het leveren van gevechten thans toch niets zou uithalen. Indien de hartelijke ontvangst der Fran- sche vloot door de Engelschen, als iets meer dan een gewone vriendschapsbetuiging is te beschouwen, en er is reden toe om dat te vermoeden, getuige de ontmoe ting die andermaal zal plaats hebben tus- scbcn Koning Edward en president Lonbet, schijnt die opvallende vriendschap den naijver van Keizer Wilhelm niet weinig op te wekken. Want bij de aandacht, die, geljjk we in den aanvang schreven, geheel is gewijd aan de conferentie te Portsmouth, doet de Kei zer alle mogelijke pogingen* om de aan dacht op zich zelf te bepalen. Doel daarvan moet zijn eene verbeterde stemming te brengen in de verhouding tus- schen zijn koninklijken oom Edward van Engeland, en hem. De samenkomst die daartoe beiden zou den hebben te Marienbad tijdens Edwards bezoek aan die badplaats en waarin tnen reeds de voorbode zag eener toenadering, kon echter niet plaats hebben van de zijde van den Koning, doch kan natuurlijk niet verhinderen dat de Keizer hem bij zijn reis door Duitsch gebied een bezoek opdringt. Al heeft nu een minder goede verstand houding tusscheu twee vorsten, ook al zijn dat bloedverwanten, niet direct eene ver plaatsing van het politieke evenwicht ten gevolge, toch heefc bij de sluiting van het Parlement een der zinsneden van het ko ninklijk woord de aandacht getrokken hl. dat toen namens Z M. werd gezegd sMijne betrekkingen met andere mogend heden blijven vriendschappelijk", omdat 't van deze betrekkingen gewagende, altijd gebruikelijk is te zeggen de andere mogend heden. Men vraagt zich af of dit soms iets beteekent ten opzichte van Duitschland. BRESKENS, 15 Augustus 1305. Schoondijke, 11 Aug. De hedenavond gehouden zitting van den Gemeenteraad werd bijgewoond door ledende heer Antli. Luteijn was afwezig. Nadat de notulen waren gelezen en goed gekeurd, werden de heeren W.C. deSmidt en Iz. Risseeuw uitgeuoodigd tot het on derzoek der geloofsbrieven der ber- en ge kozen raadsleden Jae. ühont, J. Leenhouts 4en J. A. Cammaert. Bij monde van den heer Do Sruidt ver klaarde de commissie, geene bedenkingen hebbende, te adviseeren tot goedkeuring der geloofsbrieven. Overeenkomstig liet voorstel van den voorzitter werd daartoe eu tot toelatiug dier leden besloten. Vervolgens deelde de voorzitter mede dat men omtrent de plaatsing van een twee- aruiige lantaarn aan bet in aanbouw zijnde hotel van den heer van ltosevelt voorals nog op een gunstigen stand moest wach ten met het oog op het bouwen van bet balkon. Ten opzichte van de bestrating van af de. Markt tot aan den grindweg naar Sas- put zeide de voorzitter dat aan Burg. en Weth. een aanbod door deu aannemer Van Male was gedaan van keien komende uit den grooten Rijksweg aan ƒ30 per 1000 vrachtvrij te Schoondijke. Die weg is 56 M. lang en 5 M. breed alzoo een oppervlakte' beslaande van 2S0 M-, waarvoor in liet geheid ongeveer lOOOO stuks keien noodig zullen zijn. eu vereerd En je zegt dat gij zelf hebt gezien Wat V Ik heb gezien dat bij zicli niet ont zag om een kostbaar geschenk van u aan te nemen en zich daar openlijk mede te vertoonen. Die pareb n, die u mij hebt aangeboden en die ik weigerde! Welk man van eer is in staat zulk een geschenk van een vrouw aan te nemen Dit enkele feit is reeds voldoende om de slechte geruchten, welke van hem verspreid worden, voor waarheid te verklaren. En daarbij, van waar komt hij, van waar heeft hij de schat ten welke noodig zijn om zijn schitterend leven te bekostigen V Zelfs zijn beste vrien den kunnen het zicli niet ontveinzen dat de eenige bron, waaruit hij put, het spel is. (Wordt vervolgd.) Als we nu dit jaar een 4000 stuks aan- koopen, dan zijn we er in een paar jaarvan af. De heer De Smidt