Binnenland. te voorkomen, schobt hij den neger over hoop. Op het knallen van het schot kwamen de andere Senegaleezen aanloopen, zonder te weten wat er gaande was. De Duitsebe troep liet hen echter niet nader komen, maar gaf vuur, met dat gevolg, dat er 4 Fransche soldaten werden dood geschoten en verscheiden gewond. Luite nant Schoenman trok nu verder en eischte, dat de agent van de Fransche maatschappij de factory ontruimen zou. Deze agent antwoordde, dat hij niet beter wist, of Missoem Missoem lag op Fransch gebied, en hij was dus niet van plan heen te gaan. De Duitsche troepenafdeeling trok daarop terug. De Duitsche en Fransche regeering zijn daarop overeengekomen, dat de grens tusschen Kameroen en den Franschen Kongo ter plaatse moest worden vastgesteld door deskundigen. Reeds zijn Duitsche en Fransche deskundigen naar Missoem-Mis- soem vertrokken. De Fransche commissie staat onder leiding van majoor Lenfant. De vraag blijft echter, ook als Missoem- Missoera op Duitsch gebied blijkt te liggen, ol de Duitsche regeering geen schadever goeding is verschuldigd aan de Fransche maatschappij, iti wier dienst de Senega leezen stonden, die slachtoffers van een misverstand zijn geworden. Dit is een kwestie, die de Fransche maatschappij mogelijk voor het Haagsche hof van arbi trage zal trachten te brengen. De Boni-expeditie. Boni heeft reeds jaren lang weer rede nen tot klachten gegeven, in het bijzonder doordat Boniscue gezanten onrust stookten in het meer noordelijk gelegen landschap Loewoe en ook in Laiwoei, waar zij her haaldelijk willekeurige handelingen pleeg den. Meer dan eenmaal werd de landvorst van Boni, wiens volle titels luiden Lapawawooi Karaëng Segeri, ernstig terecht gewezen. Hij erkende dan wel schuld, maar uit niets bleek, dat hij herhaling trachtte te voorkomen De nieuwe gouverneur van Celebes, de heer A. C. Kroesen, trad kort na zijn op treden (14 April 1903) in onderhandeling met den vorst, die zijn goeden wil deed betuigen, maar zich verontschuldigde dat hij, oud en gebrekkig man, die hij was, niet naar Makassar kon komen. Tegelijk echter noodigde hi] den gouverneur beleefd uit hem een bezoek te brengen. De heer Kroesen heeft in Januari 1904 aan die in vitatie gevolg gegeven. De ontvangst liet niets te wenschen, maar de onderhandelin gen hadden geen werkelijk resultaat. De oude vorst, die de laatste verte genwoordiger is van de wettige linie, heeft de Companie blijkbaar aan 't lijntje gehouden en zich tot niets verbonden. Sedert is de verhouding er niet op ver beterd, integendeel kwamen er voortduren de berichten, dat de Boniërs zich in stilte toerustten tot een krachtig verzet. Het verluidde, dat reeds in April veel Beau mont- en Winchester geweren uit Singapore werden aangevoerd en dat de bevolking werkte aan versterkingen op de voornaam ste toegangswegen aan de westelijke grens van het land. Op 22 April werd Paré-Paré bezet, met de bedoeling den invoer naar Boni over land zooveel mogelijk te beheerschen. De daar gelegerde detachementen (3de com pagnie Amboineezen van het 6e bat. inf.) m staan onder commando van den kapitein wat ik wel weet, is dat gij zeer slecht ge humeurd zijt, sedert dat mijn zoon hier is aangekomen. Het spijt mij dat gij het hebt opge merkt, want ik wilde het zooveel mogelijk verbergen. Maar kan ik anders Iedere samenkomst is ons onmogelijk, zelfs in het openbaar kunnen wij elkander slechts met de grootste omzichtigheid naderen. Vindt gij zulks niet onaangenaam Welnu, wees gerust. Hij zal spoe dig weder vertrekken. (Wordt vervolgd.) jhr. C. T. Goldman, die onder zijn hevelen heeft een 1ste- en twee 2e-luitenants, als mede een ulficier van gezondheid 2e kl. De kroonprins van Sidenreng heeft met de heele bevolking