BRESKENSCHE COURANT. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. DE ZWENDELEOML No. 1025. Zaterdag 12 Augustus 1905. 14e Jaarg. Buitenland. FEUILLETON. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELK.tl.l.X te Rreskens. Men kan het in de gewone wereld sport noemen, op handelsgebied mag het reclame heeten, in de staatkunde gelieve men het internationale beleefdheden te betitelen, in 't algeueeu beschouwd zijn de weder- keerige bezoeken van eskaders in vreemde wateren zoowel het eene als het andere. Het wordt inderdaad als een heugelijke gebeurtenis gevierd als eenige oorlogsbodems aan eene andere mogendheid een bezoek brengen. Frankrijk heeft het Engelsch eskader met groot vertoon ontvangen en de wijze waarop hot vlootbezoek der Fransche marine te Portsmouth wordt gewaardeerd moge blijken uit de schitterende ontvangst die huar ten deel viel. De Fransche admiraal Caillard met de slagofficieren waren Maandagavond ten gastmale bij de Koning aan boord van diens jacht. De Koning dronk op de gezondheid van president Loubet en gaf daarbij zijn vreugde te kennen dat hij admiraal Caillard en diens mooie vloot mocht ontvangen. Hij herinnerde "daarbij aan de vriendelijke ontvangst, het Britsche eskader te Brest bereid. De koning vervolgde Ik hoop, dat uw bezoek aan de Engel- sche wateren zal doen zien welke goede gevoelens tusschen onze beide landen be staan. Ik ben overtuigd dat het voornaamste voordeel daarvan zal zijn de handhaving van den vrede tusschen ons. Het is te hopen dat de goede betrekkingen tusschen twee zulke nauwe buren nog versterkt zullen worden Ik drink op de gezondheid van den president der Republiek en nensch daarbij de Fransche vloot voorspoed. De Fransche gezant beantwoordde den dronk van den koning. Hij zeide Alle Franschen kennen reeds langen tijd Uwer Majesteits gevoelens ten opzichte van hun land en ook den overwegenden invloed door Uwe Majesteit geoefend om de toenadering tot stand te brengen. De gezant drouk op de gezondheid van den koning en diens huis. Admiraal Caillard zei den koning dank uit naam van de vloot voor de goede wenschen en de vriendelijke ontvangst. Tal van feestelijkheden gaan met dit bezoek gepaard. De verlichting van Portsmouth en van de Engelsche en Fransche schepen, alsmede het vuurwerk van de oorlogsbodems afgelaten is toover- achtig schoon. Een der Fransche bodems, waarop Dinsdagavond een bal werd gegeven, was, met uit Frankrijk gezonden bloemen, als in een drijvende tuin herschapen. Ondanks de groote voldoening die er spreekt uit de hartelijke toon in het verkeer tusschen de gasten en de Engel- schen en de dankbare stemming vnor de ontvangst der Fransche vloot in Engeland, is men toch zeer behoedzaam in zijne uitingen wederzijds, om aan dit bezoek niet den schijn te geven alsof deze goede verstandhouding tegen Duitschlaud zou gekeerd zijn, welks ijdelheid overigens al spoedig genoeg wordt opgewekt. Het moge opmerkelijk heeten, dat juist Duitschland vóór dit oogenblik op ietwat gespannen voet heeft verkeerd met de beide mogendheden die thans zoo lustig feest vieren. Van moeilijkheden gesproken, deze schijnen eeu eindweegs uit den weg ge ruimd, voor wat betreft de Marokko- kwestie. In Berlijn wordt veronderstelt dat de Fransche nota in zake de hervor ming door het Duitsche kabinet wel accoord daarmede zal worden gegaan. En de manoeuvre-geschiedenis in de Oostzee mag zeker wel als opgelost worden beschouwd, nu men verneemt dat Keizer Wilhelm het Engelsch kanaal-eskader zal inspecteeren in zijne hoedanigheid als Britsch admiraal. In ons vorig nummer schreven we over een financieële crisis in