BRESKENSCHE COURANT. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. se mmmmi No. 999. Zaterdag 13 Mei 1905. 14° Jaarg. Buitenland. Binnenland. FEUILLETON. en. het A B O N N E M li N T. Per 3 maanden /0.511, franco per post door het geheele Kijk ƒ0.55, voor België 0.62s, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. (Dm alle boekhandel aren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever tb DIELEJIAV te lireskens. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief'. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. N. Frankrijk's onzijdigheid. De Parijsche correspondent van d li. Crl. schrijft Van af het oogenblik al waarop Rozjest- wenki's vloot het oorlogsterrein begon te naderen, heeft zich een gespannen toestand ontwikkeld Het ligt voor de hand, dat do spanning, de onrust, de waakzaamheid en prikkelbaarheid in Japan het grootst waren, dat men daar minder kalm dan de ^toeschouwers in Europa de gebeurtenissen aanzag. En waar men constateerde, dat de naderende vijandelijke vloot, tot heden steeds in Fransche havens en wateren haar rust genomen, en, naar uien meende, ook haar uitrusting voltooid heeft, is het lie- grjjpelijk, dat in Japan een weinig vrien delijke stemming heerscht ten opzichte van Frankrijk. Frankrijk heeft, met de mees te vastelaudsstaten, ruime regels van neu traliteit, in tegenstelling met Engeland en een eilandenrijk als Japan. Dit is begrij pelijk. Dit is ook in zooverre stilzwijgend erkend, daar Japan geen protest aangetee- kend heeft tegen de bij het begin van den oorlog door Frankrijk uitgevaardigde regels van neutraliteit. Echter, de kwestie van de neutraliteit is evenals alle kwesties van internatioaliteit, en vooral van oorlogsrecht, zeer moeilijk en netelig. A au hooge en bevoegde Japansche zijde is bijv. een on derscheid gemaakt van plaats en tusschen één schip en een heele vloot. Als men zoo dicht in de buurt van Japan, zoo werd beweerd, aan een gehcele vijandelijke vloot, die optrekt om de Japansche vloot te ver nietigen, zulk een groote gastvrijheid toe staat, dan wordt dat een zoo niet partijdi ge, dan loch een voor Japan hoogst on aangename, ja, zelfs onduldbare toestand. Inderdaad werd liet een zeer lastige vraag of de Russische vloot zich in de In- do-Chiucesche havens bevond, »in een staat van oorlog", een geval, dat ook naar de Fransche neutraliteitsverklaring ongeoor loofd was, eii het is begrijpelijk, dat met bet naderen van de vloot de onrust, de prikkelbaarheid en de verontwaardiging der Japanners op dit punt grooter werd. Het is onzeker in hoeverre de Fransche waak zaamheid en nauwkeurigheid, in overeen stemming daarmede, scherper en strenger geworden is. 11 t is zelfs aan le nemen, dat dit eenigszins te wenschcn overliet, daar het eerste Japansche piote.-t hier vrij veel opschudding verwekte, tot buitengewone hevelen eu maatregelen aanleiding gaf. Dit was echter niet, zooals een vijandige pers beweerde, een erkenning vandeschen- ding der neutraliteit. Het was, zoo het een erkeuniug van iels was, slechts ternauwernood een erken ning hiervan, dat liet rechtsbegrip .neutra liteit. toch eigenlijk, waar het er op aan komt, weer een feitelijk begrip is, en voor al een waarbij met allerlei omstandigheden scherp rekening gehouden moet worden hetgeen men dan zeide onpartijdig en naar goede trouw met de uiterste zorg te zullen doen. fn hoeverre heeft Razjestwenski daarna weder aanstootelijk veel toevlucht hebben genomen tot de Fransche territoriale we leren? Het is onzeker. Het telegram van liet agentschap Laffan, dat dezen laatsten keer de groote opschudding bracht, bleek valsch. En in zooverre kan men de plot seling al te dreigende wending, die liet in cident althans in de pers maar nier al leen in de pers genomen heelt, nog voor een overdreven alarm houden. De Engelsche pers, de Times iu de eerst» plaats, blijft ook thans nog een zeer ern- stigen toon voeren ze voorziet en behan delt allerlei mogelijkheden, allerlei verwik kelingen. Het is liier vooral een zeer on aangename verrassing geweest, dat de Ti mes het geval voorzag, dat Japan Euge- lands hulp zou kouien inroepen tegen Frank rijk, hetgeen zij in het veronderstelde, maar niet te hopen geval, niet zou kunnen wei geren. De ietwat om ustbareude toon van liet hier op hut oogenblik veel beteekeuende blad, is echter, naar ik van goede zijde verneem, wel eenigszins een gewilde over drijving, zoowel tot waarschuwing, als om voor Engeland zelf te voorkomen, dat men inderdaad tegen Frankrijk de wapenen op zou moeten vatten, hetgeen in de huidige omstandigheden slechts Ouitschland ten goede zou kunnen komen. Men wil dit dus in Engeland iii allen gevalle zien te voorkomen, en neemt, zich rekenschap gevende van de opwinding' der Japanners, daarom een zoozeer waarschu wende en onaangenaam schijnende houding aan. En dit heelt er zeker ook wel reeds toe bijgedragen, dat, naar hier verluidt, de maatregelen der Fiansche autoriteiten in Indo China sedert begin der week alweer strenger geworden zijn. Niettemin blijft de toestand ernstige zor gen haren, vooral daar men in den persoon