de vlucht genomen en hebben de staatjes van de federatie Adja Tapparang de gehoorzaamheid aan de re geering opgezegd door terugzending der contracten, wat als een ernstig geval moet worden aangemerkt. Reeds bij de aankomst te Paré-Paré liep het gerucht, dat een broeder van den vorst van Sidenreng ons met 2000 gewapenden zou trachten te verdrijven. Hij zou daarbij gesteund worden door een prins van Wad- jo, gunsteling van den vorst van Boni. Aanvankelijk leek dit alles uit de lucht gegrepen, want de kroonprins van Siden reng beloofde alle hulp en bewaakte zelfs met 500 man de matei ialen voor den bouw van het kampement. Doch dit waren niets dan krijgslisten om onze troepen, op de Lomboksche manier, vertrouwen te geven. Op 12 Juni 11. iverd de vesting aangeval len, maar men was gelukkig op zijn hoede. Door het geweervuur van de bezetting en het geschut van de »Assahan"-stoomer be- hoorende tot de Indische militaire marine, voerende 10 kanonnen, commandant de luit ter zee 1ste klasse W. J. G. Umbgrove werd de aanval krachtig afgeslagenvol gens een telegrafisch bericht liet de vijand wel 500 dooden liggen, terwijl onze troe penmacht slechts twee gewonden kreeg. Het is de vraag of dit eerste treffen, hoe zwaar ook de vijand werd getroffen, den strijdlust zal bekoelen. De aanval op Paré-Paré heeft duidelijk gemaakt, dat we niet alleen met Boni zullen hebben te reke nen, maar met een verzet dat zich in wij den kring heeft vertakt. Het staat te vreezen, dat Sidenreng, Wadjo, Soppeng en, zij 't meei in 't geniep, ook Gowa, steun zullen verleenen aan Boni. Andere vorsten zullen ons zeker ter zijde staan en daarbij onze trouwe vriendin We Tanri OUé, de hoogbejaarde leenvorstin van Tanette. Alles wijst er op, dat een krachtig op treden onvermijdelijk is. Het Zuidwestelijk schiereiland van Cele bes, aan drie zijden door de zee bespoeld in het midden door twee lange, zeer rots achtige bergketens doorsneden eu in het Westen loodrecht oprijzende rotsmassa's vertooneude, maakt met zijn moeilijke ter reinen een bijzondere taktiek noodzakelijk. Geen beutingsfelsel dus, geen insluiting cordons, geen oprichting van talrijke pos ten, maar aanvallen uit zee, gesteund door hulptroepen ter bestoking van 's vijands rug of flanken, marschen dwars door het schiereiland, tochten tot in de rotsspleten van het centrale gebergte, tijdelijke of voortdurende bezetting van enkele kust plaatsen eu gecombineerde manoeuvres te gen de schuilhoeken der roovende benden. Zoo was vroeger het karakter van den oor log in deze streken. De Boegineezen van Boni in het bijzon der wisten, ook hij slechte bewapening, uit nemend partij te trekken van de rotsachtige terreinen, waar zij sterke liniën opwierpen, die zij zeer goed verdedigden. In het vlakke veld hielden zij tegen onze troepen geen stand, maar hun talrijke ruiterscharen de den dikwijls stoute aanvallen op onze co lonnes. In het algemeen is echter gebleken, dat de Boniërs na een werkelijk echec spoedig den moed verloren en in wanorde terug trokken. De lessen van de vroegere Bonische ex pedities zijn zeker niet verloren gegaan, maar bovendien het is in Atjeh en nog niet lang geleden ook op Borneo be wezen is een inlandsche vijand tegen een snel en krachtig optreden niet opge wassen. Ook in Zuid-Celebes zullen do gevreesde marechaussees nu wel een rol hebben te vervullen. Bedenkt men hierbij hoe generaal Van Ileutz in 1898 metsnel opvolgende bewegingen geheel Pidië (Pe- dir) onderworpen heeft, tegenover een vij and, die waarschijnlijk nog meer was te duchten, dan lijkt het niet gansch onge rijmd, dat ook Boni met zijn boudgenooten spoedig zal moeten bukken voor de kracht onzer wapenen en vooral voor de verbeterde aanvalstaktiek, welke hier