lid van art. 24 der gemeenteweiOéil bepaald besluit had de commissie niet genomen maar toch kon zij tot toela ting adviseeren. Dhr Hennequin kon zich niet veree nigen met de conclusie van de com missie, omdat de benoemde is een aan de gemeente ondergeschikt ambtenaar, die belast is met de armen-praktijk en ook geneesmiddelen levert. De ondergeschiktheid aan de gemeen te ontleende spr. aan art. 145 der Ge meentewet, waarbij ook de gemeente geneesheer door den Raad benoemd en ontslagen wordt. Eene ontheffing van. het verbod bij art. 23 f ontlast den benoemde niet van zijn plichten als ambtenaar van de ge meente. Het kan noodig zijn, dat er maatre gelen moeten genomen wordeD bij be smettelijke ziekten, dan moet hij aan Burg. en Weth. zijn diensten bewijzen; er kunnen woningen moeten ontsmet worden, alle die verplichtingen wijzen op zijno ondergeschiktheid aan de ge meente. Er is nog wat andershij vroeg of omtrent do wijziging der instructie van den gem.-geneesheor het advies der Ge zondheidscommissie is gevraagd. In art. 6 der wet op de volksgezond heid las spr. dat geeue op den gezond heidsdienst betrekking hebbende vcrór- dening wordt vastgesteld, aangevuld of gewijzigd dan na het advies dier com missie te hebben ingewonnen. Dhr Stern achtte art. 23 geen belet sel voor de vervulling van de betrek king alleen art. 24, 3e lid betrekkende hebbende op het doen van levering van geneesmiddelen zou een bezwaar kun nen zijn. Dhr Hennequin voegde er aan toe, dat ook art. 145 den benoemde niet kan toelaten, omdat deze ook wel ge neesmiddelen kan leveren aan anderen dan die tot de armen behooren. Dhr Noest meende dat in zoo'n geval een geneesheer in 't algemeen geen raadslid zou kunnen zijn. Dhr Hennequin bedoelde dit alleen als ze gemeente-geneesheer zijn. De voorz. beantwoordde thans de be denkingen van den heer Hennequin. Allereerst betwistte hij diens bezwaar dat de gem-geneesheer een aan den Raad ondergeschikt ambtenaar is, wiens functie onvereenigbaar zou zijn met het lidmaatschap van den Raad. Door de wijziging der instructs in de vorige vergadering, tengevolge waarvan dr Brand enkel met de armen-praktijk is belast, is hij ontheven van het onder geschikte ambt, bedoeld bij art, 23f. Uit dien hoofde kan art. 145 niet in zoover van toepassing zijn dat dit een beletsel zou wezen voor diens toelating. Wat betreft de levering van genees middelen, mag dit een erkend feit ge noemd worden geregeld bij verschillen de uitspraken o. a. bij een van Ged. tigd in nó. 2388 van Me Gemeentestem, in no. 0979 van het Weekblad voor hot Recht en ten overvloede bij een konink lijk besluit van 18 Nov. 1903, No. 13. Op die gronden is. de functie van den benoemde wol vereenigbaar met het lid maatschap van den Raad. Wat verder betreft het niet gevraagd advies over de wijziging der verorde ning aan de Gezondheidscommissie, meende spr. dat dit een zeer gezocht argument was, omdat er uit blijkt, 'lat het persoonlijke met het zakelijke wordt verward. Dhr Hennequin wees er op dat toch art. 6 het inwinnen van dit advies voor schrijft. De voorz. beaamde dit, voor zoover het betreft de algemeene welstand, maar niet, zooals in het onderhavige geval, waarbij 't de omschrijving der functie betreft. Dhr Hennequin deed opmerken, dat Ged. St. van Zeeland bij hun besluit van 5 Dec. 1905 eene soortgelijke wijzi ging hebben vernietigd als in strijd met de wet, ten bewijze dat de voorschrif ten van de wet wol ter dege in acht worden genomen. De voorz. plaatste-daar tegenover het geval dat van Ged. Staten bij eene wij ziging als de onderhavige waarbij wordt uitgelicht, wel eens de boodschap was gekomen dat in zoo'n geval hunne goedkeuring of advies in 't geheel niet noodig is, zoodat de wet meer zal be doelen de wijzigingen, die eene omwer king tengevolge hebben. Dhr Noest meende, dat het advies in dit geval toch van geen invloed zou kunnen zijn, daar deszelfs werkkring meer slaat op hygiënische toestanden. Dhr Stern, die de minderheid in de commissie uitmaakte ten aanzien van art. 24, achtte zich bevredigd door het genoemde kon. beslu't voor wat betreft de levering van de geneesmiddelen. Dhr Noest wees er op, dat in de in structie toch ook niet staat dat de ge neesheer is belast met de levering der geneesmiddelen. Dhr Hennequin vroeg hoe dan gehan deld werd met de geneesmiddelen voor de zieken. De voorz. meende dat zulks er niet op aan komt, waar die middelen van daan komen. Dhr Hennequin vond dit toch een zeer ongeregelde toestand. De voorz. vroeg aan de commissie of ze naar aanleiding van de gevoerde dis- cussiën haar rapport handhaafde, nu blijkbaar het geopperde bezwaar der minderheid is opgelost. De heer Stern verklaarde wel eene andere zienswijze te zijn toegedaan dooi de gehouden besprekingen, doch achtte het niet noodig om andermaal commis soriaal te vergaderen, daar het