Minister van -aagd I", - temverhef- -st van een ade regeerings- aan de Kamer mede ie Ministers, hoofden der .uen van algemeen hestuur, ..leiding van de door de Eerste der Staten-Generaal genomen slissing omtrent het VUIe hoofdstuk der ontwerp-staatsbegrooting voor 1907, aan Hare Majesteit de Koningin eerbie dig verzoek om ontslag hebben aange boden. Onder deze omstandigheden ver oorloof ik mij der Kamer beleefdelijk te verzoeken hare werkzaamheden, voor zoover de Ministers daaraan hebben deel te nemen, te schorsen." Zijn stem klinkt even kalm en vast als anders. En even bedaard als anders pakt hij de pandjes van zijn jas beet en gaat weer zitten. De Voorzitter stelt voor, overeenkom stig 's Ministers wensch te handelen en verdaagt de vergadering tot nadere bijeooroeping. Terwijl de tribunes langzaam worden ontruimd, ziet men weer leden die den Minister de hand gaan drukken, libera len meest, maar ook een enkele van rechts (de heer Van By land) en de heer Schaper. Het was stellig wel toeval, doch sym bolisch was het zeker, dat er voor het gebouw der Kamer een verhuiswa gen stond. BRESKENS, 15 Februari 1907. Een door de bewoners van den Boule vard alhier ingediend verzoek aan het bestuur van het Cal. Waterschap Oud en Jong Breskens om hen als zijne erf pachters een verhard voetpad voor hun ne woningen te verschaffen en voor een behoorlijke waterafvoer te zorgen is door de vergadering van ingelanden van de hand gewezen. Vervolg en slot van de vergade ring van de alg. onderl. Paarden verze kering Maatschappij te Schoondijke. Nadat de rekening tot de vermelde cijfers was goedgekeurd, en door den voorzitter een vraag van den heer P. J. Rijckborst, wat de bedoeling in de rekening was van de verleende genees kundige hulp was beantwoord in dier voege dat deze door her bestuur werd ingeroepen alleen in twijfelachtige ge vallen en dan ook door de maatschap pij wordt vergoed, gaf de voorzit ter, de heer P. de Hullu-Dorst een kort overzicht van het geval N. Weeda, hetwelk bij de schatting in Dec. jl, van de aangegeven paarden, ditmaal als nieuwe maatregel is ingevoerd om de diftrpn hnif.ATt dp «Sullen to Tirooovino van wat de voorzitter hiervoren heeft medegedeeld. De heer N. Weeda ter vergadering aanwezig verklaarde zijne paarden niet buiten te hebben gebracht omdat hij dit zelf niet kon en zijn zoon uit hoof de van zijn zwakke gezondheidstoestand dat door den geneesheer kan be vestigd worden evenmin in staat was, voorts beweerde hij niet te heb ben gezegd, er uit te zullen gaan, maar door Temmorman te zijn toegevoegd „dan ga je er uit." Eindelijk heeft de schatting bij hem niet in Dec. maar in Jan. plaats gehad. Door het mede-bestuurslid Dusarduijn worden alle beweringsn van W. weer legd. De heer Weeda bood aan eene schat ting van zijne paarden te laten doen op eigen kosten en dan de zaak te la ten zooals ze ishet bestuur heeft het reglement niet nagekomen, want er staat niet in dat de paarden buiten ge bracht moeten worden. De voorz. gaf te kennen dat het be stuur daarin niet kan treden. Er is niet voldaan aan de eischen van het reglementdat er niet in staat dat de paarden buiten geschat worden moge waar zijn, maar er staat ook niet in, dat ze op den stal worden geschat. De heer F. van Prooije keurt den maatregel van het nieuwe bestuur vol komen goed, een schatting op den stal is zeer onvolledig; men kan zien tot welk geslacht het paard behoort, maar ook meer niet, want op den staart kan men niet zien of een paard blind is of niet, en ook niet of het aan het schoft is uiteengetrokken. Hij zou willen in overweging geven, dat het bestuur nog een stap verder ging door de te schatten paarden te laten stappen en dravenmen zal dan tot beter recultaten komen. Het algemeen gevoelen was dat W. niet meer kon beschouwd worden als lid der Maatschappij. Hijzelf nam daar mee genoegen mits ingaande heden, om dat hij geen opzeg had gehad, maar dat met de vervallen-verklaring tevens ge paard ging een niet-uitkeering van zijn gestorven paard, kon hij niet acceptee ren. Door den Joh. Risseeuw van IJzen- dijke werd het wel wat kras geoor deeld de uitbetaling niet te doen, en raadde aan eene minnelijke schikking te treffen. Dhr. J. scheele achtte het niet ver plicht de paarden buiten te laten schat ten en beschouwde daarom het bestuur niet gerechtigd om Weeda niet uit te betalen en buiten de maatschappij te plaatsen. Nadat de betrokken W. de vergade- dering had verlaten, werd met 151 tegen 3 st., besloten het bestuur te mach tigen bij een eventueel proces zich dooi de noodige rechtskundige hulp te doen bijstaan. Behalve dfvreeds in ons vori men. Na nog onkelo punten van onderge schikt belang te hebben afgehandeld, werd de vergadering gesloten. Tot