dit doel worde besteed. Aan het departement Middelburg van de Mij. van Nijverheid werd ten behoe ve eener in 1907 to Middelburg te houden nijverheidstentnonstelling een kredietvor leend van ten hoogste ƒ500, onder voor waarde dat door de gemeente Middel burg een krediet van ten minste 300 worde beschikbaar gesteld. Aan de commissie voor de proefvel den in Zeeland werd een krediet geo pend voor 1907 van ƒ100 voor proeflessen in landbouwkunde, onder voorwaarde dat tuintjes bij door het rijk gesubsidi eerde «ursus door het rijkeen gelijk be drag voor dit doel beschikbaar gesteld wordt. Goedgekeurd werd een door Ged. Sta ten aangeboden ontwerp-besluit tot wij ziging der provinciale begrooting voor 1907, noodig voor verhooging van jaar wedden van provinciale ambtenaren. Daarna werd door Ged. Staten geant woord op de vragen van den heer Ham- macher omtrent het inleggen van een vrachtgoederenboot in don dienst op de Wester-Schelde. Dit was onmogelijk èn omdat er geen goederen zijn, èn om de kosten. De heer Hombach vroeg nog of Ged. Staten de mogelijkheid willen overwe gen of in plaats van een paardentram niet een ander middel van vervoer door michanische kracht kan worden aange wend voor de verbinding tusschen Vla- ke en Hansweert. Ged. Staten hadden daartegen geen bezwaar. Daarna is de najaarszitting gesloten. Vrijdag nam de Tweede Kamer in behandeling de wijziging der muntwet ter vervanging van het zilveren door een nickelen 5-cents-stukje. Een der leden was wel voor een nieuw vijfcents-stuk, doch had bezwaar tegen den voorgestelden vorm. Men moet in den zak het verschil kunnen voelen tusschen de verschillende munt- stukken. Ook in Duitschland is een af gesleten 10-pfenningstuk moeielijk te onderscheiden van een 60-pfenningstuk. Daarom vindt hij den kwartjesvorm voor dit stuk niet goed. Hij had willen voorstellen een anderen vorm aan het geldstuk te geven, doch durft geen amen dement voor te stellen. Hij wenschte zijn denkbeelden slechts den Min. in overweging te geven. Vol doet het nieuwe muntstuk niet, dan maken we kosten voor niets en geven we aanleiding tot bedrog en fraude. Een ander meende eveneens dat het geldstuk tot allerlei verwarring aanlei ding zal geven. Dit geldstuk is groo- tendeels gelijk aan een kwartje. De Minister als muntkenner onderscheidt beide, maar men moet dit ook 's avonds op het gevoel kunnen doen. De eenige oplossing is een gat in het stuk. Hij zag er echter geen gat in dat tot stand te brengen. De Minister van fiinanciên constateor- de, dat inderdaad hier voldaan wordt aan een bestaande behoefte. Juist voor de dagelijksche kleine betalingen is het ontwerp voor den middenstand van be lang en in „De Middenstander" is het ook warm aanbevolen. Het ontwerp is de vrucht van zeer langdurige proefne mingen en een lange ervaring. Aan vankelijk was de bedoeling een bronzen stuiverstuk te maken, maar de Minister heeft sedert met het Muntcollege en den controleur-generaal der Munt over wogen of een nikkelen stuk niet beter was. We hebben in de grensprovinciën vember tot Mei school gehouden, omdat de ouders hunne kinderen in den zomer niet school zenden, niettegenstaande al le devoiren zoo bij (door) den kerkeraad als schoolmeester daartoe zijn aange wend. Tot het 9e artikel (getrouw en aan dachtig kerkbezoek der kinderen) hoe dienstig en stichtelijk kunnen zij de ouders en huisvaders ook niet bewilli gen ooit hetzelve in trein (zwang) te brengen. (Wordt vervolgd). voortdurend strijd te voeren tegen het indringen van