ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. No. 1198. Zaterdag 20 April 1007. Buitenland. Binnenland. BRESKENSCBË COERAAT, Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Ad verten tiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag 'te twee ure. IHT Muil verschijnt clkcn Dinsdair- en Vrijdairavnnd bij den nltsever O. MELKMAN te Breskens. We hebben ons vergist in de voor de hand liggende conclusie dat door de in trekking van het wetsontwerp op de regeling der werktijden in de mijnen de kabinetscrisis in België was opgelost. Integendeel is het ministerie afgetre den, en uit goede bron verklaart een der bladen te weten, dat noch graaf de Smet de Naeyer (minister-president), noch een der andere leden van het af getreden kabinet, in het nieuwe minis terie een portefeuille zal aanvaarden. Met de intrekking van het wetsont werp op de mijnen heeft de regeering de brug afgebroken, het zichzelf onmo gelijk gemaakt tot het bewind terug te keeren. De liberale bond van Brussel heeft zich in een motie zeer scherp uitgespro ken over de intrekking der mijnwet. Deze motie overweegt, dat de Ka mer het ontwerp met 94 tegen 32 stemmen en 25 onthoudingen had aan genomen en het alzoo kon geacht wor den de uitdrukking te zijn van den wensch van het Belgische volk. De in trekking is een miskenning van de be- teekenis van den volkswil. De bond acht het ongehoord, dat het ministerie de Kamer onbekend heeft ge laten met de stappen, die het bezig was te doen bij den Koning om de intrek king te verkrijgen, zoodat het ministerie de Kamer heeft laten stemmen over een wetsontwerp dat al eenige dagen inge trokken was. Zij eischt ontbinding van de Kamers, om het land in de gelegenheid te stel len, zijn oordeel te laten weten en de regelmatige werking der nationale in stellingen weer te verzekeren. Tusschen de koningen van Engeland en Spanje heeft vorige week te Cartagena eene samenkomst plaats gehad, die aan vankelijk is toegeschreven aan vluchtige familie-beleefdheid, doch op den keper beschouwd ten doel had middelen aan de hand te doen om de ontredderde Spaansche zeemacht te herstellen onder medewerking van Engeland. In Duitschland waar men in deze rich ting eene anti-Duitsche staatkunde van Engeland ziet, vraagt men zich af „Waartoe deze ontzaglijke diplomatie ke toebereidselen, en welk doel hebben de plannen van Engeland, die Spanje tot nieuwe groote oorlogstoerustingen dringen Engeland heeft schijnbaar zijn eigen marinebegrooting besnoeid, maar met het Engelsch geld zal een Spaan sche vloot gebouwd worden, die een hulpkracht van de Engelschen zal zijn. Hoe zonderling is echter de tegenstrij digheid dat in hetzelfde oogenblik waar op de Engelsche diplomatie door haar uitgebreid stelsel van bondgenootschap pen en afspraken en nu ook door de versterking van de Spaansche vloot, het geloof in het behoud van den vrede verzwakt, de Engelsche regeering een voorstel tot beperking der krijgstoerus tingen voorbereidt De pers verwijt Engeland nogmaals dat zijn staatkunde duidelijk ten doel heeft om Duitschland óf diep te ver deemoedigen óf anders plotseling te overrompelen, en beschuldigt Spanje dat het zich door Engelsch lokaas heeft laten bewegen, zich bij een Antiduit- sche coalitie aan te sluiten. De indruk dien zulke feiten maken, maakt de stem ming zwoel en wekt een spanning die voor den vrede nadeelig moet zijn. Bij het weder bijeenkomen der Ka mer op Woensdag deelde Minister De Meester omtrent de Kabinetscrisis on der meer mede, wat de voorzitter der Eerste Kamer, baron Schimmelpen ninck van der Oye, op een door H. M. de Ko ningin tot hem gerichte vraag den 17 Februari had medegedeeld, dat en waarom er naar zijn oordeel geen ge noegzame gronden bestonden voor de rechterzijde om de bestuurstaak over te nemen, waarna door H. M. de Ko ningin, óók naar aanleiding van de ove rige door Haar ontvangen adviezen, in overweging was genomen het Kabinet schriftelijk uit te noodigon van zijn ont slagaanvrage terug te komen. Minister De Meester bracht daarna op 26 Februari onder de aandacht der Koningin, dat waar het den Minister raad voorkwam, de rechterzijde na het votum der Eerste Kamer omtrent de Oorlogsbegrooting, in de gelegenheid be hoorde gesteld te worden een Kabinet te vormen en eerst van terugkomen op de ontslagaanvrage de reden zou kun nen zijn, indien gebleken mocht zijn, dat de rechterzijde niet geneigd was de bestuurstaak over te nemen. Op dien grond werd Hare Majesteit geadviseerd om, alvorens een uitnoodiging als voor meld tot het Kabinet te richten, de rechterzijde in de gelegenheid te stellen het bewind over te nemen, desverlangd met vrijlating om aan de Koningin een voordracht te doen tot ontbinding van de Tweede Kamer. Op 27 Febr. kreeg baron Schimmelpenninck van der Oye daarop de opdracht tot vorming van een Kabinet, van welke opdracht deze op 1 Maart verzocht te worden ontsla gen onder te kennengeving, dat de rech terzijde niet eerder tot oplossing van de crisis zou kunnen medewerken dan na dat gebleken zou zijn, dat de partijen, die in 1905 de minderheid behaalden, zich niet bij machte gevoelden een zoo niet parlementair dan extra een parle mentair Kabinet te vormen. Daarna kreeg 18 Maart Mr Cort van der Linden van H. M. opdracht tot vor ming van een gemengd Kabinet van welke opdracht hij 21 Maart ontheffing verzocht. Inmiddels hadden de Ministers op 16 Maart, op verzoek van H. M. de Konin gin, aan H. M. hun zienswijze doen ken nen omtrent de gedragslijn, welke zou zijn te volgen, wanneer de Koningin hen mocht uitnoodigen op de ontslagsaan- vrage terug te komen met bijvoeging evenwel, dat Minister Staal zeer beslist verklaard had in de bestaande omstan-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1907 | | pagina 1