers onder het vuur van zijn revolverkanon nen nam en zijn groot geschut er op richtte. Zoo in een belangwekkend spiegelge vecht gewikkeld voeren de schepen der flottielje zuidwaarts, vrij dicht langs de kust op. De onderzeesche torpedoboot bleef echter bij IJmuiden achter. Nu volgde een kustvaart, ongetwijfeld zeer aangenaam, en waarvan H. M., die nu tegen den wind een donkeren man tel had omgeslagen en met Haar gezel lin in den commandotoren had plaats genomen, waarschijnlijk ten volle zal genoten hebben, doch waarbij van ma noeuvre weinig of niets te bemerken viel. gasten voer de flottielje voorbij, maar nergens op het strand was iets van troe pen te bespeuren, al zal het in de dui nen ook wel vol zijn geweest met ver kenners en tirailleurs en wachten, uit ziende naar den vijand. Ook de flottielje-vaartuigen zelf, soms de kust naderend tot op vijf vaam wa ter, dan weer van de golvende duinen- lijn naar buiten afhoudend, bleven voort durend onderling in contact en telkens wisselden in het want van de Piet Hein de kleurige vlaggeseinen. Eenmaal ge durende de vaart werden twee postdui ven opgelaten en even voorbij Scheve- ningen kwamen de Goentoer, de Bato- ka en de Idjeng achter elkaar varende, berichten brengende van onder den wal. Deze laatste drie vaartuigen sloten zich nu bij de flottielje aan, die onaf gebroken haar koers hield naar Hoek van Holland. Daar vertoonden zich ook de loods-, stoom-# en zeilvaarttuigen, die aan de manoeuvre deelnemen en salu eerden met de vlaggen. Terwijl de Piet Hein en de torpedo booten om de Noorderpier heenvoeren, die er nu met haar onnoozele palen rijtjes en 't goedmoedige draailicht op 't eind zoo onschuldig uitzag als ware het onmogelijk, dat daarop ooit een Berlin te brijzelen geslagen werd, keerde de Noord-Brabant, die buiten gaats bleef en salueerde met de vlag. Aan den aanlegsteiger der Harwich- booten meerde de Piet Hein en debar- keerde de Koningin met Haar gevolg, om in een aantal automobielen naar Den Haag terug te keeren. óRESKENS, 24 September 1907. In de gisteren gehouden vergadering van Kerkvoogden en Notabelen der Ned. Herv. Gem. alhier is door eerstgenoemd college aan den heer Jac. Verschelling op zijn daartoe gedaan verzoek eervol ontslag verleend als koster dier kerk met ingang van 1 Jan. a.s. Ten overstaan van dhr I. van Mel- le, dropsfabrikant alhier is door den Architect Jac. C. Beun te Groede, Don derdag 1.1. onderhandsch aanbesteed het bouwen van een vierde dropskokerij, in aansluiting aan de reeds bestaande, voor de som van ƒ3441, aan den heer W. Woittiez, aannemer alhier. Op het viertal voor predikant bij zittenden van Stroobrugge met het been onder den wagen kwam en hetpijpbeen brak. Door spoedige hulp van den genees heer is het been ingezet, waarna de man in het ziekenhuis te Maldeghem zal worden opgenomen. De overige inzittenden kwamen met den schrik vrij, terwijl eenige schade aan den wagen is veroorzaakt. Aan belanghebbenden deelen we mede dat er van de Koninklijke in tocht te Breskens geene prentbriefkaar ten zijn. Wèl fotografiën, die een zeer waardig aandenken zijn. Woensdagmorgen om vijf uur be merkte de herbergier M., aan den over weg bij de mijn Oranje-Nassau, te Heer. len, dat het kruisbeeld, bij zijn huis ge plaatst,-verdwenen was. Een kwartier later meldde de nachtwaker F., van de Oranje Nassau I, dat 't afgerukte kruis op den sintelberg van de mijn lag. F. toog aanstonds naar de politie, om deze met de heiligschennis in kennis te stel len. De inspecteur begaf zich naar de plaats der misdaad. Onderweg kwam de op zichter H. hem tegemoet, en deelde me de dat op den sintelberg (kreienberg) een lijk gevonden was in de nabijheid van 't kruisbeeld. Toen de insoecteur van politie ter plaatse kwam, was het lijk op last van de mijn overheid uit de smeulende sin tels verwijderd en in een gebouw van de mijn neergelegd. De inspecteur herkende den doodeals Gerard Joosten, van Blerick afkomstig, die hier als mgnwrrker sedert een jaar ongeveer zijn brood verdiende. Reeds een week ongeveer was hij zonder werk. Uit een nader onderzoek bleek, dat J. zeer waarschijnlijk betrokken is geweest bij de omverhaling van het kruis. Uit het onderzoek door de politie ge opend is reeds gebleken, dat J. de ca- fé's aldaar afgeloopen heeft in gezel schap van een ander persoon, die een dikken stok in de hand hield en onbe kend was, doch waarvan 't signalement is vastgesteld. Om drie uur ongeveer heeft de echt- genoote van den aan den overweg bij Te 's Heerenberg zijn zeven graan- bergen, toebehoorende aan den vorst van Hohenzollern Sigmaringen, door brand vernield. Vermoedelijk zijn zij al spelende door kinderen aangestoken. Zaterdagavond is vrouw H-, te Borculo, die een emmer water uit de Berkel wilde halen, to water geraakt en verdronken. Toen het ss. „Monteagle" aan de reede te Hongkong lag, kwam een pa- sagier aan boord met een koffer, dien hij in het ruim liet bergen. Kort voor het vertrek van het schip ging de man aan land en keerde niet terug, zoodat hij achterbleef. Op reis naar Shanghai bemerkte men, dat er een afschuwelijke lucht was in het ruim, die uit den koffer van den achtergebleven passagier bleek te ko men. Men opende dien kofier en vond er het lijk van in van een vrouw. Het was slechts in een hemd gekleed en een doek, die stijf om de keel gewik keld was, toonde aan dat zij door ver worging was gestorven. Op den koffer was een etiquet geplakt van het Hong- kong-Hotel" en de verdwenen passagier had zich laten inschrijven als mr Hat- son uit New-York. De kapitein liet den koffer met het lijk overboord zetten, na van alles nauwkeurig proces-verbaal te hebben opgemaakt en bij aankomst te Shanghai stelde hij dat proces-verbaal ter beschikking van de overheid. Een onderzoek te Hongkong ingesteld, toon de aan dat in het Hongkong-Hotel een Amerikaansch paar gelogeerd had, dat van Manilla kwam en zich had laten inschrijven als mr. en mrs. Davis. Den volgenden morgen was de man vertrok ken met zijn koffer, de vrouw had men niet weer gezien. Verder is geen spoor van don moor denaar gevonden en evenmin heeft men do identiteia kunnen vaststellen van het slachtoffer. Zeven menschen verbrand. Door het omvallen van een nacht lampje ontstond Zondagnacht in de Mar- nixstraat te Amsterdam een schijnbaar weinig beteekenend brandje, dat even wel vreeselijk was in zijn gevolgen. Nadat het brandje gebluscht was kwam men alras tot de treurige ont dekking, dat tengevolge van de ondoel- Lill i T r)rrr*r> f <-»

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1907 | | pagina 2