vreemde munt. Voeren we nu een vijfcentstuk in met een ope ning als in België, dan zal de buiten- omloopstelling der Belgische 5- en 10- centi most ukken veel moeilijker zijn. Toen een der leden den minister in overweging gaf er een vierkant gat in te maken, zeide de minister dat er in derdaad zulke muntstukken zijn in Oost- Indië, doch die zijn niet geslagen maar gegoten. Het is technisch niet uitvoer baar die te slaan. De Minister zal ech ter den voorraad zoo klein mogelijk maken, maar toch groot genoeg voor een flinke proef. De middellijn vaneen kwartje is 19 millimeter, van het stui vertje 18 millimeter. Ook is het stui vertje iets dunner. De Minister zal ech ter de bezwaren overwegen. BRESKENS, 27 November 1906. De milicien W. F. Besenier van Bres- kens is bij het gehouden examen ge slaagd als onderofficier bij de infanterie. Oostburg, 21 Nov. In de heden gehou den vergadering van den kerkeraad met de leden van het kiescollege der Herv. Gem. alhier is herkozen als ouderling de heer I. Blaakman en gekozen tot di aken de heer I. de Hullu Iz. Oostburg. In plaats van wijlen den heer J. I. Risseeuw is benoemd tot ker kelijke ontvanger de heer J. A. German, met ingang van 1 Dec. a.s. Oostburg. In de gehouden vergade ring van de schietvereeniging „Presi dent Stein" is besloten met Kerstmis een huishoudelijken schietwedstrijd uit te schrijven in de Beurs. IJzendijke, 26 Nov. De heden gehou den zitting van den Gemeenteraad werd door alle leden bijgewoond. Na lezing en goedkeuring der notulen werd mededeeling gedaan van de navol gende ingekomen stukken, als: a. missives van Ged. Staten tot goed keuring der nadere regeling van de on- derwijzers-jaarwedden id. der schutte- rij-begrootingid. der gemeente-reke ning. b. ten opzichte der teekenschoo! deel de de voorzitter mede, dat zich nader slechts een leerling had aangemeld, doch de deelneming afhankelijk stelde van de al of niet-voortzetting van den cur sus, in verband met de aanschaffing van de leermiddelener zijn bovendien 5 leerlingen van elders. Nu is 't den voorzitter gebleken, dat er hier niet velen meer zijn die van de Teekenschool kunnen profiteeren, terwijl verschillende patroons niet gaarne den geheelen Za terdagmiddag vrijaf geven. De heer de Jaeger zag gaarne den cursus behoudeu, opdat de 5 deelnemers niet de dupe van de opheffing zouden zijn. De voorz. zeide nog dat deze week in Hulst een ambachtsschool wordt ge opend met 25 leerlingen, waarvan 10 uit Hulst, terwijl die inrichting duizen den kost. Dhr Hendrikse wees er op, dat daar toe subsidie van het rijk en de provin cie wordt gegeven, en Hulst het cen trum van de omgeving is. Dhr Cortvriendt wou een hem gedane opmerking in het midden brengen, nl. om de lessen te geven op Zondag, dan behoeft er geen vrijaf gevraagd te worden. De voorz. had hier tegen geen be zwaar, indien ook de teekenmeester geen bezwaar had, maar meende dat men op andere bezwaren zou stuiten. Behalve dat het wel wat veel gevergd zou zijn van de Smidt, dat hij elke week er zijn vrjje Zondag aan gaf, kunnen er onder de leerlingen zijn van de chr. ger. kerk, die in geen geval op Zondag zouden ko men. Dhr Hendrikse wees er op, dat dit vroeger ook al is besproken, maar dat men toch rekening moest houden met hen, die tot de Christelijke partij be hoorden, en hiertegen gemoedsbezwaren hebben. Maar spr. had iets anders. De Smidt is aangesteld als gem.