nog niet is toe gepast. In Boni herhaalt zich de geschiedenis van andere gewesten Jaren en jaren reeds stond een gewapend optreden op het program, maar men stelde de uitvoering altijd weer uit, omdat men elders genoeg te doen had. Intusschen hebben de grieven zich opgehoopt en tegen over onze lankmoedigheid zijn de Boniërs steeds aparmantiger" geworden, totdat zij zich in het eind onverwinnelijk gingen achten. Nu kon men het niet langer uitstellen. BRESKENS, I Augustus 1905. Bij het te Breda gehouden examen voor de hoofdacte is o. m. geslaagd de heer R, A. Straub te Rotterdam. - De destijds uit het Mauritshuis te 's Gravenhage gestolen schilderij van Frans Hals is gaaf' en goed te Antwerpen terug gevonden. Het llandbt. ran Antwerpen meldt er van Voorleden Woensdag bood een welge kleed heer zich aan ten huize van een rentenier-kunstliefhebber te Antwerpen, en bood hem te koop eene oude schilderij, in dewelke de liefhebber eene occasie zag, te meer daar hem voor het stuk maar 1000 franc werden gevraagd. De man sloot den koop en betaalde den bezitter 1000 fr. uit. Hoe het nu gegaan is, en of er iemand den kooper opmerkzaam heeft gemaakt op de in den Haag gepleegden diefstal, men weet het nietin alle geval, reeds Woens dagavond was de kooper ten huize van ad vocaat Roost, om hem zijn geval te ver tellen. De heer Roost seinde Donderdag aan den heer Bredius, conservator van het Mau ritshuis, welke onmiddellijk een verzoek stuurde aan dr. Max Rooses, conservator van 't Plantijn-iuuseum, zich te gaan ver gewissen of de schilderij in kwestie de ge stolen Frans Hals was en, desgevallend, er de som voor te betalen, die de kooper er voor betaald had. Vrijdag nu heeft de heer Max Rooses, ten huize van advocaat Roost, de schilderij onmiddellijk herkend eu aan den kooper de som uitbetaald, die hij er aan gegeven had. Men begrijpt met welke vreugde de heer Bredius 's middags het telegram van den heer Max Rooses heeft ontvangen, eu het nieuws, dat het aan zoo goedkoopen prijs terug naar den Haag zou keeren. Het kunstwerk is nog 's avonds door vertrouwde handen terug naar Holland ge bracht. Van de daders is nog niets ontdekt. In verband met de aanhouding te Mid delburg van een persoon, verdacht betrok ken te zijn bij den diefstal van de schil derij van Frans Hals, zijn Maandag drie personen in deze gemeente als getuige voor den rechter van instructie in den Haag verschenen. De justitie en politie te Middelburg beijveren zich nog steeds om klaarheid te brengen in de duistere geschiedenis van de inbraak bij den heer Boogaert aldaar. Zij stuit daarbij op zeer veel moeilijkheden, want de personen, die men met grond ver denkt, zijn zeer handige individuen, die herhaaldelijk van naam veranderen. Het onderzoek heeft o.m. aan 't licht gebracht dat de onder dén naam Vermeulen gesig naleerde en als zoodanig te Middelburg goedbekende persoon de vader is van den aldaar aangehouden Nijs en genaamd E. Nijs. Hij is ook een zeer ongunstig be kend staand man, die in België nog vijf jaar gevangenisstraf heeft te boeten. Sluis, 28 Juli. Onder voorzitterschap van den heer J. de Bruijne-de Die kwam de gemeenteraad heden middag in voltal lige zitting bijeen. Na lezing en goedkeuring der notulen werd mededeeling gedaan van eenige in gekomen stukken, alsKennisgeving van Ged. St., waarbij zijn goedgekeurd wijzi ging hoofd, omslag 1905 en wijziging wo ningwet aankoop van een perceeltje grond bij het huis van het hoofd van school A, tolheffing op den weg naar lleille tot 1912. Verder is ingekomen een schrijven van H. R. Grahame, waarin hij verklaart de benoeming aan te nemen als lid der commissie tot wering van schoolverzuim. Voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is het