de «Printemps"- zaak die deszelfs directeur, Jules Jaluzot betrof. Te dezen opzichte schijnt men wel wat van al te goede gedachten geweest te zijn, want zoo gunstig staat deze zaak er niet voor. We lezen er van Toen Jaluzot op de gedachte kwam een spaarbankafdeeling in de Printemps op te richten, begon hij met in het tweetal hem toebehoorende bladen een campagne op te zetten tegen de rijksspaarbanken, wier administratie onnauwkeurig en wier solidi teit onbetrouwbaar genoemd werd. Dank zij deze hulp namen duizenden en duizenden hun spaarduitjes van de rijksspaarbanken weg om ze naai de spaarkas van «Le Printemps" te brengen. De stortingen waren dadelijk opeischbaar en te dien aanzien zouden gelden de bepalingen bij de wet voor de rijksspaarbank vastgesteld. Thans, nu het met de Printemps-spaar- bank misloopt en de handelsrechtbank Bourgois als tijdelijk beheerder heelt be noemd, heeft deze de zaak onderzocht en ontdekt, dat Jaluzot, die zijn spaarkas voorstelde als meer solide dan de rijks spaarkas, het publiek wat op de mouw speldde, want de gestorte gelden werden belegd in de onderneming «Le Printemps", een belegging die niet alleen weinig solide was, maar tevens de mogelijkheid uitsloot, om op een gegeven oogenblik de noodige gelden los te maken en terug te betalen. Bovendien is al vastgesteld, dat door de relaties tot Jaluzot in prevé, »Le Prin temps" een tekort heeft van 2 millioen. Ook met de ondersteunings- en pensioen kas voor het personeel van dit groote magazijn, moet Jaluzot al zeer zonderling hebben te werk gegaan. De ondersteunings kas wordt gevormd uit de boeten, de pen sioenkas uit 5 pCt., ingehouden van de salarissen. Jaluzot heeft het geld belegd in aandeelen van »Le Printemps." Dan heeft Jaluzot nog een schuld van 7 millioen bij »Le Printemps", welk bedrag hij geleend heeft en waarvoor hij als onderpand gaf aandeelen in »Le Printemps" zelf'. De hopelooze toestand waarin de financiën van den directeur van dit warenhuis ver keerden, moet al veel vroeger bekend zijn geweest, maar stilgehouden, totdat de Kamer op recès zou zijn gegaan, teneinde een interpellatie te voorkomen of minstens te verschuiven. De gevolmachtigden van Japan en Rusland der vredes-onderhandelingen zijn Zaterdag te Oysterbay door President Roosevelt ontvangen. De Japansche gevolmachtigden kwamen het eerst met hun oorlogsschip aan ze gingen in een stoombarkas aan land en begaven zich naar de «Mayflower", waar president Roosevelt zich bevond. Ze werden ontvangen met een saluut van 19 kanon schoten en geleid naar het ontvangsalon, waar ze aan den president werden voorge steld door den adjunct-minister van buiten- landsche zaken Pierce. De president be groette hen kortelijk uit naam van de regeering der Vereenigde Staten. Daarop vertrokken de Russische gevol machtigden naar de «Mayflower". Ze werden eveneens met 19 saluutschoten begroet. De heeren Witte en Von Itosen werden met hetzelfde ceremonieel als de Japansche vertegenwoordigers door den president ontvangen. Daarop werden de Japansche gevolmachtigden voorgesteld aan de Russischevervolgeus werd aan boord van de «Mayflower" de lunch gebruikt. Na afloop daarvan vertrok president Roose velt en gingen de Japansche gevolmach tigden aan boord van de «Dolfijn" voor een uitstapje naar Portsmouth. Aan den lunch stelde president Roosevelt den volgenden toast in Ik stel een dronk in waarop geen ant woord kan volgen en ter eere waarvan ik 33. 