BRESKENSCHE COURANT.
Wmmmm.
ALGEMEEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR
HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
No. 1022.
Woensdag 2 Augustus 1905.
14e Jaarg.
Buitenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Kijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, hij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTÈNTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond hij den uitgever C. DIELEMA\ te Breskens.
De Belgische regeering is bepaald niet
ongelukkig. De groote onafhankelijkheids
feesten mogen inderdaad gerekend worden
tot de politieke fortuintjes die ook voor
een ministerie nog wel eens weggelegd en
niet onwelkom" zijn,.
Dat hierbij de Koning zelve veel luister
bijzet door zijne bezoeken aan verschillende
steden is zonder twijfel. En men zou
zelfs gaan denken aan een propagandatocht
die do grijze vorst onderneemt in het
belang van de groote doorsteek der Schelde
bij Antwerpen.
Donderdag bezocht Z. M. vergezeld van
prins Albert, de groote Scheldestad Ant
werpen, waarbij bet onbeschrijfelijk en-
thousiastiscb toeging.
Maar de geestdrift steeg ten top bij het
bezoek aan de Beurs alwaar de Koning
eene herhaaldelijk met levendige toejuichi n-
geu onderbroken redevoering hield te
midden van de kopstukken van den Ant-
werpschen groothandel.
Nadat de voorzitter van de Antwerpsehe
Kamer van Koophandel, een redevoering
bad gehouden waarin hij opsomde de
ontzaglijke voordeeleu op economisch gebied
die de onafhankelijkheid België vooral in
de laatste veertig jaar had gebracht ook
met warme woorden de nieuwe haven
werken had aanbevolen, nam koning
Leopold, staande aan den voet van (het
Vrijheidsbeeld, het woord en begon
Mijne heeren
Ik heb met al de aandacht, die zij
verdient, de zaakrijke redevoering aange
hoord waarvan, de achtbare voorzitter der
Handelskamer van Antwerpen, lezing ge
geven heeft.
Ik beu gelukkig mij omringd te zien
door al de vertegenwoordigers van den
Antwerpschen handel en nog eens in bun
midden mijn onwankelbare en meer dan
50 jaren oude toewijding te betuigen voor
de zaak der ontwikkeling onzer groote
haven.
M. Corty heeft den lof verkondigd van
het ontwerp, dat de regeering aan de
Kamer heeft aangeboden en hij heeft nooit
beter en meer naar waarheid gezegd dit
overgangsontwerp is alleszins bevredigend,
breed en overeenstemmend niet de tegen -
woordige behoeften.
M. Corty beeft herinnerd wat er in 183-1
is voorgevallen, al de vrees en duistere
voorspellingen, die toen in de Kamer
werden uitgedrukt bij den bouw der spoor
wegen, een vrees, die in Frankrijk de
uitstekende Thiers zelf deelde.
Zooals gij zegt, onze spoorweginstellingen
zijn overal te bekrompen en hun her
nieuwing zal veel meer kosten dan het
ontwerp-Antwefpen kosten zal.
In België is men te veel wantrouwend.
Gedurende epuweu onderdrukt zagen de
Belgen, en niet zonder reden, destijds in
het gezag steeds een vijand.
Men vergeet echter te veel, dat het ge
zag Belgisch geworden is en dat in onzen
tijd vitten niet een daad van onafhanke
lijkheid is, maar eenvoudig een beletsel
voor den nationalen vooruitgang, bron van
den vooruitgang van alle Belgen.
Want het is wel de natie, waaruit alle
macht komt, die souverein bare lotsbe
stemmingen beheert. De natie, die de
werken verwaarloost, welke hare toekomst
verzekeren, treft zichzelf; en wjj, een der
meest practische volkeren der wereld, zijn
dikwijls onredelijk tegen onszelf.
Dit wantrouwen, mijneheeren is een
openbare' ramp.
Wie zichzelf wantrouwt, gaat niet meer
vooruit; hij aarzelt, en de dikwijls inge
beelde vrees van slecht te doen, doel op
dezelfde plaats blijven staan.
Maar. op de plaats blijven staan, is niet
vooruitgaan en een volk dat niet meer
vooruitgaat, gaat achteruit, glijdt uit op
de noodlottige en snelle helling en stelt
zich bloot van te vallen in een doodslaap,
die gelijk staat aan den dood zelve.
