éHbmhhhi
Gemengd»
controlemiddel moeten worden voorzien
nu het reeds hij herhaling gobleken is,
dat valsche munters van de gunstige
gelegenheid gebruik maken om hun lood-
fabrikaten op onze tramwagens van de
hand te doen.
BRESKENS, 22 Februari 1907.
Woensdagavond gaf de Rederijkers
kamer onder de zinspreuk ,,'s lands wijs,
's lands eer" van Draaibrug eene too-
neeluitvoering bij den heer F. Besemer,
die vrij druk was bezocht.
Do opvoering van het tooneelstukje
„Vriendentrouw" liep vrij goed van sta
pel.
Het kluchtspel „De Adsistent-dokter"
bracht herhaaldelijk de lachspieren in
beweging en bij de pantomime afge
speeld in den scheerwinkel, steeg de jool
ten top.
De storm van Dinsdagnacht deed
een Belgische visschersschuit nabij het
vuurschip van zijn anker slaan, waar
door het op drift kwam en in oostelijke
richting dreef.
De bemanning, bestaande uit vier per
sonen, schijnen het verlichte stormsein
van de Nieuwe Sluis voor een haven
licht te hebben aangezien, waardoor ze
in dio richting koers zet'ten, doch met
het noodlottig gevolg, dat de schuit op
het paalhoofd liep. Enkele palen waren
stuk. De botter was ten deele verlo
ren en het wrak is verkocht.
Mej. C. Willemsen te Zaamslag,
benoemd tot onderwijzeres te Groede, is
ook als zoodanig benoemd te Kerkwer-
ve.
Bij de gehouden herveiling van
onr. goederen behoeve mevr. wed. J. L. I.
de Bats, Biervliet werden de landbouw-
schuur, met wagenhuis, arbeiderswo
ning en B gemeten weiland verkocht
voor ƒ6040 aan den heer W. Naeije al
daar. Van de tweede landbouwschuur
werd kooper de heer L. Mullaert voor
ƒ800.
Tot. directeur van de muziekver-
eeniging „Harmonie" te Biervliet is be
noemd de heer F. Hoevenagel aldaar.
Sluis, 19 Febr. In de heden gehou
den zitting van den Gemeenteraad is
met 5 tegen 1 stem, die van den heer
Hennequin besloten tot wijziging dei-
instructie van den gemeente-geneesheer,
betreffende de vaccinatie, doodschouw
en besmettelijke ziekte.
Als gemeente-opzichter werd voor den
tijd van 1 jaar D. do Smit-de Groote
en als onderwijzer aan de Teekenschool
J. F. Bauer herbenoemd.
Een ernstige scheepsramp.
WÊÊMÈMH
De mailboot „Berlin'' van de Harwicii-
ljjn is door den storm op de Noorder-
pier geloopen waardoor het schip is ge
broken.
Aan de nadere bijzonderheden ontlee-
nen we het volgende
De „Berlin" de boot, die gisteravond
van Harwich was vertrokken en om 5
uur den Waterweg moest binnenkomen
had door tegenstorm en den opkomen
den vloed den ingang gemist en was,
vlak bij den lichtopstand, op de glooien
de pier geslagen. Het ongeluk geschied
de om half zes, toen nog een zwaar
duister over de onstuimige zee lag.
Wat er toen verder gebeurd is, wist
daar aan het strand niemand te ver
moeden. Men heeft een vuurpijl, van
de „Berlin" opgelaten, gezien en de
stoomreddingsboot „President van Heel"
is onmiddellijk naar dO plaats van de
ramp gegaan. Maar zij heeft het schip
niet kunnen bereiken. De wilde zee
verijdelde alle pogingen, om buitenaf 't
schip te naderen en in den optrekken-
den dag toen de menschen aan het
strand een afschuwelijk schouwspel ge
volgd zij zagen het schip, gefolterd
door den golfslag, langzaam scheuren en
toen het voorschip, als afgehakt, weg
zinken in zee.
