ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. No. 1168. Binnenland. 16c Jaa^g. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiön worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAN te Breskens. Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. mi] een held're slag dreunt neder van den toren, Een slag die tot ons spreekt, die dringt tot in het hart; Weet, menschenkind, een jaar verzwond weer als tevoren", Dus roept zijn klank ons toe, „Het valle U niet hard. Het scheidensuur is daar; hier valt niet meer te toeven, Het oude jaar heeft thans zijn groote taak volbracht, 't Zij deze zeeg'nend hier of daar weer was beproeven, Sla hoopvol op uw blik, een nieuwe tijdkring wacht. Of hechtte uw hart teveel aan 't geen U werd geschonken, In dat jaarwas het aa.rdsch geluk soms ruim uw deel, Of wijlt het ook wellicht, bij wat U is ontzonken, Was 't opgelegde leed uw zwakken geest te veel Dan wel is wat de plicht U oplei te volbrengen, Misschien nog onvoleind O, zwakken, wellicht dreef Geen flinke wil uw werk, en kwam zich lauwheid mengen, Zoodat veel on volbracht, veel onbegonnen bleef? Hoe, weet gij dan nog niet, waar kracht steeds is te vinden, Die, nimmer uitgeput, uw leden sterken zal? Kom, juicht het Nieuwjaar toe, en weest niet langer blinden, Geluk zij ieders deel, en sprei zich overal". Zoo zegt de kerkklok ons, van welk een aantal slagen Zich in de vert' verliest, zacht trillend door de lucht. En ieder, tot wiens oor een klank zich heen liet dragen, Voelt op deez' stonde mêe, nu 't oude jaar vervlucht. En zacht, als waar' het om ons 't scheidenswee te sparen, Wijkt ook dit jaar van ons naar 't nevelig vèraf. Geen menschenkracht vermag zijn gang iets te bedaren Zijn end brengt ons een stap weer nader tot het graf. Het graf? Maar moet nu reeds onz' levensbaan zich enden, Wen w' onvoldaan zijn over 't wein'ge slechts volbracht? Kom, 't grillig levenslot kan zich nog wenden, De plicht wijz' ons het doel en d' arbeid geev' ons kracht! De twaalfde slag weerklinkt en zweeft heen langs de velden, „Voorbij" lispt onze mond en toch vervult geen wee Ons meer, hoeveel herinneringen ook versnelden Gevoel van stil geluk doorstroomt ons en van vrêe. Heil 1 Allen die met ons den nieuwen dag zien gloren, Heil U Hetzij gij toeft in statiezaal of kluis, Het „Vreed' op Aard'" deed nog vóór korten tijd zich hooren, Hetzij des vredes heil, dat immer U omruisch. Inderdaad de twaalfde slag op den Oudejaarsavond doet onafwijsbaar een lange rij van gebeurtenissen aan ons oog voorbijgaan, die voor wat den nu pas afgesloten jaarkring betreft een schokkenden indruk op het menschelijk gemoed teweeg brachten. We denken aan de groote ramp van Courrières waarbij honderden menschen- levens door een geweldige mijnontplof- flng te loor gingen. De uitbarsting van den Vesuvius die dood en verderf om zich heen verspreid de ligt nog versch in 't geheugen. Niet minder schrikbarend waren de gevolgen van de ontzettende aardbeving, die de stad Francisco schier geheel in puin deed storten en door brand ver woestte. Een zelfde lot onderging de hoofdstad van Zuid-Amerika, Valpareisa, dat mede door een aardbeving werd bezocht. Denken we aan de voortdurende on lusten in het uitgestrekte Rusland, en voegen we daaraan toe de afschuwelijke aanslag op het Spaansche Koningspaar, tijdens hun tocht naar het paleis na hunne huwelijksvoltrekking, dan is de debetzijde der rekening van het jaar 1906 meer dan voldoende om het tot een hoogst ongunstig te doen aanmer ken. Maar ook ons land had zijn deel daarvan. Immers menigeen vernam met wee moed de verijdelde hoop in de blijde verwachting die in de Koninklijke fa milie werd gekoesterd. Duikt nog niet als een spookgestalte de gedenkwaardige 12e Maart met al zijne verschrikkingen voor ons op, toen een stormvloed groote verwoestingen in onze provincie aanrichtte. Gevoelt nog niet ieder het diepe wee bij de visschersramp van den 29 Juni, toen een tweetal gezinnen in onze ge meente in diepe rouw werden gedom peld. Vonden niet nog kort geleden in onze omgeving een drietal schepelingen hun graf in de golven. En maakten we nog niet in ons jong ste nummer melding van de droeve ramp te Rotterdam waarbij een viertal menschenlevens op hartverscheurende wijze zoo plotseling werden weggerukt door een noodlottige brand. Lezen we niet dag aan dag dat jeug dige levens worden afgesneden bij het ijsvermaak, dat door de men zou haast zeggen traditioneele offers, be zwaarlijk meer aanspraak op dien naam kan maken. Werkelijk het jaar 1906 hoeft in zijn geschiedboek tal van zwarte bladzijden die oen droevig licht werpen op ons bestaan. Is het daartoe noodig nog te wijzen op de ledige plaatsen die ook weer zijn ontstaan in legio van familiekringen, waar dierbare panden ontvielen, zoo in de prille jeugd, als op aanvalligen leef tijd, of in de kracht des levens, dan web op grijzen ouderdom. Wie zal het ge mis op heden weer piet gevoelen Allerwegen worden offers gevergd en vallen voor de zeis van den Koning der verschrikking als de halmen op het veld. En toch kan men bij dat diepbedroe- vende tooneel niet blijven stilstaan het leven stelt zijn eischen en de baan moet worden afgeloopen, de opgelegde taak vervuld. Hoop doet leven, hoop geeft moed, hoop geeft kracht. Houdt die ons staan de, dan schrijden we weer voorwaarts in de cirkelgang des levens. Geve dan de nieuwe jaarkring moed en kracht om den strijd des levens, waaraan te avond of morgen iedereen onderworpen is en niemand ontkomt, met gelatenheid te aanvaarden. Spreken we de hoop uit gespaard te mogen blijven voor druk of ramp, kom mer of verdriet, dan kan althans 1907 een heilrijk jaar zijn. Tweeden Kerstdag, des avonds onge veer 5 uur heeft een gasontploffing plaats gehad ten huize van den heer W. P. J. Overmeer, te Haarlem. Het geheele achtergedeelte, keuken en gang, is dientengevolge uitgebrand, ter wijl in de slaap- en de huiskamer even eens brand- en waterschade is aange bracht. Met dezen brand zijn vele curiositei ten verloren gegaan. Onder andere is verbrand een com plete serie geschreven boeken en arti kelen in overdruk van den heer Over meer, ongeveer 60 stuks met de daar over gevoerde correspondenties; het ar chief van het geslacht Overmeer terug kopende tot 1496, 5000 portretten, twee albums met ongeveer 1500 prentbrief kaarten van Haarlem, een verzameling van zeldzame Haarlemsche liedjes, aan- teekeningen uit de O. H. C. van 1656- 1700, vele handschriften, zeldzame boe ken en pamfletten enz., kortom een ver zameling van harden arbeid van den heer Overmeer, gedurende 8 jaren. De inboedel was verzekerd, doch laag, zoodat niet alleen financieele schade wordt geleden, doch ook alle resultaten van ernstig verzamelen en arbeiden is verloren gegaan.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1907 | | pagina 1