Binnenland.
de diplomatieke komedie komen dergelijke
dingen niet voor.
Uit zou alles nog niet zoo erg zijn, als
■Marokko op zich zelf stond maar dit is
niet het geval. Die Marokkaansehe poli
tiek kan ernstige gevolgen hebben. Wan
neer de Engelsch-Fransche entente de
vuurproef doorstaat in Marokko, dan strekt
dat natuurlijk tot aanhaling van den vriend
schapsband. Frankrijk schijnt het. land te
zijn, dat bestemd is een toenadering te b.'-
werken tusschen Engeland en Rusland.
Rusland spreekt ook weer een woordje
mee in de weekgeschiedenis. Immers in
Odessa staken de bakkers, waardoor een
stad van meer dan een half miHioen in
woners met hongersnood wordt bedreigd-
Indien de staking langer dan een week
duurt, voorziet men hoogst ernstige gevol
gen. Het eigenaardige is, dat de gouver
neur, de burgemeester en het hoofd der
politie zeggen, dat de stakers volkomen in
hun recht zijn.
Met het oog op een dreigende slaking
van de machinisten der marine wordt de
haven door een half bataillon infanterie
bewaakt.
In de Derikassofstrzat is een man aan
gehouden, die een bom hij zich had. In
de Semskajastraat is een geheim wapen
magazijn ontdekt.
Overigens is de stad rustig.
Algemeen Overzicht.
Het valt moeilijk te ontkennen, dat de
betoogingen, die de arbeiders ter vieiing
van den lsten Meidag telken jaren op touw
zetten, in alle landen in kracht en omvang
toenemen. Bepaalde de deelneming zich
aanvankelijk tot een bepaalde partij onder
hen, langzamerhand heeft zij zich ook tot
andere partijen uitgestrekt, zij het dan ook
nog minder in ons land dan toch vooral
in andere straten. Een voorbeeld hiervan
levert zeker wel Weenen, waar de betooging
in grootte die van ons land verre overtreft
en waar toch de arbeidende klasse voor
een overgroot deel tot de Christelijken be
hoort. Het is er mee gegaan als met de
werkstakingen. Oorspronkelijk gebruikt,
althans in hunnen tegenwoordigen vorm,
door socialisten en anarchisten als verweer
middel, zijn zij langzamerhand voor de
geheele arbeidersklasse het middel geworden
om zich tegen de werkgevers te verzei ten
of dezen de eischen, door hen gesteld, af
te dwingen.
Daarin heb je ongelijk, viel haar
Melanie in de rede. Hij heeft je reeds
vele diensten bewezen en zou het zonder
twijfel nog wel willen doen. Maak hem
niet tot je vijand. Wanneer je gaarne met
dien mijnheer wilt soupeeren, zeg het dan
eenvoudig.
'n Oogenblikje, hernam Rascol. Wij
hebben nu wel iets anders Ie doen. Je
moet een weinig geduld hebben, lief kind.
Toen wendde hij zich tot Roger.
Gaat n mede?
Ja!
Dan wensehen wij den dames goeden
avond. En jij, mijn duifje, keer terug
naar je til, op dit oogenblik is er geen
doffer tot je beschikking.
Ilij nam den arm van zijn jongen met
gezel onder den zijne en voerde hem mede.
Eerst toen de deur achter beiden gesloten
was, vond Juliette haar vrijheid tot spre
ken weder. Zij nam een cigarette uit het
zilveren kokertje, terwijl zij zeide
Ik weet niet waarheen Raseol dien
jongen brengen zal, maar ik ben overtuigd
dat de weg eerder naar Mazas zal leiden
dan naar de Fransche Bank.
^Wordt vervolgd.)
Men ziet dit nu weer in Hilversum, waar
timmerlieden van alle godsdienstige en
politieke geloofsbelijdenissen samen één
lijn t ekken om door middel van werk
staking de patroons tot betaling van hooger
loonen te nopen. Maar beter bewijs nog
vindt men hierin, dat de werkstakingen,
zelfs in een klein land als het onze. niet
meer van de lucht af raken en er zelfs
gewoonlijk meerdere op verschillende plaat
sen tegilqk in gang zijn, zooals nu weer
behalve te Hilversum, o. a te Maastricht,
in Twente en te Groningen.
Uit is een ernstig teelten en wel waard
er onze aandachl en opmerkzaamheid meer
dan eens op te bepalen. Er hapert bljk-
baar ets aan de verhouding tusschen
weikgerers en werknemers en aan het ge
heele oeconomisehe leven, dut telkens slokt,
want het zal toch wel niet aangaan die
overal en telkens voorkomende werkstakin
gen maar alleen aan door niets gerecht
vaardigde ontevredenheid van den kant der
werklieden toe te schrijven. Nu hapert et-
wel aan alles wat en dat zal ook wlI zoo
blijven, maar, wanneer de stoornissen in
het maatschappelijk leven zoo menigvuldig
en zoo overal voorkomen, dan schijnt dat
te wijzen op een maats happelijke kwaal.