meenende dat de ver koop alleen kan geschieden door het Rijk, zou meer gezind zijn voor nieuwe, ook om dat de aanleg der oude misschien wel de hardheid van den weg zal bevorderen, maar geenszins het gemakkelijk rijden De heer Joz. Risseeuw moest dit wel beamen, maar het verschil in prijs zou zooveel grooter zijn. De voorzitter voegde er aan toe dat men nu voor 0 h 700 gulden "klaar is terwijl 't met nieuwe keien wel 18 a 1900 gld is. Goedgevonden werd 40ÖÓ stuks keien aan to koopeu op de reeds vermelde voorwaar den. De oude uit dezen weg vrijkomende kei tjes zullen worden aangewend voor de Markt. Verder werd oninbaar verklaard een be drag over 1904 van 18.91 op den Hoofd. Omslag, ƒ0.75 op de Hondenbelasting en ƒ0.90 wegens schoolgeld. Daarna werd de rekening over dat jaar voor- loopig vastgesteld in ontvang op 14042.64, in uitgaaf op ƒ14049.233, alzoo met een goed slot van ƒ593 405. De heer Joh. Risseeuw en de voorzitter hielden zich buiten stemming. Nadat de agenda was afgehandeld wendde de voorzitter zich tot den heer Iz. Risseeuw on dezen, voor wien deze vergadering wel licht de laatste zal zijn, die hij als raads lid bijwoont eeb woord van afscheid te wijden. Hoewel met leedwezen vernomen werd dat deze zich niet meer voor eene herbenoeming beschikbaar wilde stellen, moesten we toch de redenen die tot dat besluit aanleiding gaven, billijken. Vele jaren heeft hij zitting in den raad gehad voor de behartiging der gemeente belangen bracht spr. hem dank, maar ook persoonlijk voor do tegemoetkoming en medewerking van hem ondervonden. Hij wenschte den heer Risseeuw en de zijnen een langdurig en gelukkig verblijf in den schoot der gemeente toe, en hoopte dat de uren hier doorgebracht steeds in aange name herinnering bij hem zouden blijven. Daarna werd de vergadering gesloten. Men schrijft ons uit Cadzand HSt is een prachtige dag geweest, die van 2 Aug. en des avonds ademde aan liet strand alles vrede en rust. Als de arbeider zijn veldwerk gestaakt heelt, kiauwtert hij bet duin op om wat van die heerlijke rust en het heerlijke schouwspel te genieten. Nauwelijks heeft hij echter zijne ver moeide ledematen uitgestrekt, of zijn oog, ontwaart een 15, 2tltal vaartuigen, die langzaam de kust uaderen. Dra is men het er over eens dat het mosselzaad-trekkers zijn, en gewillig geeft men zich over aan het denkbeeld, dat het de rechtuiaclitige pachter is. Om zicli daarvan te vergewissen gaat de opziehthebbeüde nader, docii bemerkt dat de nummers der vaartuigen onkenbaar zijn. De ingrediënten waarmee dat is geschied, doet achterdocht ontstaan. Om daaiaan uiting te geven, maakt de oppasser door middel van gefluit alarm, tengevolge waarvan een 15-tal mannen uit hunne gemakkelijke positie verrijzen en zich haasten om een hooivork, een wel wat primitief doch niettemin een schrik aanjagend wapen, to bemachtigen, ten einde, zoo noodig, den vijand te keeren. De zeeschuimers beproeven aan wal te gaan, doch worden daarin verhinderd door de bewapende mannen, die pal staan om den verboden grond te verdedigen. Aan scheldnamen, bedreigingen en ver- weuschingen geen gebrek. »Als het maar eens goed donker is, dan houdt ge ons niet meer van den wal", dus klinkt liet van af du vaartuigen. En inmiddels viel de duisternis snel in. Begunstigd door de zwartheid van den nacht wordt de vijand driester, en komt inderdaad af en toe den wal op, doch om weer even schielijk in liet zilte nat een schuilplaats te vinden tegen de telkens op ben gerichte wapeus. En onversaagd wagen ze bij hernieuwing den inval om weer even spoedig zich te zien teruggeslagen worden. Lang kan dat spelletje echter niet aan houden, want het water begint te wassen, en het hegeerde mosselzaad vloeit onder, zoodat het voor ditmaal