Volgens den inhoud der hesluitselen van de vrachtbrieven zijn de bestemmelin gen verplicht hun koopwaren in ont vangst te netnen tijdens de uren op de uurtabel der reglementen van den tol dienst aangeduid. Nu, sedert 'c Belgi sche werklieden vervangen worden door Engelsche, kwamen deze laatste om 9 uur of half tien naar hun werk, soms nog later. Dikwijls gebeurde het dat zij ouder het nietigste voorwendsel hun werk gansch stil legden en bijna alle dagen verlieten vóór het einde hunner taak. De vervoernatiën zijn niettemin verplicht haar eigen mannen oen vollen dag te betalen en zij verklaren niet lan ger de verantwoordelijkheid van den toestand te willen dragen. Zij liopen dat de handel door zijn invloed deze misbruiken zal doen eindigen of op zijn goed recht steunonde, de scheepskapi teins verantwoordelijk maken zal. Deze nieuwe aanleiding tot geschil en betwisting komt den toestand zeker niet verbeteren, des te meer daar er bij het gebruiken der Engelschcn, niet alleen door hun onwil, maar ook door de voor zorgen, waarmee hunne ontscheping en hun over-en weer vervoeren moet ge paard gaan, veel tijd verloren gaat. De staking zelve breidde zich uit tot do foremen, waarvan er verscheidene 't werk weigerden. Intusschen liggen er ongeveer 140 schepen in de haven die moeten ontlast worden en alles bijeen, Engelschen inbegrepen, zijn er hoogstens 2000 man aan 't werk buiten de En gelschen zijn het meest hier en daar eenige toevallige arbeiders van buiten, die opgekomen zijn. De groote scheep vaartlijnen zijn dan ook besloten vreem de werklieden voor eigen rekening te doen komen. IV ?incntaiml. De heer P. L. Tak. Kamerlid voor Franeker, lid van den Raad van Am sterdam en van de Provinciale Staten van Noord-Holland, is Zaterdagmiddag plotseling overleden. Hij begaf zich te voren van de bui tenplaats „Duinvliet", waar hij logeerde bij zijn broeder, naar Domburg, dat op een kwartier afstands is gelegen, maar zakte weldra ineen tengevolge van een hartaandoening. Hij kon zich nog terug- begeven naar het buis, doch overleed daar weldra. BRESKENS, 27 Augustus 1907. hebben gezien naar een motorpad, niet wetende waar het aan te leggen, maar dat er in de volgende vergadering voor stellen door B. en W. zullen worden gedaan. Dhr de Glopper .wethouder) weet daar niets van af. Bij B. en W. is daarover in 't geheel nog niet gesproken. Dhr van Oyen meende, dat als er geen pad is, de wielrijders van het mid den van den weg gebruik moeten ma ken. In elk geval vloeide z. i. uit een en ander eene reglements-herziening voort- Voorts zeide de voorz. dat het urinoir aan de kaaipoort is hersteld. Ingekomen was van M. G. de Hondt een schrijven, houdende mededeeling, dat hij onder dankbetuiging voor zijn be noeming als klokkenist, deze betrekking aanneemt en haar zoo stipt mogelijk zal vervullen. Door de werklieden-vereeniging was ingezonden een adres met verzoek de belooning van de nachtwacht-s, die on- geëvenredigd is aan hunne diensten, te verhoogen. Dit adres zal bij de begrooting behan deld worden. Blijkens gedane kasopneming was aan wezig ƒ660.635. Goedgekeurd werden de rekening van het Burger-Gasthuis in ontvang op ƒ14813.71 en in uitgaaf op 13446.72 alzoo met een goed slot van 1366.99 Die van het Alg. Burgerlijk Armbe stuur met een nadeelig saldo van ƒ2.22. Na de artikelsgewijze gedane voorle zing van de gem.-rekening verklaarde de heer Van Oyen geen aanmerkingen te hebben tegen de rekening maar wel tegen enkele punten. Het is hem bij het nazien der be scheiden gebleken dat er voor wat de drukwerken betreft, tal van nota's wa ren van Samson en van Out voor de Schoolbehoeften. Deze laatste kunnen nen toch in elk geval door Aardenbur gers geleverd worden. Vindt hij het op zich zelf verkeerd dat men gaat buiten het district voor drukwerken, te erger is 't als men daar mee gaat naar België, dat is toch aller minst noodigimmers hij zag verschei: dene nota's van Cabuy uit Maldeghem. Dhr de Glopper merkte op, dat dit zal geweest zijn voor de Kiezerslijsten en voor de verkiezingen, waar altijd haast mee is. Dhr Van- Oyen sprak uit ervaring dat men bij de firma Bronswijk en bij Die- leman zoo spoedig geholpen wordt als maar denkbaar isen dat dus geen re den behoeft te wezen om naar België te gaan. De voorz. meende dat de Schoolbe hoeften hier wel niet zoo goedkoop zul len geleverd worden als bij Out. Dhr van Oyen betwijfelde ditmaar al was 't ook iets duurder, dan is 't zijn. En ten opzichte van het stukje grond van Jansen, vond deze 't zoo 'n kleinigheid, dat deze daar niet meer achter wilde loopen en met den huidi- gen toestand genoegen nam. Dhr van Oyen had nog een vraag, nl. om voortaan niet meer een of andere zaak met briefjes te behandelen, zooals de meening van den Raad'is gevraagd over