Zij hebben gezien, hoe de President
van Heel, telkens vruchteloos probeerde
het schip te naderen en hoe zij en en
kele sleepbooten 'niet dan lijken konden
uit het water halen, lijken en aldoor
lijken.
Nog zat het achterschip onwrikbaar
vast en lieden, door zeekijkers het ga
deslaande, zagen daar nu en dan even,
als vluchtig opgedoken, een mensch.
Er waren dus vermoedelijk nog men
schen aan boord levend en de ontzag
lijke tragiek van het lijden, dat die
daar te doorstaan hadden op het oogen-
blik, dat wij, veilig aan het strand on
ze vermoedens stonden te uiten, zal
wel niemand verborgen zijn gebleven.
Zeelieden aan het strand, loodsen en
manschappen van sleepbooten, konden
ons technisch weinig inlichtingen geven.
Het schip had alles tegenwind en
stroom. Misschien is men een oogen-
blik het roer niet meester geweest, maar
dat zal vermoedelijk wel nooit opge
helderd kunnen worden. Ook het aan
tal der omgekomenen is nog niet met
zekerheid te vermoeden.
De equipage van het 560 netto-ton
metende schip telde ongeveer zestig
man het aantal passagiers is om dezen
tijd meestal ongeveer honderd. Op ge
wone tijden pleegt de kapitein met vlag
gen of lantaarns aan te geven hoe
groot het aantal passagiers aan boord
is.
Maar aan het strand vernamen we
een andere, en op dat oogenblik aller
gewichtigste, tijding: Er was één man
gered en nog levend aan wal gebracht.
Op dit oogenblik was hij in de gelag
kamer van het hotel „Amerika".
voor zijn reederij.
Het was een barre nacht, vertelde
hij. In zijn eigen zeemansleven had hij
er weinige zoo meegemaakt en daarom
was hij aangekleed den geheelen op en
nabij het dek gebleven. De vuurtoren
was al dichthij en de passagiers, van
wie er verseheidenen niet naar bed wa
ren geweest en aangekleed den nacht
in de groote kajuit en rookkamer had
den doorgebracht, haalden al verlucht
adem.
Toen gebeurde het. Met een ontzag
lijken schok stond het schip op een
maal onbeweeglijk. Kapitein Parkoson
snelde naar de brugmisschien kon hij,
als zeeman, helpen.
Maar juist, toen hij zijn voet op de
trap zette, zag hij den kapitein en den
loods door de zee er afslaan. Wat er
toen verder gebeurd is, weet hij niet
juist. Hij lag in zee en om hem dre
ven stukken hout. Hij greep er eeni-
ge van en hield zich zoo drijvende.
Toen zag hij de reddingsboot, gilde om
hulp, werd opgepikt en aan wal ge
bracht eerst naar het station, toen
naar het hotel hier.
Hij moet ongeveer een uur in het wa
ter gelegen hebben, in het vinnig kou
de, onstuimige water.
En bijna schreiend vertelde hij nog
enkele bijzonderhedenhoe hij, voor
hij van het schip sloeg op het voordek
een aantal menschen hij schat een
kleine honderd heeft bijeengezien
hoe hij, liggend in het water, om zich
heen gesmoord gegil gehoord had en hoe
hij op zijn afgrijselijken tocht herhaal
delijk tegen drijvende lijken is, gestoo-
ten misschien wel twintig.
Dr. Van Arkel, van 's Gravenzande,
heeft hem bijgebracht, geholpen o. a.
door den ambtenaar Van Stolk van de
Graet Eastern, die zich, evenals velen
trouwens aan den Hoek van Holland
beijverd hebben, om nog iets in het
wanhoopig geval te helpen. De heer
Van Stolk had reeds enkele lijken her
kend, o. a. van den chef-hofmeester en
van de stewardess.