Een kleine verzwering in het menschelijk
lichaam is niets bijzonders en zal zeker
niet de bijzond tre aandacht van den dokter
tot zich trekken, maar wanneer de verzwe
ringen zich nn hier dan daar onophoudelijk
verloonen, dab wordt het iets anders en
rijst de vraag, of zij hun onrz iak niet hebben
in eén blijvende en ernstiger kwaal. Vo u-
de dokters van het lichaam der maatschappij,
de oeconomeu, politici en de vele anderen,
kundigen en onkundigen, die er meer zijn,
is het dus zaak, goed en opuierkzaaoi toe
te zien en oorzaken der ziekte en middelen
tot hare genezing na te speuren
Voor ons, die alleen hebben te overzien,
nat telkens weer aan ernstigs en kluchtigs,
aan droevigs en vroolijks op het tooneel
van het ons omringende leven wordt ver
toond, is het ajleen een teeken, waarbij we
een oogenblik nadenkend hebben stil te
staan. Maar er is gedurig nog meer, dat
onze aandacht vraagt. Er is nog pen
ziekte-verschijnsel in het maatschappelijk
leven, maar een, waarmee de tncnschheid
zich al eeuwen lang heeft beziggehouden,
zonder dat het tot nu toe veel schijnt ge
holpen te hebben. Het is de misdaad, die
ook overal en telkens haar terugstootend
hoofd opheft en haar slachtoffers kiest
onder alle klassen der samenleving. Gro
ningen en Yollenhoven hebben er nog kort
geleden de voorbeelden van gezien in de
daar gepleegde moorden. Maar al is zij
zoo oud als du wereld, zij weet telkens
nieuwe gestalten aan te nemen, waarin zij
minder herkenbaar schijnt. Er zijn mis
daden, die gewoonlijk niet als zoodanig
worden beschouwd en betiteld en waarvan
toch ieder na eenige overweging het be-
slist-misdadige zal inzien. We bedoelen den
verkoop van bedorven waien en in 't bij
zonder bedorven vleesch, die, wanneer ze
zoo stelselmatig plaats heeft, als dit blijk
baar hier en daar geschiedt, wel degelijk,
als gericht tegen het menschelijk leven,
als ernstige misdaad moet beschouwd
worden. Uezer dagen heeft men kunnen
lezen, hoe -zoowel te Zwolle als te Steenwijk
vleeschvergiftiging is geconstateerd, tenge
volge van het eten van bedorven vleesch,
waarvan enkele gezinnen blijkbaar het
slachtoffer waren geworden. Maar te Am
sterdam schijnt een dergelijke kuur geregeld
op de inwouers te worden toepgepast en
het is vei wonderlijk, dat men van niet
tlie r slachtoffers leest. Van uit Sloterdijk
heeft daar een g"rege!de invoer van be
dorven vleesch plaats. De politie blijkt
machteloos het te keer te gaan en de
Sloter politieagenten zijn tengevolge van
de daar heerschende verordening niet in
staat er iets tegen te doen. Het zijn mis
daden van den nieuweren tijd, althans in
dezen omvang, en waarbij de bedrjjverwel
niet direct bedacht is op het vernietigen
van auderer leven en het hem genoeg is,
wanneer hij zijn zakken maar kan vullen,
maar waardoor toch vele mcnschenlevens
ernstig gevaar loopen. En het wordt wel
tijd, dat wetgeving en justitie zich daarmee
eens ernstig gaan bezig houden. Er is
nog iets, ook eeu uitvinding van onzen tijd,
dat nu wel niet bepaald als misdaad kan
gequalificf erd worden, maar er toch wonder
veel van weg heeft en dat in elk geval
berekend schijnt om de menschen geheel
tegen hun zin meer geld afhandig te maken,
dan hun lief is. In Amsterdam bestaat een
vennootschap, die certificaten verkoopt,
waarin den koopers na betaling van een
zeker aantal tuaandelijksche termjjnen de
eigendom verzekerd wordt van een tweetal
premieloten, benevens aanspraak op een
twintigste deel van alle prijzen, die ge
durende den in die certificaten vermelden
tijd mochten vallen op de mede daarin
genoemde loten.
Een der voorwaarden is, d.tt de kooper
na betaling van den laatst-n termijn den
aan het certificaat geheehten coupon hij
den directeur moet inleveren, waarna die
coupon zal worden overgelegd aan de eerst
volgende vergadering van commissarissen,
waarin alsdan tot afgifte van de in eigen
dom verkregen premieloten zal worden be
sloten. Dit lijkt niet kwaad, maar de aar
digheid ervan is, dat die «eerstvolgende
vergadering"' nooit wordt gehouden en de
menschen dus met de certificaten in hun
handen ten eeuwigen dage kunnen blijven
zitten wachten op de aangifte van de pre
mieloten, die zij in eigendom verkregen.