althans buiten het bereik der kapers is. De vloot kiest zee en keert onverrichterzake terug, overtuigd dat hun werk der duisternis krachtdadig is verstoord. En de moede arbeider werpt een laat ste blik over de wijde zee, daalt langzaam het duin af en zoekt zijn legerstede op om zich te verkwikken tegen den komenden dag, wellicht droomende van zelfvoldoening over het afweren van bedriegelijke hande lingen die het daglicht niet mochten zien. Bij kon. besluit is benoemd tot ge zworene van den Clarapolder, de heer E. D. H. Geeraert te IJzendijke. Zaterdagmiddag is te Zaamslag op de hofstede van den landbouwer Abr. Die- leman een hevigeu brand uitgebroken in een houtvim, tengevolge waarvan mede de nieuwe schuur met de daarin aanwezige granen in de ascb werd gelegd. De schade wordt geraamd op ƒ15000. Niets was verzekerd. De heer C. P. I. Dommisse benoemd burgemeester van Sluis heeft ontslag aan gevraagd als archivaris der gemeente Vlis- singen. Het koninklijk jacht Victoria and Albert, met koning Edward aan boord, kwam gisterenavond (Maandag) te 7 uur op de reede te Vlissingen, geëscorteerd door twee kruisers. Het jacht zette on middellijk koers naar de haven, terwijl de kruisers op de reede geankerd bleven. Nadat het jacht gemeerd was, begaf de Britsche consul uit Middelburg zich aan boord. De talrijke bagage werd onmiddellijk naar den trein gebracht. Toen de koning bet jacht verliet, losten de kruisers saluut schoten. Een hoogst treurig ongeval overkwam Zondagmiddag den agent-majoor H. Hoog straate te Rotterdam. Om kwart over éénen bevond de majoor zich in de Sleutelsteeg nabij den Schie- daniscbendijk, toen daar een tweetal schip persknechts, thuisbehoorend op het Rijn schip »Retnis", een volksoploop verooi- zaakten. Beide mannen waren gedeeltelik onder den invloed van sterken drank, doch nog goed ter been. Hoogstraate verwijderde een hunner in de richting van de Baan en keerde toen terug naar den Schiedamschendyk. In de steeg ontmoette de majoor den tweeden schippersknecht, dien hij eveneens met zachten dwang zjjn weg wilde doen vervolgen. De majoor bracht toen zijn hand in de richting van den schouder van den schippersknecht, die, denkende gearresteerd te worden het plot seling op een loopen zette. Vermoedelijk verloor Hoogstraate daarbij het evenwicht en stortte voorover op de zeer glooiend afloopende Sleutelsteeg. Met 't hoofd viel hij op een houten schoeiing; hij bleef roerloos liggen. Eenige omstanders en twee agenten der rivierpolitie, die juist passeerden, namen hem dadelijk op en droegen den majoor die in bewusteloozen toestand verkeerde, binnen in een café aan den Schiedamschendijk. Zij plaatsten hem op een canapé in de achterkamer, waar hij weinige minuten later, zonder tot be wustzijn te zijn gekomen, den laatsten adem uitblies. Het voorhoofd vertoonde slechts twee blauwe plekjes boven het rechteroog en een klein wondje was er aan den neus. Dadelijk was de hulp ingeroepen van een viertal in de nabijheid wonende ge- neesheeren, die allen afwezig waren. Spoedig verscheen evenwel dr. Neurden- berg van de Glashaven, die den dood con stateerde tengevolge van hersenschudding of van bloeduitstorting in de hersenen. De agent van politie W. G. Harteveld die van uit zijn woning aan den Schiedam- schedijk het ongeval had waargenomen, dat in een ondeelbaar oogenblik had plaats ge grepen, zette den weggeloopen schippers knecht nog na, die evenals de andere man spoedig daarna op het bureau aan de Paau- wensteeg was. Doch bij een onmiddellijk ter plaatse ingesteld onderzoek door den directeur, den heer W. F. Verlee, bleek uit de verklaring van verschillende oogge tuigen, dat er hoegenaamd geon verzet of mishandeling had plaats gehad en het on geval aan een noodlottig