ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
No. 1218.
Woensdag 3 Juli 1U07.
16e Jaarg.
Buitenland.
IIIIU S kENSIIE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika J' 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond by den uitgever C. DIELEMAN te Breskens.
Het algemeen debat over talonquaes-
tie in de Belgische Kamer werd Woens
dag op voorstel der socialisten gesloten
de Kamer ging onmiddellijk over tot de
artikelsgewijze behandeling. De vader
van h:t wetsontwerp, de heer Coremans,
deed een bemiddelingsvoorstel, bepalen
de dat van 1 Juli 1908 af voor de toe
lating tot de rijks-universiteiten de vol
gende bepaling zal gelden De door de
staatsathenea en partieuliore colleges
der Vlaamsche provincies uitgereikte
eindexamen-diploma's moeten de mede-
deeling inhouden, dat de leerling, behal
ve onderwijs in het Vlaamsch, Engelsch
en Duitsch, ook nog het in het Vlaamsch
geven onderwijs in twee andere vak
ken heeft genoten of een in het Vlaamsch
afgenomen examen in deze vakken heeft
afgelegd. Dit voorstel werd met 74 te
gen 70 stemmen aangenomen.
Een voorstel van den liberalen afge
vaardigde Buyl, die een uitzondering ge
maakt wenschte te zien voor Brussel
en de in Vlaanderen studeerende Wa
len, werd verworpen.
Volgens den Brusselschen berichtge
ver van de Küln. Ztg. schijnt dit voor
stel door de in de Kamer heerschende
verwarring bij vergissing afgestemd te
zijn, tenzij dat de tegenstanders van de
wet het met opzet hebben gedaan om
bij de tweede lezing een voorwendsel
te hebben om de geheele wet te ver
werpen.
De twee groote machten op de we
reldmarkt, die met de wereldpolitiek in
het nauwst verband staat tegenwoordig,
zijn Ouitschland en Engeland. De prik
kelbaarheid aan weerskanten uit deze
positie geboren, heeft zich in den laat-
sten tijd steeds sterker doen gevoelen,
zoodat vaak een uitbarsting onvermijde
lijk scheen, hoe weinig wenschelijk deze
voor gansch Europa wezen zou. En
voor een niet gering deel werd deze toe
stand van oorlogsgevaar uitgelokt door
Duitschland's houding.
Rijkskanselier Von Bülow, die een
man van onmiskenbare handigheid is,
mist aan den anderen kant echter vol
doende vastberadenheid. Den eenen tijd
gaat hij evenveel te ver, als hij op een
ander moment noodeloos terugkrabbelt
en altijd schijnt hem de vijandschap van
Engeland voor den geest te zweven.
Nu is de Engelsche politiek immer
geweest zaken- en belangen-politiek, Zoo
dat of hij liberaal of conservatief is
geen enkel Britsch minister voor een
oorlog terugdeinzen zou, als de belan
gen van Groot-Brittanje dien noodig
maakten. Daartegenover staat het on-
omstootelijk vast, dat nergens minder
dan juist in Engeland persgeschreeuw
een voor het land gevaarlijken wapen
gang zou uitlokken. Het geblaas en
getoeter der Engelsche Jingo's tegen
Duitschland heeft dus op zichzelf geen
ernstige beteekenis.
Alleen, waar het uitteraard van Duit-
sche zijde beantwoord wordt, wekt het
een stemming van haat en wantrouwen,
die op den duur ook op de weerzijdsche
belangen gaat inwerken en gevaarlijke
crisissen teweegbrengt.
Om die te voorkomen, wordt van
weerszijden vriendschappelijke toenade
ringen gezocht. Duitsche journalisten
zijn in Londen geweest. Engelschepers-
lui bezochten dezer dagen Duitschland.
Londens lordmayor brengt Duitschland
een visite, enz. enz. Zoo hoopt men
een verbeterde stemming in 't leven te
roepen.
De Duitsche krantenlezer, die dan
ook dezer dagen al die verhalen, al die
na-tafelredenen leest, komt onder den
indruk van den geest der verzoening.
Maar Bülow ziet dat niet graag. Die
teert op en leeft in den angst voor den
Engelschman. „Niet de vredes-journa-
list, niet de lord-mayor zijn de ware
Britten, maar deze I" zegt hij en too-
vert een kanonskogels spuwend monster
voor den braven Duitscher op, die ver
schrikt het hazenpad kiest.
In Engeland is een nieuw systeem
voor parlementairen arbeid ingevoerd,
die zoo al niet in het belang van een
tijdelijk overheerschende partij is, toch
in elk geval in het belang van het af
doen van staatszaken iets wat in de
tegenwoordige politieke omstandigheden
slechts in de tweede plaats komt kan
geacht worden.
Het bedoelt namelijk om wat men bij
ons de Eerste Kamer noemt, de bevoegd
heden van het lordshuis in te krimpen,
opdat dit huis niet steeds den parle
mentairen arbeid van het door het volk
gekozen Lagerhuis onvruchtbaar zou
kunnen maken en tegenwerken. Volgens
dit voorstel zal, indien de twee Huizen
ten aanzien van een wetsontwerp on
mogelijk tot overeenstemming kunnen
geraken, een conferentie gehouden wor
den tusschen een beperkt aantal verte
genwoordigers uit de twee Huizen. Als
die conferentie mislukt, zou het wets
ontwerp, na een termijn van 6 maanden,
wtder in het Laherhuis kunnen worden
ingediend en met beperking voor den
tijd van beiaadslaging, in alle verschil
lende stadia afgehandeld kunnen worden
om daarna naar het Hoogerhuis te wor
den teruggezonden. Bestaat er dan nög
verschil van meening tusschen de twee
Huizen, dan zou er een tweede confe
rentie kunnen worden gehouden.
Ingeval ook deze poging om tot over
eenstemming te komen faalt, wordt het
tweede wetsontwerp weer bij het Lager
huis ingediend, kort afgehandeld en dan
aan het Hoogerhuis gezonden met de
mededeeling, dat als de lords het in do
zen vorm niet aannemen, h9t zone
hun medewerking tot wet wordt verhe
ven.
Fouten zouden bij een dergelijke wij
ze van zaken doen kunnen voorkomen,
maar een beperking van den zittings
duur van een Parlement tot 5 jaar, zou
volgens minister Bannerman deze geheel
opheffen.