het opsnoeien der hoornen bij wij len mevr. Bomme. Nauwelijks was de burgemeester af getreden of de takken hingen in den weg. De vraag om te snoeien had toch wel in den Raad kunnen geschieden. De voorz had het maar gedaan om eene raadsvergadering te voorkomen, ook omdat hij in de stellige meening was, dat de leden er geen bezwaar te gen zouden hebben; zoo is van allen een toestemmend antwoord bekomen alleen dhr Van Oyen had bezwaar. Dhr Van Oyen kon daarop zeker geen toestemmend geven, omdat er groot on derscheid bestaat tusschen snoeien en snoeien. Zooals de kastanjeboom op de markt is gesnoeid, kan hij geen snoeien meer noemen, want die is zoo ontta keld dat er niets meer overschiet. Dhr de Glopper zeide, dat er vorig jaar reeds besloten is die boomen te snoeienalleen is er wat gewacht om eens te kunnen zien wat er van zou komen de Raad staat er dus buiten. Dhr van Oyen zou daar niet intro den als de meening van den Raad ge vraagd wordt, dan zal h\j de zijne zeg gen. En als, gelijk dhr de Glopper zegt, reeds besloten is tot snoeiïng, waarom vroeg men dan nog eens de goedkeuring van den Raad. De vraag is of bij een ander, die er om zou vragen ook terstond zou gesnoeid worden. Hij vindt 't enkel een willekeurige handeling die niet genoeg kan gebrand merkt worden. Dhr De Glopper wees er andermaal op dat er ten vorigen ja-re toe besloten is en dus do goedkeuring van den Raad niet meer noodig was. Hij heeft 't dan ook geheel verkeerd gevonden van den voorzitter nogmaals de goedkeuring te vragen en hoopt dat dit in zulke geval len niet meer zou plaats hebben. Eindelijk de muur van van den Broecke. De voorz. zeide dat deze staat op grond van Matthijs. Dhr van Oyen meende dat dit nog de vraag is. Dhr Eekhout kon zich nog zeer goed herinneren dat in vroeger jaren de muur door Maas steeds werd hersteld voor rekening van Blindenbach. Dhr van Oyen zeide dat die muur eene geschiedenis heeft zoo oud als de weg naar Kralingen, en dat die geschie denis hem zelfs niht onbekend is. Dhr de Glopper gaf in overweging dat dhr van Oyen den raad dan met zijne voorlichting van dienst kon zijn door een en ander eens te onderzoeken. He- is een heel werk om die oude notulen maakt, nadat door B. en W. de weg was opgenomen. Dhr Hendrikse had een teekening meegebracht van de betrokkon buurt, die hij den Raad voorlegde. Hij wenscht-e een andere richting aan het pad te geven dan door B. en W. was voorgesteld en verzocht het Dag. Bestuur zijn plan te onderzoeken en een nieuwe begrooting te maken, dan kon men zien wat in het belang der bewoners en der gemeente het meest gewenscht was. Aldus werd besloten. Ingekomen was een schrijven van de Wed Cruisberg, houdende mededeeling van het overlijden van haren echtgenoot. Eveneens was ingekomen een verslag van het hoofd der Openbare school. Hieruit bleek dat sedert de indiensttre ding van den tegenwoordigen titularis reeds veel ten goede is gewijzigd, en veel verbeteringen waren aangebracht. Nu zijn er aan het schoolgebouw zelf dringende wijzigingen noodig en daar voor riep hij de hulp van den Raad in. B. en W. zegden een onderzoek toe om te zien wat er te verbeteren valt. Dhr Hendrikse meende dat er in de ze niet te gauw kan voorzien worden, aangezien de verbeteringen aan priva ten, luchtverversching enz. dringend noo dig zijn. Het adres werd voor kennisgeving aangenomen, evenals het bericht van Ged. Staten, dat de jaarwedden van B. en Secr. onveranderd gelleven waren. I. De rekening over 1906 werd in ont vangst op ƒ26339,505 en in uitgaaf op ƒ24578,845 vastgesteld, alzoo met een batig slot van ƒ1760,66 Bij monde van den heer Hendrikse bracht de commissie, belast met het na zien der rekening, advies uit en bevond deze in orde. Over enkele uitgavon, die de commissie wat hoop voorkwamen, werd inlichtingen gevraagd, o. a. over de uitgaven voor sneeuwopruiming, het uitsteken der vlag en de uilgaven voor krankzinnigen. De voorz. antwoordde dat de buiten gewone sneeuwval het gebruik van een sneewploeg noodig maakte en voorts dat de gemeente geen eigen ladder heeft, het uitsteken der vlag eveneens kosten meebrengt. Wat de betaling betreft van kosten voor krankzinnigenverpleging, dit ge schiedt op kwitantie van storting. l)hr Hendrikse wilde een beter be wijs van betaling, bijv. een postbewijs. II. De gemeente-begrooting' voor 1908 werd aangeboden op ƒ19517.675. Dhr Hendrikse vroeg of geen buiten gewone afwijkingen voorkomen met die van het vurige jaar. De voorz. zeide dat B. en W. het sa laris van den klerk ter secretarie van ƒ150 op ƒ300 gebracht willen zien, verder is voorgesteld het salaris van Mej. Callaert met ƒ50, van den klok kenist van Staveren met ƒ20 en van ÉMÜËttiHHÈir ife

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1907 | | pagina 2