toeval te wijten is. Het treffend sterfgeval verwekte groo- te deelneming. Hoogstraate stond bekend als een braaf en degelijk politieman. Hij telde 7 dienstjaren bij de politie en was 34 jaar oud. Vrijdagmorgen kwam te Den Helder binnen het oorlogsschip Evertsen, waarvan op de reis een opvarende door een stortzee over boord werd geslagen, nl. de kwartier meester Prins, nalatende een vrouw met 3 kinderen. Volgens het verbaal van een der matrozen, die tot de bemanning der uitgezette reddingboot behoorde, is men 2 uur bezig geweest om te pogen den dren keling te redden. Hij had de toegeworpen boei te pakken en de reddingboot was eenmaal vlak bij hem, toen een zee deze weer een heel eind omgooide. Het was nacht en er liep een hooge zee. Men kon elkaar steeds toeroepen. Ook het schip voer tweemaal vlak langs hem. Een touw, hem toegeworpen, vermocht hij door uitputting niet meer te grijpen. Een der schepelingen bood aan zich met een end langs boord te laten zakken, toen hij voorbij dreef, en hem zoo te grijpen. De commandant verbood het echter, daar alle kans op een tweede slachtoffer had bestaan op die manier. Het laatste wat men van den drenkeling hoorde was: »Maak voort, ik kan niet meer!" Alle pogingen faalden echter, en men was genoodzaakt de boot weer te hijschen en hem aan zijn lot over te laten. Het geval maakte aan boord een diepen indruk. De kwartiermeester was dien nacht onderofficier van de wacht, en moest vooruit naar een losgeslagen kluisdeksel kijken, toen de stortzee hem opnam en over den harbetti-toren in zee sloeg. Te Saint-Victor-sur-Loire, nabij Saint- Etienne, Frankrijk, is een boerderij afge brand. Het vuur brak uit in den koestal en bereikte ook weldra bet woonhuis. De boeren deden al bun best om het vee te redden en slaagden daarin ook, maar zij dachten er niet aan eens in het huis te gaan kijken of daar ook menschen in gevaar waren. Het was al te laat toen men bedacht, dat er nog twee meisjes, dochters van den bewoner der hoeve, 6 en 8 jaar oud, in huis moesten zijn. Men vond slechts haar verkoolde lijken. Een hevige brand is te Epinal uit gebroken. Een familie, bestaande uit vadei, broeder, moeder en hun kinderen, werd in het bed verrast. Do broeder is dood, de toestand der moeder is hopeloos, de vader brak den rechterarm met door het venster te springen en een der kinderen werd ernstig gekwetst. Men meldt uit A msterdam Een 2öjarig man, die op de Wetering schans van een in beweging zijnde tram wilde springen, werd een eind weegs medegeslenrd en geraakte onder den wagen. Met een zware verwonding aan het linker bovenbeen is hij naar het Wilhelminagast- huis vervoerd, waar hij Zaterdagmorgen overleed. Een oppasser uit het krankzinnigen gesticht te Ville Evrard nabij Parijs nam, toen hij in den kelder eeuig werk verrichtte, een verstikkende lucht waar, die uit den oven der centrale verwarming scheen te komen. Hij waarschuwde den directeur en deelde hem als zjjn vermoeden mede, dat er doode ratten in den oven lagen. Den volgenden dag kou men de lucht door het geheele gebouw ruiken eu gingen eenige mannen in den kelder om den oven schoon te maken. Toen zjj de deur daarvan openden, moesten allen de vlucht nemen en eerst nadat men geruimen tjjd lucht door den kelder had laten stroomen, kon men den oven weer naderen. Een oppasser, met een lantaarn bjj zicb, ging er in. Daar wachtte hem een afgrij selijk schouwspel. In een hoek van den oven, op het rooster, zat ineengedoken, een menscheljjke gedaante en toen deze er uit gehaald was, herkende men haar alleen nog aan een kam, die in de haren stak, als het lijk van mevrouw Gaucher, een verpleegde, die sedert een maand vermist

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1905 | | pagina 2