vau Rozjestwenski, waar 't li et eerbiedigen van zulke regels betreft, maar een matig vertrouwen beeft. In sommige kringen meent men zelfs dat de vlootvoogd niet zoo heel ongaarne verwikkelingen zou zien, of dat hij, met volkomen berusting in zi*n eigen lot voortgaande, zich er betrekkelijk weinig om bekommert, wat voor verwik kelingen hij nog in 't leven roept, T W E E D E KAMER. insdag kwam in behandeling het ont werp bedoelende lotsverbeteringen perso neel Posterijen en Telegrafie. De heer Nolting verklaart zich ingeno men met het ontwerp, dat lotsverbetering brengt voor de lagere beambten. Hij vraagt echter vrije woning voor brievengaarders, die anders op vele plaatsen moeielijkbeid hebben, onder dak te komen, terwijl ook de huiseigenaren hun voordeel doen met de noodzakelijkheid, waarin die brieven gaarders zijn, op bepaalde plaatsen te wo nen. De heer Roodhuijzen vraagt, de uren, gedurende welke de postboden gedwongen zijn op het kantoor aanwezig te zijn, mede te rekenen voor de vaststelling van het sa laris. De heer SmeeDge dringt evenals de heer Sasse van IJsselt in de vorige zitting deed er op aan, dat de klerken, die het radicaal bezitten, ouder de categorie der commiezen zullen worden gerangschikt. 7. II. Het leven was voor Roger Brémont zacht en kalm heengevlocid. Zijn vader, die jong weduwnaar was geworden, had hem een uitstekende opvoeding doen geven, tnaar reeds op jeugdigen leeftijd toonde Roger dat hij niet aan banden wenschte gelegd te worden en de voorkeur gaf aan een onre gelmatige levenswijze. Toen de oude heer op zestigjarigen leeftijd overleed liet hij zijn zoon twintig duizend franc rente, een fraai huis te Montepellier en een vlekke- loozen naam na. Een half jaar later ver kocht Roger het huis, maakte de effecten te gelde en vertrok, voorzien van pen flink kapitaal, naar Parijs. Hij was toen vierentwintig jaar en ge noot een uitstekende gezondheid. Weldra wierp hij zich in den maalstroom van vermaken. Hij was dra omringd door een groep ledigloopers en vleiers, die hem, om zijn geld, als een vorst behandelden en ten zijnen koste leefdeu. Hij bemerkte wel dat hij te doen had met lieden van 't allerminst allooi, maar wanneer hij dezen vergeleek met de bon-vivants uit de groo te wereld, dan kon hij in beider ondeug den geen verschil ontdekken. Al hetgeen hij door hen, die hein omringden, zag ver richten, wist hij dat ook in de hoogste kringen werd gepleegd, met dit onder scheid dat daar de inzet hooger was, liet genot duurder betaald werd. Het duurde niet lang of hij was geruï neerd. Drie jaren waren voldoende ge weest. Roger, die hij zijn aankomst te Parijs een elegant hotel in de Avenue de Villiers had betrokken, was toen genood zaakt een gemeubileerde kamer te huren in een der volkswijken. Juist was hij in kennis geraakt met de eeuigo vrouw, die hij ooit had liefgehad, Fanny Pierard ge naamd, een chanteuse genre Yvette O uil hert, die, niettegenstaande een stormachtig verleden te Bordeaux en te Marseille, er nog tamelijk goed uitzag. Aangetrokken door het schoon uiterljjk van den jongen man, was zij in die inate verliefd op Ho ger, dat zij haar dagelijksche cliënt ele verwaarloosde. Maar, hoe goed zij betook meende, was zij te" zeer gewoon om de mannen te beschouwen als cijnsplichiige onderdanen, die hun schatten aan de voe ten der meesteres moeten iiederleggcn, om niet noodlottig te zijn voor haar minnaar. Ten einde hare wenschen te kunnen bevre digen was hij er toe overgegaan, een ju- weelen sieraad, dat hij op crediet had ge kocht., onmiddellijk daarna te beleenen, en een vervolging stond voor de deur. Toen was het Fanny, die hem aanspoorde door valsch te spelen, niet te voren klaarge maakte kaarten, iu het bezit van een vol doende som te geraken om het verpande in te lossen. In dezen toestand had hem Rascol aan getroffen. Hij was dien modernen Mefis- tofeles te zeer verplicht, eu gevoelde zich zoo hulpbehoevend dat hij het ongeraden achtte hem naar het doel hunner nachte lijke wandeling te ondervragen. Deze ech ter voorkwam zijn verlangen. Gij vraagt u af waarheen ik tl leid, is het niet Zoo is het inderdaad. Ik -/.al u bij eenige vrienden intro- duceeren. Ik sta er u voor in dat gij zeer goed zult ontvangen worden. Toen zij in de rue du (juatre-Septem- bre waren aangekomen, bleef Rascol voor een fraai huis, welks eerste verdieping schitterend verlicht was, staan. Hier is het. Ondanks het late uur was de deur wijd geopend. Zij bestegen echter niet de hoofdtrap, doch kwamen door een zijingang, langs de dienstbodentrap, naar boven. Toen bevonden zij zich in een soort bureau, dat in tweeën gescheiden was door een tralie hek, waarvoor een groen gordijn was ge spannen. Daar achter klonk een stem, die hen aansprak, terwijl de spreker onzicht baar bleef. Wie is daar Ik hen het. Laat u maar niet sto ren Bournier. O, graaf er wordt reeds langen tjjd op u gewacht Belangrijke zaken hebben mij opge houden. Ga binnen, mjjn waarde, ging hij, zich tot ltoger wendende, voort. - Is u niet alleen vroeg de stem met

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1905 | | pagina 1