rapport er eenmaal ligt. Dhr Hennequin handhaafde zijn ar gument tegen de toelating, dat de ge- jmesheer krachtpns^u^^AA^ndimg- werd aangenomen met 4 tegen 1 st., vóór dlirn. Do Meijor, Maenhout, Noest en Stern; tegen dhr Hennequin. Na do voorlezing van het besluit, het welk aan Ged. Staten zal worden opge zonden, meende de heer Hennequin, dat daarin toch diende vermeld te worden, dat het besluit niet met algemeene stemmem is genomen opdat er bij de door Ged. St. te nemen beslissing re kening kan gehouden worden met de bezwaren van de minderheid. De voorz. zeide dat de wet nergens voorschrijft een besluit in dien vorm in te zenden. Goedgevonden werd het vishhrecht in de Kaai, dat thans door het ver trek van den pachter Breesnee is vrij gekomen, opnieuw publiek te verpach ten. Evenzoo werden Burg. en Weth. gemachtigd tot publieken verkoop van hakhout. Ingekomen was een adres van het Burger-Gasthuis houdende vorzoek tot tegemoetkoming in de kosten die de verpleging van typhus-lijders heoft ver oorzaakt ad ƒ325. -/3 of ƒ217 te wil len restit.ueeren, op grond dat het Gast huis tot die verplegingskosten niet ver plichtend is. Burg. en Weth. hadden wel eenig be zwaar om in te gaan op het verzoek, zooals het daar ligt, omdat de gemeen te-begrooting zulke groote uitgaven nau welijks toelaat. Daarom meende de voorz. te moeten adviseeren aan Regenten te vragen die kosten te halveerenbovendien is het verwonderlijk dat de belanghebbenden zelve niet ietwat hebben bijgedragen. Dhr Noest is het niet eens met het voorstel van den voorzitter omdat de Gasthuis-begrooting evenmin die der gemeente zulke uitgaven kan dragen. Indien er in deze gemeente geen Gast huis was, dan zou de gemeente de kos ten geheel voor hare rekening hebben te nemen. Uit billijkheids oogpunt wenschte" hij het verzoek om -/3 gehand haafd te zien. De voorz. meende toch dat het ge makkelijker zal gaan de helft der uit gaaf te vinden op het budget van het Gasthuis, dan voor de gemeente. Dhr Stern zeide dat wel beproefd was om iets van de verpleegden terug te verkrijgen, maar ze toonden zich in de zen niet al te handelbaar. Het voorstel om aan Regenten te vra gen de helft voor hunne rekening te nemen werd aangenomen ni'-t 3 tegen 1 stem, die van den heer Noestde heer Stern hield zich buiten stemming. Bij de rondvraag informeerde dhr Hen nequin naar de formuleering van de door hem voorgestelde aanvulling in de politie-verordening, betreffende den ver koop van melk in gesloten bussen of emmers in tijden van besmettelijke ziek ten. De voorz. antwoordde hierop dat-Burg. en Weth. deze zaak niet bijster urgent achtten. iistische had genoemd en in zéér onge paste woorden een blaam op het voor- loopig bestuur heeft geworpen. Hij tart te den briefschrijver uit om met hem in debat te treden indien hij op deze vergadering tegenwoordig was en noem de het laf van hem om zulk vuil ge schrijf niet met den naam te ondertee kenen. Natuurlijk was hij niet tegen woordig, ofschoon hij geen groote reis had behoeven te maken, merkt men hierbij op. De woorden van ds Zillin- ger Molenaar werden met een daverend applaus en hartstochtelijk bravobe groet. De hoeren Neeteson, Zillinger Mole naar en ln den Berken werden bij ac clamatie als leden van hot bestuur ge kozen, waaraan de heeren J. J. Catse- man en G. Ververs bij stemming wer den toegevoegd. We ontvingen dit schrijven te laat om in 't vorig nummer te worden op genomen. (Red.) Aardenburg, 7 Maart. De uitslag van de heden gehouden stemming voor den Gemeenteraad vacature J. van den Berg is als volgt Geheel aantal kiezers 293 Waarvan stemden 274 Blanco 1, van onwaarde 10 11 Blijft geldig .263 Volstrekte meerderheid 182 Stemmen bekwamen de heeren E. Bonte 97 P. J. Hol 24 I. W. van de Plassche 50 G. A. Vorsterman van Oyen 92 zoodat herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren Bonte en Van Oyen. Ds. Krul, predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Heinkenszand zal binnenkort als evangeliedienaar vertrek ken naar de Sangir en Talauër Eilan den. (jt'iiX'uyii Op „Buurstede Heike" in de on middellijke nabijheid van wachtpost 5 aan de lijn Breda-Rozendaal, staat een boerderij, een hecht en stevig gebouw, dat het eigendom is van den heer L. v. Steen, wonende aan „Pas Buiten" te Prinsenhage. Deze boerderij was in den laatsten tijd in twee gedeelten verhuurd, 't Voorste gedeelte was bewoond door An- tonius van Ginneken, die er het boe renbedrijf uitoefende. In 't voorste ge deelte van het huis, in de zoogenaam de „voorkamer", woonde de opperman Petrus Malfait met vrouw en zeven kinderen, waarvan 't oudste 14 jaar en 't jongste 4 maanden is. Door geheel onbekende oorzaak is in den nacht van Dinsdag op Woensdag in dit perceel brand ontstaan. Waar 1^—1^—■t-rna raadsel.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1907 | | pagina 2