onderzoek der ge loofsbrieven van de herkozen raadsleden de heeren J de Bruijne-de Die en J. B. Maen- lioudt tijdens dit onderzoek ging het voor zitterschap over aan den 2eu wethouder, de heer J. C. Stern. De geloofsbrieven werden gesteld in han den van de heeren J. H. Hennequin, L. Breesnee en P. Noestbij monde van den heer Hennequin werd besloten tot toela ting waarna de herkozenen door den secre taris werden binnengeleid en door den beer Stern met hunne herkiezing geluk werden gewenscht. Daarna nam de heer de Bruijne het voor zitterschap weder op zich. De staat van oninbare posten hoofd, om slag werd wegens veitrek en overlijden vastgesteld tot een bedrag van ƒ76.78 en die der hondenbelasting op ƒ13. Vervolgens werd de raad de gem.-reke- ning aangeboden in ontvangstop ƒ21456.575 en in uitgaaf ƒ20895.81. Het salaris der onderwijzeres van Heille stelde men met alg. st. vast op ƒ550, van af 15 Mei jl. Met alg st. werden goedgekeurd de rekening alg. armbest. Heille 1904 in ont vang op ƒ1829.125 en in uitgaaf ƒ1376.245, goed slot van ƒ452 88 de begrooting alg. armbest. Heille 1906 in ontvang en uit gaaf op ƒ2196.05 de rekening alg. armbest. Sluis 1904 in ontvang ƒ1038.71 in uit gaaf ƒ941.67, goed slot ƒ97.07 de be grooting alg. armbest. Sluis 1906 in ont vang en uitgaaf op ƒ1027.07. Alsnu is aan de orde de benoeming van een lid van het algemeen armbestuur te Sluis vacature de heer Iz Sanders-Meyer. De voordracht bestaat uit de heeren P. Verhage, Iz. de Kramer en J. P. Leijsen- naar. Benoemd werd de heer P. Verhage met 4 st., tegen 1 op dhr. I. de Kramer en 2 op den heer J. P. Leijsennaar. Hierna werd met alg. st. vastgesteld de nadere verordening op het verstrekken van sterken drank in het klein op den open baren weg, welke in werking treedt 15 Aug. a.s. Het verzoek van mej. S. Voskamp tot het plaatsen van een poortje aan de wal werd eveneens met alg. st. goedgekeurd tegen betaling van ƒ1.'s jaars en zulks tot wederopzeggens toe. Op het verzoek van den heer II. C. Bak ker, bibliothecaris der Volksbibliotheek tot het daartoe gebruiken van een der lokalen in school A en het plaatsen van 2 kasten voor de aanwezige boeken, werd nadat op voorstel van B. en. VV., het hoofd dier school gehoord, gunstig beschikt. Na at handeling der agenda vroeg de heer Breesnee of het niet mogelijk zou zijn een beter en uitgebreider politietoezicht te doen uitoefenen over de straatjeugd, die aan menigvuldige vreemdelingen bij hun bezoek aan deze gemeente zeer veel last veroor zaakt, zoo door boven op de tafels te staan als door stoelen om te werpen. (We veroorloven ons de opmerking dat de jeugd toch wel niet op de tafels zullen staan als er gasten aan- of stoelen zullen omwerpen als ze er ingezeten zijn, terwijl de vreemdelingen al zeer spoedig van zich afbijten. Maar met het werpen van geld stukjes en koekjes hebben zij ten zeerste de aandacht der jeugd op zich gevestigd, die, als dit nu eens nagelaten wordt zich wel aan hen opdringen en wat luide aan die gewoonte herinneren. Verslagg.) Inmiddels zou de voorz. in dezen laten doen wat noodig is. En ten anderen wees de heer Breesnee op het hinderlijke van 'den stand der ledi ge wagons van de stoomtram Breskens- Maldeghem, voor de herberg »Au petite café" met verzoek het daarheen te leiden dat genoemde wagons op de doode lijn langs het kanaal komen te staan. Ook in dezen zal de voorz. zich wenden tot den Directeur. Daarna werd de zitting gesloten. De heer Th. A. Maat te IJzendijke is met alg. stemmen benoemd als onder wijzer te 's Heer-Arendskerke. Aan het slot van het verslag der raadszitting van IJzendijke, komt voor dat de heer Heudrikse zeide»Het komt er

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1905 | | pagina 2