ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
No. 1184.
16" Jaarg.
IlllliSknSllli: COURANT,
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.02" en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
De ontsteltenis teweeggebracht door
deze verschrikkelijke zeeramp is zoo
groot, dat in de gansche beschaafde
wereld een kreot van ontroering aan de
benepen borst ontsnapt. Maar diep treu
riger was dat tot Vrijdagmiddag elke
poging tot redding van de op het wrak
vertoevende levende menschen vruchte
loos was tengevolge van de woeste zoo
en het wilde weer.
Do bemanningen der stoomschepen
die den Waterweg opvoeren konden al
door hulpgeroep van de schipbreukelin
gen hooren, waarvan hot aantal niet
kon vastgsteld worden, doch waren he
laas in onmogelijkheid hulp te kunnen
verleenen.
Men kan zich de ontzetting van zulk
lijden nauwelijks indenken. De ramp
zaligen zien, zoolang het dag is, aldoor
vóór zicli de veilige kust, het duinland
onder sneeuw met vroolijk zonlicht, zij
zien het loven en de dood omliuivert.
hen. In kletsnatte kleeren staan zij uit
te zien, rillend, in vreeselijke wanhoop.
Zij zien, dat men tracht te naderen,
elke poging vervult hen met nieuwen
moed en telkens zien zij die pogingen
rerijdeld, moeten zij wederom alle hoop
aten varen.
Wat er in deze ongelukkigen omgaat,
iet moet een foltering wezen, waarbij
ie dood verkieselijk was.
Van de rampzaligheid van het ge
leurde is dit het meest schokkende.
Toen Donderdag de duisternis viel en
il hot omringende voor hun oogen ver-
lorg, hebben zij zich misschien in be-
usting don dood gewijd, maar dan za
len zij de lichten van de reddingsboei,
!e iicliton van de binnenhvarende en
litgaande schepen en telkens, telkens
hliiil verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijde
- rrïTrirrrw n» mil 11 ma
weer, hebben zij wellicht elkaar moed
ingesproken en telkens weer was hot
om niet
Toen kwam de dag, de nieuwe dag,
met storm, maar toch mot zonlicht. Zij
hebben geschreeuwd, gegild om hulp,
de redding bleef uit
Drie mannen heeft men aan boord
gezien, zij wuifden met doeken, schreeuw
den, men heeft hen niet kunnen berei
ken. Alle moedige pogingen tot red
ding bleven vruchteloos.
De menschen aan het strand spreken
er van met tranen in de oogen. En de
kranige bemanningen van de „President
Van Heel" en van de dappere sleepboot
„Wodan" komen mot gezichten- van
stomme vertwijfeling telkenmale terug
van don gevaarvollen tocht. Onverge
telijk van deze zwarte dagen zal hun
moed en hun volharding wezen.
De bemanning van het loods vaartuig
heeft nog enkele zeer bedenkelijke be
richten aangebracht. Vrijdagmorgen
omstreeks zeven uur hoeft zij op her
haald Muiten twee man uit do rookka
mer van het wrak te voorschijn zien
komen.
Zij hadden waarschijnlijk voor de
sneeuw beschutting gezocht. Eén hun
ner, een forsche kerel, was vermoedo-
lijk een van de opvarenden van de „Ber
lin". Do andere droeg een grijze rois-
petmen denkt, dat hij een reiziger is.
Hij wenkte nog flauwtjes naar de red
dingsboot, maar, zooals de mannen zei
den, vool loven zat er blijkbaar niet
moor in.
Een stoomloodsvaartuig, dat om acht
uur het wrak voorbijvoer, rapporteert
nog drio personen aan het dek te heb
ben gezien, achter de opstaande lucht
kokers. Een scheen bewusteloos er aan
to hangen. Do mannen van de loods
boot hebben nog getracht hot wrak te
bereiken, maar het was ondoenlijk.
avond hij den uitgever C. MELKMAN te
xavtmMsim nim «aiiimflKatagaa—mo'
Vrijdagmiddag verspreidde zich het
gerucht dat Prins Hendrik, Ilarer Ma-
jesteits Gomaal naar den Hoek van
Holland zou komen.