Antwerpenaren en Belgen van alle kleur
en van alle partij, gij allen wier belaDgen
solidair zijn en niet anders dan solidair
kunnen wezen, wilt gij dat men u, zelfs
onvrijwillig zou meesleuren op den nood-
lottigen weg van het verval
Op dit oogenblik stonden alle aanwezigen
op en als uit één mond riepen duizenden
stemmen Neen Neen Neen Men roept
Leve de Koning Leve Antwerpen
Ik ondervraag u en smeek u te ant
woorden. (Weer roept heel de zaal
Neen Neen Neen
Gij wilt dus niet, dan is het heel een
voudig. Laat ods krachtdadig een dam
opwerpen tegen het verval laat ons
daarop een sterke wacht stellen, opdat
het land gevrijwaard blijve voor het onher
stelbare onheil, want als men dien weg
eens ingeslagen heeft, rolt men onvermij
delijk naar den afgrond.
/weren wij hier, onwankelbaar, als vrije
burgers, van uit al onze krachten de ver
wezenlijking te bereiken van het door
mijn regeering aangeboden voorstel.
Het zal van Antwerpen maken de
grootste haven ter wereld en tevens de
veiligheid waarborgen, die voor zijn voor
spoed onbreekbaar verbonden met België's
welzijn, noodig is.
De koning besloot zijn redevoering in
het Vlaamsch met den uitroep Antwerpen
boven Voor Antwerpen en bovenal voor
Belgenland
In het begin der vorige maand maakten
Fransche bladen melding van een botsing
tusschen Fransche en Duitsche soldaten,
die zou hebben plaats gehad in West-
Afrika op de grens van de Duitsche
kolonie Kameroen en het Fransche Ivongo-
gebied. Van dat voorval zijn thans meer
bijzonderheden bekend geworden, zoodat
de Temps nu een geregeld verbaal van
het gebeurde geeft. Te Missoem-Missoem
had sedert eenigen tijd een Fransche -
maatschappij, de Maatschappij van de
Ngoko Sanga, een factorij opgericht. Op
dien Frauschen buitenpost bevond zich ook
een kleine afdeeling Fransche troepen,
tirailleurs van Seuegal, die werden onder
houden en betaald door die Fransche
maatschappij van Ngoko-Sanga. De
Duitsche en Fransche militairen zijn met
elkaar in botsing gekomen bij Missoem-
Missoem, omdat er verschil van meening
over bestond of die post nu eigenlijk ligt
op Franxch of wel op Duitsch grondgebied.
De grens tusschen het Duitsche en het
Fransche gebied is vastgesteld in 1894.
Deze grens wordt van de zee tot zeker
punt in het binnenland gevormd door een
denkbeeldige lijn, die naar lengte en
breedte is bepaald. Verder landwaarts in
vormt de Nigoka een natuurljjke grens.
De post Missoem-Missoem ligt in de
nabijheid van die denkbeeldige, in 1894
getrokken lijn, volgens de Fransche maat
schappij binnen het Fransche gebied. Maar
volgens een Duitschen luitenant, die daar
in de buurt was in Kameroen, ligt Missoem-
Missoem nog op Duitsch gebied. Deze
luitenant deed met eeii afdeelingjinlandsche
soldaten een expeditie naar Missoem-Mis
soem en ontmoette op weg daarheen een
sergeant van de Fransche Senegaleezen,
met een troepje soldaten. De Fransche
neger-sergeant ging, toen jiij de Duitsehers
zag, deze alleen tegemoet. Luitenant
Schoeuman, de bevelvoerder over de
Duitsche militairen, eisehte, dat de post
Missoem-Missoem onmiddellijk zou worden
ontruimd door de Franschen. De sergeaut
antwoordde, dat hij niet anders deed dan
zijn orders nakomen en dat hij nadere
orders van de Fransche overheid zou af
wachten. Toen heeft luitenant Schoenman
gedacht, dat de sergeant een beweging
maakte om. hem aan te vallen en om dat
30.