-architect op eene jaarwedde van ƒ75 plus 5°/o van de aannemingssommen boven f 1000; nu zou het kunnen, dat hij, geen tee- kenles gevende, hoogere eischen zou stellen als architect; hij kon uit dien hoofde meegaan met het voostel-Do Jaeger, om althans voor een jaar de cursus te laten bestaan. Do voorz. voeg de er nog aan toe, dat de Smidt vol gaarne 2 maal per week zou willen ko men, te meer omdat 3 uur achtereen aan de teekentafel te staan voor de jongens wel wat afmattend is, maar spr. meende dat er dan misschien nog min der deelneming zou zijn. Met alg. st. werd besloten de cursus nog een jaar aan te houden. Teruggekomen is van Ged. Staten de begrooting voor 1907 met enkele be merkingen van ondergeschikt belang, die zonder hoofdelijke stemming werden gewijzigd overeenkomstig de wenken van Ged. Staten. Daaronder was ook begrepen eene uit gaaf van f21.665 aan het Rijk als te veel genoten rijksbijdrage in de kosten van het lager onderwijs omdat voor de maand Maart 1905 geene uitkeering kon plaats hebben in de vergoeding der jaar wedde van den onderwijzer Du Burck aan de Klakbaan die met 15 Maart eer vol ontslag was verleend, ondanks dat op dien datum Serlé was in functie ge komen, omdat het rijk geene uitkeering doet over gedeelten van maanden. Het is dus een les om er in 't vervolg op te letten dat geen ontslag meer wordt verleend, dan met het begin van een maand. Tengevolge de nadere vaststelling die de begrooting zal moeten ondergaan, wenschten Burg. en Weth thans ander maal voor te stellen de 10 opcenten op de personeele belasting te schrappen. Dhr Hendrikse wees er op dat deze aan-de-orde-stelling niet anders kon zijn, dan de herstelling van een fout begaan bij de optelling der stemmen over dit voorstel in een der vorige vergaderin gen toen is de stem van den heer Be- kaar aangemerkt als tegen, terwijl deze had voor gestemd, naar spr. was opge merkt. De notulen dier vergadering, daartoe geraadpleegd, wezen niettemin uit, dat dhr Bekaar had tegen gestemd, waar door het voorstel was verworpen. Naardien echter dhr Bekaar op een vraag van den heer Hendrikse verklaar de vóór te hebben gestemd, werd de stemmen-verhouding 4 voor en 3 tegen en was dus het voorstel tot schrapping toen aangenomen en verdere behande ling overbodig. Mede stelden Burg. en Weth. voor de jaarswedde van den klokkenist, thans met ƒ10 te verhoogen. De voorzitter motiveerde dit voorstel in dier voege, dat Van Staveren alléén is belast mot hot opwinden der klok; nu is het voorgekomen, dat de klok bleef stilstaan en van zijn slag af was, dat hij vroeger verhielp, maar nu ruikt zijne verplichting niet meer zoo ver. Geven we hom nu ƒ10 meer, onder de verplichting deze kleinigheden op zich te nemen, dan zal het bij voorkomende gelegenheden niet noodig zijn iemand uit eene andere gemeente te laten ko men, wat eene dure liefhebberij zou zijn, zoodat Burg. en Weth. meenden in het belang der gemeente die ƒ10 te kun nen opleggen. Dhr Hendrikse was over dit voorstel ten zeerste verbaasd. Bij de behande ling van dit punt zijn de bezwaren te gen het toen gedane voorstel ampel en breed besproken en overwogen. Dat nu de voorzitter terugkomt op een geno men besluit mag eenig genoemd wor den in de gemeente-administratiehij schept daardoor een antecedent, dat er op berekend schijnt te speculeeren op de beginselloosheid van de raadsleden. Het getuigt zeker niet van eerbied voor de besluiten van de leden van den raad, en als het voorstel uitgaat van Burg. en Weth. dan is dat college zeer laak baar, om te verwachten, dat de leden, die naar eed en geweten, zonder rugge spraak en zonder