1 Wat kan je eigenlijk doen, Jean. Het beste is dat je heengaat en je nimmer weer vertoont. Waarom je er over te be kommeren Je draagt niet eens denzelfden naam als je moeder. Gebruik je geweld, dan noemt je een ieder een ontaard zoon. In mijn verbeelding zie ik reeds de nieuws bladen Jgevuld met ellenlange artikelen, onder het opschrift «Een moeder gemarteld door haar zoon." Dan blijft je nog over dat je naar dien mijnheer gaat en hem zegt: Ik verbied u met mijn moeder te huwen. Hij zou je in het gezicht uitlachen en de wereld zou er mede instemmen. Jean, wees op je hoede, wie weet waartoe die markies in staat is Ik weet, mjjn vriend, aan welk ge vaar ik mij blootstel, en hoe gering de kans is dat ik zal slagen. Maar ik zal niets onbeproefd laten om mjjne moeder uit de klauwen te redden van hem, die misschien nog ellendiger is dan wij wel vermoeden. Maar ik kan geen beslissing nemen alvorens met haar te hebben ge sproken. En wat ook de uilslag van dat gesprek moge zijn, ik zal mijn plicht doen. Morgen ochtend zal ik haar om een on derhoud verzoeken. Hij drukte zijn vriend de hand en begaf zich, in overpeinzingen verdiept, op weg naar de villa zijner moeder. VII. Den volgenden ochtend, omstreeks elf uur, wandelde Jean op het terras voor de villa heen en weder, toen de hertogin de glazen deur van het kleine salon opende en hem met haar heldere stem riep Jean Jean Kom dan Terwijl hij haar naderde sloeg Jean zijn moeder met aandacht gade. In haar wit kleedje zag zij er zoo frisch en bekoorlijk uit als een jong meisje. Hij besefte dat de natuur het zoo had beschikt, dat deze haar met zorg had behoed voor den inval lenden ouderdom en dat zij hog zeer goed in staat was, niet alleen liefde te gevoelen, maar ook op te wekken. Daarom was haar veel te vergeven. Deze bekoorlijke vrouw zou hem slechts kunnen antwoorden, wan neer hij haar het laakbare van haar ge drag onder het oog brachtZie mij aan, ben ik niet even jong als jij Ik ben je moeder niet, ik ben je zuster Nog nim mer was hem de taak, die hij op zich bad genomen, zoo moeilijk voorgekomen als op dit oogenblik, toen zij in haar volle be koorlijkheid voor hem verscheen. Zwijgend en verlegen trad hij het salon binnen, doch zij scheen dit niet op te mer ken en sprak tot hem met haar gewone levendigheid. Je hebt gisteren-avond de voorstelling niet tot einde toe bijgewoond, wel Neen, mama, ik ben met Devienne langs het strand gaan wandelen. Die Pa- rijsche tooneelspelers, hoe toegejuicht ook in de hoofdstad, zijn daar buiten, wanneer men door natuurschoon is omringd, be paald onverdragelijk. Hier wekken zij een afkeer voor het leven op. Maar ik ver geet dat u het leven schoon vindt en dat u er zeer aan gehecht zjjt. Zoo is liet inderdaad. Maak je mij daar een verwijt van? Wanneer dat u vreest dat u iemand ooit iets zal verwjjten, dan zal ik er nim mer de oorzaak van zijn. Bij deze woorden, welke zoo duidelijk zinspeelden op hetgeen beider gedachten bezig hield, beefde de hertogin. Zij wend de het gelaat van haren zoon af terwijl zij vroeg Wie dan Droefgeestig antwoordde hij dat weet u beter dan ik, mama. Nu beefde zij over het geheele lichaam, het was haar onmogelijk zich langer te bedwingen Wat heeft men je verteld Welke lasteringen heeft men nu weer bedacht om onze goede verstandhouding te verstoren Men beeft mij niets verteld, moeder. Niemand heeft u belasterd. Maar met bit tere smart heb ik ontwaard dat de oorza ken, welke die scheiding tusschen ons heb ben gebracht, nog meer dan ooit bestaan. Jeanriep zij tot eenig antwoord uit. Zij was doodsbleek geworden. Haar gelaat drukte zooveel leed uit dat Jean er door bewogen werd. Met een gebaar van diepe wanhoop vervolgile hij Het was mijn voornemen mjjn hart

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1905 | | pagina 1