Hij zette weder het gesprek met zijne
vrienden voort. Hij genoot van de wel
lust die veroorzaakt werd door het bewust
zijn dat hij de vrouw, die hem liefhad,
martelde. Maar het duurde niet lang of
het vervelend gesnap van de jongelieden,
die zijn gezelschap vormden en die geen
andere onderwerpen konden aanroeren dan
toiletten en cocette's, walgde hem. Het
onbeteekenende van de dwazen, die hem
omringden, bad voor de hertogin een gun
stiger uitwerking dan al hare smeekingen
en aanmoedigingen zouden hebben kunnen
tot stand brengen. Hij begaf zich naar de
loge van de hertogin van Diernstein.
Hij groette haar met veel voorkomend
heid en dit was genoeg om haar te doen
vergeten dat zij hem had willen beknorren.
Zij vroeg hem waarom hij er zoo bezorgd
uitzag. Hij gaf haar echter geen nadere
inlichtingen dan ja of neen. Toen die on
dervragingen hem eindelijk lastig begon
nen te worden zeide hij
Wees voorzichtig, uw zoon kan ons
zien. Zooeven heb ik bem beleefd gegroet,
doch hij antwoordde slechts met een flauw
hoofdknikje, llij zit beneden, in de zaal,
in gezelschap van zijn vriend Devienue,
den schilder.
Wij hebben immers niets te vreezen.
Houd u liever uitsluitend met mij bezig.
Juist door mij voor uwen zoon te
verbergen tuon ik mijne belangstelling je
gens u.
Zij antwoordde niet maar een innerlijke
toorn jegens haren zoon inaukte zich van
haar meester. Roger sloeg haar aandach
tig gade en bon zich niet verhinderen haar
nog altijd schoone gestalte te bewonderen.
Zij was inderdaad een bekoorlijke, begee-
reuswaardige verschijning. Deze overwe
ging liet niet na eenigen indruk op hem
te maken en onwillekeurig nam hij dicht
aan haar zijde plaats. Toen hij haar met
zijn knie even aanraakte, bloosde zij en
keerde haar gelaat naar hem toe, alsof zij
door een onzichtbaren magneet werd aan
getrokken.
Gij ziet er hedenavond schitterend
uit, Roger. Die parelen staan u uitste
kend. Het doet mij genoegen dat gij ze
draagt.
Deze opmerking scheen hem te misha
gen. Hij veinsde haar niet gehoord te
hebben. Maar zij praatte door en trachtte
hem door vroolijke gesprekken in een betere
stemming te brengen.
Een flink gevulde zaal, is het niet?
Geheel Deauville is vertegenwoordigd.
Het publiek is nog al gemengd. Be
halve de dames-bestuurderessen, die niet
anders konden doen dan te komen, is er
niet veel bizonders. De meeste dames be
lmoren tot de onbekenden, en de heeren,
behalve diegenen welke op mijn aandrin
gen zijn gekomen, zijn niet veel beter.
Enfin, het is een weldadigheidsvoorstelling.
De vlag dekt de lading
Uw oordeel is wat al te streng. Er
zijn zeer vele bekenden. In ieder geval
zijn alle plaatsen bezet en dat is de hoofd
zaak. Zie, daar zit de barones de Sauve-
lys en giuds mejuffrouw Mareehal, in druk
gesprek met mijn zoon.
Een bekoorlijk familie-tafereel 1
Maar waarom trouwt uw zoon niet met
die rijke jonge dame?
Misschien juist omdat zij zoo rijk is.
En lachend liet zij er op volgen Daar-
bjj wil hij mij zonder twijfel het onaan
gename geval besparen van grootmoeder te
worden.
Het gebeurde meermalen dat zij zich
door hare openhartigheid liet verleiden op
haar leeftijd te zinspelen, en onbewust
hield zij juist daardoor Roger in haar macht.
Hij leefde in voortdurenden augst dat zij
nog eens plotseling het besluit zou nemen
vaurwel te zeggen aan het schitterende le
ven eener kokette vrouw om te berusten
in haar leeftijd. Een enkele teleurstelling
zou voldoende zijn om haar tot dien om
mekeer over te halen. Daarom trachtte hjj
haar steeds door teederheid tot andere ge
dachten te brengen. Na een korte poos,
alsof bij gedurende dien tijd had nagedacht,
vroeg hij
Indien gij grootmoeder zijt, zult ge
er dan minder schoon en beminnenswaard
door geworden zijn
Zij beschouwde hem met een zuchten
blik en antwoordde
Ik weet niet wat gij doen zult, in
dien ik eenmaal grootmoeder ben, maar