preferentie stemmen, thans anders zouden stemmen dan ze korts geleden deden. De voorz. kon deze ontboezeming niet onbeantwoord laten. Indien de begroo ting door Ged. Staten was goedgekeurd, waren Burg. en Weth. daarop zeker niet teruggekomen, maar nu zij toch nog niet was goedgekeurd, stond de ge legenheid open er alsnog deze wijziging in te brengen, die B. en W. werkelijk noodzakelijk achten, waardoor de ge meente veel geld kan uitsparen. Dhr Hendrikse meende dat men zich door dreigementen van van Staveren niet mag laten dwingen. Vroeger had men deskundigen die de kleine repara- tiën deden mede voor de f30. Dat Ged. St. de begrooting nog niet goedkeurden geldt niet voor deze post, waarop ze geen aanmerking hadden. Het terugkomen op het besluit der 10 opcenteu, was het herstellen van een fout, maar dit niet. 't Getuigt niet van eerbied voor den Raad. Dhr Cortvriendt zeide te hebben voor gesteld f10 verhooging te geven, welk voorstel niet in omvraag is gebracht. Dhr Hendrikse wees er op dat dhr Cortvriendt, behoudens diens voorstel toch had gestemd vóór spr's voorstel om de jaarwedde op f30 te houden. De voorz. verklaarde 't aldus. Het voorstel van den heer Hendrikse tegen over dat van Burg. en Weth. was van verdere strekking dan dat van dhr. Cort vriendt daardoor kwam dat 't eerst in omvraag aangezien het werd aangeno men vervielen die van B. en W. en van dhr Cortvriendt. Dhr Hendrikse hechtte aan het voor stel van B. en W. niet anders dan de beteekenis van vriendendiensten. Waar toch wilde van Staveren geleerd hebben klokreparetiën te verrichten, waardoor deze verhooging gerechtvaardigd zou zijn? De voorz. protesteerde ten sterkste tegen de qualificatie van vriendendien sten. Noch hij als burgemeester, noch het Dag. Bestuur, honden er vrienden diensten op na. Deze zaak, waarbij B. en W. alleen het gemeentebelang op het oog hadden wordt veel te hoog opgenomen. Ge machtigd door de beide wethouders trok hij het voorstel in. Dhr Calon wees op het ongepaste om B. en W. aldus te beschuldigen. Dhr Hendrikse verklaarde het college niet te beschuldigen, waar hij enkel zijne meening zeide, dat hot tegen den regel is om op een vastgestelde post terug te komen. Dhr Cortvriendt zou niet graag zien, dat voor ƒ10 de klok bleef stilstaan. De voorz. zeide dat de Raad thans de toestand zal hebben te aanvaarden zoo als die zich zal kunnen voordoen. Dhr Hendrikse merkte op, dat als de klok stilstond van Staveren haar ook niet kon opwinden en dus geen bezol diging kon genieten. Bovendien is er- een goede klok in de gemeente. En als van Staveren 't er niet voor doen wilt, dan kunnen óf de veldwachter, óf de gemeentebode 't doen, die het wellicht voor f 20 zouden aannemen. De voorz. Sloot hierop de discussie. Naar aanleiding van het destijds door den heer Hendrikse gedane voorstel om f 500 uit te trekken voor de festivitei ten bij gelegenheid van het festival, stelden B. en W. voor daarvoor f 200 beschikbaar te stellen. Dhr Hendrikse vond dit wel wat voorbarig. Door de muziek-maatschap- pij is nog niets gevraagd, zoodat het moeilijk is nu al te zeggen f200noodig te hebben. Spr. zou wenschen dat door de directie een staat werd overgelegd wat er noodig is. Blijkt dan dat er over een fonds kan worden beschikt dat van de gemeente niets noodig is, dan geeft ze ook niets. Het best zal dus zijn de tjjd af te wachten. De voorz. zeide dat de bedoeling van dit voorstel was een subsidie te verlee-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1906 | | pagina 2