En inderdaad arriveerde hij om 10
uur per auto aan het tooneel van de
ramp.
Onmiddellijk begaf hij zich aan boord
van de loodsstoomer „Jan Spanjaard"
om den Waterweg uit te- varen. Tege
lijkertijd verliet ook do reddingsboot
den steiger en bijna zij aan zij voeren
de beide vaartuigen, de scherpe boegen
snijdend door het rulle water, dat de
golven hoog opsloegen, naar het wrak,
voor oeu nieuwe, helaas vruchteloos go-
bleven poging tot redding.
Een felle sneeuwstorm sloeg op dit
oogenblik op de boide schepen neer, als
een novel het al rondom bèsluierend.
Maar do Prins stond op het voorschip
en, dicht bij het wrak gekomen, tracht
te hij, door wuiven, den schipbreuke
lingen, als zij hem zagen, wat niet
waarschijnlijk was, nog wat te bemoe
digen.
Tweemalen werd zoo dicht mogelijk
langs het wrak gc-varen, maar naderen,
zoo dicht, dat hulp voldoend kon wor
den, door het uitworpen van een lijn
of anderszins, was onmogelijk. Men
moest weer terug.
Do Prins bracht toon een bezoek aan
de loods van de Holland-Amerika-Ljjn,
dio als rouwzaal was ingericht.
Men heeft er 34 lijken neergelegd, ge
reinigd, in witte lakens gewikkeld, de
haren gekamd, de stroeve handon recht
gelegd en bloomen op de borst, alleen
het hoofd zichtbaar, do doodswitte, meest
kalme gelaatstrekken naar boven ge
keerd.
De Prins wandelde langzaam voorbij,
eorbiedig het hoofd ontbloot.
Toen begaf hij zich naar do reddings
boot. De bemanning en kapitein Jan
sen, onbeweeglijk op don wal staande,
stoere mannen in hun leeren pakken,
de zuidwesters in de hand, met ruwe,
doorploegde gezichten, strak van den
doorgestanen angst en ellende, maar
daarop een trek van wilskracht, wacht
ten den hoogen Bezoeker af.
De Prins sprak hun hartelijke woor
den toe van hulde en dank voor hun
schitterend gedrag in dezen hangen, nij
penden nood, prees warm hun onver
saagdheid en hun volharding, waarop
het Nederlandsche volk reden heeft
trotsch te zijn. Ook voor H. M. de Ko
ningin mocht hij den mannen van de
reddingsboot hulde brengen.
Per auto reed de Prins toen naar het
hotel Amerika, waar hij den geredden
kapitein Parkeson, die de doorgestane
ellende, angst en koude reeds vrijwel
te boven is, de hand ging drukken en
zich nog enkele bijzonderheden van het
gebeurde het vertellen. De onversaag
de Ier bleek met dit blijk van Vorste
lijke belangstelling ten zeerste verheugd.
Teruggekeerd in het station gebruikt
de Prins den lunch om daarna weer
aan boord van de „Jan Spanjaard" met
de reddingsboot een tocht naar het wrak
te maken.
Men wilde nog een poging tot red
ding wagen.
De zee stond hol, toen zij bij het
wrak kwamen en de reddingsboot met
de kleine jol achter zich lag te slinge
ren en te stampen, doch moest werke
loos blijven wegens de zware golven,
die over de pier sloegen en de zee be
dekten met lillend schuim.
Duidelijk waren de figuren te onder
scheiden en waar men eorst sprak van
vier overblijvenden, daar telde men er
nu meer, ja, men geloofde ook vrouwen
te zien.
Maar de zee sloeg met razend geweld
over de pier en men durfde de beman-
- li— ij