Op den weg naar het strand kwamen
wij enkele malen droeve optochten te
gen: open wagens, waarop lijken lagen,
de hoofden bedekt, de voeten, geschoeid,
alleen zichtbaar. En soldaten, op open
brancards, brachten lijken aan, piëteit
vol, met jassen en kleeden overdekt.
Een van de loodsen had toen juist
een stuk hout opgepikt, dat aangespoeld
was tegen het strand en daarop stond
geschreven met anilinepotlood„Smo-
kingroom S. S. Berlin". En hij ver
moedde dat als een wanhopige bede om
hulp van menschen, die daar in de rook
kamer het einde afwachtten.
Er was ook een postzak aangebracht
en naar het postkantoor gereden, waar
nu de directeur met al het beschikbare
personeel bezig was den inhoud te sor-
teeren brieven, briefkaarten, ook veel
prentbriefkaarten, geschonden en be-
of andere kenteckenen de identiteit
vast te stellen. In de 3e-klas wacht
kamer, daarvoor afgesloten, lagen de
lijken, met wie dit ongeveer was ge
schied.
Het was daar eon droefgeestige, be
nauwde aanblik. De gordijnen waren
rondom neergelaten en in het flauwe
licht lagen op tafels, iq berries, ook
wel op den grond, een 25tal lijken.
Een scherpe lucht, als van zeewater,
hing door het vertrek. De meeste lij
ken waren gekleed. We zagen er een
van een heer in smoking, met lakschoe
nen. Een aantal lijken ook waren ver
minkt. Aan het lijk van een dame ont
brak een armbij anderen was het
hoofd stuk gestooten. Vermoedelijk is
die verminking gebeurd bij 't stooten
tegen de pieren of tegen de kaaimuren.
De „President Van Heel" had de
meeste dier lijken aangebracht. Zij lag
daartoe achter den steiger aan, zoo dicht
mogelijk bij de wachtkamer.
Juist, toen wij er waren, bracht het
kloeke scheepje weer enkele slachtof
fers.
Weer dooden! riep de bemanning en
met trieste stemmen voegde zij er bij:
Zoo zal het wel de boodschap blijven
Er is geen nabijkomen aan, ver
telde ons de stuurman, we kunnen er
buitenom niet dicht genoeg te loevert
bijkomen. De lijnen, die wij uitgooien,
slaan weg. Het is wanhoopig!
Of er op dit oogenblik, één uur in
den namiddag, nog levenden aan boord
waren, konden de mannen van de red
dingsboot niet zeggen. Om elf uur had
den zij er nog gezien. Maar in de bran
ding slaan je oogen vol zeewater: je
kunt niet uitkijken!
Er was gisteren, zoodra in den voor
middag de ramp bekend werd, een ont
zaglijke drukte om en nabij den Hoek
Met auto's, fietsen, rijtuigen, met de
Hollandsche Spoor (die extra-materiaal
moest aanhaken) en met de Westland-
sche stoomtram werden honderden naar
de ramp gebracht, waar nog in den
namiddag aldoor sombere lijkstoeten
werden gezien en het schip op de pier
onbeweeglijk vast, geslagen door de al
door woeste zee in blij zonnelicht.
Bij het vertrek Woensdagavond van
Harwich van het s.s. „Berlin" kwam
de operazanger F. Demmingen uit Co-
burg, deel uitmakende van het opera
gezelschap, directie Ernest Van Dijk
dat gespeeld had in de Covent Garden
Londen, vijf minuten te laat aan de
boot.
Daarom vertrok hij met een latere
boot der Harwichlijn naar Antwerpen
en kwam gisterenmiddag aan het Cen
traalstation te Rotterdam aan, alwaar
hij de tijding vernam, dat het heele ge
zelschap, ten getale van 35 man, ver
moedelijk verdronken is.
De man was radeloos en vertrok om
4 uur naar Dortmundt, waar het ge
zelschap moest spelen.
r)e .kpjtein van de.verongelukte_„Ber-