En liet mooiste ervan is dat er niets aan
Ie doen valt, want een termijn voor die
vergadeiing is niet bepaald en de vennoot
schap kan die dus steeds blijven verschui
ven. Onderwijl hebben de koopers de
prettige gedachte, dat de vennootschap
zich toch houdt aan de verplichtingen, im
mers als voorwaarde voor de afgifte der
premieloten moet eerst de vergadering van
commissarissen gehouden worden. Hoe is
ie
Door den Hoofd-Commissaris van Politie
te Amsterdam, wordt, zeker niet zonder
reden, aan een en ander publiciteit gege
ven.
De protestmeeting te 's Gravenhage 1
De Zondag te 'sGravenhnge in het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
gehouden protestmeeting tegen de aanhan
gige ondenvijs-novelle, uitgeschreven door
de vereeniging «Volksonderwijs", in samen
werking met onderscheidene onderwijzers-
oorporatiën, werd bijgewoond door honder
den leden en afgevaardigden dezer ver-
eenigingen uit alle oorden des lands. Ook
waren aanwezig vele Kamerleden behoo-
rende tot de linkerzijde.
Na een inleidend woord van den president
van «Volksonderwijs", den heer Zelvelder,
traden achtereenvolgens als sprekers op mr.
J. A. van Gilse uit Arnhem, en de voor
zitter van het Nederl. Onderwijzersgenoot
schap, de heer L. C. T. Bigot.
Op de bekende gronden critiseerden zij
den aanval der Regeering op de openbare
school, betoogeude dat de onderwjja-novelle
verlaging van het peil der volksontwikke
ling tengevolge zal hebben.
Mr. Van Gilse uitte nog de verwachting,
dat H. M. de Koningin in het gezicht der
verkiezingen de wet niet zal teekenen,
maar eerst de natie uitspraak zal lateu doen.
Onder daverend applaus werd een motie
aangenomen, waarin ter wille van de alge-
meene volksontwikkeling, van godsdienst
vrede en van verdraagzaamheid geprotes
teerd wordt tegen de aanneming van de
onderwijsnovelle door de Tweede Kamer en
verklaard wordt dat bij die aanneming
door de voorstander» van de openbare
school de aan hen opgedrongen heropening
van den schoolstrijd, hoewel noode, wordt
aanvaard, in het besef van hun goed recht
en bovenal ter wille van de algemeene
volksontwikkeling, den godsdienstvrede en
de nationale eenheid.
Van vele Kamerleden enz. waren ad-
haesiebetuigingen ingekomen.
Werd vóór enkele dagen melding ge
maakt van het feit, dat II. M. de Konin
gin zich in den laatsten tijd zoo weinig in
het publiek vertoont, thans deelt men tot
veler genoegen mede, dat hierin verande
ring is gekomen en H. M. de laatste da
gen Haar dagelijkschen rijtoer, weder als
vroeger het paleis aan de voorzijde verlaat,
tot groote vreugde van hen, die niet nala
ten elke gelegenheid aan te grijpen, waar
bij zjj de geliefde Koningin bjjna van aan
gezicht tot aangezicht kunnen zien.
Ook Zaterdag weder reed H. M. uit,
vergezeld van Z. K. H. den Prins, die zelf
mende, en maakten zij een rjjtoer in de
richting Hoog-Soeren.
BRESKENS, 9 Mei 1905.
Schoondijke. In de Vrijdag jl. gehouden
raadszitting, die door 5 leden werd bijge
woond de heeren de Sinidt en Iz. Ris-
seeuw wareu afwezig deelde de voor
zitter mede, dat waren ingekomen de vol
gende stukken
a. goedkeuring van de helling op den
hoofilelijken omslag; i. mededeeling, dat
de rijksbijdrage voor het onderwgs was
vastgesteld op 2010c. goedkeuring van
de verordening op het vergunningsrecht
d. rekening en verantwoording van de ge
zondheidscommissie e. de huurwaarde vau
de woniug van het hoofd op school B was
vastgesteld op ƒ150.
Met 3 tegen 2 stemmen werd eenejaar-
lijksche subsidie van ƒ30 verleend aan de
teekenschool te IJzendjjke, mits de provin
cie subsidie geeft en voor niet langer dan
5 jaar. De heeren J. Leenhouts en Joh.
Risseeuw stemden tegen.
Mede werd besloten tot eene wijziging
in de politie-verordening, behelzende het
verbod om tnet fietsen of motors op de
klinkerpaden te rjjden, terwjjl de motor in
de kom der gemeente geen grootere snel
heid mag hebben dan 8 K.M. per uur.
Gevolg werd gegeven aan een verzoek
van den inspecteur om de bouwverordening
te wijzigen en aan te vullen.
Het raadslid J. Leenhouts had eene wij
ziging voorgesteld in de toelating van leer
lingen op de beide scholen. Dit «erd
verworpen met 4 tegen 1 stem, die van
voornoemden voorsteller.
Als leden van het stembureau werden
benoemd de heeren Anth. Lutejjn en Jac.
Dhont voor de verkiezing van een lid der
2e Kamerde heeren Anth. Luteijn en
Joh. Risseeuw voor de verkiezing voorden
raad.
Na omvraag werd de vergadering geslo
ten.