onderwijzer aan de openbare school te Driewegen (gem. Biervliet) is benoemd de heer P. J. van den Amee- le van Zuidzande, thans tijdelijk onder wijzer in den Oranjepolder (gem. IJzen- dijke.) Schoondijke. Voor de levering van 870 M3 Onderhoudsgrint voor den Prins Willempolder, werd Donderdag inge schreven door: M. Boone Oostburg ƒ4.88 p. M3 C. J. de Smit Breskens 4.78 J. C. v. d. Brink Krabbendijke 4.65 A. van Male Schoondijke 4.57 A. du Burck Breskens 4.48 W. Woittiez 4.25 J. M. H. v. d. Sande Breskens 4.22 Aan den laagsten inschrijver is de levering gegund. Vrijdagmorgen kwamen een paar veekoopers uit Middelburg per boot herwaarts om een paard naas Schoon dijke te geleiden. Te 11 uur vertrokken ze van daar per tram naar Sluis. Het stelletje was op het balcon erg luidruchtig, dat er niet op verminderde toen ze Sluis na derden. Na te Draaibrug te zijn over gestapt veroorloofden ze zich de vrij heid het etenspotje van den conduc teur Beun uit te gooien. Deze die toch al zieh meermalen met het jolige ge zelschap had moeten bemoeien, was daarover begrijpelijker wijze zeer ge belgd en eischte schadevergoeding. Daar kwamen ze alles behalve van in. In Sluis aangekomen stapten ze af bij den herbergier De Lobel en Beun richtte zich, nadat de tram aan de haven was gearriveerd, tot de politie om zich over het geval te beklagen. De brigadier trok met Beun naar de verblijfplaats der kooplieden, doch moést terstond een paar zijner manschappen requiree- ren om aan het gemaakte kabaal een eind te kunnen maken. Onderwijl hij zich verwijderde, gaven de reizigers aan B. te kennen nog een appeltje met hem te schillen te hebben, en sloegen er toen zoo geducht op los, dat B. zich onder geneeskundige behan deling moest stellen en eenige dagen geen dienst kon doen. Dat proces-verbaal is opgemaakt, be- grijgt ieder, en dat het moge achter volgd worden hoopt onomwonden elk weldenkend mensch. Men schrijft uit Koewacht De smokkelhandel in vee, die sinds eenigen tijd gestaakt scheen, begint thans te herleven. Eiken avond gaan van hier en uit de aangrenzende gemeenten St. Jansteen, Zuiddorpe en Overslag prach tige Hollandsche runderen fraudeleus over de grenzen. Met dat smokkelen is voorzeker een goede cent te verdienen name van buffet, lichtleiding en lam pen. De aflevering van de miliciens uit Zeeuwsch-Vlaanderen voor de lich ting 1907 zal voor wat de korte oefe ning betreft plaats hebben te Vlissin- gen op Woensdag 29 Mei, voorm. 9.30 uur. Aan de Rijksuniversiteit te Utrecht is bevorderd tot doctor in de genees kunde op academisch proefschrift de heer V. E. Nierstrasz geboren te Sluis. Groede, 14 Febr. Tot onderwijzeres aan de openbare school in de kom is benoemd mej. C. Willemsen te Zaarn- slag. Bij het te 's Gravenhage gehou den examen voor de nuttige handwer ken zijn o. m. geslaagd de dames D. P. A. de Putter en S. de Vlieger beiden te Oostburg. Men schrijft ons uit Schoondijko Ingelanden van den Generalen Prins Willempoldor kwamen Donderdag in buitengewone vergadering bijeen a om te bespreken de voorstellen van Gede puteerde Staten tot wijzigihg der arti kelen 17 en 18 van het Polderreglement. In een breed relaas gaf het bestuur in overweging zich aan te sluiten bij de bekende motie van den heer Hendrikse te IJzendijke zooals die bij acclamatie door de besturen van bijna alle polders in dit district den 28 Januari jl. is aan genomen. De heer J. F. Hennequin vond het onnoodig daarvoor nog te dis cussiëren wijl het bestuur daaraan zijn goedkeuring heeft gehecht en dit het vertrouwen der vergadering bezit. Al dus werd besloten, b. tot het benoe men van een afgevaardigde des polders bij het Waterschap der Sluis aan de Wielingen waartoe met 61 van de 62 uitgebrachte stemmen het aftredend lid, de heer Iz. de Hullu werd benoemd, c. om goedkeuring te vragen voor de begrinding van een aardenbaan lang 100 Meters nabij de hofstede van den heer Karei van de Vijver te Waterland kerkje. De heer Hendrikse, voorstan der van de verharding van wegen als hij verklaarde te zijn, had met ingeno menheid van de voorgenomen verhar ding kennis genomen maar kon zich niet met de handelwijze van 't bestuur ver eenigen omdat dit op de beslissing der vergadering is vooruitgeloopen en de aanbesteding reeds had geannonceerd zelfs nog vóór de convocatiebrieven wa ren verzonden, men stelde ingelanden hier als het ware voor een voldongen feit en schiep daardoor een gevaarlijk antecedent. De Voorzitter zeide overtuigd te zijn van de noodzakelijkheid maar beloofde voortaan met do wenken van den vo- rigen spreker rekening te zullen hou den waaroo deze verklaarde van rond vraag af te zien. Het voorstel werd

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1907 | | pagina 2